Weerbericht WIELRIJDERS, Toerisme bij honk DINSDAG 15 APRIL 1941 DE LEIDSCHE COURANT EERSTE BLAD PAG. 2 i Abonnementsprijs: voor Leiden 20 cent per week; 2.63 per kwartaal. Bij onze agenten 21 cent per week; 2.73 per kwartaal. Franco per post 3.10 per kwartaal. Geïllustreerd Zondagsblad 0.52 per kwartaal. Losse nummers 5 cent, met geïll. Zondagsblad 9 cent. Advertentiën: 32 cent per regel. Ingezonden mededeelingen dubbel tarief. Telefoontjes hoogstens 30 woorden, 55 cent per plaatsing, alléén Woensdag en Zaterdag. IONS OP- EN ONDERGANG. Zon onder 8.36 uur Dinsdagavond. Zon op 8.42 uur Woensdagochtend. MAANSTANDEN. 16 April: De maan komt Woensdagnacht om 1.15 uur op en gaat Woensdagochtend om 10.13 onder. 17 April: De naam komt Donderdagnacht om 2.12 op en gaat Donderdagvoormiddag om 11.13 onder. 18 April: De maan komt Vrijdagnacht om 3 uur op en gaat Vrijdagmiddag om 12.17 onder. (Laatste kwartier) 19 April: De maan komt Zaterdagnacht om 3.38 uur op en gaat Zaterdagmiddag om 1 22 uur onder. 20 April: De maan komt Zondagmorgen om 4.12 uur op en gaat Zondagmiddag om 2.29 uur onder. 21 April: De maan kómt Maandagmorgen om 4.39 op en gaat Maandagmiddag om 3.35 uur onder. 22 April. De maan komt Dinsdagochtend om 5.04 uur op en gaat Dinsdagmiddag 4.40 uur onder. /3M0II0I10II0II0II0IIC3II0IIC^ - 0 Verduisteringstijden 0 Er is bepaald, dat er verduisterd. moet worden tusschen zonsonder- U 0 gang en zonsopkomst. 0 Deze tijden zijn voor hedenavond r en morgenochtend: U 0 ZONSONDERGANG 8 3fi iiiir. ZONSOPKOMST 6.42 uur. 0 0 Q Tusschen deze beide tijden dient Q n er dus verduisterd te worden. - 0 on on on oil on on on on 0110 Alg. Vereen, v. Bloem bollencultuur De Alg. Vereen, v. Bloembollencultuur hield heden haar 194e algemeene vergade- dering. De voorzitter, de heer A. J. Ver- hage, sprak een openingswoord, waaraan het volgende is ontleend: m Het is nog slechts enkele maanden ge leden, dat ik bij de opening der vorige al gemeene vergadering uitvoerig ben inge gaan op de ernstige moeilijkheden, die het bloembollenbedrijf, als gevolg van den oorlogstoestand, ondervindt. Ook heb ik toen gewezen op het belang, dat er voor onze geheele volkshuishouding in schuilt, om dezen bedrijfstak in stand te houden. Hiervan zullen na de beëindiging van den oorlogstoestand de vruchten kunnen wor den geplukt. Het is niet mijn bedoeling dit alles in andere woorden te herhalen; ik hoop, dat de toestand, zooals deze voor ons ligt, ook aan de betrokken Overheidsinstanties duidelijk is. Met die hoop heeft onze vereeniging in de afgeloopen maanden getracht, een groo teren steun voor het bloembollenbedrijf te verkrijgen. In het bijzonder het in de vorige algemeene vergadering met alge meene stemmen aangenomen voorstel der afd. Sassenheim was hiertoe de aanleiding. Hoewel ons alle hoop op verdergaanden steun dan de met dankbaarheid ontvangen toezegging, dat het Surplusfonds in staat gesteld zal worden de opgekochte over schotten uit te betalen tegen de'minimum prijzen, verminderd met de kortingen,, niet is ontnomen, is toch wel gebleken, dat wij niet zonder meer mogen verwachten, dat de voor den opkoop van het surplus benoodigde heffing dit jaar zal vervallen. De onderhandelingen over verderen 6teun zijn echter nog niet afgeloopen, en daarom zou ik er nog eens den nadruk op willen leggen dat de bedrijfsuitkomsten in het afgeloopen jaar van dien aard zijn, dat er aanzienlijke verliezen zijn geleden. Wanneer men die verliezen becijfert, komt men, over het geheele bloembollenbedrijf gerekend, tot formidable bedragen. De groote verliezen zijn naar verhouding ge leden bij de narcissenteelt; daarna heeft de tulpenteelt de grootste verliezen opge leverd. Met dergelijke verliezen is het, wanneer deze door het bedrijf zelf gedragen moeten worden, na jaren van economische depres sie niet mogelijk dezen