Het meisje
handschoen
VRIJDAG 18 APRIL 1941
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD PAG. 7
Qemengdeffiexicfiten
DOOD ELI JK ONGEVAL.
Op de Nassaukade bij de Hugo de Groot
kade te Amsterdam, is gistermiddag een 13-
jarig meisje, dat daar fietste, door een
auto aangereden. De G. G. en G. D. ver
voerde haar naar het Wilhelminagasthuis,
waar zij echter bij aankomst bleek te zijn
overleden.
DOOR ZOLDERGAT GEVALLEN.
In de buurtschap Dale, gem. Aal ten, is
de 71-jarige heer S. Gussinklo door het zol
dergat in zijn woning naar beneden ge
stort. Hij is naar het ziekenhuis gebracht
en daar overleden.
De heer Gussinklo was in landbouw-
kringen een bekende figuur; hij was gedu
rende 30 jaren commissaris van de coöpe
ratieve landbouwvereeniging; tevens was
hij langen tijd bestuurslid van de coöp.
boerenleenbank.
IN DEN MODDER GESTIKT.
In een onbewaakt oogenblik is een 11/2-
jarig kindje van de familie Hopmans, wo
nende aan den Wouwscheweg te Bergen op
Zoom, in een nabij de woning gelegen
sloot gbraakt, waar de arme kleine later,
gestikt in den modder, werd terug gevon
den.
BRAND IN MEUBELFABRIEK TE
AMSTERDAM.
Gisteravond heeft te Amsterdam een
korte, doch felle brand gewoed in een
meubel- en timmerfabriek aan de Karthui-
zer-Dwarsstraat. Tegen tien uur ontdekte
men op de tweede verdieping een schijn
sel van vlammen en een hevige rookont
wikkeling. Onmiddellijk waarschuwde
men de brandweer, die met een ladderwa
gen en twee motorspuiten van de hoofd
wacht Prinsengracht en den post Rozen
gracht uitrukte en onder leiding van hoofd
brandmeester W. de Boer den strijd tegen
het vuur begon. De vlammen grepen snel
om zich heen en vonden een gemakkelijke
prooi in het brandbare materiaal, dat in de
werkplaats aanwezig was. Aan drie zijden
sloegen de vlammen naar buiten. Spoedig
was ook de zoldering doorgebrand en
baande het vuur zich eenweg naar de
derde verdieping. Met twee stralen be
streed men den brand, welken men bin
nen een uur meester was. De brandweer
kon echter niet voorkomen, dat de tweede
verdieping grootendeels uitbrandde en de
derde verdieping belangrijke schade op
liep. Omtrent de oorzaak van den brand,
welke ook belangrijk materiaal verlies ten
gevolge had, tast men in het duister.
BOERDERIJ AFGEBRAND.
Te Siegerswoude (Fr.) is de boerderij
van de weduwe Hartmans afgebrand. On
geveer vijftien voer hooi ging verloren,
evenals de inboedel. Het vee werd gered.
DRONKEN ZOON DOOR VADER
ERNSTIG GEWOND.
Een familieconflict met ernstige gevol
gen heeft zich te Zwolle in een woning in
de v. d. Laenstraat afgespeeld. De 23-jarige
zoon M. A. D. meende den moed, dien hij
zich had ingedronken, niet beter te kunnen
toon en dan door zijn broer met een flesch
toe te takelen en zijn zuster een kan met
heete koffie naar het hoofd te gooien. Toen
de vader, J. W. D., thuis kwam, keerde de
woesteling zich tegen hem. De vader ont
stak daarover zoo zeer in woede, dat hij
de vernielde flesch greep, waarmede hij in
den blinde naar zijn dronken zoon sloeg.
Toen de politie tusschenbeide kwam, bleek
de jongen ernstig aan het hoofd te zijn ge
wond. Hij had reeds veel bloed verloren.
Met een ziekenauto is het slachtoffer naar
het Sophia-ziekenhuis gebracht.
VALSCHE AANGIFTE VAN BEROOVING
Bij de politie te Enschede deed zekere
M. D. uit Den Haag aangifte, dat hij was
beroofd van een bedrag van ruim 400 gul
den. Bovendien vermiste hij eenige siera
den. Naar zijn mededeeling zou hij door
zekeren L. en diens echtgenoote zijn be
roofd. Hij had met beiden in een café ken
nis gemaakt. Samen waren zij gaan fuiven
en na sluitingstijd was D. meegegaan naar
de woning van L. Den volgenden dag werd
het feest voortgezet.
