Benoeming van onderwijzend personeel WOENSDAG 9 APRIL 1941 32ste Jaargang No. 9919 S)e Geicbcli^Soii/fca/iit Bureaux Papengracht 32. Telefoon: Redactie 20015. Administratie 20935. DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Giro 103003. Postbus 1L <J^eöiametit 's Avonds voor zijn Lijden heeft Hij zijn testament gemaakt. De sfeer van het gebeuren is ons bekend, de laag-gewelfde zaal van het laatste avondmaal, waar Hij met zijn leerlingen aanligt en waar die wonderlijke atmosfeer hangt van Mysterie en Liefde. Wie een testament maakt, wil daarmee dikwijls iets bestendigen, hij wil zorgen, dat na zijn dood bepaalde waar den behouden blijven voor het nageslacht. Ook Jezus wilde toen twee dingen besten digen, zijn Leven en zijn Liefde. Hij wilde zijn Leven bestendigen, Hij wilde, dat het Mysterie van zijn Leven* in de menschen hier op aarde zou worden voortgezet. Vroeger had Hij dat al beloofd: Hij had gesproken over zijn Vleesch, dat waarlijk spijs, zijn Bloed, dat waarlijk drank zou zijn en Hij had de verzekering gegeven: „Zooals Ik leef door den Vader, zóó zal ook hij, die Mij eet, leven door Mij". Hij heeft dat nü tot werkelijkheid gemaakt: Hij heeft het Brood genomen, Hg breekt het en heft dankend zijn zuivere oogen ten hemel, dan reikt Hij het aan de elf getrouwen en zegt: „Neemt en eet, dit is mijn Lichaam". Hij neemt ook de kelk en doet hem rondgaan: „Drinkt allen hieruit: /lit is de kelk van mijn Bloed, van een nieuw en eeuwig Verbond". Ja, hier werden de menschen op ondoor grondelijke wijze met God verbonden: zij werden gevoed met God's Lichaam en Bloed, maar namen daarmee tfevehs god delijk Leven in zich op. Zg- werden meer dan ooit kinderen van God. Het is begon nen in de elf eenvoudigen, die daar rond om den Meester vergaderd waren; maar Hij legde hun een zending op de schouders, die onbegrensde consequenties met zich meebracht. „Doet dit tot mijn gedachtenis", zoo heeft Hij gezegd. Zoo heeft Hij dit wcnder bestendigd: op de altaren van hèel de wereld wordt iederen morgen opnieuw het Mysterie voltrokken: brood en wgn worden veranderd in zijn Lichaam en Bloed en de Christenen worden gevoed met het „Lichaam des Heeren" opdat ze inderdaad met zijn Leven vervuld zouden zijn. O zaligheid van deze goddelijke wer kelijkheid: in ons is het Leven, dat uit den schoot des Vaders vloeit. Wij mogen blij en gelukkig het Paulus-woord herhalen: „Ik leef niet meer, maar Christus leeft in mij". Dat moet het Levens-besef van den Christen zijn: terwijl we ons in oot moedige dankbaarheid buigen voor de overvloed van God's Gave, moet dit besef ons toch tevens vervullen met edele fier heid: wij* zijn van goddelijk geslacht! Niet. hoogmoedig moeten we zijn, wel groot moedig, bewust van onze waardigheid, doordrongen dus ook van de gewichtige consequenties, die deze waardigheid voor ons meebrengt. Die consequenties zijn kernachtig samengevat in de tweede rijkdom, die Jezus door zijn testa ment op aarde bestendigen wilde, zijn Liefde. Zijn wij kinderen van God, dan moeten wij ook leven als kinderen van God. Waar dus het goddelijk wezen Lief de is, daar moet ook ons leven Liefde zgn. Niet zooals die door de heidenen verstaan wordt: zij hebben vaak den mond vol van „liefde", maar wat zij liefde noemen, is dikwijls niet veel meer dan de blinde na tuurdrang van vleesch en bloed. De Liefde van den Christen is een zuiver, heilig vuur, gevoed in zijn hart door het geheel ver geestelijkte Vleesch en Bloed van zijn God, dat hij eten en drinken mag. Vervuld met die onuitsprekelijke gaven van het goddelijke Leven