fMomentje
Nieuwe bonnen
WOENSDAG 11 JUNI 1941
32ste Jaargang No. 9970
S)e £clcbcHe(5oii^<vnt
Telefoon: Redactie 20015. Administratie 20935. Bureaux Paneneracht 32.
Giro 103003. Postbus 11. DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Hoofdredacteur: Th. Wilmer, Leiden.
Oil nummer bestaal uit
twee bladen.
V Cultureele waarden
In dezen tijd van 'hervorming en ver
nieuwing moet worden verscherpt en ver
breed het juiste inzicht in de waarden der
persoonlijkheid en van het algemeen wel
zijn als hechte grondslagen voor een goed
geordend volksleven.
Deze waarden liggen opgesloten in de
Christelijke leer, in de Christelijke begin
selen.
Wij willen ons ter illustratie van deze
bewering vandaag beperken tot wat .prof.
dr. Jac. van Ginneken schreef in zijn Li
tanie van Jezus' Volkomenheden:
„Als ik andere godsdienststichters bij U
(Jezus) vergelijk, vind ik dat niemand
hunner zoo practisch vooruithelper der be
schaving, zoo zorgzaam beschutter van de
menschelijke samenleving is geweest als
Gij. Geen hunner heeft den arbeid, aan
het nut van het algemeen besteed, hooge-
lijker gewaardeerd en aangeprezen. De on
verbreekbaarheid van het huwelijk, de on
aantastbaarheid van den persoonlijken
eigendom, de erkenning van elkanders
rechten op leven en vrijheid, het afzien
van persoonlijke wraakneming, de aanspo
ring tot verzoening en vergeving bij twist
en vijandschap, het tactisch vermijden van
processen voor den officieelen rechter, de
plichten van kinderen jegens ouders en
overheden, de plicht van onderdanigheid
aan landsbestuur en keizer, maar bovenal
de universeele broederlijke liefde en zoo
wel de uiterlijke als innerlijke werken van
barmhartigheid, waarbij Gij als aan U zelf
gedaan te vergelden beloofdet: alle welda
den aan hulpbehoevende medemenschen
bewezen, zie dat zijn evenzoovele pijlers,
waarop heel de koepelbouw onze West-
Europeesche beschaving is gegrondvest.
Jezus, ik dank U voor die beschaving; en
ik aanbid U ook in deze beschavingswer
ken. Maar zelfs den klimmenden voruit-
gang der stoffelijke en geestelijke bescha
vingsgoederen hebt Gij ons tot plicht ge
steld in de parabel van de talenten. Want
elke geldsom moest een nieuwe geldsom
voortbrengen, door den vindingrijken ijver
der dienstknechten, en hij, die er niets had
bjjgewonnen, was z*n leengoed niet waard!
Iedereen moest meer afleveren dan hij had
ontvangen. En de eeuwen van Uw leerlin
gen hebben dat geen ijdel woord doen blij
ven. Elk der latere geslachten, heeft, tel
kens weer opnieuw, minder geërfd dan na
gelaten, meer overgeleverd aan zijn kinde
ren, dan het van zijn vaderen ontvangen
had. En dat dit door alle Christen-eeuwen,
niet slechts van stoffelijke, maar ook en
zélfs vooral van hooger geestelijke goede
ren is verstaan', blijkt zoo duidelijk uit het
feit, dat het door U gebruikte woord ta
lenten", in alle Christelijke talen, van lie-
verleden de beteekenis van geestelijke be
gaafdheid en verstandelijken aanleg heeft
aangenomen. Aan de hand van deze gelij
kenis hebben Uw leerlingen de Christen
volken opgevoed tot een bloei van stoffe
lijke en technische, van wetenschappelijke
en geestelijke beschaving, waardoor ande
re, Indische en Oud-Amerikaansche, Oost-
Aziatische en Mohammedaansche bescha
vingen of godsdiensten, zoodra ze de Uwe
kennen, verbleeken, verouderen en spoor
loos ten onder gaan."
iDcvdan Apxeeftt tot
De drie taken der
regeering
EEN BEROEP OP HET VOLK.
De Fransche plaatsvervangende minis
ter-president, admiraal Darlan, heeft gis
teren een radiorede gehouden, waarin hij
o.m. het volgende zeide:
In mijn vorige boodschap héb ik u ge
zegd, dat de maarschalk het lot van het
land in handen heeft genomen op het
meest critieke oogenblik van onze geschie
denis. De macht oprzich te nemen onder
dergelijke omstandigheden is niet de daad
van een eerzuchtige, maar die van een
groot patriot. Wij zullen onzen chef nooit
genoeg dank kunnen brengen, onzen chef,
die zijn persoon aan Frankrijk heeft ge
schonken om het te redden. Gered is het
echter nog niet. Het is thans geen tijd voor
onvruchtbare discussies en bittere critiek
op de regeering.