Toen D. weer nuchter was, kwam hij tot
de ontdekking, dat hij een bedrag van 400
gulden, dat hij ontvangen had om aan zijn
patroon af te geven en dat hij in bewaring
had gegeven aan zijn hospita, vermiste. D.
deed daarvan aangifte bij de politie. Vol
gens zijn zeggen zou L., toen zij met hun
drieën een bezoek aan de woning van D.'s
hospita brachten, van haar afwezigheid ge
bruik hebben gemaakt om de 400 gulden
uit een kast te stelen. L. en zijn vrouw
werden daarop aangehouden. Bij onder
zoek bleek echter, dat D. zelf het geld had
weggenomen en dat het zeer wel mogelijk
was, dat het was opgemaakt. Het echtpaar
L. werd toen onmiddellijk uit de hechte
nis ontslagen en D. werd ter beschikking
van de justitie gesteld wegens verduiste
ring en het doen van valsche aangifte.
SCHOOL BU INBRAAK GEPLUNDERD.
Een modeschool aan den Nieuwe Zijds
Voorburgwal te Amsterdam is dezer dagen
gedeeltelijk geplunderd, aldus melt de
„Tel Ongeveer tachtig mantels, "tachtig
japonnen, mantelpakken enz. zijn door in
brekers buitgemaakt. Geheele rekken vol
kleedingstukken hebben de dieven, die
vermoedelijk vóór middernacht het pand
zijn binnengedrongen, meegenomen.
De daders zijn vermoedelijk kenners,
want zij hebben de beste stoffen uitge
zocht.
Ongetwijfeld hebben zy een auto ge
bruikt om den gestolen voorraad te ver
voeren. De waarde van het gestolen goed
bedraagt 6000.
RECHTZAKEN
Haagsche Politierechter
Een 12-jarige jongen tot
stelen aangezet.
De. bakkersknecht A. R. te Alphen a.
d. R ij n had aan den twaalfjarigen jon
gen B., eveneens uit Alphen gevraagd, of
hij niet eens wat koffie- of theebonnen
l voor hem mee kon brengen, want diens
vader had er immers toch genoeg. Dat het
jongmensch zijn vader koffie- en theebon
nen genoeg had kon uitkomen, aangezien
deze grossier in koffie en thee is. Verschil
lende malen had R. op die manier den jon
gen aangespoord en eindelijk had hij suc
ces met zijn minderwaardige influisterin
gen, want op Zaterdag 8 Maart had de
jeugdige B. 12 theebonnen meegebracht eri
deze aan R. overhandigd. De jongen had
het erge van zijn daad natuurlijk niet zoo
gevoeld, maar van R. vond de Officier het
daarom zooveel te erger. Het is minder
waardig om e.en jongen van 12 jaar te ver
leiden om bonnen te stelen van zijn vader.
Wegens heling eischte spr. dan ook twee
maanden gevangenisstraf.
Ook de Politierechter vond het feit zeer
ernstig en hij verwierp de verdediging van
verdachte, die zeide, dat hy alleen maar ge
vraagd had, als er eens een bonnetje over
was of hij het dan kreeg.
Het vonnis werd één maand gevangenis
straf.
Iemand mishandeld, terwijl hij
zijn handen in zijn zak had.
Voor den Politierechter werd nu eens een
zaak behandeld, waarin iemand een ander
bad mishandeld met zijn handen in zijn
zakken en zonder zyn voeten en zyn hoofd
te gebruiken. Die iemand was de brand-
stoffenhandelaar H. H. te Alphen a. d.
R ij n en de ander was de directeur van het
gas- en waterleidingbedrijf daar ter plaatse.
De zaak zat zoo. H. was, als brandstof-
fenhandelaar naar de gasfabriek gegaan
om cokes te halen, waarop zijn klanten met
smart zaten te wachten. Hij kreeg geen
cokes, omdat, volgens den boekhouder, het
niet afgegeven mocht worden. Hier wrong
de schoen hem, want verdachte was ten
zeerste gegriefd door het feit, dat anderen
wel cokes kregen en hij niet, hetgeen ove
rigens eigenaardig genoemd moet worden
als het is zooals verdachte zeide.