bedrijfstak als ge heel in stand te houden. Het is dan ook een levensbelang voor het bloembollen bedrijf, dat in deze verliezen althans te gemoet wordt gekomen. In het bijzonder geldt dit voor de kweekers van narcissen, die wel in bijzonder slechte omstandig heden verkeeren, en voor de tulpenkwee kers. Deze verliezen drukken te zwaarder, nu gebleken is, dat de teelt van andere ge wassen in het bloembollenbedrijf ook geen goede financieele uitkomsten kan geven. De outillage van ons bedrijf is berekend op het kweeken van bloembollen, en niet op het telen van tuinbouwartikelen. Desondanks heeft het bloembollenbedrijf zich zoo volledig mogelijk bij de productie van voedingsmiddelen ingeschakeld. Op het openliggende land, en zelfs op de paden in het met bloembollen beplante land, wordt door onze kweekers, die gewend zijn met alle middelen te trachten van hun grond te oogsten, wat er geoogst kan wor den, getracht zooveel mogelijk bij te dra gen aan de voedselvoorziening van ons volk. Onze organisatie heeft dit vanaf het in treden van den oorlogstoestand bevorderd en al het mogelijke gedaan om te voor komen, dat er land onbenut zou blijven. Dat nu in de paden van het met bloem bollen beteelde land vrij roode peen mag worden voortgebracht is een groote steun, om tot een zoo doelmatig mogelijk gebruik van het land te komen. Dit past volkomen in ons bedrijf, en deze z.g. padenteelt is van het grootste belang. De teelt van aardappelen, die altijd in uitloopende kwaliteit op onze duinzand gronden zijn voortgebracht, kan ook een belangrijke rol spelen in het bloembollen bedrijf. Om deze teelt ook financieel mo gelijk te maken,, is het echter noodzakelijk, dat in de gestelde maximumprijzen tot uiting komt de prima kwaliteit onzer aard appelen, die vroeger, toen er nog een vrije prijsvorming bestond, ook altijd beloond werd. Anders zou deze teelt niet op den zelfden schaal kunnen geschieden als voor al nu noodzakelijk voor ons volk, maar ook noodzakelijk voor onze bedrijven. Uit de publicaties der laatste weken weet men, dat de door de inkrimping van het hyacinthen- en tulpenareaal vrijgekomen gronden voor een belangrijk gedeelte met zaadboonen en -erwten zullen moeten wor den beteeld. Het is voor ons bedrijf, en vooral ook voor onze exportmogelijkheden, van de grootste beteekenis, dat deze ver- plighte teelt ernstig ter hand genomen wordt. Vele moeilijkheden, die uit de verander de omstandigheden voortvloeien, blijven de aandacht onzer vereeniging hebben. Zoo is, in samenwerking met andere vak organisaties, getracht om in zake de om zetbelasting, die voor ons bedrijf groote administratieve moeilijkheden meebrengt, terwijl slechts naar verhouding lage op brengsten te verwachten zijn, een andere regeling, die veel administratieve moeilijk heden zou wegnemen, te bereiken. Het resultaat hiervan is, dat van bloembollen voorshands heffing van omzetbelasting achterwege zal blijven, behalve bij ver koop in den kleinhandel. De voorziening van kolen, mest, benzine e.d. heeft ook de geregelde aandacht. Al deze en andere vraagstukken worden bewerkt naast den gewonen arbeid der vereeniging. Het hoofddoel van alle bemoeiingen blijft, om te trachten ons vak gedurende den oorlog in stand te houden, om het na den oorlog weer te zien opbloeièn, zij het dan ook onder gewijzigde economische verhoudingen. Hiervoor is in de eerste plaats noodig afdoende hulp van de Over heid ter tegemoetkoming in de geeden ver liezen en een loonend maken der bijteel ten. In elk geval dient de bloembollenteelt niet verder te worden ingekrompen, wat ook voor de voedselvoorziening van wei nig beteekenis zou zijn, vooral nu de pa den voor de voedselproductie kunnen wor den gebezigd. Om dit einddoel te bereiken, is een groo te eendracht onder onze vakgenoten zelf noodzakelijk. Het behoeft, na alles wat erover gezegd