Weerbericht
WIELRIJDERS,
Toerisme
bij honk
DINSDAG 15 APRIL 1941
DE LEIDSCHE COURANT
EERSTE BLAD PAG. 2
i
Abonnementsprijs: voor Leiden 20
cent per week; 2.63 per kwartaal.
Bij onze agenten 21 cent per week;
2.73 per kwartaal. Franco per post
3.10 per kwartaal. Geïllustreerd
Zondagsblad 0.52 per kwartaal.
Losse nummers 5 cent, met geïll.
Zondagsblad 9 cent.
Advertentiën: 32 cent per regel.
Ingezonden mededeelingen dubbel
tarief. Telefoontjes hoogstens 30
woorden, 55 cent per plaatsing,
alléén Woensdag en Zaterdag.
IONS OP- EN ONDERGANG.
Zon onder 8.36 uur Dinsdagavond.
Zon op 8.42 uur Woensdagochtend.
MAANSTANDEN.
16 April: De maan komt Woensdagnacht
om 1.15 uur op en gaat Woensdagochtend
om 10.13 onder.
17 April: De naam komt Donderdagnacht
om 2.12 op en gaat Donderdagvoormiddag
om 11.13 onder.
18 April: De maan komt Vrijdagnacht
om 3 uur op en gaat Vrijdagmiddag om
12.17 onder.
(Laatste kwartier)
19 April: De maan komt Zaterdagnacht
om 3.38 uur op en gaat Zaterdagmiddag om
1 22 uur onder.
20 April: De maan komt Zondagmorgen
om 4.12 uur op en gaat Zondagmiddag om
2.29 uur onder.
21 April: De maan kómt Maandagmorgen
om 4.39 op en gaat Maandagmiddag om
3.35 uur onder.
22 April. De maan komt Dinsdagochtend
om 5.04 uur op en gaat Dinsdagmiddag 4.40
uur onder.
/3M0II0I10II0II0II0IIC3II0IIC^
-
0 Verduisteringstijden
0 Er is bepaald, dat er verduisterd.
moet worden tusschen zonsonder- U
0 gang en zonsopkomst.
0 Deze tijden zijn voor hedenavond r
en morgenochtend: U
0 ZONSONDERGANG
8 3fi iiiir.
ZONSOPKOMST
6.42 uur.
0
0
Q Tusschen deze beide tijden dient Q
n er dus verduisterd te worden. -
0
on on on oil on on on on 0110
Alg. Vereen, v. Bloem
bollencultuur
De Alg. Vereen, v. Bloembollencultuur
hield heden haar 194e algemeene vergade-
dering. De voorzitter, de heer A. J. Ver-
hage, sprak een openingswoord, waaraan
het volgende is ontleend: m
Het is nog slechts enkele maanden ge
leden, dat ik bij de opening der vorige al
gemeene vergadering uitvoerig ben inge
gaan op de ernstige moeilijkheden, die het
bloembollenbedrijf, als gevolg van den
oorlogstoestand, ondervindt. Ook heb ik
toen gewezen op het belang, dat er voor
onze geheele volkshuishouding in schuilt,
om dezen bedrijfstak in stand te houden.
Hiervan zullen na de beëindiging van den
oorlogstoestand de vruchten kunnen wor
den geplukt.
Het is niet mijn bedoeling dit alles in
andere woorden te herhalen; ik hoop, dat
de toestand, zooals deze voor ons ligt, ook
aan de betrokken Overheidsinstanties
duidelijk is.
Met die hoop heeft onze vereeniging in
de afgeloopen maanden getracht, een groo
teren steun voor het bloembollenbedrijf te
verkrijgen. In het bijzonder het in de
vorige algemeene vergadering met alge
meene stemmen aangenomen voorstel der
afd. Sassenheim was hiertoe de aanleiding.
