DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Belangrijke tentoonstelling Ambtelijke bekendmaking -Momentje DONDERDAG 5 JUNI 1941 32ste Jaargang No. 9965 $e£ekl4eh£(2oii/fca/nt Telefoon: Redactie 20015. Administratie 20935. Giro 103003. Postbus 11. Bureaux Papengracht 32. Hoofdredacteur: Th. Wilmer, Leiden. V Open oog voor de werkelijkheid. In het maandblad „Aristo" stelt de eerw. heer Wouter Lutkie de vraag, of na het bekende „Journalistenbesluit", waarbij de journalist werd gepromoveerd tot „open baar functionaris" de staatsoverheid niet alle verantwoordelijkheid van den journa list heeft overgenomen? Er zijn dingen, die de journalist in zijn blad moet vermelden of opnemen, en er zijn zaken, waarvan hem de vermelding of op name verboden is. Is hejn dan niet alle ver antwoordelijkheid ontnomen, vraagt Wouter Lutkie. En hij antwoordt: „Neen, want er blijft hem noodwendi- gerwijze een ruime, soms zeer ruime speling tusschen het strict gebodene en het strict verbodene. Indien de ambtenaar bij de uitoefening van zijn taak slechts speling heeft in het h o e, de jpurnalist ook in het wat. Er blijft in het wat en hoe, zoowel positief als negatief, een heeleboel aan de eigen prudentie van den journalist overge laten. En daar, op dat terrein, straks onge twijfeld wijder van strekking dan nu, blijft hij zijn eigen verantwoordelijkheid dragen". Wij willen hierbij opmerken, dat ook onder de gewijzigde omstandigheden vele bladen hun onderscheiden, hun eigen ka rakter hebben behouden. De katholieke pers b.v. heeft, als zoo danig, een eigen karakter. Ook en evenzeer in dezen tijd. Ook en ondanks de papier- distributie, die op de plaatsing van copie remmend werkt. Alleen oppervlakkige lezers komen tot de conclusie, dat alle kranten nu in-eens eender zijn! Verscheidenheid in de pers pok posi tief gewild door de leidende instanties bestaat er ongetwijfeld ook nu. Speciaal verscheidenheid - naar geloofsovertuiging, naar diepste levensbeginsel. Een v e r sohei- denheid, die echter en dit kan een groot voordeel Zijn geen g e scheidenheid mag beteekenen. Nu en ook in de toekomst niet meer! In dezen tijd treedt veel goeds in ons volk naar voren. Een groot deel van ons volk en dat is een verheugend verschijnsel begrijpt de eischen, die in een tijd als deze aan de pers worden gesteld, 't Zijn slechts betrekkelijk weinigen, die zich dat inzicht niet hebben weten te verwerven. De band tusschen de lezers en hun blad is in dezen tyd gelukkig niet verbroken! Men moet zich ook op het terrein van de pers indenken in de feitelijkheid, dat Ne derland is bezet gebied en dat Nederland in den oorlog is betrokken; en dat dit nu eenmaal onvermijdelijke consequenties met zich brengt. Wij hebben hierop meermalen gewezen, omdat het onder verschillend opzicht ge- wenscht en noodzakelijk is, deze werkelijk- heid te begrijpen, met deze werkelijkheid rekening te houden, deze realiteit klaar voor den geest te hebben. Dan zal men niet onverstandig handelen en niet onrechtvaar dig oordeelen. DISTRIBUTIE VAN VLEESCH EN VLEESCHWAREN. Onderscheid tusschen de met „een rantsoen vleesch" of „een rantsoen vleesch- waren" gemerkte bonnen en de desbetreffende bonnen van de vleeschkaart» De secrétaris-generaal van het departe ment van landbouw en visscherij vestigt er nogmaals met nadruk de aandacht op, dat de met „een rantsoen vleesch" gemerkte bonnen, welke onbeperkt geldig zijn, recht geven op het koop van een heel rantsoen vleesch (honderd gram, been inbegrepen) of een heel ransoen vleeschjvaren, dus op een hoeveelheid, welke tweemaal zoo groot is als kan worden gekocht tegen afgifte van een nummerden bon van de vleesch kaart. Evenzoo geeft met „een ransoen vleeschwaren" gemerkte bon recht op het koopen van een heel rantsoen vleeschwa ren, dus op een hoeveelheid, welke twee maal zoo groot is als kan worden gekócht tegen afgifte van de voor