2Xe capitulatie aan
^oegxaólaaië
Heedepxaat.
Wilt U iets weten?
Beschamend voor
U.S.A.
Hitiers verjaardag
Van alle fronten
Verwoede
gevechten in
Griekenland
Frankrijks koers
ZATERDAG 19 APRIL 1941
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD - PAG. 5
1
DE CANON-GEBEDEN
Pastoor heeft de lente in zijn bol.
Bijten op zware kost. Doo-
denherdenking. Opdracht der
offergaven.
De spreeuwen vielen bijna van het dak,
niet van de kou, maar van de pret. Het was
lente en de spreeuwen floten hun brui
loftslied, waarbij zij zoo hevig met hun
glisterende vlerken applaudisseerden en
heen en weer dansten, dat zij ieder oogen-
blik uit de goot dreigden te tuimelen.
„Met zulk weer kan ik het in huis niet
uithouden" verklaade Pastoor, terwijl
hij de danse des étourneaux, die op
de uiterste richel van het doopkapelletje
werd uitgevoerd, met pleizier gadesloeg.
„Laten we in den tuin gaan wandelen".
U ziet ze daar wandelen in 't midden
de lange, zwarte toog van den herder, met
twee handen als rose gameering op den
rug, links het dribbelende propje van Stu-
pido en rechts de statig-voortschrijdende
heer Nix in een keurige demi-saison.
„De Pinksterbloemen beginnen ook te
bloeien" wees Pastoor aan in de sloot
kant.
„Ja, dat zie ik" waagde Stupido
„maar voor Pinksterblommen zijn we
eigenlijk niet gekommen."
„Het is ook niet mijn bedoeling je om
den tuin te leiden" rechtvaardigde zich
de herder, terwijl hy het voorbarige lila
lichte bloempje in een van de duizend
knoopsgaten van zijn toog stak, „maar ik
resideer wegens het mooie weer vandaag
in 't prieel."
„Als er maar geen spinnekoppen kruipen"
huiverde Stupido.
„Ik kan 't ook niet helpen" zei Pas
toor, toen zij rond het manke bamboe-ta
feltje geschaard waren „maar de stof
van dezen keer is wat eentonig".
,,Daar bijten we wel doorheen" ver
zekerde Stupido.
„Misschien dat de heer Nix nog een
knuppeltje klaar houdt" hoorde Pas
toor hoopvol uit, maar de heer Nix zweeg
in zeven talen en alle toonaarden.
„Nu dan" vatte de herder moed „de
gebeden, die aansluiten op de consecratie
vormen één groot offergebed".
„Een er van hebben we de vorige keer
reeds besproken" bracht Stupido in her
innering.
„Omdat het zoo prachtig trof met Pa"-
schen" deelde Pastoor mede „maar
toch is het beter de drie eerste gebeden te
beschouwen als één gebed, waarin de ver
lossing door Christus wordt herdacht door
de aanbieding der offergaven namelijk
het heilig Brood van het
eeuwig leven en de Kelk
der altijddurende zalig
heid waarin herinnerd wordt aan het
welgevallen, dat God getoond heeft in de
offers van Abel, Abraham en Melchise-
dech, en waarin zegen en genade wordt
afgesmeekt voor degenen, die te commu
nie zullen gaan."
„Een zeer bijzonder gebed" vond de
heer Nix, die zich voorbereid had in het
missaaltje van Stupido.
„Vooral het slot", stemde de herder toe.
„Zal ik het eens voorlezen?"
Wij bidden U ootmoedig, almachtige
God, laat deze offerande door de han
den van Uw heilige engel brengen op
uw hoogverheven altaar voor het aan
schijn van Uwe goddelijke Majesteit:
opdat wij allen, die door de deelne
ming aan dezen offerdisch het aller
heiligst Lichaam en Bloed van Uwen
Zoon nuttigen, met alle hemelsche ze
gen en genade vervuld mogen wor
den. Door denzelfden Christus, onzen
Heer.
