VexantivaatdeiijJle
taak
Nieuwe bonnen
Momentje
VRIJDAG 9 MEI 1941
32ste Jaargang No. 9944
Ste Gcid&elveSoti/fca/nt
Telefoon: Redactie 20015. Administratie 20935. Buieani Papengracht 32.
Giro 103003. Postbus 11. DAGBLAD VOOR LEIDEN EN O M STREKEN Hoofdredacteur: Th. Wilmer, Leiden.
Oe cultureele vorming
van de jengd
Verschenen is het verslag van het Rijks
college voor de Lichamelijke Opvoeding
over 1940.
In dit verslag heeft ons getroffen een
waarschuwing aan het eind er van.
Het verslag eindigt n.L met een
waarschuwing tegen de richting, waar-
In de belangstelling voor de lichame
lijke opvoeding zich kan ontwikkelen,
en die voert tot een matelooze over
schatting van de lichamelijke paraat
heid. Het college, dat steeds de licha
melijke opvoeding als een opvoeding
van den geest door middel van het
lichaam heeft beschouwd, als een mid
del tot vorming van de persoonlijkheid,
zou het diep betreuren, indien door de
tijdsomstandigheden deze grondge
dachten werden losgelaten. De licha
melijke vorming van den mensch moet
een integreerend deel van de totale
vorming blijven. Geestelijke waarden
mogen niet opgeofferd worden aan
physieke kracht
Een volk, dat aan zijn toekomst
bouwt, behoort hecht en zeker te bou
wen en het gaat thans in de eerste
plaats om de geestelijke toekomst van
het Nederlandsche volk.
Dat is een standpunt waarop ook wij
staan.
Eenerzijds lichamelijke opvoeding mag
niet worden onderschat. Onder ons is
dat wel 'ns geschied! Onder ons en
daarmede bedoelen gij zéker niet alleen
katholieke kringen, maar een zeer groot
deel van het Nederlandsche volk.
Anderzijds lichamelijke opvoeding mag
niet worden overschat. En het gevaar daar
over dreigt. Het hier bedoelde kwaad is e r-
g e r, véél erger dan het eerste!
„De lichamelijke vorming van den mensch
moet een integreerend deel van de totale
vorming blijven."
Daarom is het ook van zulk een groot
belang wie de leermeesters zijn in de licha
melijke opvoeding. Een gymnastiekleeraar
b.v., die er niet van doordrongen is, dat
ook de gymnastiek ten slotte beoogt den
mensch geestelijk en zedelijk be
ter te maken, kan een zeer noodlottigen in
vloed hebben op de vorming van de jeugd.
Zij, die verantwoordelijkheid voor die vor
ming dragen, mogen goed toezien!
„Geestelijke waarden mogen niet opge
offerd worden ean physieke kracht".
Dat zou een mooi opschrift zijn in alle
zalen, waar lichamelijke opvoeding wordt
gegeven.
De direct-geestelijke waarden moeten bij
de opvoeding het hoogst worden gewaar
deerd. Z vormen de cultuur.
Van deze waarheid is de katholieke
jeugdbeweging doordrongen. Zij heeft
daarvan gisteren te Leiden weer een
schitterend bewijs gegeven door de
op zulk een hoog cultureel peil staande
uitvoering in de Stadsgehoorzaal. Het bo
venstaande is ons een gereede aanleiding,
om dit hier even te constateeren, er aan
toevoegend een betuiging van ware hoog
achting en harte.yke waardeering aan de
leiders onzer katholieke jeugdbeweging
namens héél katholiek Leiden.
DE PRIJS VAN TAPTEMELK.
In het wettelijk oonsumptiemelkge-
bied zijn de prijzen voor taptemelk
vastgesteld op 7 cent per liter by los
sen verkoop en op 9 cent per liter by
verkoop in flesschen.
Ter voorkoming van misverstand vestigt
de gemachtigde voor de pry zen er de aan
dacht op, dat het van zelf spreekt, dat men
buiten het wettelijk consumptiemelkgebied
in geen geval boven deze prijzen uit mag
gaan.
ALGEMEENE KATHOLIEKE
WERKGEVERSVEREENIGING
Secretaris mr. G. A. M. Vogelaar
Het dagelij ksch bestuur der Algemeene
Katholieke Werk ge vers vereen iging heeft
tot secretaris der vereeniging benoemd
mr. G. A. M. Vogelaar te 's-Gravenhage.
Mr. Vogelaar is tevens als secretaris te
werk gesteld bij het secretariaat van het
R.K. Verbond van Werkgevers-vakvereeni-
gingen en de Algemeene Katholieke Werk-
geversvakvereeniging.