Hoewel ons alle hoop op verdergaanden
steun dan de met dankbaarheid ontvangen
toezegging, dat het Surplusfonds in staat
gesteld zal worden de opgekochte over
schotten uit te betalen tegen de'minimum
prijzen, verminderd met de kortingen,,
niet is ontnomen, is toch wel gebleken, dat
wij niet zonder meer mogen verwachten,
dat de voor den opkoop van het surplus
benoodigde heffing dit jaar zal vervallen.
De onderhandelingen over verderen
6teun zijn echter nog niet afgeloopen, en
daarom zou ik er nog eens den nadruk op
willen leggen dat de bedrijfsuitkomsten in
het afgeloopen jaar van dien aard zijn, dat
er aanzienlijke verliezen zijn geleden.
Wanneer men die verliezen becijfert, komt
men, over het geheele bloembollenbedrijf
gerekend, tot formidable bedragen. De
groote verliezen zijn naar verhouding ge
leden bij de narcissenteelt; daarna heeft de
tulpenteelt de grootste verliezen opge
leverd.
Met dergelijke verliezen is het, wanneer
deze door het bedrijf zelf gedragen moeten
worden, na jaren van economische depres
sie niet mogelijk dezen bedrijfstak als ge
heel in stand te houden. Het is dan ook
een levensbelang voor het bloembollen
bedrijf, dat in deze verliezen althans te
gemoet wordt gekomen. In het bijzonder
geldt dit voor de kweekers van narcissen,
die wel in bijzonder slechte omstandig
heden verkeeren, en voor de tulpenkwee
kers.
Deze verliezen drukken te zwaarder, nu
gebleken is, dat de teelt van andere ge
wassen in het bloembollenbedrijf ook geen
goede financieele uitkomsten kan geven.
De outillage van ons bedrijf is berekend
op het kweeken van bloembollen, en niet
op het telen van tuinbouwartikelen.
Desondanks heeft het bloembollenbedrijf
zich zoo volledig mogelijk bij de productie
van voedingsmiddelen ingeschakeld. Op
het openliggende land, en zelfs op de paden
in het met bloembollen beplante land,
wordt door onze kweekers, die gewend zijn
met alle middelen te trachten van hun
grond te oogsten, wat er geoogst kan wor
den, getracht zooveel mogelijk bij te dra
gen aan de voedselvoorziening van ons
volk.
Onze organisatie heeft dit vanaf het in
treden van den oorlogstoestand bevorderd
en al het mogelijke gedaan om te voor
komen, dat er land onbenut zou blijven.
Dat nu in de paden van het met bloem
bollen beteelde land vrij roode peen mag
worden voortgebracht is een groote steun,
om tot een zoo doelmatig mogelijk gebruik
van het land te komen. Dit past volkomen
in ons bedrijf, en deze z.g. padenteelt is
van het grootste belang.
De teelt van aardappelen, die altijd in
uitloopende kwaliteit op onze duinzand
gronden zijn voortgebracht, kan ook een
belangrijke rol spelen in het bloembollen
bedrijf. Om deze teelt ook financieel mo
gelijk te maken,, is het echter noodzakelijk,
dat in de gestelde maximumprijzen tot
uiting komt de prima kwaliteit onzer aard
appelen, die vroeger, toen er nog een vrije
prijsvorming bestond, ook altijd beloond
werd. Anders zou deze teelt niet op den
zelfden schaal kunnen geschieden als voor
al nu noodzakelijk voor ons volk, maar
ook noodzakelijk voor onze bedrijven.
Uit de publicaties der laatste weken weet
men, dat de door de inkrimping van het
hyacinthen- en tulpenareaal vrijgekomen
gronden voor een belangrijk gedeelte met
zaadboonen en -erwten zullen moeten wor
den beteeld. Het is voor ons bedrijf, en
vooral ook voor onze exportmogelijkheden,
van de grootste beteekenis, dat deze ver-
plighte teelt ernstig ter hand genomen
wordt.
Vele moeilijkheden, die uit de verander
de omstandigheden voortvloeien, blijven
de aandacht onzer vereeniging hebben.
