MAANDAG 12 MEI 1941
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD PAG. 5
Duitsche Dienstpost
bijeen
Te 's-Gravenhage vergaderde gisteren in
den Dierentuin de Duitsche Dienstpost in
Nederland. De vergadering had een bijzon
der chachet. Ter eere van de verleening
van den titel „Nationaal-socialistisch Mo-
delbedrijf', verbonden met het overhandi
gen van het go-uden eerevaandel, was de
Duitsche Rijkspostminister dr. Ohnesorge
overgekomen. Voorts waren ter vergade
ring aanwezig de Rijkscommissaris Rijksmi
nister Seyss-Inquart, de leider van de sectie
voor energie, verkeer en bestuur van het
Duitsche Arbeidsfront, Reichtsamtleiter
Koerner, verder de leider van het Arbeits-
bereich der N.S.DA.P., Oberdienstleiter
Schmidt, de commissaris-generaal minister
dr. H. Fischboeck, de vertegenwoordiger
van den bevelhebbeer der weermacht in
Nederland, generaal-majoor Schwabedissen,
de generaal der politie Schumann en tal
van andere autoriteiten.
Rijksminister dr. Ohesorge dankte voor
het hem bereide welkom en hield vervol
gens een warm toegejichte rede, waarin hij
de positie van Duitschland en de idealen
van den Führer voor den opbouw van een
nieuw Europa schetste.
Herinnerend aan de lessen der oude ge
schiedenis, aan den wereldoorlog van 1914-
1918 en het dictaat van Versailles, ging de
Rijksminister na, hoe de dingen zich nadien
ontwikkeld hadden, hoe Engeland van het
continent thans verdreven was en hoe de
nieuwe ordening in vollen gang is.
Deze groote wereldgebeurtenissen van
wereldhistorische beteekenis hebben inmid
dels ook de taak in het binnenland tot de
grootste energie geprikkeld. Het groote
werk van den Führer mag niet geschaad of
gehinderd worden door gebreken in de or
ganisatie der rijksdiensten. Ook de post
heeft daarbij haar groote taak. De post ver
vult haar taak in dienst van het rijk en de
partij in den geest van uitnemende kame
raadschap. Ze vormt een vast blok van
650.000 man, dat sterk aaneengesloten zijn
nationaal-socialistische roeping in dezen
tijd met toewijding vervuld. Vervolgens
schetste de Rijksminister welk een evolutie
er ook in het postwezen was, toen de een
heid van het Groot-Duitsche rijk ook van
de separate postdiensten der verschillende
Duitsche landen de schepping van een
Groot-Duitsche eenheid vroeg. En hoe deze
nog dagelijks groeide door de eischen der
invoeging van de herwonnen gebieden,
waar bij de eenheidseischen tegelijk het
eigenaardige type van elk land bewaard
moest worden.
De toekomst brengt voortsonoverzienbaar
groote problemen. Een Europeesch postver
keer moet op nieuwen grondslag worden
voorbereid om zijn juiste plaats in het we
reldverkeer te bepalen. De Duitsche Dienst
post in Nederland verkreeg tot groote
vreugde van den Rijksminister de onder
scheiding, die tot deze bijeenkomst aanlei
ding gaf. Ze heeft del in deze groote taak
der toekomst en ze vervult deze taak met
eere. Daarom dankt de Rijksminister den
leider der Duitsche Dienstpost in Neder
land, Ministerialrat dr. Linnemeyer, voor
het hier opgebouwde werk en huldigt allen,
die met hem in dit land in dezen arbeid
steunen.
Rijkscommissaris Rijksminister Seyss-
Inquart beantwoordde de rede van Rijks
minister dr. Ohnesorge. De Rijkscommissa
ris dankte den Rijkspostminister voor zijn
klare en levendige uiteenzetting en begroet
te in hem voorts den grooten vakman en
een der eerste medewerkers van den Füh
rer, die een werk tot stand gebracht heeft,
dat in dezen grooten tijd zijn degelijkheid
alreeds rijk bewezen heeft.
Vervolgens sprak de Rijkscommissaris de
vergaderde mannen en vrouwen der Dienst
post in Nederland toe. De Duitsche Dienst
post heeft in het jaar, dat voorbijging,
sinds ze hier haar taak vond, haar apparaat
zoo in de hand weten te krijgen en te hou
den, dat het onder alle omstandigheden be
trouwbaar functionneert en een voor-
beeld is.
