Matsoeoka te Rome
De in beslag
genomen schepen
Financiën
DINSDAG 1 APR'L 1941
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD - PAG. 6
VANDAAG BEGINNEN BESPREKINGEN.
De Japansche minister van Buitenland
sche Zaken, Matsoeoka, is Maandaggavond
om 19.00 uur op het station Ostiense aan
gekomen. Hij werd ontvangen door hooge
Italiaansche persoonlijkheden en buiten-
landsche diplomaten. Een militaire muziek
kapel speelde de volksliederen van beide
landen.
Onder de klanken van het Japansche
volkslied inspecteerde Matsoeoka de voor
het station opgestelde eerecompagnie. Een
duizendkoppige menigte begroette den Ja
pansche gast met eindeloos gejuich.
Steeds weer weerklonk de roep: „Evviva il
Giappone, Evviva la Germania, Evviva
l'ltalia". Nadat de personen, die ter be
groeting van Matsoeoka aanwezig waren,
voorgesteld waren, begaf de Japansche
gast zich in gezelschap van den minister
van Buitenlansdche Zaken, graaf Ciano,
naar de villa Madama, die de Italiaansche
regeering den Japanschen minister voor
den duur van zijn verblijf ter beschikking
heeft gesteld.
De besprekingen van Matsoeoka met den
Duce en graaf Ciano zouden vandaag in
den loop van den middag beginnen. Mat
soeoka werd hedenochten ddoor den ko
ning-keizer in gehoor ontvangen. Ter eere
van Matsoeoka heeft deze in het Quirinaal
een officieel déjeuner gegeven.
ROME FEESTELIJK VERSIERD.
HULL DOET MEDEDEELÏNGEN.
De Amerikaansche minister Huil heeft
thans op zijn persconferentie mededeelin-
gen gedaan over de inbeslagneming der
Duitsche en Italiaansche schepen. Hij
noemde dit een „zuiveren verdedigings
maatregel", waarbij hij liet doorschemeren,
dat de bemanning der schepen door sabo
tage de Amerikaansche scheepvaart zou
kunnen belemmeren. Op de vraag, of het
departement van buitenlandsche zaken de
regeeringen van Duitschland en Italië van
de inbeslagneming in kennis zou stellen,
gaf Huil een ontwijkend antwoord door te
verklaren, dat de door de Amerikaansche
regeering getroffen maatregelen doeltref
fender zijn dan woorden. Huil zeide, geen
inlichtingen te kunnen geven over het de
finitieve lot der in beslag genomen sche
pen. Hij wilde zich ook niet uitlaten over
de beschuldiging van de senator Wheeler,
die gezegd had, dat de maatregelen der re
geering tegen de Duitsche en Italiaansche
schepen de Vereenigde Staten nog dichter
bij den oorlog gebracht hadden. De minis
ter zeide slechts, dat de regeering den
koers volgt, die steun voorschrijft aan En
geland en aan staten, die zich in een der
gelijke positie bevinden.
DUITSCH SCHIP DOOR BEMANNING
IN BRAND GESTOKEN.
Deviezengrens met
Duitschland opgeheven
VERORDENING HEDEN IN WERKING
In het Verordeningenblad is opgenomen
een verordening van den Rijkscommissaris
voor het bezette Nederlandsche gebied be
treffende de opheffing van de deviezen-
grens tusschen het Duitsche Rijk en het be
zette Nederlandsche gebied.
Hierin wordt bepaald, dat de beperkin
gen' en verbodsbepalingen, vervat in het
Deviezenbesluit 1941 niet gelden in het ver
keer tusschen het bezette Nederlandsche
gebied eenerzijds en het Duitsche Rijk en
de gebieden, waarvoor de Duitsche devie-
zenwet en haar uitvoeringsverordeningen
vervat zijn, anderzijds. Het Duitsche Rijk
en de gebieden, waarvoor de Duitsche de-
viezenwet en haar uitvoeringsverordenin
gen van kracht zijn, worden niet beschouwd
als buitenland in den zin van het Deviezen-
besluit 1941. Natuurlijke en rechtspersonen
en vennootschappen, welke haar woon
plaats in deze gebieden hebben, dan wel
aldaar gewoonlijk verblijven, gevestigd
zijn, bestuurd worden of kantoor houden,
alsmede filialen, bijkantoren en bedrijven
van ingezetenen in deze gebieden, worden
niet beschouwd als niet-ingezetenen in den
zin van het Deviezenbesluit 1941.