Zijn grief was in boosheid overgegaan en
hij had gezegd en dat was van hem
verkeerd „dan zal ik ze zelf wel op
scheppen."
Vermoedelijk zal de directeur, van M.,
toen hij dit hoorde, gedacht hebben: hij
doet het ook en de directeur was H. ach
terna gegaan.
Toen was de strubbeling begonnen en
had H. den directeur mishandeld met zijn
handen in zijn zakken. Hy had den direc
teur eenige porren met zijn elleboog op
diens borstkas gegeven. Simpel hè. De di
recteur had pijn van deze behandeling on
dervonden en het mishandeling genoemd
en zoo had H. zich deswege te verantwoor
den.
Hy verdedigde zich met de woorden: „Ik
heb me handen gaar niet uit m'n zak ge
had" en er waren getuigen, die dit prompt
bevestigden.
Niettemin was de Officier van meening,
dat de mishandeling bewezen was. Het
gaat haar niet op, om eigen rechtertje te*
gaan spelen en als men geen cokes krijgt
ze zelf maar te gaan opscheppen.
De eisch werd dan ook een geldboete van
ƒ30 subs. 30 dagen.
De Politierechter deed het geval af met
een geldboete van 15.subs. 15 dagen.
De zoon van den vorigen verdachte A- H.
te A 1 p h e n a. d. R y n, die verstek liet
gaan, had zich bij die gelegenheid ook
schuldig gemaakt aan mishandeling en bok
hij werd veroordeeld tot een geldboete van
15.subs. 15 dagen.
Dure baldadigheid.
De 20-jarige J. C. P. te Nieuwkoop
had op 15 Januari daar ter plaatse een
ruit bij een plaatsgenoot ingegooid, door
er een straatklinker door te gooien.
Toen hij bemerkte, dat anderen van zijn
misdraging last zouden krijgen, was hij zich
zelf aan gaan geven, had hij den bena
deelde zijn excuus gemaakt, die aanvaard
werden, terwijl de schade voldaan was.
De Officier vond het een leelijke kwa
jongensstreek en wilde die gestraft zien
met een week gevangenisstraf.
De Politierechter, het blanco strafregis
ter in aanmerking nemende, veroordeelde
hem tot een geldboete van 15.subs. 15
dagen.
De gevolgen van sneeuwballen
gooien.
In Januari waren een aantal K a t w Jj-
kers o.a. de visscher P. v. d. K. bezig'an
deren met sneeuwballen te bekogelen.
Zulks geschiedde in het Waaigat. De
sneeuwkrukkers waren blijkbaar van dus
danige hardheid, dat ze iets aan beton de
den denken en een der geraakten was
daarover dusdanig nijdig geworden, dat
hij eventjes zijn huis was ingedoken om
terug te keeren met een schop. Dit nuttige
instrument zwaaide hy als een roodhuid
zyn strijdbijl met als gevolg, dat het ding
heel deskundig tegen een ander z'n enkel
terecht kwam.
De reeds genoemde v. d. K. vond deze
manier van handelen en dan nog wel
met een schop de perken te buiten gaand
en hij had de klap met de schop beant
woord met een schop. Waar de laatstge
noemde schop terecht was gekomen lever
de veel stof tot debatteeren op want de
schop in ontvangst nemende zeide, dat het
in zijn buikholte was gebeurd, terwijl de
uitdeeler zeide, op z'n Katwijks, dat hy
het zitvlak had getroffen, hetgeen nogal
een verschil maakt.
Om dit uit te zoeken zullen er toeschou
wers moeten komen als getuigen.
HAAGSCHE RECHTBANK
Diefstal van smeerolie.
De bakkersknecht P. J. Z. te A 1 p h e n
a. d. R ij n had in den nacht van 4 op
5 Februari 180 K.g. smeerolie weggenomen
uit een schuurtje en ten nadeele van V. te
Alphen aan Jen Ryn. Tijdens de behande
ling der zaak kwam uit, dat verdachte zich
eigenlijk vergist had, want hij had gedacht,
dat het petroleum was, die hij gébruiken
kon en geen smeerolie. Alhoewel verdach
te nog nooit veroordeeld was vond de Of
ficier deze nachtelijke inbraak zoo ernstig,
dat hij drie maanden gevangenisstraf
eischte. Vonnis over 14 dagen.