is, geen betoog, dat het tot stand komen van één groote vakorganisatie, die aller belangen behartigt en die uiteindelijk de problemen beziet uit een oogpunt van al gemeen vakbelang, dezerzijds zeer zou worden toegejuicht. En ik hoef u niet te zeggen, dat het mij spijt, dat ik op deze vergadering nog niet kan mededeelen, dat de onderhandelingen om het de andere vakorganisaties tot de vorming van één alles omvattend eorganisatie te komen, re sultaat hebben opgeleverd. Het Hollandsch Blombollenkweekers Genootschap heeft in zijn jongste leden dat het ter zake hetzelde standpunt huldigt vergadering ook naar buiten uitgedragen, als het hoofdbestuur onzer vereeniging. Dit heeft ons verblijd; deze uiting van de noodzaak om tot de grootst mogelijke een heid te komen is, vooral in de huidige om standigheden, van groote waarde. De onderhandelingen met de andere hierbij betrokken vakorganisatie zijn ech ter niet zoodanig verloopen, dat nu al een gunstig resultaat kan worden voorspel. Temeer niet, omdat onzerzijds het stand punt wordt ingenomen, dat een nieuwe op zet goed moet zijn, en dat, wanneer deze opzet naar onze meening niet aan de te stellen eischen voldoet, beter met het bren gen van veranderingen kan worden ge wacht. In afwachting van het resultaat dezer pogingen, om tot een werkelijke eenheid te geraken, hoop ik, dat de bestaande nau we samenwerking tusschen de vakorgani saties in de tijden, die voor ons liggen nog versterkt zal worden. bij 't oversteken naar links en dan naar rechts gekeken. Vereeniging voor Veilig Verkeer. WAAR REMBRANDT GEBOREN WERD „Krijg je niet meer dan genoeg van die omzwervingen door de stad?" vroeg iemand, die het blijkbaar welletjes vond. „Het is weldra afgeloopen" troostte ik hém „hou goede moed". Deze moed behoefde ik mezelf niet in te spreken; de kris-kras-kruistocht door Leiden was iederen keer opnieuw een verzetje vol verrassingen, en de eenige teleurstelling is, dat er binnenkort een einde aan zal komen, als de geheele stad opnieuw ontdekt en beschreven zal zijn. De lust tot toeristieke belevenissen dreef ons ditmaal naar de Doelensteeg, waar een monumentale poort georneerd met een winkel in binnen- en buitenlandsch fruit wacht houdt voor het Eva van Hooge- veenhofje. De meeste poorten openen zich, deze poort sluit af. Zy beveiligt een van de mooiste hofjes tegen het rumoer van de wereld. Boven de poort de beschilderde wapens van Van Hoogeveen en het na schrift. Da Eva ab Hoogeveen Filia Alberti Domini de Hoogeveen Virgo Castissima et Laudatissima Has Aedes Deo Virginibus casiis Vidvisque Honestis D. D. C. testamento Volvit Defunctam Lauda Spectator Anno et Imitare 1659 Hetgeen vertaald luidt: „Vrouwe Eva van Hoogeveen, dochter van Albertus, Heer van Hoogeveen, een kuische en lofwaardige maagd, heeft deze huisjes voor God en voor kuische maagden en eerzame weduwen gesticht. Volgens testament na haar dood vervuld.. Prijs de overledene, toeschouwer, en volg haar na." Na Vrouwe Eva eerbiedige hulde te heb ben gebracht, treden wij de stille, zon beschenen hof in. De huisjes zijn onder één gevelljjst gebracht, welke gedragen wordt door gemetselde pilasters. De wisselwerking tusschen de roode muren en de gele pilasters doet buitengewoon leven dag aan. Rondom is het pleintje geplaveid met matten, eveneens in roode en gele steen. Bij ieder huisje hoort een opklap- tafel om bloemen op te zetten. De tuin is aangelegd tusschen twee rijen geschoren lindeboomen, met in het midden een decoratieve, hardsteenen pomp, op welks top een lam staat (het wapen van de stichteres), een eenigszins plomp en onhandig lam, da't heugenis wekt aan de kunst-producten, waarmede de boterboeren bij het begin van de lente (gebeurt dat nog?) hun klanten vereerden. De pompe- romp, geribbeld met een neerstortend water-motief, heeft een prachtige koperen tuit, die