Duitsche „Auslandsbonds", met uitzonde
ring van die, welke in het bezette Neder
landsche gebied zijn uitgegeven, rentege-
vende obligatiën en niet-rentegevende
schuldbekentenissen van de „Konversions-
kasse für Deutsche Auslandsschulden"
worden voortaan als buitenlandsche effec
ten beschouwd.
Deze verordening treedt heden in wer
king.
MEDEDEELING VAN DE
NEDERLANDSCHE BANK
De Nederlandsche Bank te Amsterdam
deelt mede:
Op 1 April 1941 houdt de deviezengrens
tusschen het bezette Nederlandsche gebied
en Duitschland op te bestaan. Dientenge
volge kan het wederzijdsche betalingsver
keer zich in het algemeen wederom onmid
dellijk over de particuliere credietinstellin-
gen, over de post, enz. afwikkelen.
Tusschen de beide circulatiebanken, De
Nederlandsche Bank en de Deutsche Reichs-
bank, is sedert langer tijd overeengekomen,
dat aan alle transacties de waardeverhou
ding 100 R.M. is 75.36 wordt len grond
slag gelegd.
Deze koersverhouding geldt voor de toe
komst ook bij omwisseling van bankbiljet
ten en munten.
HET DEVIEZENBESLUIT 1941
De belangrijkste bepalingen
Thans is onder den naam „Deviezenbe
sluit 1941" een nieuwe regeling voor het de
viezen verkeer afgekondigd. De belangrijk
ste bepalingen volgen hieronder:
Het is slechts met een vergunning ge
oorloofd over buitenlandsche effecten te
beschikken, tenzij deze aan de Nederland
sche Bank vervreemd, of bij de Nederland
sche Bank of een deviezenbank bewaard
worden.
De secretaris-generaal kan bepalen, dat
de handel in nader aan te wijzen buiten
landsche effecten tusschen ingezetenen in
regelmatig beursverkeer zonder een ver
gunning geoorloofd is. Overeenkomsten
ten gunste van niet-ingezetenen zijn niet
begrepen onder handel tusschen ingezete
nen.
Slechts met een vergunning mag worden
beschikt over aandeelen in binnenlandsche
rechtspersonen, enz., indien de deelgerech-
tigde een niet-ingezetene is of indien de
beschikking ten gunste van een niet-inge-
zttene geschiedt. Een dergelijke vergun
ning is eveneens vereischt voor in het bui
tenland berustende, doch niet in het vrije
verkeer ingevoerde goederen ten gunste
van een niet-ingezetene.
De secretaris-generaal kan bepalen, dat
ingezetene,! aangifte moeten doen van de
hun in eigendom toebehoorende en nadien
door hen verkregen buitenlandsche vorde
ringen, effecten, enz. De secretaris-gene
raal is eveneens bevoegd, de verplichting
tot inlevering van buitenlandsche vorde
ringen enz. voor te schrijven.
Geblokkeerd Marken-
belastingbesluit 1941
Het Verordeningenblad bevat een ver
ordening van den Rijkscommissaris voor
het bezette Nederlandsche gebied betref
fende het in het Duitsche Rijk belegde Ne
derlandsche kapitaal (Geblokkeerde Mar-
kenbelastingoesluit 1941).
Hierin wordt het volgende bepaald:
Heffing van een belasting.
De hieronder nader te noemen Duitsche
beleggingen en vorderingen, ten aanzien
van welke een natuurlijke of rechtsper-
scon, die in het bezette Nederlandsche ge
bied zijn woonplaats of gewoonlijk zijn
verblijfplaats heeft of aldaar is gevestigd,
op 1 November 1940 eigenaar, bezitter of
crediteur was, zijn op het oogenblik, waar
op deze zich aan hen onttrekt, op den voet
van deze verordening onderworpen aan een
in eens geheven belasting.