Oplichting.
De 33-jarige reiziger M. A. S. te Zo e-
termeer, thans gedetineerd, had diver
se oplichtingen gepleegd, door te zeggen,
dat hij reiziger was van „de Spar" te Zoe-
termeer, terwijl hy niet meer in dienst was
bij genoemde combinatie. Dat was hij vroe
ger wel geweest en dat maakte de gepleeg
de oplichtingen thans gemakkelijker voor
•hem.
Hij ging naar afnemers van „de Spar"
en vroeg daar „even" wat geld ter leen. De
reiziger, die de volgende maal kwam, zou
het geld dan wel terug brengen Diverse
winkeliers in verschillende plaatsen waren
er ingevlogen, waarby bedragen varieer
den van 10 tot 14.
De officier zeide, dat het dan ook door
het groote aantal oplichtingen kwam, dat
verdachte gedetineerd is. Wel L hij nog
nooit veroordeeld maar toch moet hier een
flinke straf worden opgelegd, welke spr.
gesteld wilde zien op zes maanden gevan
genisstraf. Uitsprak over 14 dagen.
Uitspraken.
De rechtbank deed de volgende uitspra
ken:. J. K S. uit den Haag, die uit den win
kel van den kleermaker de Neef to Lei
den een jas had weggenomen en uit de
Pieterskerkkoorsteeg te Leiden een rijwiel,
werd veroordeeld tot vijf maanden gevan
genisstraf.
C. v. d. L. uit A 1 p h e n a. d. R n
werd wegens overtreding van de vleesch-
keuringswet veroordeeld tot een geldboete
van 75 subs. 2 maanden hechtenis, met
verbeurdverklaring van het inbeslaggeno-
rrten vleesch.
Van J. P. G. uit L e i d e m werd het
vonnis van den Leidschen kantonrechter,
wegens overtreding van de motor- en ry-
wielwet, zijnde een geldboete van f 25 subs.
10 dagen bevestigd.
Evenzoo werd bevestigd het vonnis van
den Leidschen kantonrechter ten opzichte
van L. J. R., afkomstig uitV oorscho
ten, die veroordeeld was wegens fraudu
leus slachten van varkens. De uitspraak
werd een geldboete van 75, subs. 2 maan
den en verbeurdverklaring van de inbe-
slaggenomen vorkems.
H. R. te L e i d e n, die van drie vonnis
sen in hooger beroep gekomen was hoorde
een vrijspraak en twee bevestigingen van
de vonnissen van den Leidschen kanton
rechter.
Eveneens werd bevestigd het vonnis ten
opzichte van B. J. van G., zynde een geld
boete door den Leidschen kantonrechter
opgelegd, met dien verstande, dat de ci
viele vordering aan den scheepsbouwer van
Dam teLeimuiden werd toegewezen.
A, J. V. teLeiden hoorde het vonnis
van den Leidschen kantonrechter beves
tigd, terwijl L. v. d. P. te K a t w ij k a.
Zee werd vrijgesproken van het hem ten
laste gelegde.
Officieele Publicatie
van het Departement van Landbouw en Visscherij
OMZETBELASTING AARDAPPELEN.
Het Rijksbureau voor de Voedselvoorziening in Oorlogstijd
maakt in aansluiting op mededeelingen, door het Departement
van Financiën reeds in de pers over de regeling der Omzet
belasting op aardappelen gedaan, aan telers van aardappelen
het volgende bekend:
De door het Departement van Financiën getroffen regeling
houdt in, dat de omzetbelasting ad P/q niet wordt geheven bij
de telers van aardappelen, maar bij de V.BN.A. Deze regeling
is getroffen ten einde de inning der Omzetbelasting te vereen
voudigen. Waar het wel de bedoeling is, dat deze belasting ten
laste van de telers komt, wordt van 1 April j.l. af door de
Provinciale Bureaux van de V.B.N.A. op den telersverkoopprijs
„af boerderij" 10/0 ingehouden. 7082
PAM BIJ DE MAANAPEN
89. Hij heeft trouwens een zeer belangrijke taak. Immers
hij moet geregeld op de zeer talrijke meters op het instru
mentenbord letten en zoodra er iets hapert, moet hij on
middellijk den* professor waarschuwen.