Bovendien heeft zij in dit land de natio
naal-socialistische kameraadschap op uitne
mende wijze gebouwd en aan het Neder-
landsche volk getoond. Iedere Duitscher
hier heeft een politieke missie. De Duitsche
Dienstpost vervulde haar politieke missie
op voorbeeldige wijze en daarom wenscht
de Rijkscommissaris haar geluk met de
thans ontvangen onderscheidingen.
Dit land werd voor 10 Mei door een
grootkapitalistischen, liberalen, democrati-
schen geest geleid. De uitbuiting van de ar
beidskracht moest nu vervangen worden
door de gemeenschapsgedachte, ook in den
arbeid. Deze tijd is belangrijker dan de tijd
van 19141918. Het gaat om zijn of niet-
zijn. En dit zijn brengt de groote taak van
den opbouw der werkelijke gemeenschap.
Wij strijden in dezen tijd om een nieuwe
orde. Wij zijn geen imperialisten. Wij zijn
niet uitgegaan om landen te veroveren. Het
doel is de groote, nieuwe sociale orde. Niet
is het doel om anderen te onderwerpen.
De groote sociale gemeenschap moet opge
bouwd worden. Daarom staan wij in het
front. Een jaar geleden trokken de Duit
sche troepen dit land binnen. Wij maken
daarvan geen overwinningsfeest Wij ge
denken alleen de beiderzijds gevallenen.
Maar juist daarom begroet de Rijkscommis
saris de gelegenheid, die deze samenkomst
hem biedt, met bijzondere vreugde. Ze
geeft hem de aanleiding om bij het geden
ken van Mei 1940 aan het Nederlandsche
volk als bijzonder monument juist dit so
ciaal zoo mooi opgebouwde gemeenschaps-
werk te toon en en te zeggen: Ziedaar, wat
wij hier doen. En daartoe overwint de
Führer.
Derde spreker was de leider van de sec
tie van Energie, verkeer en bestuur van
Dr. Goedewaagen over
Journalisten besluit
Zaterdagavond heeft de secretaris-gene
raal van het departement van volksvoor
lichting en kunsten,dr. T. Goedewaagen,
over beide zenders een rede uitgesproken
over het onlangs afgekondigde journalisten-
besluit, waaraan het volgende is ontleend.
De tweede Mei, aldus de secretaris-gene
raal, waarop het journalistenbesluit werd
afgekondigd en in werking is getreden, Is
een belangrijke datum in de geschiedenis
der Nederlandsche pers geworden.
Gebonden was de pers vroeger aan de
kapitalistische macht der uitgevers. Gebon
den was de pers vroeger aan de partijbestu
ren, die den journalist, die in hun dienst
stond, in hooge mate in zijn uitingen be
perkten. Gebonden was de pers aan de
groote en machtige adverteerders, die door
hun orders ook op den inhoud van het blad,
dat zij gebruikten, verstrekkenden invloed
konden uitoefenen en dezen ook hebben
uitgeoefend. Hebt u, luisteraars, ooit een
afbrekende critiek over een film van een
zijn advertenties duur betalend bioscoop
theater gelezen? Men noemde dit de „vrije
pers". (Wij hebben om principieele rede
nen duizenden guldens aan bioscoop-adver
tenties willen derven en heel wat mee-
ningsverschil met bioscoop-exploitanten ge
had. L. Crt.).
Binnen die grenzen was de pers echter
vrij om te schrijven wat zij wilde.
Gebondenheid en vrijheid tegelijk dus:
het een niet zonder het ander.
En nu na den tweeden Mei? Hier geldt
het zelfde. Gebonden is de pers, maar niet
meer aan adverteerder, partij of aandeel
houders, doch aan het welzijn van het
volk. Dit legt. haar begrenzingen op, dit
bindt haar, dit maakt haar tot dienaresse.
Inderdaad: ook nu mag de journalist niet
meer schrijven wat hij wil zonder meer.