Onder „onttrekken" wordt verstaan iede
re handeling, welke er toe leidt, dat, bij
beschouwing slechts ten aanzien van den
persoon van den eigenaar, bezitter of credi
teur, aan de belegging of vordering het ka
rakter van Duitsche belegging of vorde
ring wordt ontnomen, en wel meer in het
bijzonder:
a. het vervreemden onder bezwarenden
titel, onverschillig of hetzelve geschiedt aan
een persoon, die al dan niet in het bezette
Nederlandsche gebied zijn woonplaats of ge
woonlijk zijn verblijfplaats heeft of aldaar
is gevestigd, indien de tegenpretsatie in het
bezette Nederlandsche gebied wordt be
taald of naar het bezette Nederlandsche
gebied wordt overgemaakt;
b. het delgen, indien de tegenwaarde in
het bezette Nederlandsche gebied uitbe
taal of naar het bezette Nederlandsche ge
bied wordt overgemaakt;
c. het bezwaren, indien daarvoor een te
genwaarde in het bezette Nederlandsche ge
bied geleverd of naar het bezette Neder
landsche gebied wordt overgemaakt;
d. het vervreemden bijwege van een
executorialen maatregel of door middel van
een onteigening, indien de opbr ngst in het
bezette Nederlandsche gebied wordt ont
vangen of naar het bezette Nederlandsche
gebied wordt overgemaakt;
e. het aanwenden eener Duitsche beleg
ging of vordering of van haar tegenwaarde
tot het verwerven van goederen of van anr
dere zaken, welke niet heL karakter van
Duitsche beleggingen of vorderingen heb
ben.
Onder „onttrekken" wordt niet begrepen:
het verruilen van een Duitsche beleg
ging of vordering tegen een andere Duit
sche belegging of vordering;
2. de rechtsovergang bij overlijden, eeni-
gerlei andere opvolging onder algemeenen
titel, alsmede een schenking, tenzij over
making -^er belegging of vordering of van
haar tegenwaarde naar het bezette Neder
landsche gebied plaats vindt.
Wanneer bij een belegging of een vorde
ring een verandering intreedt ten aanzien
van den persoon of van den eigenaar, be
zitter of crediteur, of van den persoon van
den schuldenaar of van een persoon, die op
eenigerlei andere wijze is bezwaard, zon
der dat deze verandering de belastingschuld
doet ontstaan, dan blijft de voorwaarde
lijke belastingschuld aan de belegging of
vordering verbonden of zij gaat over op de
nieuw-ontstaande belegging of vordering.
De nieuw-ontstaande belegging of vorde
ring treedt in de plaats van de oude, uit
welke zij door herbelegging Is voortgeko
men.
Zoodra eenmaal de belasting voor een
Duitsche belegging of vordering is ver
schuldigd op den voet van deze verorde
ning, zijn alle verdere handelingen ten aan
zien van diezelfde belgging of vordering
niet meer aan de belasting onderworpen.
De belasting is verschuldigd door den
eigenaar, den bezicter of den crediteur der
belegging of vordering op het tijdstip,
waarop de handeling wordt verricht, door
welke de belastingschuld ontstaat.
Welke beleggingen en vor
deringen vallen onder de
belasting?