„In grootsche visie voert dit gebed"
lichtte Pastoor toe „ons naar het altaar,
dat Joannes opgesteld zag in den hemel.
Daar worden de offergaven neergelegd.
Van-daar-uit worden ze ons teruggereikt
en schenken ons hemelsche zege
ningen.
„Gaan alle geloovigen onder de Mis te
communie" informeerde de heer Nix.
,,Was dat maar waar!" riep Pastoor
uit.
„Soms wordt de communie vóór de Mis
uitgereikt" mengde Stupido zich in het
gesprek.
„Wat, zooals uit het geheele verloop van
de Mis blijkt, feitelijk niet goed te keu
ren is. Over dit punt kunnen we echter
lang en breed praten bij de communie.
Zoover zijn we nog niet. Het offergebed
wordt nu op gewelddadige wijze afgebro
ken
„Daar heb ik niets van gemerkt" zei
Stupido met een verbaasd gezicht.
„Toch wordt de gedachtengang plotse
ling afgekapt door de herdenking van de
dooden. Het overigens prachtige gebed is
een inlasch uit de vierde eeuw:
Gedenk ook, Heer, uw dienaren en
dienaressen die ons zijn voorafge
gaan met het teeken des geloofs en in
de slaap des vredes rusten.
Wil hun en allen, die in Christus
rusten, smeeken wij, de plaats van
verheerlijking, licht en vrede verlee-
nen. Door denzelfden Christus onzen
Heer.
„Herdenkt de priester ook werkelijk
eenige bepaalde dooden? wilde de heer Nix
weten.
„Zeker" antwoordde Pastoor „de
priester vouwt de handen onder zijn kin en
peipst eenige oogenblikken. Dat peinzen
mag, volgens de zeer preciese voorschriften
van de rubrieken, niet te veel tijd in be
slag nemen; op zijn hoogst de duur van een
gewoon gebeden „Onze Vader".
Vanwaar die haast?" verwonderde zich
de heer Nix.
„Dat is geen zaak van haast, maar van
aanvoelen. Het opdragen van de Mis is
geen vrome oefening van godsvrucht door
den priester alléén, doch het offer, dat hij,
namens de geheele gemeenschap opdraagt.
Daarbij moeten zijn persoonlijke gevoelens
op den achtergrond worden gehouden.
„Waarom spreekt de priester de woor
den van het volgende gebed altijd hardop
uit?" vroeg Stupido.
„Om de geloovigen er aan te herinneren,
dat dit gebed speciaal voor hen is bestemd.
De priester klopt éénmaal rouwmoedig op
zijn borst en zegt half-luid: Nobis quo-
que peccatoribus:
Gewaardig U ook ons, Uw zondige
dienaren, die op de overvloed van Uw
barmhartigheid vertrouwen, eenig deel
en gemeenschap te schenken met Uw
Apostelen en martelaren: met Joannes,
Stephanus, enz.
„In de rij heiligen, die wordt herdacht"
pluisde Stupido uit ,,zie ik niet veel
bekenden. Voor de heilige Anastasia heb ik
nooit geen bijzondere vereering gekoes
terd."
„Het zijn, te beginnen met St. Jan de
Dooper, alleen heiligen uit de eerste drie
eeuwen" glimlachte de herder. „Een
bewijs te meer, hoe oud deze gebeden zijn."
„Maar u vergeet het slot" maakte de
heer Nix gretig attent „en dat slot vind
ik juist wel interessant."
„Het was niet met opzet" stelde Pas
toor gerust „daar komt het:
..-.en laat ons, smeeken wij U, in
hun gezelschap toe, niet als belooning
voor onze verdiensten, maar louter
door de gunst van Uw welwillendheid.
Door Christus onzen Heer.
„Had u daarover iets op of aan te mer
ken" ging Pastoor tot den aanval over.
„Ik vind het zoo merkwaardig, dat de
Katholieke Kerk hier haar eigen leer over
de goede werken verwerpt" mediteerde
de heer Nix.