De overheid zal hem scherp controleeren
en zal maatregelen tegen hem nemen, als
hij zich verstout de volksgemeenschap in
gevaar te brengen door berichten of arti
kelen, die van een verkeerden geest getui
gen, die volgens de overheid volksgevaar
lijk zijn, zooals bijv. het aanstoken van
haatgevoelens van volksgroepen tegen
elkaar, het krenken van de godsdienstige
gevoelens van anderen, het aantasten van
de eer van volksgenooten, zooals art. 13
van het journalistenbesluit duidelijk for
muleert Gebonden is de pers ook nu, maar
niet het particulier belang geeft hier de
maatstaf aan, noch ook het partijbelang,
doch alleen het belang des volks als ge
heel. Tegelijkertijd is de journalist vrij in
zijn werkzaamheid. Dit is niet alleen zijn
recht, maar ook zijn plicht. De Nederland
sche pers zal in de toekomst, meer dan ooit,
zich er van moeten overtuigen, dat zij een
veelkleurig geheel is, dat niets doodender
is, dan eentonigheid en gelijkschakeling.
Vrijheid van de pers beteekent, dat zij een
veelvormig geheel wordt; dat binnen het
geheel de bijzonderheden naar voren ko
men. Vrijheid beteekent dat er critiek mag
zijn, voor zoover deze opbouwend is en
geen gevaar oplevert voor de volksgemeen
schap. Ook deze vrijheid is dus maar voor
waardelijk, maar de voorwaarden, hier be
doeld, worden niet meer, zooals voorheen,
door particulieren, maar door de instantie
van den staat bepaald. De journalist wordt
geen staatsambtenaar, maar wel een open
baar functionaris, die aan het volksverband
verplicht en in vrijheid gebonden is.
Het is geen wending van vrijheid naar
gebondenheid, maar een van particularisme
en individualisme naar gemeenschapsge
dachte, naar volksche verbondenheid, die
wij in het journalistenbesluit tot stand wil
len brengen.
De pers is een cultureel goed, een geeste
lijk orgaan. Maar juist daarom is haar
macht in de huidige wereld zoo groot en zoo
gevaarlijk. Ik ben er van overtuigd, dat
men een instrument, dat zoo suggestief op
het menschdom inwerkt, niet alleen aan
het particulier initiatief mag overlaten en
dat ook hier een voorwerp van aanhouden
de zorg der regeering ligt, dat om ordening
roept Latere geslachten zullen ongetwij
feld zich met verwondering afvragen, waar
om men het met den chaotischen toestand
der pers in onze eeuw zoo ver heeft laten
komen. De pers is de schuld van de psychi
sche moeilijkheden, 'waarin ons volk thans
het Deutsche Arbeitsfront, Reiehsambtslei-
ter Koerner.
De heer Koerner zette uiteen, hoe de
Rijkspostminister dr. Ohnesorge een pionier
is op het gebied van den socialen opbouw
van dezen tak van dienst.
Hij verheugde zich daarom bijzonder
over de onderscheiding, die aan de Duit
sche Dienstpost, in waardeering van het
Nederlandsche deel van dezen arbeid, ver
leend was geworden. De partij is het poli
tieke instrument van den Führer. Het volk
moet sociaal aan deze politiek den vollen
inhoud geven. En het volk doet dat. Sol
daat en arbeider samen worden door het
geloof, dat bergen verzet, gedragen. De
slagen op de slagvelden worden evenzeer
gewonnen in de arbeidsslagen in de fabrie
ken en bureau's. Aan de wereld moet ge
toond worden, dat de wil van het nationaal-
socialisme een sociale revolutie is, die het
woord „gemeenschap" vooropstelt En bij
dat alles is het de liefde tot den Führer,
die op dezen idealenrijken weg voorpogaat,
de onzichtbare band, die allen verbindt.
Laatste spreker was de commissaris-ge
neraal Oberdienstleiter Fr. Schmidt, die
een hartelijk woord van dank sprak en met
een geestdriftig Sieg Heil op den Führer
eindigde.
Enthousiast werden daarna het Deutsch-
landlied en het Horst Wessellied gezongen.
Hiermee was het officieele gedeelte af-
geloopen. Na de pauze bleef men in „kame
raadschapsavond" bijeen.
verkeert De pers heeft een zware schuld
op zich geladen in de afgeloopen jaren, toen
zij van dag tot dag niet anders deed dan
lasteren en of hitsen tegen alles en allen,
die het waagden te twijfelen aan het alleen
zaligmakend geloof aan de democratie en
het individualisme. De pers heeft het op
haar geweten, dat ons volk verstard zit in
een mentaliteit, die zich niet kan openstel
len voor de nieuwe ontwikkeling in Europa
en in Nederland.