Duitsche beleggingen en vorderingen,
welke aan belasting volgens het voorgaan
de onderhevig zijn, zijn de volgende:
a. aansprakingen jegens een schuldenaar
of jegens een persoon, die anderszins tot
een prestatie is gehouden, die in hei: gebied
van het Duitsche Rijk, in. den Elzas, in
Lotharingen of in Lüxemburg zijn woon
plaats heeft of aldaar, gevestigd is, welke
op den voet van de Duitsche deviezen-
wetgeving vóór 1 April 1941 als geblokkeer
de vorderingen (Sperrforderungen) werden
beschouwd of zouden zijn beschouwd;
b. effecten, welke zijn uitgegeven door
een natuurlijken of rechtspersoon, die zijn
woonplaats binnen de hierboven onder a.
bedoelde gebieden heeft ol aldaar geves
tigd is;
c. andere rechten, voor zoover de daar
uit voortvloeiende aanspraken kunnen wor
den geldend gemaakt tegen natuurlijke of
rechtspersonen die hun woonplaats binnen
genoemde gebieden hebben of aldaar ge
vestigd zyn;
d. binnen het gebied van het Duitsche
Rijk, in den Elzas, in Lotharingen of in
Luxemburg liggende onroerende goederen.
Belegging en vorderingen,
welke niet belastingplichtig
zijn.
Onder Duitsche vorderingen en beleg
gingen, waarvan belasting geheven wordt,
zijn niet begrepen:
1. Vorderingen wegens kredieten, welke
na 15 Juli 1931 in deviezen of in vrije
Rijksmarken zijn verleend aan een persoon,
die binnen het gebied van het Duitsche
Rijk, in den Elzas, in Lotharingen of in
Luxemburg zijn woonolaats heeft of aldaar
gevestigd ins. In de plaats van 1" Juli 1931
kan gelden bij kredieten aan schuldenaren
in de navolgende gebieden de telkens daar-
bii genoemde data:
In het Saargebied 1 Maart 1935, in Oos
tenrijk 23 Maart 1938, in de Sudetenduit-
sche gebieden 28 October 1938, in het Me-
melgebied 28 Maart 1939, in Danzig en in
de ingelijfde Oostelijke gebieden 1 Septem
ber 1939, in den Elzas, in Luxemburg en in
de gebieden van Eupen, Malmedy en Mores
net 10 Mei 1940, in het Protectoraat Bohe-
men en Moravië 1 October 1940.
2. De onder de belasting vallende ge
noemde waarden voor zoover zij verwor
ven zijn met middelen, afkomstig uit de
terugbetaling van verleende kredieten, als
bedoeld onder punt 1 hierboven.
3. Vorderingen, wegens levering van goe
deren of wegens het verrichten van dien
sten, voor zoover deze na 15 Juli 1931 zijn
ontstaan.
4. Vorderingen wegens verzekeringen en
herverzekeringen, voor zoover deze niet
volgens de algemeene voorschriften van
het Duitsche deviezenrecht door storting
op een geblokkeerde rekening (Sperrkonto)
zijn of moesten worden voldaan.
5. Renten, vruchten, winstaandeelen,
huur- en pachtopbrengsten en dergelijke
regelmatig wederkeerende prestaties we
gens beleggingen of vorderingen van de
soort, welke onder de belasting vallen, als
mede pensioenen en rente-uitkeeringen,
achterstalige schulden, welke vóór 1 Juli
1940 opvorderbaar werden, evenwel slechts
voor zooveel deze voor een belastingschul
dige in totaal het bedrag van 375 gulden
niet te boven gaan.
6. Vorderingen, vallende onder de Duit
sche crediet-overeenkomst van 1939 en de
op 29 Juni 1940 te 's Gravenhage gesloten
NederlandschDuitsche overeenkomst be
treffende de Duitsche crediet-overeenkomst
van 1940 (Stillhalte-overeenkomst 1939 en
1940).
7. Regelmatige aflossingen, indien de ver
plichting tot betaling daarvan vóór den on
der punt 1 af te .lezen datum is aangegaan
en voor zooveel het bedrag der jaarlijksche
aflossing 10 procent niet overschrijdt.
8. Aanspraken tot welker zekerheid
scheepshypotheken zijn verleend.
Oe secretaris-generaal van het Departe
ment van financiën kan verdere uitzonde
ringen toestaan.
HET BEDRAG DER BELASTINGEN.