vleeschwaren bestemde genummerde bonnen van de vleeschkaart, die slechts op een half rant soen vleeschwaren recht geven. „Voeding in dezen tijd" Onder groote belangstelling en in tegen woordigheid van vele autoriteiten, heeft de directeur-generaal van de Voedselvoorzie ning, ir. S. L. Louwes, vanochtend te 's Gra- venhage geopend de tentoonstelling „Voe ding in dezen tijd", welke zooals bekend in de toonzaal van het G. G. B. is geor ganiseerd. Tot hen die deze plechtigheid bijwoonden, behoorden om. de landesbauernfahrer graf Grote en de wethouder van 's Gravenhage de heer L. Buurman. DR. VAN DEN BERG OVERLEDEN Gisteren is te Apeldoorn op 71-jarigen leeftijd overleden dr. A. H. van den Berg, rustend geneesheer. Van 1899 tot 1917 was hij arts en ook gemeente-arts te Midwoud e.o. en van 1917 tot 1930 arts te Hoorn. In 1906 promoveerde hij op het proefschrift, getiteld: „De invloed van het wielrijden op de werking van het hart". Dr. van den Berg is bestuurslid van vele organisaties op het gebied van de geneeskunde geweest. Te vens genoot hij groote bekendheid in de kringen van de philatelie en hij bezat één van de volledigste postzegelverzamelingen van Europa. De directeur-generaal van de Voedsel voorziening, ir. Louwes, heeft een wel komstwoord gesproken, waarin hij verklaar de, dat deze tentoonstelling de eerste is van een reeks, die in verscheidene plaat sen van ons land zal worden gehouden en die geheel gewijd is aan de voeding van dezen tijd. De heer Louwes verwelkomde vervol gens de aanwezige autoriteiten. De directeur-generaal huldigde de com missie van voorbereiding voor hetgeen zij in zulk een korten voorbereidingstijd heeft tot stand gebracht. De heer Louwes dankte de directie van het gemeentelijk gasbedrijf en haar uitvoe rend ingenieur, den heer Mulder, voor de bereidwilligheid, waarmede de tentoonstel lingsruimte ter beschikking van het Rijks bureau voor de Voedselvoorziening is ge steld. De directeur-generaal eindigde zijn rede met de Ihoop te uiten, dat het Rijksbureau ook voor de volgende tentoonstellingen, in andere plaatsen, wederom een beroep op aller medewerking zal mogen doen. 4 Openingsrede van den secretaris generaal Hirschfeld De secretaris-generaal van het Departe ment van Landbouw en Visscherij, dr. H. .Hirschfeld, heeft hierna de openingsrede gehouden? Spreker legde er den nadruk op, dat ter tentoonstelling aanschouwelijk wordt voor gesteld, hoe wij, tot behoud van onze volks kracht, door een juiste samenstelling en bereiding van de maaltijden het grootste rendement kunnen verkrijgen zoowel van de bij de distributie ter beschikking ge stelde als van de vrije voedingsmiddelen. Enkele grepen doende uit het vele, dat de tentoonstelling te zien geeft, wees dr. Hirschfeld erop, dat het brood een der voornaamste bestanddeelen onzer voeding is. Ter expositie is groote aandacht besteed aan het feit, dat de volwaardigheid van het brood toeneemt met den graad van intma- ling van het gaan, dat erin is verwerkt! Dit feit is gebleken uit een proefneming, uit gevoerd door het Nederlandsch instituut voor volksvoeding en het centraal instituut voor voedingsonderzoek. Van de resultaten dezer proefneming is bij de vaststelling van den graad van uitmaling gebruik gemaakt. Daarnaast vindt men aangewezen, welke bfoodbelegging men in dezen tijd het best kan kiezen. Hierbij valt o.a. 