Berlijn en Belgrado De Engelsche aftocht in Cyrenaica Hez&epstaat. De Kroaten in de regeering Aaüvalsactics in Maart Matsoeoka's reis ZATERDAG 5 APRIL 1941 Ut, LE1DSCHE COURANT TWEEDE BUD - PAG. 5 HET ALTIJD DURENDE OFFER. Studipo lag op de pijnbank en Nix zat te broeien Is de Mis een aanranding van het Kruisoffer? Nee, zei Pastoor, integendeel! Het kwam er zoo onverwacht en plomp verloren uit, dat Stupido's mond van ver bazing uitzakte en in dien toestand van hulpeloosheid verstijfde: „Stupido, heb je wel eens kwaad ge daan?" Er volgde geen antwoord, hoegenaamd. Als op dat oogenblik de haan van Pastoor gekraaid zou hebben, was Stupido ten eeuwigen dage met zijn mond open blijven zitten. Pastoor grinnikte half-luid en hielp den 'verbouwereerden biechteling uit de pena rie: „Natuurlijk heb je wel eens kwaad gedaan. Ieder mensch zondigt in zijn leven eensof meer keer, en, als wij niet door Gods genade stevig op de been wer den gehouden, had zelfs de grootste heili ge in de allerdiepste modder gezeten." „O!" zuchtte Stupido opgelucht, en de heer Nix, die vreesde, dat ook op hem de geestelijke duimschroef zou worden toege past, verademde eveneens. „En als je het kwaad hebt uitgespookt, wat doe je dan?" hoorde Pastoor verder uit. „Moet u nu met alle geweld het naadje van de kous-weten?" vroeg Stupido ver bitterd, „Je terughoudenheid pleit voor je goed inzicht" verklaarde Pastoor opgeruimd. „Er zijn heel wat menschen, en die men- schen hebben ook nog boeken geschreven, die de zonde hebben verheerlijkt als een deugd. Dat is minstens zoo dwaas, als ziek te nuttiger en plezieriger te achten dan de gezondheid. De zonde is een ziekte. „Dat ben ik met u eens" stemde Stu pido gulhartig toe „maar wat heeft de zieke zonde eigenlijk met de Mis te ma ken? en nu is er geen doeltreffender ge neesmiddel voor «de ziekte der zonde" suste Pastoor de groeiende opstandigheid „dan het brengen van een offer." Deze wending van het gesprek stelde beide heeren gerust, en zich gemakkelijk in hun stoelen draaiend, luisterden zij toe. „Door een welgemeend berouw, en daar na door de biecht wordt de zonde welis waar* vergeven" doceerde de herder voort „maar het schuldbesef blijft soms, en zeker blijft de behoefte en de noodzake lijkheid om het goed te maken. En door deze behoefte gedreven hebben van de eerste tijden af de menschen zich gedrongen gevoeld offers van verzoening, van boete en van eerherstel op te dragen," „Dit ben ik roerend met u eens" zei de heer Nix, die in zijn vrijen tijd in gods dienst-geschiedenis grasduint. „Die behoefte heeft ook Christus gepeild, en aan Zijn Kerk een offer gegeven een vlekkeloos offer, dat iederen dag en op ieder uur over de geheele wereld wordt opgedragen." „De Mis" lichtte Stupido eenigszins overbodig toe. „Nu is het een verzwakking in het gods dienstig leven van den tegenwoordigen tijd, dat de Christenen wel de Mis bijwo nen of laten opdragen om goed te maken, wat dierbare overledenen mochten misdre ven hebben, doch niet al te diep beseffen, dat het offer ook het meest geëigende mid del is om voor zichzelf, voor hun huisge zinnen, voor ons beproefde vaderland en voor de geheele in wanorde woelende we reld verzoeningte vragen en de god delijke erbarming afte smeeke n." „Er worden ook Missen opgedragen bij gouden bruiloften en jubilea" merkte Stupido op. „Een zeer goed gebruik" vond de her der „en het is ook wel algemeen de ge woonte om op een verjaardag, na een ge nezing en bij een onverwacht buitenkans