Zoo is, in samenwerking met andere vak
organisaties, getracht om in zake de om
zetbelasting, die voor ons bedrijf groote
administratieve moeilijkheden meebrengt,
terwijl slechts naar verhouding lage op
brengsten te verwachten zijn, een andere
regeling, die veel administratieve moeilijk
heden zou wegnemen, te bereiken. Het
resultaat hiervan is, dat van bloembollen
voorshands heffing van omzetbelasting
achterwege zal blijven, behalve bij ver
koop in den kleinhandel. De voorziening
van kolen, mest, benzine e.d. heeft ook de
geregelde aandacht. Al deze en andere
vraagstukken worden bewerkt naast den
gewonen arbeid der vereeniging.
Het hoofddoel van alle bemoeiingen
blijft, om te trachten ons vak gedurende
den oorlog in stand te houden, om het
na den oorlog weer te zien opbloeièn, zij
het dan ook onder gewijzigde economische
verhoudingen. Hiervoor is in de eerste
plaats noodig afdoende hulp van de Over
heid ter tegemoetkoming in de geeden ver
liezen en een loonend maken der bijteel
ten. In elk geval dient de bloembollenteelt
niet verder te worden ingekrompen, wat
ook voor de voedselvoorziening van wei
nig beteekenis zou zijn, vooral nu de pa
den voor de voedselproductie kunnen wor
den gebezigd.
Om dit einddoel te bereiken, is een groo
te eendracht onder onze vakgenoten zelf
noodzakelijk.
Het behoeft, na alles wat erover gezegd
is, geen betoog, dat het tot stand komen
van één groote vakorganisatie, die aller
belangen behartigt en die uiteindelijk de
problemen beziet uit een oogpunt van al
gemeen vakbelang, dezerzijds zeer zou
worden toegejuicht. En ik hoef u niet te
zeggen, dat het mij spijt, dat ik op deze
vergadering nog niet kan mededeelen, dat
de onderhandelingen om het de andere
vakorganisaties tot de vorming van één
alles omvattend eorganisatie te komen, re
sultaat hebben opgeleverd.
Het Hollandsch Blombollenkweekers
Genootschap heeft in zijn jongste leden
dat het ter zake hetzelde standpunt huldigt
vergadering ook naar buiten uitgedragen,
als het hoofdbestuur onzer vereeniging. Dit
heeft ons verblijd; deze uiting van de
noodzaak om tot de grootst mogelijke een
heid te komen is, vooral in de huidige om
standigheden, van groote waarde.
De onderhandelingen met de andere
hierbij betrokken vakorganisatie zijn ech
ter niet zoodanig verloopen, dat nu al een
gunstig resultaat kan worden voorspel.
Temeer niet, omdat onzerzijds het stand
punt wordt ingenomen, dat een nieuwe op
zet goed moet zijn, en dat, wanneer deze
opzet naar onze meening niet aan de te
stellen eischen voldoet, beter met het bren
gen van veranderingen kan worden ge
wacht.
In afwachting van het resultaat dezer
pogingen, om tot een werkelijke eenheid
te geraken, hoop ik, dat de bestaande nau
we samenwerking tusschen de vakorgani
saties in de tijden, die voor ons liggen nog
versterkt zal worden.
bij 't oversteken
naar links en dan naar rechts
gekeken.
Vereeniging voor Veilig Verkeer.
WAAR REMBRANDT GEBOREN
WERD
„Krijg je niet meer dan genoeg van die
omzwervingen door de stad?" vroeg
iemand, die het blijkbaar welletjes vond.
„Het is weldra afgeloopen" troostte ik
hém „hou goede moed".
Deze moed behoefde ik mezelf niet in
te spreken; de kris-kras-kruistocht door
Leiden was iederen keer opnieuw een
verzetje vol verrassingen, en de eenige
teleurstelling is, dat er binnenkort een
einde aan zal komen, als de geheele stad
opnieuw ontdekt en beschreven zal zijn.