„Zou het niet voor de hand liggen, dat
andersdenkenden omtrent die leer denk
beelden fokken, welke, als niet zoovelen
daardoor misleid waren, werkelijk komiek
zouden zijn?" vroeg de Pastoor.
„Ik kan me inderdaad niet voorstellen,
dat de Kerk zichzelf in de Misgebeden zou
bestrijden" erkende de heer Nix.
„Dus zal ik wel op een dwaalspoor rij
den".
„Misschien is er nog wel eens gelegen
heid uw goede-werken-stokpaardje op het
rechte spoor te laten draven". stelde Pas
toor in 't vooruitzicht. „Maat laat ons nog
even de canon-gebeden doorloopen Met 'n
heel kort zegengebedje wordt de, door de
herdenking van dooden en levenden onder
broken, gedachtengang weer opgevat. De
canon besluit dan met een zeer indrukwek
kende plechtigheid: de zichtbare opdracht
van de offergaven."
„Daar heb ik nooit iets van gemerkt"
zei Stupido.
„Het ontgaat de meeste geloovigen"
antwoordde Pastoor „en toch is èn in
woord èn in daad deze korte plechtigheid
de samenvatting van alle offergebeden en
offerhandelingen; het hoogtepunt er van en
tegelijk het einde."
„Ik ben niet gauw nieuwsgierig" loof
de Stupido, zonder eenige bijval, zichzelf
„maar nü ben ik toch nieuwsgierig."
„De priester neemt de H. Hostie, maakt
daarmee drie kruisen boven en twee krui
sen vóór de kelk. Vervolgens heft hij in de
rechterhand de H. Hostie, in de linker de
kelk, beide een weinig omhoog, terwijl hy
bidt:
Door Hem
en met Hem
en in Hem
zij aan U, God almachtigen Vader
in de eenheid met den H. Geest
alle eer en glorie,
„Waarom gebeurt deze plechtigheid zoo
verscholen, dat bijna niemand haar goed
kan zien" gispte Stupido.
„Omdat de priester tegenwoordig met
zijn r.:g naar het volk staat. Vroeger, stond
hij roet het gezicht naar de kerk, en kwam
deze ceremonie dus beter tot haar recht."
„En is dat het einde van deoffer-han
deling?" vroeg de heer Nix.
„De Mis als offer is hiermede ten ein
de. De priester verheft zijn stem en be
sluit het gebéd, (waarachter geen punt
maar een komma behort te staan), met de
gewone formule:
door de eeuwen der eeuwen,
waarop de geloovigen, van wie de Kerk
verwaent, dat zy vol spanning en aandacht
het offer gevolgd hebben, antwoorden, of
in ieder geval behooren te antwoorden met
een massaal en eensgezind:
AMEN.
„Maar de Mis is toch niet ten einde"
hernam Nix.
„De opdracht der offergaven wordt vol
tooid met het eten dezer gaven, dat is met
de communie. De nu volgende gebeden en
handelingen zyn een voorbereiding tot de
communie van priester en geloovigen"
besloot de herder deze zitting in het zomer
prieel.
ARCANUS.
Vraag: Wanneer is de komeet vaq
Halley voor het laatst te zien geweest?
Antwoord: In 1910. De omloopstijd
bedraagt 76 jaar.
GENERAAL SIMOWITJS GEVLUCHT.
De capitulatie-onderhandelingen zyn,
naar gisteren in politieke kringen te Ber-
lyn vernomen werd, met verschillende le
gerleiders van de uiteengedreven Servi
sche Iegeronderdeelen gevoerd. Er was dus
geen centrale militaire vertegenwoordiging
van het Servische leger, daar deze als ge
volg van de snelle Duitsche operaties reeds
dagenlang niet meer bestond.
In de Wilhelmstrasse is gisteren bekend
gemaakt, dat niet alleen de voormalige
Joegoslavische premier, Tswetkowitsj, maar
ook de gewezen minister van buitenland-
sche zaken Markowitsj, terecht is. Laatst
genoemde was tot dusver by het Servische
leger geweest.