je ter kerke te gaan om een dank offer te brengen. Dankbaarheid is een eigen schap, die Christus tijdens zijn aardsche le ven bijzonder op pry's heeft gesteld." „De Mis kan dus worden beschouwd", somde de heer Nix op „al naar de stemming van dengene, die er bij tegen woordig is, als een zoen-, een smeek-, en een dankoffer." „Het lijkt wel een antwoordje uit de catechismus" zei Pastoor „Maar het is juist. De meeste volmaakte gesteltenis ech ter om de Mis bij te wonen, komt tot uiting in een nederige pure, volkomen onzelf zuchtige verheerlijking van Gods maje steit en wijsheid een aan bidding s- offerdus, waarbij we tevéns gerust mogen vragen om eeuwige of tijdelijke gunsten en vanzelfsprekend ook onze dankbaarheid 'kunnen uiten." Een korte stilte viel in. „Er gaat een do minee voorbij!" trachtte Stupido te gek scheren, maar het was kennelijk, dat de heer Nix op iets zat te broeien. Dat iets kwam ten slotte in deze opzienbarende ge daante uit het ei gekropen: „Christus" zei de heer Nix. en het klonk hard in de klok-tikkende' stilte „Christus heeft door zijn kruisoffer de we reld verlost en voor de zonden der mensch- heid vrijwillig geboet. Is na Zijn offer niet elk ander offer een overbodigheid gewor den?" „Ja!" zei Pastoor droog, overpeinzend, dat hij ook wel neen had kunnen zeggen. „Wordt door de Mis niet te kort gedaan aan de waarde van het kruisoffer?" „Neen!" antwoordde Pastoor dezen keer van ganscher harte. „Dan zou ik van u wenschen te verne men" voltooide de heer Nix zijn vragen - trilogie „in- welk verband Kruis- en Misoffer met elkaar worden gebracht." „Graag" Pastoor wreef in zijn handen, want hij wandelde in zijn knollentuin. De burgemeester van 's Hertogenbosch mr. F. van Lanschot, kwam zich deze week op de hoogte stellen van de voorbereidende werkzaamheden in zijn stad voor de uitreiking van de persoons bewijzen. waarbij de magistraat ook een vingerafdruk liet maken (toto Het Zuiden) „Dan moet u zich in den geest verplaatsen naar de zaal van het Laatste Avondmaal. Toen heeft Christus-zelf voor de eerste maal de H. Mis opgedragen, en aan de apostelen op 't hart gebonden dit ook te doen te Mijner gedachtenis. In de Mis wordt dit verlangen van Christus vervuld." „Maar het Laatste Avondmaal" onder brak de heer Nix „was geen offer." „Het Avondmaal" beklemtoonde Pas toor „was wel degelijk èen offer, vol gens sommige theologen zelfs het éénige offer, dat Christus bracht. Want bij het Avondmaal heeft Hij plechtig de kruisdood, die Hij anderdaags zou ondergaan aan Zijn Vader opgedragen." De heer Nix krabbelde een aanteekening op zijn bloc-note, dat hij altijd voor zich had liggen. „In het Avondmaal" ging Pastoor voort „werden het lijden en de dood van Christus, die nog moesten plaats grijpen, reeds tegenwoordig gesteld onder de gedaanten van brood en wyn, van Lichaam en Bloed, de zichtbare ken- teekenen van een geweldadigen dood. „Dit is mijn Lichaam, dat voor u zal wor den overgeleverd" sprak Christus over het brood. „Dit is de kelk van het Nieuw Testament in Mijn bloed" zeide hij by het overreiken van den wijn. Nauwkeurig het zelfde geschiedt in de Mis, met dit bij komstige onderscheid, dat, terwijl het Laatste Avondmaal een gedachtenis-offer was te voren, de Mis een gedachtenis offer is achtera f." „Dat beschouw ik piet als een bijkom stigheid" zei de heer Nix. „Er bestond voor Christus geen onder scheid tusschen het Laatste Avondmaal en Zijn Kruisdood. Het Avondmaal was een onbloedig tegenwoordig-stellen