De lust tot toeristieke belevenissen dreef
ons ditmaal naar de Doelensteeg, waar een
monumentale poort georneerd met een
winkel in binnen- en buitenlandsch fruit
wacht houdt voor het Eva van Hooge-
veenhofje. De meeste poorten openen zich,
deze poort sluit af. Zy beveiligt een van
de mooiste hofjes tegen het rumoer van de
wereld. Boven de poort de beschilderde
wapens van Van Hoogeveen en het na
schrift.
Da Eva ab Hoogeveen
Filia Alberti Domini de Hoogeveen
Virgo Castissima et Laudatissima
Has Aedes Deo Virginibus casiis
Vidvisque
Honestis D. D. C. testamento Volvit
Defunctam Lauda Spectator
Anno et Imitare 1659
Hetgeen vertaald luidt:
„Vrouwe Eva van Hoogeveen, dochter
van Albertus, Heer van Hoogeveen, een
kuische en lofwaardige maagd, heeft deze
huisjes voor God en voor kuische maagden
en eerzame weduwen gesticht. Volgens
testament na haar dood vervuld.. Prijs de
overledene, toeschouwer, en volg haar na."
Na Vrouwe Eva eerbiedige hulde te heb
ben gebracht, treden wij de stille, zon
beschenen hof in. De huisjes zijn onder
één gevelljjst gebracht, welke gedragen
wordt door gemetselde pilasters. De
wisselwerking tusschen de roode muren en
de gele pilasters doet buitengewoon leven
dag aan. Rondom is het pleintje geplaveid
met matten, eveneens in roode en gele
steen. Bij ieder huisje hoort een opklap-
tafel om bloemen op te zetten.
De tuin is aangelegd tusschen twee rijen
geschoren lindeboomen, met in het midden
een decoratieve, hardsteenen pomp, op
welks top een lam staat (het wapen van
de stichteres), een eenigszins plomp en
onhandig lam, da't heugenis wekt aan de
kunst-producten, waarmede de boterboeren
bij het begin van de lente (gebeurt dat
nog?) hun klanten vereerden. De pompe-
romp, geribbeld met een neerstortend
water-motief, heeft een prachtige koperen
tuit, die uit een bladerkrans te voorschijn
schiet, en een paar krullende zwengels.
De regenten-kamer is niet in het hofje,
maar den hoek om, op de Doelengracht;
een topgevel, met guirlandes en kruis
kozijnen, met een pijnappel-hoedje op het
hoofd, en boven de poort een gevelsteentje:
,,'t Hofken van Eva van Hoogeveen."
Het regentenhuis is verhuurd; de eenige
regent, oud-burgemeester Van de Sande
Bakhuyzen, had voor de „vergaderingen"
van het college geen zaal van noode.
De Doelengracht loopt langs de Artil
lerie-kazerne voorheen het terrein van
de St. Jorisdoelen. Het gebouw zelve is
in 1820 afgebroken; de schutterstukken van
Joris van Schooten en gebrandschilderde
glazen, met plaatjes van de graven en
gravinnen van Holland vervaardigd door
Willem Thibaut (16e eeuw) zijn door de
Lakenhal in bescherming genomen.
De poort uit 1645, een werk van Arent
van 's Gravesande, is blijven staan. St Joris
(George), zijn helm met een pluim getooid,
bestormt op zijn hengst den draak. Het
pleit is reeds beslecht. Het helsche serpent
klauwt woest en wild om zich heen, maar
de lans van St. Joris is in zijn keel ge
spietst en drilt er aan den anderen kant
uit! Aan weerszijden van dezen bescherm
heer der schutterij kanonnen en manden
met kogels. Op het fries kruitvaatjes en
klaroenen (of zouden het biertonnen en
drinkhorens zijn?) en de namen van
Deecken en Hooftlieden van het gilde.
Tusschen vlaggen en vanen een versteende
schutterij-inventaris: helmen en kanonnen,
speren, pijlen en bogen.
Op de Groenhazengracht de evenwichtige
gevel van de door architect Buurman ont
worpen, nog niet geheel voltooide Vak
school voor meisjes.