Hieraan komt thans een einde, het jour-
nalistenbeseluit regelt het beroep van den
journalist en de toelating daartoe nauw
keurig. Alleen Nederlanders, die den leef
tijd van 21 jaar hebben bereikt, vakoplei
ding hebben genoten en de eigenschappen
bezitten, welke noodig zijn om de taak van
voorlichting der openbare meening te ver
vullen, kunnen volgens art. 5, eerste lid
journalist zijn. Joden en andere volks
vreemden worden de eer van ons volk voor
te lichten niet waardig gekeurd. Wie in het
beroepsregister wordt ingeschreven, heeft
voortaan de plicht de stof, welke hij be
handelt, waarheidsgetrouw weer te geven.
Hij mag geen betoog uit het verband ruk
ken, geen verslagen publiceeren, door per
soonlijke of groepsbelangen gekleurd. Po
sitief en negatief moet hij de waarheid die
nen. Op overtreding en verwaarloozing van
zijn openbaren plicht stelt het journalisten
besluit bepaalde tuchtmaatregelen en straf
fen.
Zoo wordt de journalist gebonden aan
plichten. Maar daartegenover worden ook
zijn rechten beschermd. Zijn titel wordt
beschermd: niemand mag zich journalist
noemen,.dan wie in het beroepsregister is
ingeschreven. Ook zijn rechten tegenover
den uitgever worden beschermd.
Gebondenheid en vrijheid, plichten en
rechten, zooals vroeger. Maar het nieuwe
in dit alles is het doel en de geest van het
besluit. Dit doel is: de Nederlandsche pers
op een hooger peil te brengen ten bate van
de geheele volksgemeenschap.
N.S.B.-bijeenkomsten
m. A. A. MUSSERT 47 JAAR.
De 47ste verjaardag van den leider der
N.S.B. ir. A. A. Mussert is gisteren in de
politieke hoofdstad der beweging, Utrecht,
gevierd.
Tienduizenden leden der N.S.B. hebben
uitdrukking gegeven aan hun trouw en aan
hankelijkheid aan hun leider.
Om elf uur begaf ir. Mussert zich naar
het hoofdkwartier aan de Maliebaan, waar
hy de gelukwensch en in ontvangst nam
van het personeel van het hoofdkwartier.
De leider dankte in de vergaderzaal van de
af deeling financiën in een korte toespraak
zijn intiemste medewerkers voor de felici
tatie. Hij wees daarbij op het moeilijke,
doch ook mooie jaar, dat thans achter den
rug is. Spr. kan vooralsnog niet anders dan
door woord en geschrift in dienst staan van
het Nederlandsche volk, doch, dat dit alles
ook met de daad getoond zal kunnen wor
den, daaraan twijfelde hij niet.
Na deze ontvangst op het hoofdkwartier
reed ir. Mussert met zijn adjudant, mr. dr.
Kessler, naar Paushuize, de ambtswoning
van den commissaris van de provincie
Utrecht, ir. F. E. Mueller, waar ter gele
genheid van den verjaardag van den leider
der N.S.B. een ontvangst plaats had in de
receptiezaal. Vele tientallen Duitsche en
Nederlandsche genoodigden maakten hier
hun opwachting.
Van de Duitsche gasten noemen wij, den
Commissaris-generaal dr. Schmidt namens
den Rijkscommissaris dr. Seyss Inquart, zijn
adjudant Beuhnet, prof. dr. Nieschulz,
Kreisinspecteur, dr. Joachim, Beauftragter
van den Rijkscommissaris, Brigadefeuhrer
Wiethaus, Oberstaffelfeuhrer Schaumburg,
Staffelfeuhrer Hermann, Buergermeister
Ansorger, Ortsgruppenleiter Brandes en
Eilers, dr. Furthmann, Hauptbannfuehrer
Woerlein, Organisationsleiter Haupt, Pro-
pagandaleiter Kruell, Kreizjugendfeuhrer
Lapprell, Obersturmbannfeuhrer Montell,
standartfeuhrer Junghaus, en de Ortskom-
mandant van Utrecht, majoor Creuzinger
en zijn adjudant
Van de Nederlandsche gasten noemen wjj
de heeren van Geelkerken, plaatsvervan
gend leider, dr. Goedewaagen, secretaris
generaal van het departement van volks
voorlichting en kunsten, ir. Huygen, secre
taris-generaal van het hoofdkwartier, mr.