van Zijn bloedigen dood, en dat is ook de Mis. De Mis is een opnieuw tegenwoordig-stellen van Christus zoendood, een (en die term kunt u in alle katholieke boeken vinden) een onbloedige vernieuwing van het kruis offer, precies eender als het Laatste Avond- maad." „Dus de Mis" kwam de heer Nix tot de gevolgtrekking „is het Kruisoffer." „Zonder eenige twijfel: ja. Het zal u duidelijk zyn, dat aan het Kruisoffer door de Mis niet te kort wordt gedaan. Integen deel. De Mis is de eeuwige voortzetting van het Kruisoffer onder de menschen. Golgo tha is geen verbleekte historische gebeur tenis, die twee duizend jaar geleden plaats had, maar een levende werkelijkheid in het heden, waardoor tot het einde der tij den de dood des Heeren ver kondigd wordt totdat Hjj komt. „Waarom antwoordde u straks bevesti gend op mijn vraag, of ieder ander offer niet overbodig was geworden na het kruis offer" raadpleegde de heer Nix zijn aan teekening. „Omdat inderdaad ieder offer na het oneindige voldoening-gevend kruisoffer overbodig was geworden." „En het Misoffer dan?" „Zoo draaieii we in een cirkeltje rond" zuchtte Pastoor „de Mis zou geen of fer zijn, als zij niet, evenals het Laatste Avondmaal, een onbloedige tegenwoordig- stelling was van het bloedig offer. De Mis is oen hernieuwing van het kruisoffer, en daarom, maar ook alleen daarom, ook op zich een werkelijk offer, waardoor de ge naden en verdiensten van het Kruis in eindelooze stroom worden toegevoerd aan al degenen, die tot die bron komen." „Dus door de Mis wordt Christus' offer vereeuwigd?" was de laatste vraag van den heer Nix. „Zooals reeds koning David profeteerde, toen hij van den toekomstigen Verlosser schreef: Gij zijt priester in eeuwigheid naar de wijze van Melchisedech. Evenals Mel- chisededh: brood en wijn aan bracht, en hij was priester van den allerhoogsten 'God, toen Abraham een overwinning had be haald, zoo ook brengt Christus in het Laat ste Avondmaal en in de Mis brood en wijn aan, en offert op deze wijze Zijn Lichaam en Bloed in eeuwigheid op aan Zijn Va der. Is het u nu duidelijk?'' „Het is me zeer zeker duidelijk gewor den" gaf de heer Nix toe „dat de Mis, omdat het geen nieuw offer is, in niets te kort doet aan het ééne Kruisoffer." „En zelfs een dagelijksohe verheerlijking daarvan is, overal waar de zon ter wereld opgaat" besloot Pastoor tevreden. ARCANUS. MATSJEK LEGT DEN EED AF. Matsjek is gisterochtend bij zijn aan komst te Belgrado ontvangen door ver schelde,ne ministers. Hij heeft den eed af gelegd. Er is een ministerraad gehouden, waarvan men voor den vrede gunstige .re sultaten verwacht. ITAJLIAANSCHE CONSUL-GENERAAL UIT AGRAM VERTROKKEN. De Italiaansche consul-generaal is giste ren met zijn geheele personeel uit Agram naar Italië vertrokken. De Duitsche consuls te Serajevo en Split zijn met hun personeel naar Duitschland vertrokken. BERLIJN ACHT GEENERLEI WIJZIGING INGETREDEN IN DE OMSTANDIGHEDEN. Omtrent den toestand in Joego-Slavië is gistéren te Berlijn de opvatting uitgespro ken, dat geenerlei wijziging is ingetreden in de tot dusver vastgestelde omstandighe den. Overigens gedroeg men zich in offi- cieele evenals officieuze kringen te Berlijn buitengewoon gereserveerd bij de beoor deeling van de Joego-Slavische gebeurte nissen. Op desbetreffende vragen wees men er van Duitsche zijde slechts op, dat met uitzondering van het technisch noodzake lijke personeel alle leden van de Duitsche legatie uit Belgrado zijn vertrokken. Voorts