Over de verblijfplaats van den Joegosla-
vischen premier, generaal Simowitsj, heeft
men te Berlijn mededeelingen van Servi
sche militairen, die de capitulatie-onder
handelingen hebben gevoerd. Zij verklaar
den dat Simowitsj is gevlucht
DONOVAN EN DE CAPITULATIE.
In het „Harburger Fremdenblatt" schrijft
Adolf Halfeld: „Met de onvoorwaardelijke
capitulatie van het Servische leger is aan
den oorlog van kolonel Donovan een einde
gekomen, dat vooral voor de Vereenigde
Staten beschamend is. Donovan heeft een
zoo belangrijk aandeel gehad in de vor
ming van een front onder Angelsaksische
leiding in het Zuidoosten van Europa, dat
HITLER IN HET HOOFDKWARTIER.
„Verjaardag van den Führer in het
hoofdkwartier". Onder dit opschrift
schryft de rijksperschef dr. Dietrich in de
nationaal-socialistische „Korrespondenz"
o.a. het volgende:
„Ditmaal valt zijn verjaardag midden in
de groote beslissingen van den Balkan
veldtocht. De Führer brengt zijn verjaar
dag door in den eenvoud van den soldaat,
in zyn hoofdkwartier, vanwaar hij de ze
gevierende operaties van zijn Zuidoostelij
ke legers leidt. Van den vroegen ochtend
tot diep in den nacht stroomen hem ook in
zijn veldkwartier onophoudelijk de mili
taire, politieke, diplomatieke en andere be
richten uit de geheele wereld toe. Ook op
zijn verjaardag staat de Führer zooals op
iederen anderen dag met zijn generaals aan
de kaartentafel, volgt hij den opmarsch
van zyn legers, slaat hij aandachtig iedere
beweging van den vijand gade en neemt
hij snelle besluiten, waarbij niets aan het
toeval wordt overgelaten. In voortdurend
persoonlijk of telefonisch contact met zijn
opperbevelhebbers, die uit hun hoofd
kwartieren het optreden van hun afdeelin-
gen leiden, vormt hy zoo het beeld der
veldslagen en het aanzien van den oorlog,
zooals hij het wil".
OPROEP VAN GOERING AAN HET
DUITSCHE VOLK.
Rijksmaarschalk Goering heeft ter gele
genheid van den verjaardag van den Füh
rer een oproep gericht tot het Duitsche
volk, waarin o.m. gezegd wordt:
„Met waardigen ernst en hooggestemd
hart viert het Duitsche volk in vast ver
trouwen op de overwinning den 52-sten
verjaardag van den Führer. Ver weg van
de grenzen van het onaangetaste Groot Duit
sche Rijk heeft de Duitsche weermacht
diep in vijandelijk gebied zyn zegevaan
geplant, bereid tot afweer en stormloop.
Zoo ver de Duitsche taal klinkt, kloppen in
Europa, in Noord en Zuid, in Oost en West
en tot over de zeeën de harten aller Duit-
schers voor den verdediger van de Duit
sche eer en vrijheid en den garant van de
Duitsche toekomst in onveranderlijke
trouw en onvergankelijke dankbaarheid.
Machteloos en vervuld van af°i'nst ziet de
verslagen tegenstander op den tweeden
oorlogsver jaardag van Adolf Hitler de on
gebroken kracht en den aaneengesloten
wil van de Duitsche natie. Wij echter zien
terug op een onafgebroken reeks schitte
rende overwinningen, zooals in één enkel
levensjaar slechts tot stand kon worden
gebracht door een man, die niet slechts
staatsman en veldheer, maar tevens ook
leider en volksman is. Wat wij hem en
daarmede het vaderland aan trouw en ge
loof, aan moed en offervaardigheid met
warm hart bereid zijn te geven zal voor
de komende generaties een voorbeeld vor
men".