De belasting wordt berekend naar de
waarde, welke verkregen is door de han
deling, welke de belastingschuld deed ont
staan. Is de verkregen waarde kleiner dan
de als gebruikelijk te verwachten tegen
prestatie, dan dient de laatste als grondslag
voor den aanslag. In geval van een bezwa
ring geldt in de plaats van een tegenpres
tatie de waarde van de belegging of van de
vordering.
De belasting bedraagt:
60 procent ingeval de onttrekking plaats
vindt vóór of op 31 December 1941;
40 procent in geval de onttrekking plaats
vindt in het jaar 1942;
20 procent ingeval de onttrekking plaats
vindt in het jaar 1943.
De secretaris-generaal van het departe
ment van financiën kan in bijzondere ge
vallen of groepen van gevallen de belas
ting geheel of ten deele kwijtschelden of
teruggeven, waneer de heffing der belas
ting in verband met de bijzondere omstan
digheden aan een bepaald geval verbonden
onbillijk is. Het voorhanden zijn van een
onbillijkheid zal in het bijzonder worden
erkend:
a. Indien aannemelijk wordt gemaakt,
dat de bèlegging of vordering vóór het in
werking treden dezer verordening verwor-
ve nise tegen een hooger bedrag dan dat,
hetwelk den belastingschuldige na voldoe
ning der belasting als resteerend bedrag
overblijft, en
b. Indien de economische toestand van
den belastingschuldige, bij beschouwing
van alle aan het geval verbonden omstan
digheden, de innig der belasting tot een
onbillijkheid maakt.
Belasting, welke op grond van het ge
blokkeerde Marken-belastingbesluit 1940
voor een bepaalde belegging of vordering
is of moet worden voldaan, wordt in af
trek gebracht van de belasting, welke
krachtens deze verordening is verschul
digd; eenigerlei terugbetaling vindt uit
dien hoofde niet plaats.
Het doen van aangifte.
Een ieder, die op 1 November 1940 eige
naar, bezitter of crediteur van beleggin
gen of vorderingen was, alsmede zijn recht
verkrijgende of rechtsopvolger, voor zoo
ver de verkrijging of opvolging geen be
lastingschuld deed ontstaan, moet deze
waarden jaarlijks, uiterlijk op den eersten
Mei van de jaren 1942 tot en met 1944, zon
der bijzondere waarschuwing aangeven, tel
kens onder opgave van den stand dier
waarden op den laatstelijk daaraan voor-
afgaanden 31sten 'December en van de in
het verloopen kalenderjaar ingetreden ver
anderingen.
Hy die op grond van eenige wetsbepaling
of op grond van een ander van overheids
wege gegeven voorschrift tot vertegen
woordiging van den belastingschuldige is
geroepen, moet de uit deze verordening en
uit de krachtens haar geldende voorschrif
ten voortvloeiende verplichtingen in de
plaats van den belastingschuldige vervul
len.
De aangifte moet in duplo geschieden by
den inspecteur der geblokkeerde Marken-
belastmg te 's-Gravenhage.
Misbruik van formeele of materieele
rechtsvoorschriften van burgerlijk recht
kan niet tot gevolg hebben, dat de belas
tingschuld ontdoken wordt.
Strafbepalingen.
Op overtreding van de bepalingen dezer
verordening en van haar uitvoerings- en
nanvullingsvoorschriften zijn de strafbepa
lingen welke gelden voor de inkomstenbe
lasting, van overeenkomstige toepassing.
De straffen bedragen evenwel bij opzet
gevangenisstraf van ten hoogste één jaar
en geldboete van ten hoogste vijfhonderd
duizend gulden ten minste echter het
bedrag der belasting en bij schuld hech
tenis van ten hoogste zes maanden en geld
boete van ten hoogste honderddir'- l-
den. t
Inwerkingtreding.
Deze verordening treedt heden in wer
king. Tegelijk treden buiten werking het
geblokkeerde Markenbelastingbesluit 1940,
en de krachtens hetzelve uitgevaardigde
uitvoeringsbesluiten en bekendmakingen,
met dien verstande, dat deze voorschriften
nog van toepassing blijven op die gevallen,
waarin de crediteur de tegenwaarde voor
heden heeft ontvangen.