beantwoordde men een vraag be treffende den termijn voor den terugkeer van den Duitschen gezant, Von Heeren, naar Belgrado aldus, dat van een dergel ij ken termijn in Berlijn niets bekend is. Met vrij groote stelligheid kon men ook zeggen, aldus werd hier van Duitsche zijde aan toegevoegd, dat de Joego-Slavische gezant, Andritsj, niet in contact is getreden met den rijksminister van Buitenlandsche Za ken von Ribbentrop. Ook het bericht om trent het toetreden van Matsjek tot de re- BETEEKENIS DER ONTRUIMING VAN BENGHAZL Er kan geen sprake van zyn, dat de En- gelsche leiding bij den overhaasten aftocht via Benghazi de vrijheid van besluit be zeten heeft zich „haar eigen slagveld te kiezen", betoogt men met nadruk in Ber- lijnsehe militaire kringen. In tegenstelling tot de bewering van het Engelsche opperbevel, dat de beteekenis van de Britsche nederlaag wil verzwakken, werd het slagveld door de DuitschItali aansche leiding bepaald. Zij heeft den vij and den strijd daar opgedrongen, waar zij hem wilde uitvechten. De wet van hande len werd, zoo wordt nadrukkelijk vastge steld, door de leiding der verbonden mo gendheden aan de Engelschen woorgesohre- ven. Het D.N.B. verneemt over de oorlogshan delingen in Cyrenaica nog de volgende bij zonderheden: De aftocht der Engelschen via Agedabia voorbij Benghazi geschiedde zoo snel, dat de vijand geen tijd vond,zich te weer te stellen. In tegenstelling tot het bij zonder geringe aantal slachtoffers onder de bondgenooten, waren de Engelsche ver liezen aan gesneuvelden, gewonden, ge vangenen en materiaal bij de felle achter volging aanzienlijk. De mededeel in g van het opperbevel van het Britsche Nijl-le- ger, dat de Engelsche troepen bij hun af tocht den troepen van de asmogendheden groote verliezen aan manschappen en strijdwagens hebben toegebracht, is pure fantasie. S.P.T. verneemt te Cairo nader omtrent de ontruiming van Benghazi door de En gelschen, dat generaal Wavell Woensdag per vliegtuig aldaar was aangekomen en onmiddellijk de vernietiging heeft gelast van het buitgemaakte Italiaansche oorlogs materiaal. Daarna hebben de Engelsche troepen de stad verlaten. In een communiqué van Reuter over de ontruiming van Benghazi wordt medege deeld, dat voor den aanvang van den te rugtocht al wat aan levensmiddelen in de stad voorradig was, vernietigd werd. De te Benghazi achtergebleven burgerbevolking is derhalve aan den honger overgeleverd. Of de zorg voor haar voorziening word aan den vijand overgelaten. Van Duitsche zijde wordt nierover opge merkt: Juist zóó zijn de Engelschen in Ne derland, België, Noord-Frankrijk opgetre den. Later heeft de Engelsche propaganda weliswaar geloochend, dat Engelsche troe pen in strijd met de grondbeginselen van het Volkenrecht de levensmiddelenvoor- raden van de burgerbevolking aangetast hadden. De moeilijkheden, die zich bij de voedselvoorziening van de bezette gebie den in West-Europa voordeden, werden den Duitschers in de schoenen geschoven. Het communiqué van Reuter over Bengha- geering te Belgrado heeft geen wijziging gebracht in de meening van de politieke kringen der rijkshoofdstad. De achtergronden van het toetreden van Matsjek tot de regeering, zoo verklaarde men, zijn in Berlijn in bijzonderheden niet bekend, evenmin als de voorwaarden en de prijs voor zijn toetreding. In dit ver band kan men van Duitsche zijde 6lechts opnieuw uitdrukking geven aan de beken de opvatting van Duitschland, dat de bin- nenlandsche politieke problemen