Algemeen secretaris van deze vereeni
ging is, zooals men weet, dr. L. G. Korten-
horst.
AAN het Journalistenbesluit hebben
de bladen wy ook een be
trekkelijk ruime plaatsing verleend. Met
reden, want hoewel het besluit onmiddel
lijk slechts een kleine groep van vak-
genooten raakt, indirect gaat het ook den
lezer aan en dus het geheele Nederland
sche volk.
De instelling van de pers tegenover het
Nederlandsche volk en tegenover de over
heid heeft zich gewijzigd en het is goed,
dat de lezer zich daarvan rekenschap geeft.
Onze taak, zooals de Nederlandsche pers
die vroeger opvatte, was op de eerste
plaats het geven van inlichting en voor
lichting; men bood hetgeen de lezer ver
langde, althans geacht werd te verlangen.
Afgezien van bladen, die zich wat al te
„kaufmannisch" hadden ingesteld, voor
wie het uitgeven van een krant niets meer
was dan een winstgevend „zaakje", toonde
de Nederlandsche journalist over het al
gemeen, dat hy met zyn voorlichting het
algemeen welzijn wilde behartigen. Na
tuurlijk beschouwde hy dat algemeen
welzijn vanuit zijn eigen gezichtshoek en
daar deze gezichtshoeken zich vaak diame
traal tegenover elkander bevonden, vorm
de het journalistieke spectrum een ver
warrende veelheid van kleuren.
De vrijheid, welke iedere journalist had,
om te schrijven wat en hoe hy wilde, als
hij maar zorgde buiten de wet te blijven,
accentueerde deze bonte verscheidenheid
in niet geringe mate. Aan den lezer werd
overgelaten, de kleur te kiezen, welke hem
aanstond.
Daarnaast kende men aan de pers,
welke geacht werd de bont geschakeerde
openbare meening weer te geven, de taak
toe van een zekere controle op het regee-
ringsbeleid.
Wy treden thans niet in beoordeeling
van het voor en tegen van dezen toestand
het zij thans voldoende te constateeren,
dat door de gewijzigde opvattingen om
trent de verhouding van overheid tot volk,
de instelling van de pers eveneens een
grondige verandering heeft ondergaan, aan
welke verandering het Journalistenbesluit
thans fundament en sanctie geeft.
ARTIKEL I van het Journalistenbe
sluit zegt, dat „het bij wijze van
hoofdberoep of op grond van een benoe
ming tot hoofdredacteur medewerken aan
de vorming van den redactioneelen inhoud
van in het bezette gebied uitgegeven
nieuwsbladeneen openbare taak
is, welke, voor wat betreft de daaraan ver
bonden beroepsplichten en -rechten, bij dit
besluit van staatswege wordt geregeld".
Een openbare taak wordt den journalist
daarmede op de schouders gelegd, hoewel
hij geen ambtenaar wordt.
Een openbare taak met een grootere
verantwoordelijkheid, dan welke hy tot
BROOD EN GEBAK.
De met „19" genummerde bonnen van de
broodkaart geven recht op het koopen van
brood en gebak. De verbruiksperiode van
deze bonnen loopt van Zondag 11 Mei tot
en met Zaterdag 17 Mei a^. Het koopen op
deze bonnen is geoorloofd van Zaterdag 10
Mei tot en met Woensdag 21 Mei &.S.
De hoeveelheid brood, die op een bon
verkrijgbaar is, bedraagt 100 gram en de
hoeveelheid gebak omvat voor de hierna
genoemde bakkerij producten telkens ten
minste het daarachter geplaatste aantal
grammen:
Beschuit 75 gram.
Biscuits en wafels 90 gram.
Speculaas 140 gram.
Andere koekjes 200 gram.
Koek 160 gram.
Cake 300 gram.
Gevuld klein korstgebak (b.v. amandel-
broodjes) 400 gram.
Gevuld groot korstgebak (b.v. boterlet
ter) 500 gram.
Taart en gebakjes 600 gram.
Voor geheel of ten deele uit meel of
bloem gebakken producten, welke hierbo
ven niet genoemd zijn, geldt, dat een rant
soen een hoeveelheid omvat, waarin 70
gram meel of bloem is verwerkt.
AARDAPPELEN.
De met „01" genummerde bon van de
aardappe'enkaart geeft recht op het koopen
van 1H kg. aardappelen. De verbruikspe
riode van dezen bon loopt van Maandag 12
Mei tot en met Zondag 18 Mei is. en het
nog toe had nj. die tegenover zichzelf,
tegenover zijn blad en tegenover zijn
lezers.