Thans slaat 't uur der discipline en der
eensgezindheid. De nederlaag brengt altijd
ongeluk met zich mede. Het is 'n Fransche
traditie, de regeering verantwoordelijk te
stellen voor 't ongeluk van 't volk. Onze
huidige ellende moeten wij toeschrijven
aan het regime, dat ons tot de nederlaag
heeft geleid. Het regime is verantwoorde
lijk, niet de regeering van den maarschalk,
die als erfgename van dezen onheilvollen
toestand er naar streeft de kwalen te ge
nezen, waaraan gelewen wordt en hun
duur te bekorten. Om succes te hebben
heeft zij moed, hardnekkigheid, offervaar
digheid en den steun der natie noodig.
Wanneer de natie niet wil begrijpen, zal
zij ten gronde gaan. Talrijk zijn degenen,
die trachten het verstand der natie in ne
velen te hullen. Aangezien gij ongelukkig
zijt, gelooven velen uwer alles, wat ver
teld wordt en alles, wat gefluisterd wordt,
zonder de moeite te nemen te overleggen.
Zij aanvaarden als onweerlegbare waar
heid, wat him dagelijks wordt voorge
kauwd door den geheimen of Degaullisti-
schen zender, die door een buitenlandsche
mogendheid betaald wordt.
Drie punten.
Franschen, hoedt u hiervoor en steunt
de regeering in haar zware, ja zeer zware
taak. Deze taak der regeering is een drie
voudige: de verbetering van den huidigen
toestand van het Fransche volk; de voor
bereiding van den vrede in de mate, waar
in de overwonnene dit kan doen; de voor
bereiding van de toekomst van Frankrijk
in het nieuwe Europa. Er is naar voren ge
bracht, dat de wapenstilstand geen vrede
is. De wapenstilstand is een onderbreking
van de vijandelijkheden op de door den
overwinnaar vastgestelde en door den
overwonnene aanvaarde voorwaarden. Hij
kan eenzijdig door den overwinnaar wor
den opgezegd. Den wapenstilstand niet
loyaal toe te passen'en daardoor den over
winnaar aanleiding te geven hem op te
zeggen, zou voor Frankrijk gelijk staan
met zelfmoord, zoowel voor Frankrijk als
ook voor zijn imperium. Den wapenstil
stand uitvoeren zonder te trachten zijn
voorwaarden te verzachten, beteekent de
instandhouding van een toestand, waaron
der gij zeer lijdt.
Aangezien de wapenstilstand een door
Duitschland en door ons onderteekend
verdrag is, moeten wij, wanneer wij hem
willen verzachten, met Duitschland onder
handelen. De maarschalk heeft mij belast
met deze onderhandelingen. Hij keurt de
voortzetting goed. Waarom, zegt gij, aan
vaarden de Duitschers als overwinnaars
onderhandelingen? Omdat Duitschland,
dat den wederopbouw van Europa in zijn
voornemen heeft, weet, dat het dit alleen
doelmatig kan doen, wanneer de verschil
lende Europeesche naties, die geroepen
worden tot deelneming aan dezen weder
opbouw, dit gaarne en vrijwillig doen.
Duitschland beheerscht zijn overwinning
om ons te veroorloven onze nederlaag te
overwinnen. Laten wij dus deze nederlaag
De uitvoer van snijbloemen naar Duitschla nd overtrof in de eerste vier maanaen Vd",
dit jaar de gezamenlijke export naar alle landen, behalve Duitschland in de jaren
1937, 1938 en 1939. Schuiten Vol worden naar de veiling te Aalsmeer geroeid.
(Pax-Holland).
het friatiAchc uolh
weten te beheerschen en denken aan-het
Frankrijk van morgen.
Dit zal voor u, geloof ik, voldoende zijn
om u de noodzakelijkhied duidelijk te ma
ken van de onderhandelingen, die ik op be
vel van den maarschalk sedert verscheide
ne weken voortzet om onzen tegenwoordi-
gen toestand te verbeteren, dat is de eer
ste taak van de regeering.
Voorbereiding van den vrede.
De tweede is die der voorbereiding van
den vrede. De tegenwoordige toestand is
weergaloos in onze geschiedenis. Een der
mogendheden, waarmede wij moeten on
derhandelen, bevindt zich in oorlog met
een andere mogendheid en haar operatie
troepen bezetten een deel van ons gebied.
De onderteekening van een definitieven
,vrede blijft een moeilijke zaak, zoolang
de door het huidige conflict gestelde pro
blemen geen oplossing hebben gevonden.