'terstond de aandacht op het gebruik van tomaat, wa terkers en andere groenten op de boter ham. Bij aardappelen is o.m. verduidelijkt, hoe men het rantsoen het voordeeligste over de dagen van de week kan verdeelen. Voorts wordt het publiek geleerd, dat het gewenscht is, de groenten in rauwen toe stand te consumeeren, vanwege haar groo- tere voedingswaarde en ter voorkoming van volume-vermindering. Ook wordt ter tentoonstelling de mo gelijkheid getoond van vervanging van bepaalde voedingsmiddelen door ande re, zooals b.v. vleesch door visch, gar nalen of mosselen, een probleem, waar aan te zijner tijd nog een afzonderlijke tentoonstelling zal worden gewijd. In het vertrouwen, dat de tentoonstelling door alle lagen van de bevolking zal wor den bezocht, en daardoor zal bijdragen tot een verruiming van de kennis omtrent een doelmatige voeding, wat vooral in dezen bijzonderen tijd heel noodig is, verklaarde dr. Hirschfeld de tentoonstelling voor ge opend. De directeur-generaal van de volksgezondheid aan het woord Dr. C. van den Berg, directeur-generaal van de volksgezondheid, heeft vervolgens een rede gehouden over „voeding en volks gezondheid". Spreker verklaarde o.m., dat in ons land de bestrijding van de gevaren, die uit ondeugdelijke levensmiddelen voort vloeien, sedert langen tijd een onderdeel van de gezondheidszorg uitmaakt. Men heeft zoo vervolgde dr. van den Berg bovendien geleerd, dat de voeding doelmatig moet zijn samengesteld. De mo derne voedingsleer heeft in de laatste decen nia inzicht gekregen in de groote beteeke- nis van de mineralen en de vitamines voor de^gezondheid. Hierdoor is de zorg voor een doelmatige voeding toegevoegd aan de zorg voor de volksgezondheid. Met deze nieuwe taak is de werkzaamheid op het gebied der voeding veel meer dan vroeger in het cen trum van de volksgezondheid komen te staan. Van de wijze, waarop de volksge zondheid haar taak op dit gebied vervult, zal voor een belangrijk deel de verbetering van den gezondheidstoestand van de bevol king afhankelijk zijn. Dr. van den Berg stelde vervolgens in het licht, dat wij vooral in Neder land in de laatste tientallen jaren op het gebied der volksgezpndheid groote successen kunqen boeken. Ons land is daarbij gekomen op een peil, dat door geen enke] land wordt geëvenaard. Op grond van de verordening van den Rijkscommissaris voor het bezette Neder- landsche gebied nr. 20 1941 wordt be paald: 1. Aan de Joden in den zin van par. 4 der verordening van den Rijkscommissaris 189, 1940 wordt verboden: a. het publieke baden in zee-, strand-, zwembaden en overdekte badinrichtingen. b. Het betreden van publieke plantsoenen en lokalen, evenals het huren van kamers in publieke logeergelegenheden (hotels, pensions, logementen) in zee- en strandbad plaatsen en andere dergelijke plaatsen. c. Het bezoek aan paarderennen als toe schouwer: Handelingen in strijd met deze maatregel zijn overtredingen en worden met hechtenis van .maximaal zes maanden en boete tot 1000 gulden of met een van beide bestraft, voor zoover niet volgens andere bepalin gen een hoogere straf is bepaald. Öeze regeling treedt heden in werking. Wij hebben dit goede peil veroverd uit sluitend door een krachtigen, goed georga- niseerden strijd tegen de ziekten, zeer in het bijzonder tegen de infectieziekten. Wil len wij in de toekomst de gezondheidstoe stand onzer bevolking nog belangirjk ver beteren, dan zullen wij het accent moeten verleggen ook naar die ziekten, waarbij de voeding een belangrijke rol speelt. Dr. van den Berg verklaarde tenslotte, dat het hem een voorrecht was, bij deze tentoonstelling, die uitgaat'van het kamp van het mogelijke, te mogen getuigen van uit het kamp van het wenschelijke, hoe op dit gebied, door een harmonische samenwer king, steeds getracht wordt, het wensche lijke en het mogelijke althans zoo goed mogelijk in harmonie te brengen. Mej. Mesdag spreekt Mej. E. Mesdag, directrice van de huis houdschool, die zich met de technische ver zorging der tentoonstelling heeft belast, heeft nog over karakter en strekking der expositie het woord gevoerd. Aan het publiek wordt o.m. de groote waarde van bruin brood en roggebrood on der het oog gebracht. Met betrekking tot de aardappelen worden de bezoekers vooral op de voordeelen van het koken in de schil attent gemaakt. Voorts wordt de nadruk gelegd op de groote wenschelijkheid van een veelvuldig gebruik van groenten en van