Ter gelegenheid van het bezoek van Mat
soeoka is de stad Rome feestelijk versierd.
Ontelbare vlaggen vroolijken het beeld
van de stad op. De Romeinsche dagbladen
wijden hartelijke verwelkomingsartikelen
aan den Japanschen minister van Buiten
landsche Zaken.
De Giornale d'Italia schrijft, dat de ont-
varfgst door de Romeinsche bevolking de
hartelijkheid zal bewijzen van een lange
vriendschap. Het Westen en het Oosten
staan in een strijd op leven en dood, waar
in aan den eenen kant wordt gestreden om
de instandhouding van een op geweld be
rustende hegemonie en aan den anderen
kant om een rechtvaardige nieuwe orde. In
deze worsteling, die Groot-Brittannië de
wereld heeft opgedrongen, hebben Tokio,
Rome en Berlijn een standpunt ingenomen
tegen het privilege van een of twee mo
gendheden. De aanwezigheid van Mat
soeoka biedt den waarborg, dat de krach
ten,- die van den Atlantischen Oceaan tot
den Stillen Oceaan aan het werk zijn, de
hegemonieën zullen bedwingen en de nieu
we orde zullen oprichten.
VERKLARINGEN VAN MATSOEOKA.
De Japansche minister van buitenland
sche zaken, Matsoeoka, heeft gisteren in
Villa Madama de Italiaansche en buiten
landsche pers ontvangen en eenige belang
wekkende verklaringen over den interna
tionalen toestand en zijn reis in Europa af
gelegd. Het hoofddoel van zijn reis, aldus
zeide hij, is een persoonlijke gedachtenwis-
seling met de leiders der beide volken, die
thans bondgenooten van- Japan zijn en het
overbrengen van de Japansche gelukwen-
schen bij het sluiten van het Driemogend-
hedenverdrag. Het heeft misschien ver
wondering gewekt, dat hij onitiiddellijk
na de bijlegging van het Indochineesch-
Thailandsche geschil op reis gegaan is.
Maar het besluit voor deze reis stond reeds
langen tijd vast.
Matsoeoka zeide, de grootste beteekenis
te hechten aan een persoonlijk contact met
de leiders der bondgenooten. Men kan
daardoor den weg effenen tot vriend
schappelijke betrekkingen, welke kunnen
leiden tot resultaten, die nooit te bereiken
zijn door een nog zoo levendige diploma
tieke gedachtenwisseling.
Toen een Amerikaansche journalist een
vraag stelde over de zoogenaamde bemid-
c^elingspldhnen van Japan, keerde Mat
soeoka zich scherp tegen de uitlegging, die
de Engelsche en Amerikaansche pers heb
ben gegeven aan zijn persoonlijk memoran
dum aan den Britschen minister van bui
tenlandsche zaken. Dit memorandum staat
geenszins in verband met den tegenwoor-
digen oorlog en heeft slechts den meest al
gemeenen vorm en in een abstracten, theo-
retischen gedachtengang uiting gegeven
aan zijn meening over het probleem van
den wereldvrede.
Een verkeerde uitlegging had uitgesloten
moeten zijn met het oog op het zuiver theo
retische en abstracte karakter van het me
morandum.
De bewering van Amerikaansche en En
gelsche pers, als zou Japan voor zyn be
middeling tusschen Thailand en Frankrijk
een hoogen prijs verlangd hebben, is, al
dus Matsoeoka, het beste weerlegd door de
feiten. Japan heeft niet het geringste ver
langd, hetgeen de regeeringen van Frank
rijk en Thailand kunnen bevestigen.
Over zijn verdere reisplannen verklaar
de Matsoeoka, dat hij zich van Rome weer
naar Berlijn zal begeven, waar hy vermoe
delijk den Fuehrer en von Ribbentrop op
nieuw zal ontmoeten. Het verdere program
ma was nog niet vastgesteld. Op de vraag,
'of hij ook naar Washington zou gaan, ant
woordde Matsoeoka, dat hij gaarne een be
zoek naar Washington zou brengen, doch
dat zijn tijd dat niet toeliet.