Maar reeds thans en zonder het einde van
de vijandelijkheden af te wachten, is het
de plicht der regeering aldus te handelen,
dat een gunstige atmosfeer voor het instel
len van een eervollen vrede wordt gescha
pen. Deze atmosfeer kan alleen geschapen
worden wanneer wij onze nederlaag be
heerschen. Dat wil zeggen, dat wij er naar
moeten streven onze houding naar het ver
stand te regelen. Ziet moedig de werkelijk
heid onder oogen. Geeft u niet over aan
sentimenteele reacties, die geen ander re
sultaat zouden hebben dan tot onze eigen
schade de kloof te verbreeden, die door
zoo vele gevechten tusschen de beide na
burige volken gegraven werd en die wij
van beide zijden voor den vrede van Euro
pa weer moeten beginnen dicht te gooien.
Wanneer deze atmosfeer niet tot stand ge
bracht zou kunnen worden, zou ik een on
heilvollen vrede voor Frankrijk vreezen.
Deze vrees is niet gegrond op een indruk,
zij is gegrond op zekerheid.
Frankrijks toekomst.
De derde taak van de regeering is de
voorbereiding van de toekomst van Frank
rijk in het nieuwe Europa. Deze taak kan
alleen nuttig ter hand genomen worden,
wanneer de tweede taak tot een goed ein
de is gebracht. Wanneer wij geen eervollen
vrede krijgen, wanneer Frankrijk, beroofd
van talrijke departementen en belangrijke
overzeesche gebieden, zijn intrede doet in
het nieuwe Europa, •"erkleind en geteis
terd, dan zal het zich niet weder verhef
fen. Wij en onze kinderen zullen in ellen
de en ïn haat leven, welke den oorlog
kweeken. Het nieuwe Europa zal niet le
ven, zonder dat Frankrijk wordt gesteld
op de plaats, waartoe in de Europeesche
hiërarchie zijn verleden, zijn beschaving
en zijn cultuur het recht geven.
Franschen, hebt den moed uw nederlaag
te overwinnen. Weest er van verzekerd,
dat de toekomst van het land nauw is ver
bonden met die van Europa. Wanneer de
maarschalk en zijn regeering u oproepen
hen te volgen op den ingeslagen weg, moet
gij de illusies overwinnen, of offers bren
gen. Put uw kracht uit de zekerheid, dat
deze weg voor het vaderland de eenige
weg naar het heil is.
KORPSFUEHRER HUEHNLEIN BIJ
MUSSERT.
De persdienst van N.S.B. meldt:
Op Maandagochtend 9 Juni bracht
Reichsleiter Adolf Huehniein, de Korps-
fuehrer van het N.S.K.K. die in Nederland
vertoeft, een bezoek aan den leider der
N.S.B. te Utrecht. Voor het hoofdkwartier
der N.S.B. aan de Maliebaan stond een
eerevendel der W.A. opgesteld. In gezel-
sohap van den opperheerbanleider van 't
Hof en de heerban leiders Meulenberg en
Wijnkamp schreden de Duitsche gasten het
front van het W.A.-vendel langs en werden
vervolgens aan den ingang van het hoofd
kwartier ontvangen door den secretaris
generaal der N.S.B., ir. C. J. Huygen, dde
hen naar de werkkamer van ir. Mussert be
geleidde. Hier heette de leider der N.S.B.
zijn gasten hartelijk welkom, waarna ter
stond een langdurige bespreking aanvnig
met den korpsfuehrer en opperheerban
leider Van 't Hof.
Na dit onderhoud bood ir. Mussert zijn
gasten een noenmaal aan ten Paushuize,
alwaar het gezelschap ontvangen werd
door den commissaris der provincie Utrecht
ir. F. E. Müller.
DE NEDERLANDSCHE SLAGERSHOND
VIJFTIG JAAR
In het Jaarbeursrestaurant te Utrecht
heeft de Nederlandsche Slagershond giste
ren zijn vijftigjarig bestaan gevierd. In de
met ontelbare fraaie bloemstukken opge
luisterde dinerzaal waren daartoe honder
den leden, velen vergezeld door hun dames,
bijeengekomen.
De vergadering werd geopend door den
heer E. Weima, voorzitter van den bond, die
in het bijzonder welkom heette prof. dr.
Berger, hoofdinspecteur, en dr. Reitsma, in
specteur van de volksgezondheid. Hij gaf
een overzicht van de geschiedenis van den
bond, welke op 27 Mei 1891 te Utrecht werd
opgericht; aanvankelijk traden 11 afdeelin-
gen en 9 losse leden toe. De eerste voor
zitter was de heer S. van Santen uit 's Gra-
venhage.
De voorzitter besprak hierna uitvoerig
het vele dat de bond in het belang van zijn
leden heeft verricht.