90. Reeds drie dagen zijn de luchtreizigers nu onderweg,
zonder dat zich iets bijzonders heeft voorgedaan. „Hoe lang
zal de reis nog duren?" denkt Pam en hij gaat naar den
geleerde, om het hem te vragen.
FEUILLETON
met de
EEN MODERNE ASSCHEPOESTER
HISTORIE
van
MARIA SAWERSKY
30)
De baan was echter groot genoem om
een onwelgevallig? ontmoeting uit den weg
te kunnen gaan.
Laten w* elkaar de hand geven, juf
frouw Faro, dan rijdt u wat gemakkelijker,
zei Grui.dtvig.
Met genoegen, antwoordde Anne,
maar dan moet u eerst eens beginnen met
te onthouden, clat ik niet juffrouw Farö
heet, maar Anne.
Grundtvig besefte geen oogenblik, dat
deze opmerking een veel diepere beteeke-
nis had dan het oppervlakkig leek. Hij was
als cenventnoneel mensch wat verrast door
Anne's vrijmoedigheid, maar desondanks
ging hij gretig op haar aanbod in.
Je hebt gelijk Anne, we kennen el
kaar nu al weer zoo lang, zei hij lachend en
wederom ontging het hem, dat zijn als
scherts bedoelde woorden in werkelijkheid
volkomen iuist waren.
De handen kruiselings over elkaar zwier
den zy nu over de baan en wederom on
derging Grundtvig ten volle de bekoring,
welke er van dit frissche jonge meisje uit
straalde.
Ik ben het schaatsenrijden den laat-
sten tijd wel wat verleerd, zei Anne met
een onzeker lachje.
Elmshorn bood toch voldoende ge
legenheid tot beoefening van de ijssport?
Ja, ja, maar je moet er ten slotte ook
gelegenheid-voor hebben.
Je hebt daar zeker nogal teruggetrok
ken geleefd, is 't niet?
In het openbare leven heb ik my
ten minste maar weinig laten zien, was
het ontwijkende antwoord.
En toch kan ik het gevoel maar niet
van me afzetten, dat ik je al eens eerder
heb ontmoet, Anne.
Dat zal dan wel op een vergissing be
rusten.
Mogelijk maar je herinnert me toch
heel sterk aan een jongedame, met wie ik
toevallig ook in Elmshorn eens
vluchtig kennis heb gemaakt en die
RrroetsAnne had te ver uitgehaald
en haar schaats gleed onder haar weg. Op
het laatste oogenblik wist Grundtvig haar
nog op te vangen, zoodat zij voor een val
werd behoed, maar in haar oogen was
duidelijk schrik te lezen. Het schelle licht
van een booglamp viel op Anne's bleek
gezicht en wierp een glans op haar blond
haar.
Grundtvig ondersteunde haar met zijn
rechterarm en keek op haar neer.
Zelfs de stem lijkt op die van die
jongedame, mompelde hij. Je hebt haar
oogen en hetzelfde haar.
Alleen niet haar gezicht, probeerde
Anne te schertsen.
Ik heb het gezicht van die onbekende
nooit gezien. Maar het is misschien het
beste, dat ik je die geschiedenis maar hee-
lemaal vertel. Anders houd je me waar
schijnlijk nog voor een idioot, die een geest
najaagt. Misschien ben ik dat ook wel En
fin, ik zal het vertellen. Het was op een
gecostumeerd tuinfeest in Elmshorn. Grott-
kau en ik waren de gasten van consul
Eschental, van wie je wel eens gehoord
zult hebben.
Den naam ken ik, fluisterde Anne.
Op dat feest verscheen een jongedame
in een japon van zilverkleurige zijde. Ik
danste twee maal met haar en toen ik haar
vroeg haar masker af te zetten, ontvluchtte
ze me. Alles, wat ik van haar bezit, is een
handschoen, dien ze op haar vlucht ver
loor en een pijnlyke herinnering.
Pijnlijk?