Zondervan, commandant van de W.A., de
schouten Quispel en Jansen, van den natio-
nalen jeugdstorm, plaatsvervangend voor
man van de Nederlandsche S.S., Wolffram,
de chef van den staf W.A., opperheerbanlei
der van 't Hof, mr. Rost van Tonningen,
president van de Nederlandsche Bank, ir.
Mueller, commissaris van de provincie
Utrecht, ir. van der Vegte, gemachtigde
van den Nederlandschen Omroep, mr. van
Genechten, procureur-generaal te 's-Gra-
venhage en mr. de Rijke, procureur-gene
raal in Arnhem, de hoofdcommissaris van
politie in Utrecht, Schuitemaker, mr. Fruin,
president van de Utrechtsche rechtbank,
Ernst Voorhoeve, propagandeleider, jhr. mr.
van Boenninghausen, burgemeester van
Hilversum, mr. van Vessem, rechtskundig
raadsman der N.S.B., de heer Plekker, bur
gemeester van Haarlem, graaf de Marchant
et d'Ansembourg, commissaris in de provin
cie Limburg, de Blocq van Scheltinga, Wou
denberg, commissaris van het N.V.V., Ros
kam, leider van het Nederlandsch agra
risch front, Oosterbaan, directeur van het
perswezen, mevrouw de Ruitervan Lan-
keren Mattes, landelijk leidster van de
N.S.V.O., prof. Schrieke, leider van het
studentenfront, Vlekke, leider van het on
derwijzersfront en verder alle gemachtig
den van den leider en andere hoogfunctio-
narissen uit de N.S.B.
De druk bezochte receptie was om een
uur beëindigd. Bekend gemaakt werd toen,
dat wegens bijzondere verdiensten 64 man-
"5e hordenkmgspenning, welke uitgereikt
werd aan de Nederlandsche en Duitsche
Nationaal Socialisten, die in de oorogs-
dagen «an Mei 1940 geïnterneerd waren.
De uitreiking geschiedde tijdens de door
de NSB belegde bijeenkomsten te
Amsterdam. Den Haag, Utrecht en
Rotterdam op 9 Mei 194T
(Fotodienst N.S B.)
schappen der WA- zijn bevorderd of be
noemd. Door den leider zelf was heerban
leider van 't Hof bevorderd tot opperheer
banleider. Door den commandant der W.A.
mr. Zondervan waren van opperhopman
tot onderbanleider bevorderd J. M. van der
Bijl, J. J. van der Hout en benoemd van
opperhopman tot onderbanleider dr. Goette.
Omstreeks een uur had, wederom op het
hoofdkwartier een ontvangst plaats, nu van
zestig N.S3.-colporteurs en colportrices en
inners en insters, die minstens vijf jaar dit
werk in dienst der beweging hebben ver
richt. Ook hier voerde de leider het woord-
In een open auto reed ir. Mussert hierna
met mr. Zondervan, mr. dr. Kessler en den
plaatsvervangend leider van Geelkerken,
naar het veemarktterrein aan de Croese-
laan waar niet minder dan zesduizend
WA.-mannen heerbansgewijze stonden op
gesteld. Hier inspecteerde de leider de lan
ge rijen W.A.-mannen. Ook de driehonderd
man Nederlandsche S.S., die in rijen van
twee in de Croeselaan stonden opgesteld
werden door den leider geinspecteerd. De
honderden jongens en meisjes van de
jeugdstorm stonden ter inspectie gereed
voor de jaarbeursgebouwen op de Rijnkade
en ook daar reed de leider, staande in de
auto, langzaam voorbij, om de troepen in
oogenschouw te nemen. Langs den weg
stonden duizenden nationaal-socialisten,
vaak rijen dik, die den leider, wanneer hij
passeerde, een daverend „hou zee" toerie
pen en enthousiast nationaal-socialistische
liederen toezongen.
Inmiddels had zich voor het hoofdkwar
tier aan de Maliebaan een groote menigte
verzameld om getuige te zijn van het défilé
voor den leider.
Via Maliebaan, Maliesingel, Zonstraat,
Mecklenburglaan en Adriaan van Ostade-
laan marcheerden vervolgens de 6000 W.A.-
mannen, de honderden leden van de jeugd
storm en de Nederlandsche S.S. naar het
stadion, waar alles in gereedheid was ge
bracht om omstreeks half vijf den leider te
ontvangen.