van den Joego-Slavischen staat voor Duitschland geen voorwerp voor aanmerking kunnen vormen. Men kan in Berlijn slechts op nieuw vaststellen, dat het Kroatische volk nog steeds zyn sympathie voor de spil niet verheelt. Aan de antipathie der Kroaten tegen de excessen op de straat in Belgra do en tegen de kuiperijen der kliek in Bel grado schijnt niets veranderd te zijn. WAT VLUCHTELINGEN VERTELDEN. Te Temesvar aangekomen vluchtelingen uit het Zuid-Slavische Banaat melden, dat in Janotsjowo. Karageorgewo en andere rlaatsen wapens in alle huizen zijn uitge reikt. Dit feit heeft onder de Duitsche ko lonisten groote ongerustheid gewekt. De vluchtbeweging onder de VolksDuitschers wordt steeds algemeener, ofschoon zy door de Serven steeds sterker wordt on derdrukt. Zuiver Duitsche plaatsen zijn door afdeeüngen militie omsingeld. Bij Tsjeme liggend verscheidene duizenden Tsjetniks met machinegeweren en spring stofmateriaal, welker houding steeds drei gender wordt. Een uit de stad Neusatz aan gekomen Hongaarsche reiziger verhaalt, dat hij er ooggetuige van is geweest, hoe drie Duitschers op straat ruggelings door een Serviër werden overvallen, waarbij twee met messteken werden gewond. Den derde was de hals doorgesneden. Een Ser vische geestelijke heeft Zondag in zijn preek de Serven opgeroepen in geval van oorlog allereerst alle Duitschers af te slachten. De vluchtelingen melden ver der, dat de Servische bevolking intusschen tot den leeftijd van 60 jaar is gemobili seerd. zi is thans een Ondubbelzinnig geval. Het bevestigt opnieuw de Engelsche tactiek, de •burgerbevolking door honger uit te roeien en stelt de verantwoordelijkheid van de Engelschen voor alle daaruit voortvloeien de moeilijkheden voor goed vast. SUCCESSEN IN DEN OORLOG TEGEN DE KOOPVAARDIJ. De Duitsche onderzeeëns en het lucht- wapen hebben naar het D.N.B. van des kundige zijde verneemt de laatste da gen buitengewoon groote successen ge boekt in den oorlog tegen de Engelsche koopvaardij. Zoo is de eerste drie dagen van de maand April (volgens de betrok ken weermachtberichten) door duikbooten 123.916 brt. tot zinken gebracht en door het luchtwapen 72.000 brt. Beschadigd zijn in dezelfde periode door duikbooten 12.000 brt., door het luchtwapen 87.000 brt. De verliezen van de vijandelijke koopvaar dij bereiken derhalve in de eerste drie da gen van deze maand 195.916 brt, terwijl 99.000 brt scheepruimte door de uitwerking van ontploffingen en brandschade voor verscheiden maanden onttrokken zijn aan het Britsche vervoer. DE ACTIVITEIT VAN HET DUITSCHE LUCHTWAPEN. Naar van deskundige zijde wordt mede gedeeld, heeft het Duitsche luchtwapen zijn aanvalacties in de maand Maart op Engeland op alle fronten versterkt. In vijf tien nachten werden niet minder dan 23 groote doelen met sterke, onderdeelen van formaties succesvol gebombardeerd. Dit beteekent, dat iederen nacht vele honder den Duitsche gevechtsvliegtuigen boven Engeland en Schotland waren, dat ver scheidene millioenen kilogram ontplofbare stoffen en iqeer dan een millioen brand bommen op voor den oorlog belangrijke doelen in alle deelen.van het Britsche eiland werden geworpen. De actie van het Britsche luchtwapen tegen Duitsche ste den 'is, vergeleken met de reusachtige scha den aan Engelsche, voor den oorlog belang rijke, installaties by na te verwaarloozen. De Royal Air Force kon zeventien nachten van de maand Maart in het geheel niet bo ven Duitschland komen. De Royal Air Force moest of er genoe