moet hij door de wereld gaan, ootmoedig in het besef van zijn men- schelijk tekort, maar fier in het bewust zijn van zijn hemelsche uitverkiezing, levend voor God en juist daarom vol toe wijding voor zijn broeders, de menschen, die de roeping van het goddelijke kind schap in zich dragen. Dat is de rijkdom, die Jezus ons in zijn testament vermaakte. Als deze rijkdom onze weergalooze vreugde is, dan mag daarin toch nooit het besef ontbreken dat Hij ons deze vreugde door zijn Lijden en Dood heeft gekocht. Morgen is het Witte Donderdag, be seffen we het wel: Jezus maakt zich klaar, om te gaan sterven! Dr. HENRI VAN ROOUEN, Kruisheer. V Gemeenschappelijke hulp Eén van de voordeelen van dezen tijd is, dat wij gemeenschappelijk*streven naar een zoo groot mogelijke productiviteit, naar een zoo groot mogelijk sociaal nut van wat ons bezit is. Dat moeten wij vasthouden. Ook als nog 'ns zou terugkeeren een tijd van betrekke- lijken overvloed betrekkelijken overvloed, want met schaamte herinneren we ons toch nog wel, dat, ook in een tijd van den méésten overvlded, deze toch nog al tijd een betrekkelijk karakter had, doordat hij zich lang niet over allen uitstrekte. Overvloed, 'een behoorlijk voldoende hoe veelheid voor allen is er niet gauw, ook onder de allergunstigste omstandigheden, t e n z ij de menschen zich inspannen, om uit de natuur der dingen het voordeel te halen, dat er in ligt, tenzij de menschen met en voor elkaar zorgen! Dr. Posthuma verklaart morgen zullen wij daarover uitvoeriger mededeelingen doen dat den boeren gemeenschap pelijke hulp in het bloed zit, eigen is. Dat is volkomen waar. Doch deze eigen schap mag niet alléén der boeren trots zijr Als wij een mooien nieuwen tijd willen ingaan, waarin betrekkelijke welvaart heerscht voor allen, dan moet aan allen ge meenschappelijke hulp eigen zijn. En, wanneer wij als christen oordéelen en zóó moeten en willen wg toch oor- deelen dan ^is het allerduidelijkst, dat allen gemeenschappelijke hulp in het bloed moet zitten. Gemeenschappelijke hulp is een wezen lijk bestanddeel van een christelijke sa menleving, van een maatschappij, d!e op de christelijke moraal wil zijn gegrondvest. Gemeenschappelijke hulp, die zich uit strekt over alle tusschen de menschen be staarde verschillen heen; die den enkeling zoowel als de gemeenschap gelukkig kan maken! Berechting strafzaken Rakende het economisch leven Het verordeningenblad van heden biengt een belangrijk besluit van den Secretaris-Generaal van het Departement van Justitie met betrekking tot de be rechting van strafzaken, rakende het eco nomische leven. Artikel 1. 1. Bij iedere arrondissementsrechtbank worden ingesteld uit een lid bestaande (enkelvoudige) kamers voor de berech ting van strafzaken, rakende het economi sche leven. 2. De leden dezer kamers worden aan gewezen door den Secretaris-Generaal van het Departement van Justitie; zg dragen den titel „economisch rechter". Artikel 2. De economische rechter oordelt in eer sten aanleg bij uitsluiting over alle misdrij ven en overtredingen, waartegen straf is bedreigd in: 1. de landbóuw-crisiswet 1933, 2. de bodemproductie 1939, 3. de distributiewet 1939. 