een doelmatige toebereiding ervan door de huisvrouwen. Voorts merkte mej. Mesdag o.a. op, dat persoonlijke voorlichting door leëraressen in koken en voedingsleer het beste middel is-gebleken om het publiek bekend te ma ken met een verstandige keuze en een doel matige bereiding van de spijzen, zoodat dan ook geregeld leeraressen ter expositie aanwezig zijn, om het tentoongestelde te verduidelijken, aan de huisvrouwen raad te geven en haar vragen te beantwoorden. Het belang van de zeven gedekte tafels, waarop voedzame, doelmatig bereide en smakelijke maaltijden, die voor een gezin op de 7 dagen van de week van thans ver krijgbare grondstoffen kunnen worden be reid, heeft mej. Mesdag verder in het licht gesteld, de desbetreffende demonstraties, welke geregeld zullen worden gehouden, in de belangstelling van het publiek aanbe velende. Mej. Mesdag eindigde haar toespraak met de hoop te uiten, dat <jeze tentoonstel ling en de kleine? reizende exposities van de commissie inzake huishoudelijke voor lichting, die in tal van plaatsen reeds dui zenden bezoekers hebben getrokken, in rui me mate ten goede zullen Jcomen aan de ge woonten van ons volk op het gebied van de voeding en de spijsbereiding. DE BRANDSTOFFENVOORZTENING VOOR DE A.S. WINTEJL Op een verzoek van het R.K. Werklieden verbond, in Nederland, om zooveel mogelijk te 'bevorderen, dat reeds in de zomermaan den brandstoffen voor de komende winter zouden kunnen word'en opgedaan, me de om daardoor aan de moeilijkheden van transport e.d.g. in de winter te ontkomen, heeft de Secretaris-Generaal van het Département van Handel, Nijverheid en Scheepvaart als volgt geantwoord: „Het ligt inderdaad in het voornemen reeds binnenkort met dé distributie van vaste brandstoffen voor het as. winter seizoen een aan\&ng te maken. Te dien einde worden dan ook thans reeds maatregelen getroffen om tot een spoe dige uitreiking van de nieuwe brand- stoffenkaarten te kunnen overgaan. Tenzij deze plannen door een ongun stig verloop van de kolenpositie niet tot uitvoering zouden kunnen komen, mag er derhalve op worden gerekend, dat het publiek bij de aanvang van het nieuwe stookseizoen over een beperkte wintervoorraad de beschikking zal hebben". WINTERHULP. Provinciale Directeuren. De directeur-generaal der stichting Win terhulp Nederland heeft aan den heer A. P. H. Boellaard in verband met een ver andering van werkking op zijn daartoe ge daan verzoek eervol ontslag verleend als provinciaal directeur voor Zuid-Holland, onder dankbetuiging voor de belangrijke dieristen bij den opbouw der organisatie bewezen. De heer Boellaard zal zitting nemen in het provinciale eere-comité der stichting. Met ingang van 1 Juni is in zijn plaats benoemd tot provinciaal directeur voor Zuid-Holland drs. W. F. van Leeuwen, thans werkzaam in dezelfde functie te Utrecht. Met ingang van denzelfden da tum is de heer B. J. E. de Blank, wo nende te Utrecht, met de leiding van het provinciale kantoor belast. Nog steeds blijkt dat bij het publiek geen voldoende bekendheid bestaat met de be palingen der zegelwet ten aanzien van nota's, facturen, e.d., voorzien van de aan duiding „rembours", welke worden afge geven bij de aflevering van goederen on der gelijktijdige betaling van den daar voor verschuldigden prijs. Veelal toch blijkt nog de meening, te heerschen dat dergelijke stukken steeds als vrij van kwi tantiezegel mogen worden beschouwd. De zienswijze berust echter op een misver stand. In beginsel is namelijk op deze stukken wel degelijk kwitantiezegel verschuldigd, aangezien moet worden aangenomen, dat de afnemer van de goederen aan het woord „rembours" het bewijs kan ontlee- nen dat de op de facturen vermelde geld schuld bij de aflevering der goederen is voldaan. Slechts in één geval zijn facturén, als hiervoor zijn bedoeld, vrij van zegel, en wel indien als vaststaande kan worden aangenomen dat de