uit een bladerkrans te voorschijn schiet, en een paar krullende zwengels. De regenten-kamer is niet in het hofje, maar den hoek om, op de Doelengracht; een topgevel, met guirlandes en kruis kozijnen, met een pijnappel-hoedje op het hoofd, en boven de poort een gevelsteentje: ,,'t Hofken van Eva van Hoogeveen." Het regentenhuis is verhuurd; de eenige regent, oud-burgemeester Van de Sande Bakhuyzen, had voor de „vergaderingen" van het college geen zaal van noode. De Doelengracht loopt langs de Artil lerie-kazerne voorheen het terrein van de St. Jorisdoelen. Het gebouw zelve is in 1820 afgebroken; de schutterstukken van Joris van Schooten en gebrandschilderde glazen, met plaatjes van de graven en gravinnen van Holland vervaardigd door Willem Thibaut (16e eeuw) zijn door de Lakenhal in bescherming genomen. De poort uit 1645, een werk van Arent van 's Gravesande, is blijven staan. St Joris (George), zijn helm met een pluim getooid, bestormt op zijn hengst den draak. Het pleit is reeds beslecht. Het helsche serpent klauwt woest en wild om zich heen, maar de lans van St. Joris is in zijn keel ge spietst en drilt er aan den anderen kant uit! Aan weerszijden van dezen bescherm heer der schutterij kanonnen en manden met kogels. Op het fries kruitvaatjes en klaroenen (of zouden het biertonnen en drinkhorens zijn?) en de namen van Deecken en Hooftlieden van het gilde. Tusschen vlaggen en vanen een versteende schutterij-inventaris: helmen en kanonnen, speren, pijlen en bogen. Op de Groenhazengracht de evenwichtige gevel van de door architect Buurman ont worpen, nog niet geheel voltooide Vak school voor meisjes. Op de Oude Varkenmarkt het beschei den gebouw van Rijks-Zeeinstrumenten, en, aan den overkant, het Loridans-hofje. Er is een tijd geweest, dat de varkens niet gesmokkeld, maar in 't openbaar ver handeld werden. Ook de Oude Varken markt (een gedempte gracht) was op het einde der 15e eeuw oor- en ooggetuige van dit krijschend, knorrend en gillend bedrijf. De breede straat heeft, gelijk iedere ande re varkenmarkt, haar bestemming verloren en dat sinds lang. Zooals het ons met het spek en de kar- bonaadjes is gegaan, zoo verging het ook met de hofjes. Wanneer men kluift zonder dat de voorraad wordt aangevuld, kluift men ten langen leste op het bot. En nu voor het Loridans-hofje staande, komen we tot de ontstellende bevinding, dat de overvloed van hofjes ook nu uitgeput raakt, en dit het laatste binnen-pleintje is, waarvan we den doezel-dommel met een bezoek zullen verstoren. Het Loridans-hofje sluit op eervolle wijs de lange rij. Het werd in 1656 nagelaten door Pieter Loridan, een Waalsch laken verver. Omtrent de bedoelingen, waarmede het werd gesticht, worden we niet in 't duis ter gelaten: Dié iyk is van geloof en eerlijk van gemoed En in zyn ouderdom schroomt voor de arreonoet Werd hier al waer hy vreemd van dese zorgh verlicht Nu Pieter Loridan voor hem dit hofien sticht Het was op het nippertje af, of er zou nooit of nimmer een Loridans-hofje zijn' geweest. De goede man maakte zijn testa ment op 4 Augustus 1655 „clouc ende ge- sont van lichame", en veertien dagen la ter, op 18 Augustus, was hy overleden. Het vers vult de gevel van het poortge bouwtje, dat uitloopt in een ronde schoor steen, met een windvaantje erop. In het voorportaal een bronzen plaquet te (door M. Zwollo) met en profil W. F. Verhey van Wijk, geschonken bij diens veertig-jarig regentschap. Een tweede pla quette vermeldend alleen de naam en de jaartallen 18731893, leert ons dat de heer Verhey van Wijk, die veel voor het hofje deed, ook zijn gouden regentschap mocht beleven. De binnenplaats is netjes, maar sober, met als afwijkende bijzonderheid een hou ten zuilen-galerij, ten gerieve van de lucht- soheppende hofbewoners. De concierge, de 'heer J. J. C. Kruis ging ons over een eiken wenteltrapje