4. de prijsopdrijvings- en hamsterwet 1939, 5. de voorschriften uitgevaardigd betref fende het beperken van werk, 6. de Oorschriften uitgevaardigd betref- tende het vervoer van personen en goede ren, 7. de voorschriften uitgevaardigd betref fende het verbod van verlaging van loonen en salarissen, 8. de voorschiiften uitgevaardigd betref fende de totstandkoming van regelingen in zake loonen, salarissen en andere arbeids- /oorwaarden, 9. het prijsbeheerschingsbesluit, 10. het voedse1voorziening'-besluit, 11. de verordening betreffende de ver plichting tot het verrichten van diensten en betreffende de beperking ten aanzien van het veranderen van betrekking, 12. het deviezenbesluit 1941, 13. het organisatiebesluit voedselvoorzie ning 1941, 14. Andere rechtsvoorschriften, voor zoo ver deze zulks uitdrukkelijk bepalen, een en ander voor zoover deze strafbare feiten tot de kennisneming van de rechterlijke macht behooren. Artikel 4. Tegen uitspraken van den economischen rechter kan geen verzet worden gedaan. Artikel 5. 1. De verdachte kan hooger beroep in- Voordracht van B. en W. of van school bestuur aan goedkeuring onderworpen Het nieuwe verordeningenblad brengt een belangrijk besluit van den secretaris generaal van het departement van opvoe ding, wetenschap en cultuurbescherming betreffende benoeming en ontslag van on derwijzend personeel aan gemeentelijke en bijzondere scholen. Wg citeeren daaruit de volgende artike len: Artikel 1. Indien de gemeenteraad in een vacature irl het onderwijzend personeel van een school voor lager, uitgebreid lager, mid delbaar, gymnasiaal of nijverheidsonder wijs of van een kweekschool voor onder wijzers en onderwijzeressen door de be noeming van een vaste leerkracht moei voorzien, plaatsen burgemeester en wet houders, zoo mogelijk drie maanden vóór het openvallen der betrekking, een oproep in de door den secretaris-generaal van het departement van opvoeding, vlztenachap en cultuurbescherming aan te wijzen nieuwsbladen of tijdschriften. Artikel 2. De benoeming vindt plaats aan de hand van een voordracht, welke door burge meester en wethouders aan den secretaris generaal van het departement van opvoe ding, wetenschap en cultuurbescherming of aan de door dezen aangewezen instantie wordt voorgelegd. Deze voordracht beval de niet redenen omkleede aanbc vein gen van drie personen, die voor het geven van het betreffende onderwijs bevoegd zijn. Dt secretaris-generaal van het departement van opvoeding, wetenschap en cultuurbe scherming,of de dc dezen aangewezen in stantie kan deze voordracht geheel of ten deele afwjjzen. De beslissing is met rede nen omkleed. Wordt de voordracht geheel afgewezen, dan wordt een nieuwe voor dracht ingediend, welke wederom de met redenen omkleede aanbevelingen van drie personen bevat. Voor het geval er geen drie geschikte krachten voor de voordracht beschikbaar zijn, is een voordracht van twee, of zoo noodig een voordracht van één voldoende. Artikel 3. De overeenkomstig artikel 2 ingediende voordracht wordt beschouwd als goedge keurd, wanneer de secretaris-generaal van het departement van opvoeding, weten schap en cultuurbescherming of de door dezen aangewezen instantie zich niet bin nen zes weken na ontvangst van de voor dracht daaromtrent heeft geuit. Artikel 4. Voor het geval in een vacature door het benoemen van een tijdelijke leerkracht wordt voorzien, wordt gehandeld op de zelfde wijze als voor een benoeming in vasten dienst, wanneer de benoeming ge schiedt voor den tijd van vier maanden of langer, of wanneer sedert het openvallen van de betrekking tot het in dienst treden van de nieuwe leerkracht meer dan vier maanden verloopen zijn. Artikel 5. Het beoogde ontslag van leerkrachten moet den secretaris-generaal van het de partement van opvoeding, wetenschap en cultuurbescherming of aan de door dezen aangewezen instantie worden medegedeeld, tenzij het ontslag op verzoek van den be- treffenden persoon geschiedt. Hit ontslag wordt beschouwd