De heer Th. Cuiper, de bondssecretaris,
sprak een herdenkingswoord.
Hierna kregen de afdeelingen gelegen
heid hun gelukwenschen aan te bieden.
Ter receptie verschenen o.a. prof. dr.
H. C. L. E. Berger, die in een toespraak
onderstreepte, dat de bond welke uiteraard
vooral gezorgd heeft voor de zakelijke vak-
en stadsbelangen, ook arbeid heeft ver
richt op algemeen sociaal terrein.
DE POLITIE.
Inspecteur in algemeenen dienst.
Bij beschikking van den secretaris-gene
raal van Opvoeding, Wetenschap en Cul
tuurbescherming is dr. G. Noordijk te
's Gravenhage benoemd tot inspecteur van
het onderwijs in algemeenen dienst.
HET DAGELIJKSCH MENU
Eigenlijk heb ik in dezen barren tijd
niet zoozeer medelijden met ons zelf,
die hunkeren naar wat wij plegen te
verstaan onder het begrip: een volledi
ge maaltijd, als wel met degenen, die
wonderen verrichten om ons een volle-
digen maaltijd te verschaffen. Laat ik
hen onderbrengen in twee categorieën:
de huismoeders en de Horecaffers.
Die worden allemaal op een vroeg
uur in den morgen wakker, wrijven
zich de oogen uit en dan schiet hen als
een soort rheumatiekscheut de gedach
te door het hoofd: wat eten wij van
daag?
Als men dat aan mij vraagt, zeg ik
altijd: kijk je bonnen na. Maar giste
ren kreeg ik daarop ten antwoord: goed,
dan eten wij vandaag rijst met zeep en
peulvruchten met suiker.
En nu zullen er wel culinaire des
kundigen zijn, die je een stroom van
wetenschappelijke bewijzen leveren,
dat hierin veel meer vitaminen huizen
dan in een overvloedige hors d'oeuvre,
gevolgd door forellen en zwijnsbout
dat is een ouderwetsch menu van meer
dan duizend vleeschbonnen maar ik
zeg nu nooit meer: kijk naar je bonnen.
Vijgen met spek aten wij zelfs vroe
ger niet, dan slechts ieder apart en met
voldoende tijdstusschenruimte en zoo
lijkt het mij ook de oplossing in dit
vraagstuk, dat wij eerst onze handen
wasschen en daarna de rijst opeten.
Maar daarmee is voor de huismoeders
en de Horecaffers het vraagstuk niet
opgelost. En ik ken zelfs een huismoe
der, die drie dagen op retraite is ge
gaan om in geestelijke afzondering over
dit probleem eens ernstig te kunnen
nadenken.
Het is wel een overweging waard.
Al leert zij daar alleen maar haar ziel
in lijdzaamheid te bezitten....
V
IDENTITEITSKAARTEN.
Een waarschuwing.
In verband met het bericht, dat men het
persoonsbewijs pas met ingang van 1 Ja
nuari 1942 bij zich behoeft te hebben, is bij
het publiek het misverstand ontstaan, dat
men nu ook het tot dusverre geldende
identiteitsbewijs niet bij zich behoeft te
dragen.
De poiltie vestigt er echter de aandacht
op, dat nog steeds van kracht is de Veror
dening van 6 September 1940 van den se
cretaris-generaal van Binnenlandsche Za
ken, waarbij iederen Nederlander de ver
plichting is opgelegd, tot aan het tijdstip
van invoering in het bezette Nederlandsche
gebied van éénvormige identiteitskaarten,
het hem van overheidswege uitgereikte
identiteitsbewijs, voorzien van foto, te al
len tijde bij zich te hebben, terwijl het in
strijd handelen met dit voorschrift straf
baar blijft.
De bijzetting van den vroegeren keizer Wilhelm II. van Duitschland te Doorn. De stoet op het
landgoed onderweg naar de kapel. Vooraan de krans van den Führer, daarachter de auto met het
stoffelijk overschot (P. K. Fritz Schimmelpenningh)
De lotenverkoopers van Winterhulp zijn overal op hun post en
zelfs op den landbouwdag te Hoogeveen ontbraken ze niet
(Pax-Holland)
De secretaris-generaal van het departe
ment van Landbouw en Visseherij maakt
bekend, dat de volgende bonnen van de
boter en vetkaart zijn aangewezen voor het
kcopen van daarbij vermelde rantsoen.
Bon „19" en „20" van de boterkaart: 12
Juni t.m. 29 Juni a.s., 250 gram boter per
bon.
Bon „19" en „20" van de vetkaart: 12
Juni t.m. 29 Juni aA, 250 gram boter per
bon met 15 cent reductie per 250 gram.