HET DUITSCHE WEERMACHTS-
BERICHT.
Het Duitsche weermachtsbericht vam gis
termiddag luidt als volgt:
Zooals reeds door een bijzondere mede-
deeling was bekendgemaakt, heeft op 17
April des avonds het geheele Servische le
ger, voor zoover dit nog niet ontwapend
was, de wapens neergelegd.
De gevechten in Joegoslavië zijn hierme
de op 18 April te 12 uur geëindigd. Het
hy thans ook in de Vereenigde Staten
openlijk wordt aangewezen als een der
veroorzakers van de^ramp. die Zuid-Slavië
heeft getroffen. Donovan was de vertrou
weling van Roosevelt en heeft op aanwij
zing van het Witte Huis gehandeld.
De psychologische onzekerheid en de
ontnuchtering in de Vereenigde Staten du
ren voort. Ten aanzien van de groote
vraagstukken der Amerikaansche buiten-
landsche politiek, die culmineeren in het
probleem van verdere verscherping van
een interventionistisciien koers, heeft zelfs
het Witte Huis het noodig geoordeeld een
zekere terughoudendheid in acht te ne
men met het oog op de Jobstijdingen uit
de Middelandsche Zee. De minderheid, die
van de in terventionisten weinig goeds voor
het land verwacht, heeft voor het eerst
sedert de afkondiging van de Leen- en
Pachtwet gelegenheid gekregen om den
vinger te leggen op de pijnlijke reactie, die
voor de buitenlandsche politiek is voortge
komen uit het sabelgekletter van de Leen-
en Pachtwet.
Bovendien is duidelijk genoeg gebleken,
dat zelfs in deze tijden van ongebreidelde
oorlogsdrijverij, die door de toonaangeven
de instanties bevorderd wordt, rekening
moet worden gehouden met het nufchtere
inzicht en de gezonde instincten van bree-
de lagen der Amerikaansche bevolking.
De kwestie van een Amerikaansche es
corte voor de leveranties der industrie
staat nog steeds in het middelpunt der de
batten. Terwijl de voorstanders van inter
ventie er fel voor ijveren, ontbreekt het
ook niet aan waarschuwdende woorden
van invloedrijke mannen, die- het volk
voorhouden, dat convooieering op een oor
logsdaad lijkt en daardoor hoogst gevaar
lijk is".
aantal gevangenen en de hoeveelheid buit
valt nog niet by benadering op te geven.
De bezetting van de laatste gedeelten
van Servische gebied door de Duitsch-
Italiaansche troepen staat voor de vol
tooiing. Aan de Dalmatische kust hebben
Italiaansche troepen Dubrovnik (Ragusa)
in Mostar bezet, evenals bij het oprukken
van het Zuiden uit, Cetinje.
In Noord-Griekenland ontwikkelden
zich de gevechten ondanks zeer moeilijke
terrein- en weersomstandigheden benevens
tal van vernielingen op wegen, verder met
suoces. Er werden meer dan 17000 gevange
nen gemaakt en talrijke stukken geschut,
waaronder 25 zware, buitgemaakt.
Bij een aan-val op de Britsche Zuid-Oost
kust hebben „Schnellboote", zooals reeds
bekend gemaakt, uit een convooi vier ge
wapende koopvaardijschepen tot zinken
gebracht met een totale tonnage van 13.000
b.r.t. terwyl zij een vyfde schip zwaar be
schadigden.
Het luchtiwapen deed in den afgeloopen
nacht met sterke eskaders wederom een
stevigen aanval op de oorlogshaven Ports
mouth. Door vele tonnen brisant- en brand
bommen, die bij goed zicht omlaag werden
geworpen, ontstond zware schade in -het
havengebied en in de haveninstallaties.
Voltreffers deden vele groote branden en
talrijke kleine branden op de sté-atswerf
en andere belangrijke militaire doelen van
de stad ontstaan.