Op de Oude Varkenmarkt het beschei
den gebouw van Rijks-Zeeinstrumenten,
en, aan den overkant, het Loridans-hofje.
Er is een tijd geweest, dat de varkens
niet gesmokkeld, maar in 't openbaar ver
handeld werden. Ook de Oude Varken
markt (een gedempte gracht) was op het
einde der 15e eeuw oor- en ooggetuige van
dit krijschend, knorrend en gillend bedrijf.
De breede straat heeft, gelijk iedere ande
re varkenmarkt, haar bestemming verloren
en dat sinds lang.
Zooals het ons met het spek en de kar-
bonaadjes is gegaan, zoo verging het ook
met de hofjes. Wanneer men kluift zonder
dat de voorraad wordt aangevuld, kluift
men ten langen leste op het bot. En nu
voor het Loridans-hofje staande, komen
we tot de ontstellende bevinding, dat de
overvloed van hofjes ook nu uitgeput
raakt, en dit het laatste binnen-pleintje is,
waarvan we den doezel-dommel met een
bezoek zullen verstoren.
Het Loridans-hofje sluit op eervolle wijs
de lange rij. Het werd in 1656 nagelaten
door Pieter Loridan, een Waalsch laken
verver.
Omtrent de bedoelingen, waarmede het
werd gesticht, worden we niet in 't duis
ter gelaten:
Dié iyk is van geloof en eerlijk van
gemoed
En in zyn ouderdom schroomt voor de
arreonoet
Werd hier al waer hy vreemd van dese
zorgh verlicht
Nu Pieter Loridan voor hem dit
hofien sticht
Het was op het nippertje af, of er zou
nooit of nimmer een Loridans-hofje zijn'
geweest. De goede man maakte zijn testa
ment op 4 Augustus 1655 „clouc ende ge-
sont van lichame", en veertien dagen la
ter, op 18 Augustus, was hy overleden.
Het vers vult de gevel van het poortge
bouwtje, dat uitloopt in een ronde schoor
steen, met een windvaantje erop.
In het voorportaal een bronzen plaquet
te (door M. Zwollo) met en profil W. F.
Verhey van Wijk, geschonken bij diens
veertig-jarig regentschap. Een tweede pla
quette vermeldend alleen de naam en de
jaartallen 18731893, leert ons dat de heer
Verhey van Wijk, die veel voor het hofje
deed, ook zijn gouden regentschap mocht
beleven.
De binnenplaats is netjes, maar sober,
met als afwijkende bijzonderheid een hou
ten zuilen-galerij, ten gerieve van de lucht-
soheppende hofbewoners.
De concierge, de 'heer J. J. C. Kruis ging
ons over een eiken wenteltrapje voor naar
de regentenkamer, behangen met de ge
bruikelijke namen-lijsten. Het vertrek is
vochtig, en dus is het maar goed, dat het
portret van Loridan en een regenten-
schilderij in de Lakenhal logeeren. Deze
stukken zouden in de vriendelijke kamer,
gemeubileerd met een ingelegde tafel en
ongemakkelijke „Spaense stoelen mit jucht
leer becleet" (aangekocht in 1657), beter
van pas komen dan de enorme gekleurde
fotografie van heeren regenten, waarvoor
in 1927 de ongeloofelijke som van 525.
werd neergeteld. Had zoo'n bedrag niet
'kunstzinniger besteed kunnen worden?
Onder de door getorste kolommen getorste
schouw: een haardplaat: de Hollandsche
Maagd in den Hollandschen tuin, met de
leeuw, dapper zich verwerend voor het
vaderland: „pro patriae" staat er inge
goten, wat een taalkundige fout is van den
smid, die zijn' vak beiter verstond dan La
tijn.
Het Noordeinde, reeds in de Middel
eeuwen binnen de wallen getrokken, loopt
uit op de Witte Poort, die in 1863 onder
sloopers handen viel. Op den buitenpoort
werd de reiziger in de volgende vermanen
de woorden welkom geheeten:
Tot 'bidden u bevliit
Weest naerstiglyk en waekende
Want gij weet viir nogh tiit
Wanneer u 't quaet es naeckende.