MARIANNE .IN FRANKRIJK
ONTTROOND.
In Frankrijk zal als bewys, dat de derde
republiek afgedaan heeft, het Fransche zin
nebeeld „Marianne" uit alle openbare ge
bouwen verdwijnen. In de plaats daarvan
wordt overal etn borstbeeld van maar
schalk Pétain opgesteld.
De zender van Costa Rica heeft medege
deeld, dat de bemanning van de in de ha
ven van Punta Arenas liggende Duitsche
vrachtboot „Hela" het schip in brand heeft
gestoken om een eventueele inbeslagneming
te voorkomen.
ZULLEN DE SCHEPEN IN DE VAART
GEBRACHT WORDEN?
Het Journal American meldt onder zwa
re koppen, dat dé Vereenigde Staten aan
Engeland mogelijkerwijs de 66 in Ameri
kaansche havens gelegen schepen, die on
der bewaking geplaatst zijn, in dienst zul
len stellen.
Naar het blad uit Washington verneemt,
is de maatregel van eergisteren slechts de
inleiding tot de officieele overneming van
de Italiaansche, Duitsche en Deensche
scheden door de Amerikaansche regeering.
Het blad meent voorts te weten, dat de
inbeslaggenomen Duitsche en Italiaansche
schepen onder Amerikaansche vlag in den
dienst op Zuid-Amerika en in de vaart over
den Stillen Oceaan gebracht zullen wor
den, terwijl het grootste deel van de Deen
sche schepen ter beschikking van de En-
gelschen zal worden gesteld, om de leem
ten aan te vullen, die door het Duitsche
duikboot-offensief veroorzaakt zijn.
DE KRIJGSVERRICHTINGEN IN CHINA.
Naar het Japansche legerbericht meldt,
hebben bii de zuivering van het gebied ten
Westen van het groote Taihoemeer de
Tsjoenkingtroepen 2663 dooden en 158 ge-
angenen verloren. De Japansche buit om
vat zeven zware machine-geweren, 498 ge-
veren en 60.568 banden munitie.
Buitenlandsche Berichten
ONGELUK OP ENGELSCH VLIEGVELD.
Op het vliegveld in Maidenhead (Enge
land) is volgens Reuter de 33-jarige Bel
gische miilionnair Bobby Loewenstein om
het leven gekomen. Zijn vader, Alfred Loe
wenstein, een bekend financier, stortte in
1938 boven het Kanaal uit een vliegtuig.
BALLONRECORD.
Van 28 tot 30 Maart heeft Zinovjef, vlie
ger van het aerologisch Observatorium der
USSR, een vlucht van weergaloozen duur
volbracht met de ballon „USSR 80" met
een inhoud van 395 M3. Zinovjef is 46 uur
12 min. in de lucht gebleven en heeft op
deze wyze het werelduurrecord voor de
ze categorie ballons meer dan verdubbeld.
Dit was 16 jaar geleden gevestigd door den
Franschen ballonvaarder Georges Cornier.
Tydens de vlucht deed Zinovjef weten
schappelijke waarnemingen.
WEER ONLUSTEN TE DAMASCUS.
Te Damascus hebben zich weer ernsti
ge onlusten voorgedaan in verband met een
nieuwe staking, waaraan ook het personeel
van de verkeersbedryven deelneemt. Tus
schen de betoogers en de Fransche troe
pen, die ten deele uit Senegaleezen be
staan, kwam het tot hevige botsingen. Tot
dusver zouden zes Syriërs gedood en vrij
velen gekwetst zijn.
De onlusten strekken zich over geheel
Syrië uit. In Aleppo en andere plaatsen
zijn overeenkomstige incidenten voorgeval
len. Intusschen poogt de Fransche hooge
commissaris van Syrië, generaal Dentz,
met de politieke leiders van Syrië tot een
compromis te konten omtrent den toekom-
stigen regeeringsvorm van dit Fransche
mandaatsgebied.