Gewapende verkenningsvliegtuigen wier
pen overdag in scheervlucht bommen van
zwaar kaliber op een fabrieksemplacemen t
aan de Schotsche oostkust en brachten in
de monding van de Theems een vracht
schip van 2000 brt. tot zinken.
Jachtvliegtuigen schoten aan de loost van
het Kanaal een Britsch oorlogsvliegtuig
van het type Bristol-Beaufort omlaag.
Luchtdoelgeschut vernietigde twee jacht
vliegtuigen van het type Spitfire.
In Noord-Afrika sloegen de Duitsche en
Italiaansche troepen verschillende vijan
delijke aanvallen op Solloem en uitvalspo-
gingen uit het omsingelde Tobroek af.
Duitsche oorlogsvliegtuigen bombardeer
den des avonds de haven La Valetta op het
eiland Malta.
De vyand heeft in den afgeloopen nacht
op verscheidene plaatsen in Noord-, West
en Midden-Duitschland lukraak brisant-
en brandbommen laten vallen. Ondanks de
waarschuwing, die het Duitsche luchtwa-
pen in den afgeloopen nacht door den ge
weldigen ver^eldingsaanval op Londen had
gegeven, dror.gen vrij sterke strijdkrachten
weer tot aan de buitemste luchtdoelartille-
rieversperring om Berlijn door.
Slechts afzonderlijke vliegtuigen slaagde
er evenwel in door den vuurgordel tot het
centrum van de stad door te dringen. Hier
werd hun door krachtig afweervuur belet
hun bommen welgemikt uit te werpen.
Vier openbare gebouwen, waarondei weer
de Staatsbibliotheek, benevens omstreeks
tien woonhuizen, kregen schade. Het aan
tal gekwetsten is gering. Ook in het overige
Duitsche gebied is de schade onaanzienlijk.
Bij deze aanvallen zijn zes vijandelijke
vliegtuigen vernietigd, waarvan vier door
luchtdoelgeschut, een door nachtjagers en
een door marine-artillerie.
In de periode van 16 April tot den och
tend van den achttienden zijn 24 vliegtui
gen van het Britsche luchtwapen neerge
schoten en een vrij groot aantal andere
vliegtuigen op den grond vernield. Alleen
al in de luchtgevechten van 16 April over
dag boven het gebied van het Kanaal scho
ten Duitsche jagers negen Britsche jacht
vliegtuigen neer. In dezelfde periode wer
den tien eigen vliegtuigen vermist.
Luitenant-kolonel Moelders heeft 16
April zijn 64ste en 65 ste, luitenant-kolonel
Galland op 15 April zyn 59ste en 60ste
hichtoverwirmning behaald.
GRIEKEN EN BRITTEN TREKKEN
ZICH TERUG.
Naar Reuter meldt, wordt in een officieel
communiqué verklaard, dat met het oog op
den Duitschen druk, die dagelijks sterker
wordt, de Grieksche en Britsche strijd
krachten aan het Noordelijk front stap voor
stap terugtrekken op een kortere verdedi
gingslinie.
Op het Grieksche oorlogstooneel is het,
naar 't D.N.B. verneemt, in N.-Thessalonië
op verscheidene plaatsen tot hevige ge
vechtshandelingen gekomen. Ondanks den
zeer slechten toestand der wegen werd
de Duitsche aanval tot ver over de berg
ketenen voortgezet. Met Engelsche troe
pen waaronder vrij groote afdcelingen van
Nieuw-Zeelandsche en Australische divi
sies, werden gevechten geleverd. De stout
moedig aanvallende Duitsche troepen maak
ten een groot aantal gevangenen en brach
ten aan aanzienlijke buit binnen.
Het Duitsche succes in Macedonië blijkt"
volgens de jongste berichten no^grooter te
zijn dan oorspronkelijk werd aangenomen.
Ongeveer vyf Grieksche divisies zijn tij
dens de gevechten in Noord-Griekenland
ir de pan gehakt. De buit aan oorlogs
materiaal is aanzienlijk.