Ja, omdat ik sindsdien tevergeefs naar
haar gezocht heb. Ik heb haar nooit meer
teruggezien. Het is nogal een romantische
geschiedenis,' vind je niet?
Anne gaf geen antwoord. Het hart klop
te haar in de keel. Zou ze hem de waar
heid zeggen? Eerlijk bekennen, dat zij die
onbekende was geweest?
Neen, dat was onmogelijk. Ze was ten
slotte van huis weggeloopen. Asschepoester
met vacantie zoo te zeggen en van die
dwaze streek zou ze nooit iemand deelge
noot maken hem vooral niet.
Je zult het misschien belachelijk vin
den, vervolgde Grundtvig, maar ik kan
die onbekende niet vergeten. Van het eer
ste oogenblik af, waarop ik jou in het huis
van mijn tante zag, deed je me aan haar
denken èn ik dacht bijna.
Anne zou dezen avond niet meer te we
ten komen, wat Grundtvig bij hun eerste
ontmoeting had gedacht, want juist schoten
Grottkau en Doddie op hen toe.
Daar zijn ze, de wegloopers, riep
Grottkau. We hebben jullie overal ge
zocht. Wat is er gebeurd? Lieve deugd
Anne, je wangen gloeien als de punch, die
die ik zooeven met Doddie heb gedronken.
En die je lichtelijk naar het hoofd
schijnt te zyn gestegen, zei Gundtvig ge-
ergerd.
Schreeuw toch niet altyd zoo, Dod,
het wordt hoog tijd, dat je je vrouwelijken
invloed eens aanwendt om van Jens een
behoorlijk mensch te maken. Hij weet zich
nog steeds niet te gedragen.
Ik ben toch zeker zijn gouvernante
niet, protesteerde Doddie. Bovendien
bevalt Jens mij het beste, zooals hij is
Eindelijk een meevoelend schepsel, dat
me begrijpt en Zich over me ontfermt. Dod,
kind, voor deze woorden verdien je door
mij ten huwelijk te worden gevraagd.
Doddie kleurde tot onder haar haarwor
tels.
Mijn innige deelneming condoleerde
Grundtvig.
Voor wien is die deelneming bedoeld,
heer graaf? Voor Jens of voor mij? stoof
Doddie, een en al strijdlusht, op.
Voor de ongelukkige nakomelingen
uit dit huwelijk, luidde het minzame ant
woord.
Wil je daar me' zeggen, dat onze kin
deren niet goed wys zullen zijn?
Ja, de appel pleegt immers niet ver
van den boom te vallen.
Jens, dat kan je niet op je laten zit
ten. riep Doddie. Jouw kinderen mijn
kinderen, onze kinderen dat is een be-
leediging, een insinuatie.
Kom, Dod, zou je je boosheid nog
maa.r niet een poosje bewaren? Voorloo-»
pig behoef je je over je kinderen nog niet
ongerust te maken en een dergelijke strijd
vraag heeft dan ook op dit oogenblik geen
zin.
Verbluft staarde Doddie eerst Anne en
vervolgens Grottkau aan, welke laatste
krom 6tond van het lachen.
Ze kreeg een kleur als vuur, slikte een
paar maal van ergernis en pats. De
lachende Grottkau kreeg een daverende
klap op zyn wang!
Ik zal je leeren om mijn kinderen te
lachen, zei ze woedend. Je bent eenvou
dig een draak, jij ruwe, hartelooze zee
bonk, jij
Ernst Grundtvig wist niet, of hij zich
om de scène ergeren dan wel lachen moest.
Anne echter nam het jonge meisje bij haar
arm en trok het met zich mee.
Komen jullie straks naar het res
taurant, voegde ze den beiden vrienden
toe.
Wat mankeert Dod in vredesnaam?
wendde Grottkau zich verbaasd tot zijn
vriend.
Jens, je bent toch werkelijk een groote
sufferd!
Dat heeft Dod me zooeven ook al ver
teld!
Daar had ze dan volkomen gelijk in.
Bemerk je dan nog niet, dat dat kind gek
op je is?
Wat vertel je me nou? Meen je dat
werkelijk?
Grottkau greep zijn vriend bij diens bei
de armen, maar deze bevrijdde zich met
een ongeduldidge beweging.
(Wordt vervolgd).