aanduiding .Jem- bours" uitsluitend de beteekenis heeft van een opdracht door den leverancier aan den vervoerder, die deze goederen slechts zal mogen afleveren tegen gelijktijdige beta ling. Een zoodanig geval nu oordeelt de zegel wet slechts dan aanwezig, indien ten volle is voldaan aan bepaalde, in de wet nauw keurig omschreven eischen, te weten: a. De afzender moet de bedoelde op dracht op het stuk stellen en mag daarvoor geen andere aanduiding bezigen dan „rem boursof „de goederen mogen slechts tegen betaling van worden afgele verd" (zonder handteekening of paraaf). b. Die opdracht moet voorkomen boven aan het stuk. c. Zij moet leesbaar zijn voor den ver voerder (dus geen bijvoeging van het stuk in gesloten enveloppe). Er zijn gevallen waarin onder den „ver- voeder" door de belastingadministratie ook verstaan wordt de besteldienst van een handelaar, die door eigen personeel laat vervoeren. Van dergelijke gevallen is spra ke als er bij dien handelaar feitelijk een afzonderlijke af deeling of organisatie is, die in zooverre werkt als of er sprake was van een zelfstandigen vervoerder. Slechts in dergelijke gevallen toch is het rationeel, in de aanduiding „rembours" te zien een opdracht door den verkooper aan denge- ne, die met het vervoer belast is. Ontbreekt een dergelijke afzonderlijke besteldienst (en dit zal bij verreweg de meeste handels zaken het geval zijn) dan zal. indien de aflevering der goederen door eigen perso neel plaats vindt, moeten worden aange nomen, dat de voormelde aanduiding niet de door de wet vereischte bovenvermelde beteekenis heeft en het stuk dus zegel- plichtig maakt. Belanghebbenden zullen er, indien zij meenen, dat zij in een geval als hiervoor bedoeld verkeeren, goed aan doen zich tij dig zekerheid in deze te verschaffen bij de inspecteurs en ontvangers der registratie of van het zegel. Laat men zulks na, dan bestaat immers de kans op het moeten be talen van een belangrijke boete wegens overtreding van de zegelwet en daaraan zal men dan in fyet algemeen niet meer kunnen ontkomen door een beroep op on bekendheid met de wettelijke voorschrif ten. SOCIAAL RECHTVAARDIGE PACHT- BESLISSING. De polder Schermer verpachtte ieder jaar de grasbermen langs de wegen. In de jaren 1939 en 1940 had deze o.m. grasber men verpacht aan een arbeider met drie stuks rundvee. Aan het eind van het vorige jaar verhuurde de polder de bermen even wel aan een boer, zoodat de landarbeider gedupeerd werd en zich gedwongen zag, zijn dieren op te ruimen. Hij wendde zich tot de Pachtkamer van het kantongerecht te Alkmaar en vroeg deze te beslissen, dat de pachtverbintenis tusschen hem en den polder nog voortbe- staat. Dat verzoek werd op 4 Maart jl. af gewezen. In hooger beroep eohter heeft de Cen trale Pachtkamer van het hof te Arnhem verléden week beslist, dat de overeenkomst tusschen den verzoeker en den polder nog vóórtbestaat. BEPERKING VERVOER VAN LEVENS MIDDELEN NAAR ÉN IN HET ZUIDELIJK GRENSGEBIED. De verzenders van levensmiddelen niet alleen in. maar 3ok naar de reeds in het bericht van 3 Juni genoemde gemeenten dienen er aan te denken, dat zij van 10 Juni af onder overlegging van een vooraf door den ontbieder aan te vra.gen vergun ning tot inslag een geleidebiljet (binnen- landsch paspoort) voor dit vervoer moeten vragen bij den ontvanger of subontvanger der invoerrechten of accijnzen over de plaats van afzending. Zij doen het beste omtrent het aanvragen van die documenten en de hiervoor te snellen zekerheid tijdig bij dien ambtenaar inlichtingen in te' win nen. Tot een gewicht van 1 Kg. konden tot dusver alleen naar en van Duitschland, het protectoraat Bohemen en Moravie en El- sass Lotharingen worden verzonden. Dit wondt thans uitgebreid tot alle landen, waarmede postverkeer mogelijk is, voor zoover deze althans pakjes toelaten. Aan- geteekende verzending kan plaats vinden, en eveneens, in