CRITIEK OP EDEN.
Als gevolg van de voor Engeland ongun
stige ontwikkeling van den oorlog in het
Oostelijk deel van de Middellandsche Zee,
wordt de toon van een geheele reeks Brit
sche bladen van dag tot dag scherper, aldus
de Londensche correspondent van „Göte-
borgs Posten". Deze critiek richt zich voor
al tegen den minister van Buitenlandsche
Zaken, Eden. Zoo schrijft de „Daily Mail":
„Het hooge woord moet er uit. Vroeg of
laat moet een verklaring omtrent de hui
dige betreurenswaardigee strategische si
tuatie in het Oriënt worden afgelegd. Als
dit gebeurt, zal men ook inlichtingen vra
gen over het optreden van Eden en Dill.
De openbare meening wenscht te weten in
hoeverre deze beide mannen verlof hadden
om het gezonde oordeel van Wavell te over
stemmen. Deze reizende politici hebben
reeds in vredestijd bewezen, dat zij ner
gens toe deugden. In oorlogstijd zouden zij
een nationaal gevaar kunnen worden".
HET ENGELSCHE OPTREDEN
IN GRIEKENLAND.
De gewetenlooze houding van Engeland
tegenover de burgerbevolking in alle ge
bieden, waarin het oorlog heeft gevoerd en
nog voert, is thans ook in Griekenland op
de meest afschuwelijke wijze gebleken.
Precies zooals in België en Frankrijk heb
ben de Britsche troepen ook nu in Grieken
land op den terugtocht alle aanwezige le-
vensmiddelenvoorraden in de door hen
ontruimde gebieden weggevoerd; in brand
gestoken en deels in zee geworpen. Ook in
Griekenland willen de Engelschen weer
evenals in België en Frankrijk de burger
bevolking zonder scrupules aan den hon
ger prijsgeven, nadat zij reeds van tevoren
ontzaglijk veel ellende en vernieling over
de bevolking gebracht hebben. Met het oog
op het beslist niet ver verwijderde tijdstip,
waarop Engeland officieel ook de honger-
blokkade zal uitbreiden tot het Grieksche
volk, verdient de vloekwaardige handel
wijze der Britsche troepen voor de ODen-
bare meening der wereld aan de kaak te
worden gesteld.
VICHY TREEDT UIT DEN
VOLKENBOND.
Admiraal Darlan heeft in zijn kwaliteit
van Fransch minister van buitenlandsche
zaken den secretaris-generaal van den
Volkenbond medegedeeld, dat de Fransche
regeering gebruik heeft gemaakt van de
haar in artikel 1 par. 3 van het Volken
bondshandvest geboden mogelijkheid en be
sloten heeft uit den Volkenbond te tre
den.
De Fransche regeering behoudt zich
voor, later een verklaring af te leggen
over haar deelneming aan het internatio
nale arbeidsbureau en de met den Volken
bond verbonden technische instellingen.
Zooals men weet bepaalt art. 1 van het
Volkenbondshandvest in par. 3 dat ieder
lid van den Volkenbond na een opzegter-
myn van 2 jaar uit den Volkenbond kan
treden.
ANTI-ITALIAANSCHE STEMMING.
De Italiaansche pers meent sedert begin
April, tijdens de crisis op den Balkan, een
toeneming der anti-Italiaansche stemming
in Frankrijk te kunnen waarnemen, waar
bij pers en radio-omroep betrokken zijn.
In Nizza is het volgens de Italiaansche
bladen zelfs tot anti-Italiaansche betoogin
gen gekomen. De politie blijft met de stel
selmatige vervolging van Italianen door
gaan. De „Messagero" schrijft, dat Italië
zich deze uitingen van vijandschap jegens
Jtalië te zijner tijd zal herinneren.
Bij den aanval van snelbooten op die
Britsche Zuid-Oost-kust heeft luitenant
ter-zee tweede klasse Moentzen, als com
mandant van een snelboot, zich bijzonder
onderscheiden.