voor naar de regentenkamer, behangen met de ge bruikelijke namen-lijsten. Het vertrek is vochtig, en dus is het maar goed, dat het portret van Loridan en een regenten- schilderij in de Lakenhal logeeren. Deze stukken zouden in de vriendelijke kamer, gemeubileerd met een ingelegde tafel en ongemakkelijke „Spaense stoelen mit jucht leer becleet" (aangekocht in 1657), beter van pas komen dan de enorme gekleurde fotografie van heeren regenten, waarvoor in 1927 de ongeloofelijke som van 525. werd neergeteld. Had zoo'n bedrag niet 'kunstzinniger besteed kunnen worden? Onder de door getorste kolommen getorste schouw: een haardplaat: de Hollandsche Maagd in den Hollandschen tuin, met de leeuw, dapper zich verwerend voor het vaderland: „pro patriae" staat er inge goten, wat een taalkundige fout is van den smid, die zijn' vak beiter verstond dan La tijn. Het Noordeinde, reeds in de Middel eeuwen binnen de wallen getrokken, loopt uit op de Witte Poort, die in 1863 onder sloopers handen viel. Op den buitenpoort werd de reiziger in de volgende vermanen de woorden welkom geheeten: Tot 'bidden u bevliit Weest naerstiglyk en waekende Want gij weet viir nogh tiit Wanneer u 't quaet es naeckende. Dat heilzame poort-sermoen is bewaard gebleven en overgebracht naar de Laken hal. Zou er geen plekje voor te vinden zijn aan het begin van het Noordeinde? Een van de meest-begenadigde kunste naars van alle eeuwen kwam in de omge ving van de Witte Poort ter wereld: Rem brandt. Zyn vaders molen „De Pelikaan" stond op het bolwerk, waar nu de Kweek school voor Zeevaart verrijst. Is er geen enkele herinnering aan Lei- dens groote zoon? Toch wel. Toon Dupuis maakte een bronzen borst beeld van den meester, dat heel goed de gelijkenis treft van den vastberaden kop. Het beeld werd aan het Noordeindsplein geplaatst op een rood-granieten voetstuk. De saaie doodloopende Rembrandtstraat met als eenige bizonderheid het kerkge bouw der Hersteld Apostolische Gemeente, ligt in de omgeving. En in de Weddesteeg, die langs het vroe gere bolwerk loopt, is een gedenksteen in gemetseld (hoeveel Leidenaars weten dat?). HIER WERD GEBOREN OP DEN 15den JULI 1606 REMBRANDT VAN RIJN Dat is alles en me dunkt: het is wat kaaltjes en armelijk. Rembrandt, een der geniaalste kunstenaars, die het menschelyk geslacht heeft voortgebracht, verdient een eereplaats midden in de stad zijner ge boorte, en niet een borstbeeldje achteraf, een straatje achteraf en een gedenksteen tje achteraf. Op de splitsing van Breestraat, Hoogewoerd en Korevaarstraat is een ge schikt punt ontstaan voor een Rembrandt- standbeeld.Of op de Beestenmarkt, Agenda LEIDEN. Woensdag, Ver. Oud-Leerlingen Leldsche Ambachtsschool, Showavond door The Ramblers, 7.30 uur. De avond-, nacht en Zondagsdienst der apotheken te Leiden wordt van Maandag 14 April 8 uur tot Zatefdag 19 April 8 uur waargenomen door: de Apotheek Kok, Ra penburg 9, tel. 24807 en de Apotheek „Tot Hulp der Menschheid", Hooigracht 48, Tel. 21060. Te Oegstgeest door: de Oegstgeestsche Apotheek, Wilhélminapark 8, TeL 26274. omgedoopt tot Rembrandtplein. Is dat niets? De tijd, dat aan de Kweekschool voor Zeevaart matrozen werden opgeleid ligt niet zoover achter ons. Het hoofdgebouw dateert uit 1879 en is ontworpen door C. Blansjaar. In de boogvulling van den in-* gang: zeevaart-attributen in bonte men geling en daarboven in een nis het borst beeld van Prins Hendrik (door Bart van HoVe), den derden zoon van koning Willem II. Het beeld is een geschenk der Leidsche burgerij, getuigende van waardeering voor den prinselijken beschermheer en begun stiger der school. Het Noordeinde is arm aan oude huizen. Tegenover de Varkensmarkt een gevel steen met drie roskammen Diohtbij de uitmonding op het Kort-Rapenburg de met bloemen- en vruchtenslingers opge tooide gevel van de Zita-vereeniging. Op het