als goedgekeurd, wan neer de secretaris-generaal van het depar tement van opvoeding, wetenschap en cul tuurbescherming of de door dezen aange wezen instantie zich niet binnen zes we ken daaromtrent heeft geuit. Artikel 6. Ten aanzien van de benoeming en het ontslag van onderwijzend personeel van bijzondere scholen vindt het bepaalde in de artikelen 1 tot en met 5 overeenkom stige toepassing, met dien verstande, dat het schoolbestuur in de plaats van burge meester en wethouders en van den ge meenteraad treedt. Nieuwe bonnen EXTRA EI-RANTSOEN. Gedurende het tijdvak van Donderdag 10 April tot en met Woensdag 16 April a.s. geeft de met „22" genummerde bon van de „bonkaart algemeen" recht op het koopen van één ei. De bonnen, welke op 16 April nog niet gebruikt zijn, blijven nog geldig tot en met Zaterdag 19 April a.s. VLEESCH. Gedurende het tijdvak van Donderdag 10 April tot en met Zondag 20 April a.s. geeft elk der vier met „11 vleesch" ge merkte bonnen van de vleeschkaart recht op het koopen van 100 gram v. -h, been inbegrepen, of één rantsoen vleesch wareu De met „11 vleeschwaren" gemerkte bon geeft uitsluitend recht op het koo pen van een rantsoen vleeschwaren. De bonnen, welke op 20 April a.s. nog niet gebruikt zgn, blijven nog geldig tot en met Woensdag 23 April a.s. De aandacht wordt er op gevestigd,dat ditmaal ook kip in blik of glas, alsmede door bevriezing verduurzaamde kip op de vleeschbonnen en de vleeschwarenbonnen kan worden gekocht. Ook de met „10" ge nummerde bonnen van de vleeschkaart ge ven vanaf 10 April recht op het koopen van 100 gram van bovengenoemde soorten kip. been inbegrepen. Het rantsoen vleeschwaren, dat per bon stellen in de gevallen waarin vrijheidsstraf of geldboete van 200.— is opgelegd. Het openbaar ministerie kan hooger beroep in stellen in de vallen waarin eeen dezer straffen werd gevorderd. De berechting in hooger beroep is toe vertrouwd aan bijzondere kamers van het gerechtshof, b^ta^nde uit drie leden. kan worden gekocht, bedraagt 75 gram voor gerookt of gekookt varkens-, rund-, kalfs-, paarden- en scha pen vleesch en voor gerookte worstsoorten, 100 gram voor ge kookte worstsoorten, rolpens en knak worst, 125 gram voor levenartikelen, ton genworst en nierbrood en 150 gram voor bloedworst. DISTRIBUTIE VAN MELK. Bij beschikking van den secretaris generaal van het departement van Land bouw en Visscherij zijn al dan niet ont- roomde melk, alsmede chocolademelk In den zin van het melkbesluit 1929 aangc- wezen als distributiegocderen in den zin van art. 4 van de distributiewet 1939. De voor de uitvoering noodige voor schriften worden nader vastgesteld door genoemden secretaris-generaal. DISTRIBUTIE VAN GEVOGELTE. Bij beschikking van den secretaris generaal van het departement van Land bouw en Visscherij zijn alle voor men- schelijke consumptie geschikte, door con serveering in glas of in blik, dan wel door afkoeling verduurzaamde soorten gevolgelte aangewezen als distributie goederen in den zin van art 4 der distri butiewet 1939. De uitvoeringsvoorschriften worden na der vastgesteld. KARWIJZAAD EN GEEL MOSTERDZAAD Blijkens een besluit van den secretaris generaal van het departement van land bouw en visscherij is ten aanzien van de voorraden kar wij zaad en geel mosterdzaad aan den handel de plicht tot inlevering en in entarisatie opgelegd, indien en voorzoo ver zulks door de stichting Nederlandsche inkoop Centrale van Akkerbouwproduc ten (N.I.C.A.) te 's-Gravenhage wordt ver- r Momentje v PAASCHOS. Nu Paschen nadert moet ik weer denken aan den goeden ouden