Dat heilzame poort-sermoen is bewaard
gebleven en overgebracht naar de Laken
hal. Zou er geen plekje voor te vinden zijn
aan het begin van het Noordeinde?
Een van de meest-begenadigde kunste
naars van alle eeuwen kwam in de omge
ving van de Witte Poort ter wereld: Rem
brandt. Zyn vaders molen „De Pelikaan"
stond op het bolwerk, waar nu de Kweek
school voor Zeevaart verrijst.
Is er geen enkele herinnering aan Lei-
dens groote zoon? Toch wel.
Toon Dupuis maakte een bronzen borst
beeld van den meester, dat heel goed de
gelijkenis treft van den vastberaden kop.
Het beeld werd aan het Noordeindsplein
geplaatst op een rood-granieten voetstuk.
De saaie doodloopende Rembrandtstraat
met als eenige bizonderheid het kerkge
bouw der Hersteld Apostolische Gemeente,
ligt in de omgeving.
En in de Weddesteeg, die langs het vroe
gere bolwerk loopt, is een gedenksteen in
gemetseld (hoeveel Leidenaars weten
dat?).
HIER WERD GEBOREN OP DEN
15den JULI 1606
REMBRANDT VAN RIJN
Dat is alles en me dunkt: het is wat
kaaltjes en armelijk. Rembrandt, een der
geniaalste kunstenaars, die het menschelyk
geslacht heeft voortgebracht, verdient een
eereplaats midden in de stad zijner ge
boorte, en niet een borstbeeldje achteraf,
een straatje achteraf en een gedenksteen
tje achteraf. Op de splitsing van Breestraat,
Hoogewoerd en Korevaarstraat is een ge
schikt punt ontstaan voor een Rembrandt-
standbeeld.Of op de Beestenmarkt,
Agenda
LEIDEN.
Woensdag, Ver. Oud-Leerlingen Leldsche
Ambachtsschool, Showavond door
The Ramblers, 7.30 uur.
De avond-, nacht en Zondagsdienst der
apotheken te Leiden wordt van Maandag
14 April 8 uur tot Zatefdag 19 April 8 uur
waargenomen door: de Apotheek Kok, Ra
penburg 9, tel. 24807 en de Apotheek „Tot
Hulp der Menschheid", Hooigracht 48,
Tel. 21060.
Te Oegstgeest door: de Oegstgeestsche
Apotheek, Wilhélminapark 8, TeL 26274.
omgedoopt tot Rembrandtplein. Is dat
niets?
De tijd, dat aan de Kweekschool voor
Zeevaart matrozen werden opgeleid ligt
niet zoover achter ons. Het hoofdgebouw
dateert uit 1879 en is ontworpen door C.
Blansjaar. In de boogvulling van den in-*
gang: zeevaart-attributen in bonte men
geling en daarboven in een nis het borst
beeld van Prins Hendrik (door Bart van
HoVe), den derden zoon van koning Willem
II. Het beeld is een geschenk der Leidsche
burgerij, getuigende van waardeering voor
den prinselijken beschermheer en begun
stiger der school.
Het Noordeinde is arm aan oude huizen.
Tegenover de Varkensmarkt een gevel
steen met drie roskammen Diohtbij de
uitmonding op het Kort-Rapenburg de
met bloemen- en vruchtenslingers opge
tooide gevel van de Zita-vereeniging.
Op het Korte Rape,nburg dat in 1910
voor den aanleg van een electrische tram,
werd overwulfd de De Gijselaarsbank,
daar opgesteld, zooals het gebakken op
schrift zegt, door „de Leidsche burgerij
aan haren burgemeester jhr. mr. N. C. de
Gijselaar" en dat wel ter huldiging van zijn
beleid gedurende de „Oorlogsjaren 1914
1919". Tot voor kort was de bank een ge
liefkoosd zitje voor Leidsche boulevar
diers; dit rendez-vous schijnt echter uit de
mode te zijn geraakt. De bank ontwerp
van Willem Brouwer is een heel be
hoorlijke zit-gelegenheid, maar veel be
schutting van de twee grappige 's avonds
met roode lichtjes op onveilig signaal ge
zette, afdakjes zullen de rustenden niet
genieten. Onder deze dakjes gebakken re-
liefs: links de Rouw (met handen voor
oogen), rechts een klimop-o ver woekering,
waaronder wij de Vreugde of de Blijdschap
veronderstellen.