De N.R.C. drukt zich in een hoofd
artikel over dit onderwerp als volgt uit:
„Voortaan is de journalist in de ver
vulling van zyn openbare taak ver
antwoordelijk jegens den staat als den
behartiger van het algemeen belang.
Gedurende de bezetting beteekent dat
tevens, dat de journalist zich voor de
wijze, waarop hy het algemeen be
lang dient, verantwoordelijk dient te
weten jegens den bezetter, die het
staatsgezag waarneemt. Zooals de
secretarissen-generaal hun gezag aan
den bezetter ontleenen, ontleent de
journalist aan hem zijn vryheid. Het
is geen vrijheid ten eigen gebruike
meer, geen vryheid, waarvan men het
g e bruik jegens zichzelf (en zyn even-
tueele opdrachtgevers), eerst het
m i sbruik tegenover de gemeenschap,
in de gedaante der organen van den
staat, heeft te verantwoorden. Afgezien
van zyn verantwoordelijkheid voor het
m i s bruiken van zyn vryheid, is de
journalist voortaan ook tegenover den
staat, als belichaming van de volks
gemeenschap, verantwoordelijk voor
het gebruik, dat hij van zyn vryheid
maakt".
HIERMEDE is in enkele woorden de
positie van den journalist in de
nieuwe ordening duidelijk gemaakt.
In plaats van de vrijheid, welke de pers
zich vroeger kon veroorloven om naar
hartelust de overheid en haar maatregelen
aan critiek te onderwerpen, zich beroepend
op haar taak als spreekbuis van de open
bare meening, en in plaats van de vryheid
om het lezerspubliek datgene voor te zet
ten, wat het graag wilde lezen, is nu de
plicht gekomen om weliswaar naar eer
en geweten de overheid by te staan in
haar taak van vorming der openbare mee
ning in het belang van de volksgemeen
schap.
Het belang van de volksgemeenschap
eischt thans meer dan men er onder een
vorig regiem onder meende te moeten ver
staan en de overheid staat hierbij voor
even nieuwe als delicate opgaven.
Zoo schreef de secretaris-generaal van
volksvoorlichting in het orgaan van de
journalisten „De Nedérlansche Journalist":
„De staat staat hierbij voor een opgave,
waarin hij groeien moet, waarin hij zich
zijn ervaringen nog eigen moet maken en
waarbij een veel grooter voorzichtigheid
en psychologische fijngevoeligheid ge
boden is, dan by de distributie van voe
dingswaren".
Zoo zal de plicht, welke den journalist
thans is opgelegd, ook met groote voor
zichtigheid en tact dienen ten uitvoer te
worden gelegd. Als intermediair tusschen
overheid en publiek heeft hij naar beide
zijden zijn verantwoordelijkheid. Aan bei
de zijden mag begrip van die verantwoor
delijkheid worden verlangd.
Mr. H. G.
koopen op dezen bon is geoorloofd van Za
terdag 10 Mei tot en met Woensdag 21 Mei
aanstaande.
MELK.
De met „16*' genummerde bon van de
melkkaart geeft recht op het koopen van
1 yK liter melk.
De verbruiksperiode van dezen bon loopt
van Maandag 12 Mei tot en met Zondag 18
Mei a.s. Het koopen op dezen bon is geoor
loofd van Zaterdag 10 Mei tot en met Zon
dag 18 Mei a.s.
EIEREN.
De met „86" genummerde bon van de
bonkaart algemeen geeft recht op het koo
pen van één ei.
De verbruiksperiode van den bon loopt
var af Maandag 12 Mei tot en met Zondag
18 Mei a.s. Het koopen op dezen bon is ge
oorloofd van Zaterdag 10 Mei tot en met
Woensdag 21 Mei a.s.
SUIKER.
De met „31 genummerde bon van de
„bonkaart algemeen" die een verbruikspe
riode heeft van Maandag 12 Mei tot en met
Zondag 8 Juni. geeft recht op het koopen
van 1 kg. suiker.
Op den bon mag reeds Zaterdag 10 Mei
worden gekocht.
De aandacht wordt er op gevestigd, dat
de eigenaren van hotels, restaurants e.d. de
door hen op den laatsten dag der kooppe
rioden van hun klanten in ontvangst ge
nomen bonnen nog één weekdag later by
hun leveranciers kunnen inleveren ter ver
krijging van de benoodigde levensmiddelen.