tijd. Waarom zouden wg ons niet vermeien in dingen, die eens waren en ons we zenlijk vreugde schonken?. Zoo tegen Paschen kwamen in den winkel van onzen Alkmaarschen sla ger de bordjes voor den dag. Kleine, vette, rechthoekige bordjes, waarop vermeld stond: Eervolle vermelding, eerste prijs, enz. Dat betrof de koeien en de biggen, de zwaarste, de beste en de dikste, die de slager speciaal voor zijn klanten had ingeslagen. En en kele dagen voor Paschen ging hij met zijn beste os aan den wandel. Het beest had een krans om den kop en zijn eervolle vermeldingen hingen aan zijn horens. Het kwam bij de klanten voor de deur en deze konden kiezen. De slager teekende het aan op de huid van het dier, dat langzaam het uiter lijk kreeg van een landkaart van zijn interieur of een grafiek van culinaire verlangens. Het is nu weer in de dagen vóór Paschen. En er gaat geen Paaschos .door de stad, versierd als eens de stie ren in de Romeinsche arena. Die is nu als de zondenbok de woestijn inge stuurd, en wij zitten niet meer bij de vleeschpotten van Egypte. Wg vermo gen slechts den slager om uitkomst smeeken en verzamelen overigens al onze vreugde in een extra-ei bij ons Paaschontbgt. Totalisator toegestaan. Het nieuwe Verordeningenblad brengt een besluit van de secretarissen-generaal van de departementen van Justitie en van Landbouw en Visscherg ter bevordering van de paardenfokkerij, waarin het volgen de bepaald wordt. Door de secretarissen-generaal van de departementen van Justitie en van Land bouw en Visscherij kan aan een of meer rechtspersoonlijkheid bezittende vereeni- gingen of stichtingen onder nader te stel len voorwaarden worden toegestaan, ter bevordering van de paardenfokkerij, bij harddraverijen en paardenrennen een to talisator te organiseeren. AANGIFTE EN AMNESTIE BELASTIN GEN EN DEVIEZEN Termijn van aangifte verlengd Het verordeningenblad van heden bevat een besluit van de Secretaris-Generaal van het Departement van Financiën, houdende wijziging van het besuit betreffende de verplichting 'tot aangifte en betreffende arr.neestie op het gebied der belastingen en der deviezen. De wijziging bestaat hierin, dat de da tum van 15 April 1941 thans is veranderd in 20 Mei 1941. Volgens het gewijzigde be sluit moet dus de aangifte, zonder dat daar toe een bijzondere uitnoodiging wordt ge daan, geschieden voor of op 20 Mei 1941. DE DUURTETOESLAG OP DEN STEUN.' De secretaris-generaal van het departe ment van sociale zaken heeft aan de ge meentebesturen bekend gemaakt, dat de duurtetoeslag op den steun thans ook verleend kan worden over inkomsten, niet uit arbeid. PROV. STATEN VAN NOORD-HOLLAND Bij besluit van den secretaris-generaal van het departement van binnenlandsche zaken is machtiging verleend aan den com missaris in de proyincie Noord-Holland tot het bijeenroepen van de staten dier provin cie in buitengewone zitting op Dinsdag 13 Mei 1941, teneinde aan de orde te stellen de verkiezing van een lid van het college van gedeputeerde staten dier provincie, ter voorziening in de vacature, ontstaan door het overlijden van den heer mr. J. B. Bo- mans. GEEN PAASCHVUREN. Wellicht ten overvloede, vestigt de rijks- insipecteur voor de bescherming van de be volking tegen luchtaanvallen, er de aan dacht op, dat het ontsteken van Paasch- vuren, alsmede het afbranden van heide of struikgewas, het verbranden van aard appelloof, zaagsel, e.d. en het orugedoofd achterlaten van de daardoor ontstane vu ren, verboden is tusschen zonsondergang en "■vnsoDgang.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1941 | | pagina 1