Korte Rape,nburg dat in 1910 voor den aanleg van een electrische tram, werd overwulfd de De Gijselaarsbank, daar opgesteld, zooals het gebakken op schrift zegt, door „de Leidsche burgerij aan haren burgemeester jhr. mr. N. C. de Gijselaar" en dat wel ter huldiging van zijn beleid gedurende de „Oorlogsjaren 1914 1919". Tot voor kort was de bank een ge liefkoosd zitje voor Leidsche boulevar diers; dit rendez-vous schijnt echter uit de mode te zijn geraakt. De bank ontwerp van Willem Brouwer is een heel be hoorlijke zit-gelegenheid, maar veel be schutting van de twee grappige 's avonds met roode lichtjes op onveilig signaal ge zette, afdakjes zullen de rustenden niet genieten. Onder deze dakjes gebakken re- liefs: links de Rouw (met handen voor oogen), rechts een klimop-o ver woekering, waaronder wij de Vreugde of de Blijdschap veronderstellen. In een vernieuwde trapgevel op het Kort Rapenburg, een gedenksteen van Gerard Dou (1613—1675). De Nederlandsche Bank is een (massief gebouw; in het fronton reliefs van onheil spellende leeuwen met koppen als bull- doggen, die op wacht liggen voor eenige verdiepingen effecten-safes. De Kath. Vakschool voor Meisjes, die, vanaf de Blauwpoortsbrug komend, zoo effect-vol het Galgewater afsluit, is een werk uit 1932 van ir. Jan van der Laan. In de hal een trits gebrandschilderde ramen van Joan Collette- een Byzantijnsche Chris tus-figuur in een heerlijk-rood gewaad, om geven door de luisterende Maria en de die nende Martha. De zij-ramen worden ge vuld door groepen van wijze, en dwaze maagden. De hal is voorts gestoffeerd met een schilderstuk van de vorige directrice mevr. C. van Oerle-Nipper door Anton Molkenboer (1939) en met een zittend H. Hartbeeld, door M. Andriessen, dat in zijn grof-primitieve vormgeving uiterst modern moet heeten. Naast de vakschool een poortje uit 1615 met een onbeholpen gebeeldhouwd ros, in den trant van „Jantje heeft een paard ge- teekend." De BosteLbrug (bostel is de naam van kuip-voer voor het vee) is in 1324 aange legd als een houten bruggetje, dat alleen in de hooitijd gebruikt mocht worden om de hooiwagens uit de weilanden voor de stads muur door te laten. In andere seizoenen was het rij verkeer verplicht over de Vischbrug te gaan. De planken werden eenvoudig uit Bostelbrug genomen en er bleef nog slechts een vlonder liggen voor „voetgangers en melkmeyden." De overkant werd in 1355 binnen de wal len opgenomen en daarmee verloor de Bostelbrug geleidelijk haar liefelijke, maar on geriefelijke landelijkheid. Niet zóó lang geleden is het oudere Leidenaars zal het nog heugen dat de Prinsessekade, toen Paardensteeg geheeten, zoo nauw was, dat de waarschuwing in de „Gids Wierda" niet kwaad was: „Pas op neem uw weg rechts van de rails, want zoo ge corpulent zijt is er aan de andere zijde groot gevaar bekneld te worden tusschen de huizen en een passeerend tramrijtuig". In 1903 is de bebouwing aan de waterzijde neergehaald en door een. plantsoen ver vangen; vreugde over de geboorte van een troonopvolgster in 1909 deed de gemoder niseerde Paardensteeg overdoopen in Prinsessekade. Om nu deze Teeds veel te lange prome nade nog wat te rekken, dalen wij af naar de Apothekersdijk. Het is werkelijk een afdaling, want de Apothekersdijk ligt zooals ook Hildebrand in de „Camera Obscura" opmerkte bijna waterpas met den Rijnstroom. Aan de overzijde het onbeduidende tele foonkantoor, aan deze zijde de evenmin iets beteekenende kleurdoosjes-roode fagade v*an het Volkshuis. De stille Apothekersdijk Zaterdags morgens is de Rijnoever met bioemèn en planten in alle kleuren van het palet be schilderd verstilt nog meer in de Stille Rijn, die aan het eind ongemerkt het hoek je omgaat op .dc Stille Mare. Aan den Stillen Rijn een opnieuw ingemetselde ge velsteen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1941 | | pagina 2