WAARDIGE HERDENKING
Omzendbrief aan de scholen van den
Secretaris-Generaal
De Secretaris-Generaal van Onderwijs,
Wetenschap en Cultuurbescherming heeft
aan gemeentebesturen en schoolbesturen
die scholen van onderscheiden soorten van
onderwijs in stand houden, de volgende
omzendbrief doen gezonden:
In de Meidagen zal de herinnering der
Nederlanders teruggaan naar de gebeur
tenissen van een jaar geleden. Met rouw
zullen wy allen onze dappere soldaten
herdenken, die in 1940 hun leven voor
het vaderland gaven.
Ik beschouw het als vanzelfsprekend,
dat deze rouw niet door demonstraties,
welke de bezettende macht als tegen
haar gericht zou kunnen opvatten,
wordt geschonden.
Wellicht ten overvloede, wensch ik
een ernstig beroep te doen op allen, die
bij 't onderwijs zijn betrokken of daar
voor verantwoordelijkheid dragen, om
vóór den lOden Mei een woord van ver
maning tot de schooljeugd te richten en
haar duidelijk te maken, dat een stille
herdenking van hetgeen is geschied
niet slechts de waardigste, maar tevens
de eenig toelaatbare uiting van onze
Nederlandsche gevoelens is.
VOORZIENING VACATURES
ONDERWIJZEND PERSONEEL
Waar de oproep van gegadigden moet
worden geplaatst
De secretaris-generaal van Opvoeding,
Wetenschap en Cultuurbescherming heeft
bepaald, dat bij voorziening in een vaca
ture in het onderwijzend personeel, be
doeld in de artikelen 1 en 4 van dat be
sluit, van een school voor gewoon, uitge
breid en buitengewoon lager onderwijs en
van een kweekschool voor onderwijzers
en/of onderwijzeressen een oproep zal
worden geplaatst in ten minste één van de
volgende bladen: De Vacature, De School
met de Bijbel, Christelijk Schoolblad
Onze Vacatures, Het Katholieke School
blad.
VERVANGING VAN MOTORBRAND
STOFFEN DOOR ELECTRICITEIT
OF LICHTGAS.
De toenemende schaarschte aan motor
brandstoffen (benzine, petroleum, gasolie)
maakt het noodzakelijk, dat alle mogelijk
heden onder het oog worden gezien, om
voor de voedselvoorziening noodzakelijke
werkzaamheden, waaronder in de eerste
plaats het dorschen op de landbeuwbedrij-
ven, met andere drijfkracht te doen plaats
hebben.
Hierbij is in de eerste plaats gedacht aan
landbouwbedrijven, welke reeds electrische
krachtaansluiting hebben, of waar kracht
leidingen zich iii de onmiddellijke nabijheid
bevinden, zoodat aansluiting met het ver
bruik van zeer weinig materiaal kan plaats
vinden.
Verder bestaat voor bedrijven, die aan
gesloten zijn op het lichtgasnet of gemak
kelijke aansluiting op dit net kunnen ver
krijgen, de mogelijkheid om benzine- of
petroleummotoren, die de dorschmachine
dryven, te laten ombouwen op lichtgas.
Voor dieselmotoren is ombouw onder bij
zondere omstandigheden mogelijk, doch
hierbij zal elk geval op zichzelf moeten
worden bezien.
Eigenaars of beheerders van lard-
bouwbedrijven, die meen en voor beide
of een der beide bovengenoemde geval
len in aanmerking te komen, gelieven
zich onverwijld schriftelijk te wenden
tot het bureau grondstoffen van het
rijksbureau voor de voedselvoorziening
te 's-Gravenhage, Lange Voorhout 10,
onder duidelijke vermelding van bij
zonderheden, zooals motormerk en ca
paciteit. juiste adres van het bedrijf en
het aantal uren, dat de motor voor dor
schen in een seizoen moet draaien.
CONTROLE OP DEN BOTERPRÏJS
Ten einde controle op de naleving van de
ken en tevens aan den consument de moge
lijkheid te geven te onderscheiden of de
winkelier hem den juisten prijs vraagt, is
by wijziging van het crisis-zuivelbesluit
bepaald, dat op de merken en winkels de
prijsklasse moet worden vermeld, terwijl
de verplichting tot het gebruik van deze
merken en winkels overeenkomstig de
daarbij vermelde prijsklasse wordt opge
legd in den vorm eener voorwaarde aan de
karn ver gunningen en de ompakvergunnin-
gen verbonden.
KOFFY.