Nadat het bijna gehel gevulde stadion
zich met samenzang den tijd wat had be
kort, werd omstreeks kwart voor vijf de
komst van den leider door middel van
hoorngeschal gemeld. Een donderende ju
bel steeg op, toen ir. Mussert en zijn staf
het stadion aan de noordzijde betraden.
Op het spreekgestoelte nam mr. Zonder
van plaats voor de microfoon. Op plechtige
wijze herdacht hij de vermoorde kamera
den Ton, Koot en Pelzer. Bij het afroepen
van de namen van de overledenen ant
woordden de tienduizenden met een „Hier".
Terwijl vervolgens de duizenden aanwezi
gen zich van hun zetels verhieven speelden
de gezamenlijke muziekkorpsen „Ik had
een wapenbroeder". Ten tweede male was
hierop het woord aan commandant Zon
dervan, die den leider de gelukwenschen
der W.A. aanbood en aldus eindigde:
Ik weet, dat u een vijand bent van per
soonlijke huldigingen en geschenken, maar
ik hoop, dat u op dezen dag van ons het
moeizaam bijeengegaarde bedrag van 6000
gulden zult willen aanvaarden, dat wij met
opoffering van de kleine genoegens bijeen-
gespaard hebben en dat u aan dit geld een
bestemming zult willen geven, dat u pas
send vindt. Wij hebben door dit geld, zoo
besloot spr., uitdrukking willen geven aan
onze dankbaarheid jegens u, die ons jaren
lang zljt voorgegaan in moed, in trouw, in
offervaardigheid, in plichtsbetrachting, om
dat gij meer, dan wie ook gedreven werd
door een brandende liefde voor dit volk en
dit vaderland. Houzee.
Vervolgens sprak schout Quispel namens
de jeugdstorm.
Na dezen spreker was het woord aan on-
derstormleider Wolffram namens de Ne
derlandsche S.S.
Tenslotte sprak ir. Mussert. Spr. wees op
de beteekenis van dezen dag, die getuigt
van verbondenheid, van gemeenschappelijk
streven, van geloof, van trouw aan de be
weging en aan den leider der beweging.
Spr. riep vervolgens de dagen van 10 tot
15 Mei 1940 in herinnering en merkte op,
dat een 10 Mei 1940 nooit meer zal terug
komen. Een leven zonder strijd, aldus spr.,
is een leven van een schaap in een goed
beschutte schaapskooi. Zulk een leven is
den man onwaardig, zulk een leven wen-
schen wij niet. Wij zijn dus dankbaar te
midden van den strijd te mogen staan.
Maar bovenal, mijne kameraden, aldus spr.,
gij herdenkt uw volk, dat arme misleide
grenzeloos bedrogen volk, dat zijn zonen
offerde voor een hersenschim, terwijl de
genen, die het daartoe opzetten en tot vol
harding maanden, hun koffers pakten om
er van door te gaan (foei-geroep). Vergeet
nooit, zoo vervolgde ir. Mussert, dat, wat
ook tegenover ons is misdreven, wij onver
brekelijk één zijn met ons volk in goed en
kwaad, in voor- en tegenspoed. Dieper dan
wie dan ook gevoelen wij, nationaal-socia
listen, de terneergeslagenheid van ors volk
met een gevluchte regeering, een ontbon
den en volkomen ondeugdelijk gebleken
weermacht en kapotgeslagen illusies. Wij
hebben oprecht medelijden met die hon
derdduizenden van onze volksgenooten, die
denken, dat het einde dezer dagen gekomen
is, die terneergeslagen, zonder hoop op een
beteren toekomst, hun levensdagen slijten.
Wij mogen ons gelukkig prijzen, juist in
dezen tijd een vaste richting en een onver
woestbaar vertrouwen te hebben. Wij zien
een toekomst van ons volk, en willen ons
met alle kracht, die in ons is, daaraan
dienstbaar maken. Daarom gevoelen wü
ons ondanks alle moeilijkheden gelukkig.
Het geloof aan een nieuw Europa maakt
ons sterk, maakt ons tevens vlijmoedig en
offervaardig. „Alles voor het vaderland" is
niet onze leus, maar ons leven (daverend
houzee-geroep).
In groethouding werd na deze rede op
plechtige wijze gezongen het „Mijn schild
ende betrouwen"" als slot van de en
thousiaste bijeenkomst.
HERDENKINGSBIJEENKOMSTEN
VAN DE N.S.B.