In een vernieuwde trapgevel op het Kort
Rapenburg, een gedenksteen van Gerard
Dou (1613—1675).
De Nederlandsche Bank is een (massief
gebouw; in het fronton reliefs van onheil
spellende leeuwen met koppen als bull-
doggen, die op wacht liggen voor eenige
verdiepingen effecten-safes.
De Kath. Vakschool voor Meisjes, die,
vanaf de Blauwpoortsbrug komend, zoo
effect-vol het Galgewater afsluit, is een
werk uit 1932 van ir. Jan van der Laan. In
de hal een trits gebrandschilderde ramen
van Joan Collette- een Byzantijnsche Chris
tus-figuur in een heerlijk-rood gewaad, om
geven door de luisterende Maria en de die
nende Martha. De zij-ramen worden ge
vuld door groepen van wijze, en dwaze
maagden. De hal is voorts gestoffeerd met
een schilderstuk van de vorige directrice
mevr. C. van Oerle-Nipper door Anton
Molkenboer (1939) en met een zittend H.
Hartbeeld, door M. Andriessen, dat in zijn
grof-primitieve vormgeving uiterst modern
moet heeten.
Naast de vakschool een poortje uit 1615
met een onbeholpen gebeeldhouwd ros, in
den trant van „Jantje heeft een paard ge-
teekend."
De BosteLbrug (bostel is de naam van
kuip-voer voor het vee) is in 1324 aange
legd als een houten bruggetje, dat alleen in
de hooitijd gebruikt mocht worden om de
hooiwagens uit de weilanden voor de stads
muur door te laten. In andere seizoenen
was het rij verkeer verplicht over de
Vischbrug te gaan. De planken werden
eenvoudig uit Bostelbrug genomen en er
bleef nog slechts een vlonder liggen voor
„voetgangers en melkmeyden."
De overkant werd in 1355 binnen de wal
len opgenomen en daarmee verloor de
Bostelbrug geleidelijk haar liefelijke, maar
on geriefelijke landelijkheid.
Niet zóó lang geleden is het oudere
Leidenaars zal het nog heugen dat de
Prinsessekade, toen Paardensteeg geheeten,
zoo nauw was, dat de waarschuwing in de
„Gids Wierda" niet kwaad was: „Pas op
neem uw weg rechts van de rails, want zoo
ge corpulent zijt is er aan de andere zijde
groot gevaar bekneld te worden tusschen
de huizen en een passeerend tramrijtuig".
In 1903 is de bebouwing aan de waterzijde
neergehaald en door een. plantsoen ver
vangen; vreugde over de geboorte van een
troonopvolgster in 1909 deed de gemoder
niseerde Paardensteeg overdoopen in
Prinsessekade.
Om nu deze Teeds veel te lange prome
nade nog wat te rekken, dalen wij af naar
de Apothekersdijk. Het is werkelijk een
afdaling, want de Apothekersdijk ligt
zooals ook Hildebrand in de „Camera
Obscura" opmerkte bijna waterpas met
den Rijnstroom.
Aan de overzijde het onbeduidende tele
foonkantoor, aan deze zijde de evenmin iets
beteekenende kleurdoosjes-roode fagade
v*an het Volkshuis.
De stille Apothekersdijk Zaterdags
morgens is de Rijnoever met bioemèn en
planten in alle kleuren van het palet be
schilderd verstilt nog meer in de Stille
Rijn, die aan het eind ongemerkt het hoek
je omgaat op .dc Stille Mare. Aan den
Stillen Rijn een opnieuw ingemetselde ge
velsteen