Nu het met de koffie uit is en het
koffiesurrogaat zyn intrede in onze
koffiepot heeft gedaan, bepeins ik met
een zekere droefheid de groote en be
voorrechte plaats, welke de koffie in ons
nationale leven heeft ingenomen. De
koffie vertegenwoordigde een cultuur,/
niet alleen een bloeiende clutuur van
plantages, maar een cultuur van
vriendschap, van troost en van be
moediging. Zelfs in onze litteratuur
nam de koffie een niet onbelangrijke
plaats in en spreuken en spreekwoor
den, aan de koffie ontleend, zyn er
vele. Maar nu is de koffie op en ko
men wij op de koffie.
Gelukkig zal het slechts tijdelijk
zyn, anders zouden wij deze uitdruk
king moeten veranderen in: op het
surrogaat komen. Maar waar wordt
nu het spreekwoord, dat dit geen klare
koffie is. Hoe zou het zijn, indien Mul-
tatuli in dezen tyd zou hebben ge
leefd en geschreven zyn „Max Have-
laar oftewel de Koffy-veilingen der
Nederlandsche Handelsmaatschappij".
Hy zou waarschijnlijk op de koffy zyn
gekomen of in ieder geval niet zoo
royaal met de koffy hebben omge
sprongen, waarnaar wy nu zitten te
smachten.
Want: indien hy nu zijn beroemde
regels zou hebben geschreven, zou
hij deze zeker aldus hebben aange
vuld: „Stik in de koffy (voor zoover
voorradig) en verdwijn!
En zelfs daar is het nu al te laat
voor....
v
GETORPEDEERD NEDERLANDSCH
SCHIP.
Gisteren werd gemeld, dat de overleven
den van het voor Engeland varende Neder
landsche s.s. Primses Wilhelmina, dat op
den Atlantischen Oceaan was getorpedeerd,
aan boord van een Engelsch schip te Mon
tevideo waren aangekomen.
In Nederlandsche scheepvaartkringen
vroeg men zich af, welk Nederlandsch
schip dat kon zyn, daar een schip van dien
naam onbekend was. Volgens een U. P.-be-
richt uit Montevideo heet dit schip de
„Prins Willem".
Naar het „Vaderland" mededeelt, be
schikt de maatschappij Zeetransport N.V. te
Rotterdam over drie schepen, waarop bo
venstaande telegrammen betrekking kun
nen hebben en wel Prins Willem van Oran
je, Prins Willem n en Prins Willem III.
Deze schepen hebben gewoonlijk een be
manning van 23 personen. De maatschappij
heeft sinds het vorige jaar van deze sche
pen niets gehoord.
NEDERLANDSCH VRACHTSCHIP
„SALEIER" GEZONKEN
NEW YORK, 9 Mei (D.N.B.) Marine-
kringen alhier deelen de torpedeering
mede van het Nederlandsche vrachtschip
„Saleier", (6563 b.r.t.) dat op reis van
Engeland naar New York in het Noordelijk
deel van den Atlantischen Oceaan tot zin
ken is gebracht. 35 leden der bemanning
zouden daarbij zyn omgekomen.
Volgens dezelfde bron is het onder Brit-
sche vlag varende Noorsche vrachtschip
„Borgestad" (3924 b.r.t) of 12 Februari
waarschijnlijk het slachtoffer geworden
van een duikboot.
SCHIEDAM EN DE ANNEXATIE VAN
KETHEL EN SPALAND
Een bevolkingsaanwas van pion. 2000
zielen
De geruchten, die in omloop zijn ge
weest, dat Schiedam betrokken zou zyn in
het groote annexatieplan, dat ten behoeve
van Rotterdam was ontworpen, zijn onjuist
gebleken. Integendeel Schiedam krijgt met
ingang van 1 Juli een belangrijke gebieds
uitbreiding, die gepaard gaat met een aan
zienlijke uitbreiding van de bevolking. Nu
het ontwerpbesluit van den secretaris-ge
neraal van binnenlaridsche zaken versche
nen is, blijkt daaruit, dat ongeveer de helft
van de gemeente Kethel en Spaland b(j de
gemeente Schiedam zal worden getrokken
en dat Schiedam daardoor een bevolkings
aanwas krijgt van ongeveer 2000 zielen.
Kethel en Spaland zal als zelfstandige
gemeente ophouden te bestaan. Haar grond
gebied ten Oosten van de spoorbaan Schie
damDelft komt aan Rotterdam, het gebied
ten Westen van die spoorbaan, waarin ge
legen zijn de kom van de gemeente Ke
thel en het bijdorp, komt aan Schiedam.
ffN. R. Crt"