De N.S.B. heeft, zooals bekend. Vrijdag
avond in de vier grootste steden van ons
land bijeenkomsten gehouden tot herden
king van de interneering van leden der N.
S.B. en Rijks-Duitschers van 10 tot 15 Mei
van het vorig jaar. Te Amsterdam hield de
heer Van Geelkerken de herdenkingsrede,
te Rotterdam mr. Rost van Tonningen, in
Den Haag mr. dr. Van Genechten, te
Utrecht ir. Huigen.
De leider der N.S.B., ir. Mussert, sprak
in den vooravond te Rotterdam, waarna hij
zich naar Den Haag begaf, om daar na den
heer Van Genechten het woord te voeren.
Wij willen hier alsnog een verslag geven
van het door den leider gesprokene.
Mussert zeide, het einde te zullen herden
ken van den terreur tegen het nationaal-so-
cialisme. Precies een jaar geleden was spr.
met enkelen zijner naaste medewerkers bij
een, om te beraadslagen wat te doen, als
straks de beweging verboden zou zijn. Fcn
paar uur later was het oorlog en de hier
wonende Duitschers zullen zich verbaasd
hebben over wat er toen geschiedde. Dat
toen vrouwen en kinderen werden opge
pakt, daarvoor schamen wjj ons, aldus spr.
Zich wendende tot de Duitsche aanwezi
gen, r.( ide spr., dat het Nederlandsche volk
oneindig veel béter is, dan het scheen in
de dagen van 10 tot 15 Mei.
Wij missen, aldus ir. Mussert, hen, die in
den harden strijd vielen. De geïnterneerden
hebben het moeilijk gehad, maar zij zijn er
blij om, dat zij het hebben meegemaakt. Als
Hitier niet zoo spoedig gekomen was, zou
de schandvlek nog grooter zijn geweest.
Wij zijn hier vrij, aldus spr., doch de
kameraden in Indië vertoeven in concen
tratie-kampen. Daarom zijn wij met onze
gedachten bij hen. Zij worden door de Ne
derlanders behandeld als vee, maar, aldus
spr., de inlandsche bewakers zijn correct.
In broederschap met de Duitschers dragen
zij hun lot, zooals het ook hier was. Zij zijn
nu reeds een jaar lang opgesloten en als wij
dan zien, dat degenen, die daarvoor ver
antwoordelijk zijn, hier rustig in de Sche-
veningsche boschjes wandelen, kunnen wij
dat niet heelemaal verkroppen. Maar eens
komt de dag, dat onze kameraden verlost
zullen worden, en, als de boot uit Indië dan
binnen zal komen, zullen wij hun een ont
vangst bereiden, zooals deze aan niemand
in Nederland bereid is geworden.
Sprekend over de Nederlandsche natio-
naal-socialisten, zeide ir. Mussert, dat zij
goede Nederlanders en goede buren van
Duitschland zijn en samen met de Duit
schers willen werken aan den opbouw van
het Germaansche Europa. Met de N.S.B.
gaat het goed. In de maand April zijn er
7500 nieuwe leden bijgekomen. Spr. heeft
het vaste vertrouwen, dat tenslotte het ge
heele Nederlandsche volk in het natioriaal-
socialisme zél worden opgenomen. Maar
voor het zoover is, zal er nog veel strijd
gestreden moeten worden.
Spr. dankte allen, die in de dagen van
beproeving vertrouwen in hem hebben ge
had.
Sprekend over Hitier,vzeide hij, dat deze
hem bij zijn bezoek in Berlijn had gezegd:
„Ik wensch u, Nederlanders, niets te
ontnemen". Spr. wist, dat Hitier zich voor
alles verantwoordelijk voelt voor alle Ger
maansche volken, dus ook voor het Neder
landsche, De Führer aller Germanen, Hit-
Ier, zal er in slagen- zijn roeping te ver
vullen.
PERSONEEL LUCHTBESCHERMINGS
DIENST
Mag overdag geen werkzaamheden in
loondienst verrichten.
De secretaris-generaal van het departe
ment van Binnenlandsche Zaken, heeft aan
de burgemeesters geschreven, dat perso
nen, die ingedeeld zijn bij de vaste kern van
den luchtbescherrr ingsdienst en des nachts
10 uren dienst doen, niet overdag bij par
ticulieren werkzaamheden mogen verrich
ten in loondienst.