gen mede nemen, af en toe bommen op de bezette gebieden te werpen, of zij was ge dwongen geheel van een aanval af te zien. In de overige veertien nachten van Maart deed het Britsche luchtwapen aanvallen, vooral op West- en Noordwest-Duitschland. Slechts tweefnaal wist het met vry zwak ke strijdkrachten boven de rijkshoofdstad te komen. In Berlijn, alsook in-de overige getroffen steden konden de bommen van de Royal Air Force nergens in grooteu om vang schade aan oorlogsdoelen of oorlogs- economische schade aanrichten. De vernie lingen, die in Berlijn, Hamburg, in Keulen of Dusseldorf en Kiel ontstonden, beperk ten zich hoofdzakelijk tot meer of minder zware beschadigingen aan woonwijken. In drje gevallen werden ziekenhuizen ge troffen, doch overal werden burgers ge dood en gewond. Zoowel gerekend naar het aantal bommen als naar het aantal op tredende vliegtuigen waren de Britsche aanvallen op Duitsch rijksgebied slechts geringe fracties van de Duitsohe aanvallen op Engeland. Zelfs de zwaarste Britsche aanvalacties tegen het Duitsche rijk wer den hoogstens met een achtste, meestal slechts met een tiende gedeelte van de krachten tenuitvoergelegd, waarmede het Duitsche luchtwapen in de nachten van 8 tot en met 22 Maart Engeland heeft aange vallen. Hierbij moet nog in aanmerking worden genomen, dat Duitsche gevechts- en verkenningsvliegtuigen gedurende de geheele maand overdag voortdurend bo ven het Britsche eiland en het zeegebied rondom dit eiland in actie waren, terwijl de Royal Air Force het niet aandurfde, overdag naar de Duitsche kusten te vlie gen. Meer dan veertig schepen met een to tale inhoud van rond 200.000 brt. werden door Duitsche gevechtsvliegtuigen tot zin ken gebracht, rond vijftig schepen met bijna 300.000 brt. werden zwaar bescha digd. Het aanvalsgebied van het Duitsche luchtwapen strekte zich tot ver in den Atlantischen Oceaan uit. De verliezen van het Duitsohe luchtwapen zijn met het oog op deze geweldige acties verbazend gering. In de periode van 16 tot 31 Maart gingen in totaal 24 eigen vliegtuigen verloren, ter wijl de Britsche verliezen in dezelfde pe riode 55 vliegtuigen bedroegen. DE FRANSCHE KRIJGSGEVANGENEN IN DUITSCHLAND. Teneinde het duidelijk merkbare gebrek aan geschoolde arbeiders in het bezette en onbezette deel van Frankrijk op te 'heffen, zullen na de voorspraak van de Duitsche bezettingsautoriteiten nog meer Fransche krijgsgevangenen uit Duitsche kampen naar hun vaderland worden teruggestuurd. Am bassadeur Scapini heeft voor de radio van Vichy laten mededeelen, dat binnenkort ongeveer 40.000 Fransche krijgsgevangenen naar Frankrijk zullen terugkeeren en dat tienduizend vaders van vier en meer kin- deren naar him haardsteden zullen terug keeren. EEN BESPREKING BIJ HITLER. De Japansche minister van Buitenland sche Zaken, Matsoeoka, die op het oogen blik weer in Berlijn vertoeft, is. naar men van over het algemeen welingelichte zyde verneemt, Vrijdag in den loop van den middag door den Führer ontvangen voor een bespreking. De bespreking werd bij gewoond door den rijksminister van Bui tenlandsche zJaken, Von Ribbentrop. Naar in politieke kringen te Berlijn wordt vernomen, zal Matsoeoka ongeveer V/2 dag in de rijkshofdstad blijven. Zaterdagavond zal hij via Moskou naar Tokio terugkee ren. De stryd in Afrika. Manschappen van de Duitsche weermacht by het aanleggen van verdedigingswerken in de woestijn. (Foto Welt.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1941 | | pagina 5