de landen waar dit is toe gelaten, expresse-bestelling. Men wende zich, alvorens tot verzending over te gaan om inlichting tot de postkantoren. VREUGDE EN ARBEID Men moet zich over vreemde dingen niet al te zeer verbazen. Dat schaadt de gemoedsrust, die wij juist in deze roerige dagen zoo hard noodig hebben. Men zou soms denken, dat ook de ge moedsrust is gedistribueerd, gezien het feit, dat zoovelen er mee moeten woe keren om er behoorlijk mee rond te komen. Wat mij betreft, ik verbaas mij niet zoozeer over oorlogs- en verwante aan gelegenheden als wel over de kleinere dingen. Dat is veel prettiger, die doen je vele rampen een oogenblik ver geten. Zoo valt mijn aandacht op een ad vertentie in een der bladen, waarin een regenmantelfabriek een ervaren bandleider vraagt. Dat vind ik mooi. Dat is een prachtig voorbeeld van ge meenschapszin en volkschen geest te genover de werksters en werkers in dit bedrijf. Ik stel het mij reeds voor. De scharen knippen, de naaimachines ra telen en de bandleider stelt zich aan het hoofd van zijn orchest om den geest van deze werkers met muziek te verkwikken. Wat een vreugde moet het zijn te mogen werken in zulke om standigheden, in zulk een sfeer, In zulk een stemming. Maar in de advertentie wordt tevens gevraagd een prima coupeur en een atelier-directrice. Zou die ervaren bandleider dan toch iets met regen jassen te maken hebben? Dan heb ik mij toch deerlijk ver gist Op grond van de verordening 145/40 hebben zich ruim 120.000 organisaties bij den commissaris voor niet-commercieele vereenigingen en stichtingen aangemeld. Nochtans is uit een daartoe door den commissaris voornoemd ingesteld onder zoek gebleken, dat er nog vereenigingen, bonden, organisaties en stichtingen zijn, die verzuimd hebben zich als zoodanig op te geven bij den bevoegden procureur-gene raal. De commissaris stelt deze nalatige bestu ren of personen, die met de dagelijksche leiding van niet-commercieele organisaties belast zijn, alsnog in de gelegenheid zich onverwijld te melden. De strafbepalingen zijn dan niet van toepassing.^ Deze termijn van aanmelding wordt ge sloten op 15 Juni a.s., na dien datum wordt .artikel 6 der verordening 145/40 van kracht, aat luidt: „Personen, die de opgave niet ^ijdig doen, of die bij de opgave onware of onvoldoende gegevens verstrekken, worden gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaar en met een geldboete van ten hoogste twee duizend gulden, of met een dezer straffen". Vejfler deelt de commissaris mede, dat vereenigingen en stichtingen, die hun ver- eenigings- of. stichtingsorgaan niet regel matig of in het geheel niet aan hem toe zenden, gelegenheid krijgen, dit verzuim in te halen. Ten aanzien van deze onacht zaamheid laat de commissaris den zelfden termijn gelden als voor het verzuim van aanmelding, zoodat met ingang van 16 Juni a.s. zal worden onderzocht, welke vereeni gingen of stichtingen in strijd met de be palingen van verordening 145/40 handelen en deswege strafrechtelijk zulleif- worden vervolgd. COMMISSARIAAT VAN POLITIE. Bij besluit van den secretaris-generaal van het departement van justitie is aan E. H. Temkinck eervol ontslag verleend als commissaris van politie te Haarlem. Is aan C. Roscher eervol ontslag ver leend als commissaris van politie te Zaan dam. Is aan J. J. Tonckens eervol ontslag ver leend als hoofdcommissaris van politie te Groningen. De beide wethouders der gemeente Maas sluis, de heeren H. van Rossen Mz. en P. J. de Pagter, hebben den regeeringscommis- saris bericht, dat zij ontslag nemen als wet houder. „N. D. Crt." Katholiek Comité van actie „Voor God" Almachtige, eeuwige God, Gij leidt terzelfder tijd de dingen van den hemel en van de aarde; verhoor op milde wijze het smeeken van Uw volk en schenk Uw vrede in onze dagen. (2e Zondag na Driekoningen)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1941 | | pagina 1