Matsoeoka te Rome De in beslag genomen schepen Financiën DINSDAG 1 APR'L 1941 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 6 VANDAAG BEGINNEN BESPREKINGEN. De Japansche minister van Buitenland sche Zaken, Matsoeoka, is Maandaggavond om 19.00 uur op het station Ostiense aan gekomen. Hij werd ontvangen door hooge Italiaansche persoonlijkheden en buiten- landsche diplomaten. Een militaire muziek kapel speelde de volksliederen van beide landen. Onder de klanken van het Japansche volkslied inspecteerde Matsoeoka de voor het station opgestelde eerecompagnie. Een duizendkoppige menigte begroette den Ja pansche gast met eindeloos gejuich. Steeds weer weerklonk de roep: „Evviva il Giappone, Evviva la Germania, Evviva l'ltalia". Nadat de personen, die ter be groeting van Matsoeoka aanwezig waren, voorgesteld waren, begaf de Japansche gast zich in gezelschap van den minister van Buitenlansdche Zaken, graaf Ciano, naar de villa Madama, die de Italiaansche regeering den Japanschen minister voor den duur van zijn verblijf ter beschikking heeft gesteld. De besprekingen van Matsoeoka met den Duce en graaf Ciano zouden vandaag in den loop van den middag beginnen. Mat soeoka werd hedenochten ddoor den ko ning-keizer in gehoor ontvangen. Ter eere van Matsoeoka heeft deze in het Quirinaal een officieel déjeuner gegeven. ROME FEESTELIJK VERSIERD. HULL DOET MEDEDEELÏNGEN. De Amerikaansche minister Huil heeft thans op zijn persconferentie mededeelin- gen gedaan over de inbeslagneming der Duitsche en Italiaansche schepen. Hij noemde dit een „zuiveren verdedigings maatregel", waarbij hij liet doorschemeren, dat de bemanning der schepen door sabo tage de Amerikaansche scheepvaart zou kunnen belemmeren. Op de vraag, of het departement van buitenlandsche zaken de regeeringen van Duitschland en Italië van de inbeslagneming in kennis zou stellen, gaf Huil een ontwijkend antwoord door te verklaren, dat de door de Amerikaansche regeering getroffen maatregelen doeltref fender zijn dan woorden. Huil zeide, geen inlichtingen te kunnen geven over het de finitieve lot der in beslag genomen sche pen. Hij wilde zich ook niet uitlaten over de beschuldiging van de senator Wheeler, die gezegd had, dat de maatregelen der re geering tegen de Duitsche en Italiaansche schepen de Vereenigde Staten nog dichter bij den oorlog gebracht hadden. De minis ter zeide slechts, dat de regeering den koers volgt, die steun voorschrijft aan En geland en aan staten, die zich in een der gelijke positie bevinden. DUITSCH SCHIP DOOR BEMANNING IN BRAND GESTOKEN. Deviezengrens met Duitschland opgeheven VERORDENING HEDEN IN WERKING In het Verordeningenblad is opgenomen een verordening van den Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied be treffende de opheffing van de deviezen- grens tusschen het Duitsche Rijk en het be zette Nederlandsche gebied. Hierin wordt bepaald, dat de beperkin gen' en verbodsbepalingen, vervat in het Deviezenbesluit 1941 niet gelden in het ver keer tusschen het bezette Nederlandsche gebied eenerzijds en het Duitsche Rijk en de gebieden, waarvoor de Duitsche devie- zenwet en haar uitvoeringsverordeningen vervat zijn, anderzijds. Het Duitsche Rijk en de gebieden, waarvoor de Duitsche de- viezenwet en haar uitvoeringsverordenin gen van kracht zijn, worden niet beschouwd als buitenland in den zin van het Deviezen- besluit 1941. Natuurlijke en rechtspersonen en vennootschappen, welke haar woon plaats in deze gebieden hebben, dan wel aldaar gewoonlijk verblijven, gevestigd zijn, bestuurd worden of kantoor houden, alsmede filialen, bijkantoren en bedrijven van ingezetenen in deze gebieden, worden niet beschouwd als niet-ingezetenen in den zin van het Deviezenbesluit 1941. Duitsche „Auslandsbonds", met uitzonde ring van die, welke in het bezette Neder landsche gebied zijn uitgegeven, rentege- vende obligatiën en niet-rentegevende schuldbekentenissen van de „Konversions- kasse für Deutsche Auslandsschulden" worden voortaan als buitenlandsche effec ten beschouwd. Deze verordening treedt heden in wer king. MEDEDEELING VAN DE NEDERLANDSCHE BANK De Nederlandsche Bank te Amsterdam deelt mede: Op 1 April 1941 houdt de deviezengrens tusschen het bezette Nederlandsche gebied en Duitschland op te bestaan. Dientenge volge kan het wederzijdsche betalingsver keer zich in het algemeen wederom onmid dellijk over de particuliere credietinstellin- gen, over de post, enz. afwikkelen. Tusschen de beide circulatiebanken, De Nederlandsche Bank en de Deutsche Reichs- bank, is sedert langer tijd overeengekomen, dat aan alle transacties de waardeverhou ding 100 R.M. is 75.36 wordt len grond slag gelegd. Deze koersverhouding geldt voor de toe komst ook bij omwisseling van bankbiljet ten en munten. HET DEVIEZENBESLUIT 1941 De belangrijkste bepalingen Thans is onder den naam „Deviezenbe sluit 1941" een nieuwe regeling voor het de viezen verkeer afgekondigd. De belangrijk ste bepalingen volgen hieronder: Het is slechts met een vergunning ge oorloofd over buitenlandsche effecten te beschikken, tenzij deze aan de Nederland sche Bank vervreemd, of bij de Nederland sche Bank of een deviezenbank bewaard worden. De secretaris-generaal kan bepalen, dat de handel in nader aan te wijzen buiten landsche effecten tusschen ingezetenen in regelmatig beursverkeer zonder een ver gunning geoorloofd is. Overeenkomsten ten gunste van niet-ingezetenen zijn niet begrepen onder handel tusschen ingezete nen. Slechts met een vergunning mag worden beschikt over aandeelen in binnenlandsche rechtspersonen, enz., indien de deelgerech- tigde een niet-ingezetene is of indien de beschikking ten gunste van een niet-inge- zttene geschiedt. Een dergelijke vergun ning is eveneens vereischt voor in het bui tenland berustende, doch niet in het vrije verkeer ingevoerde goederen ten gunste van een niet-ingezetene. De secretaris-generaal kan bepalen, dat ingezetene,! aangifte moeten doen van de hun in eigendom toebehoorende en nadien door hen verkregen buitenlandsche vorde ringen, effecten, enz. De secretaris-gene raal is eveneens bevoegd, de verplichting tot inlevering van buitenlandsche vorde ringen enz. voor te schrijven. Geblokkeerd Marken- belastingbesluit 1941 Het Verordeningenblad bevat een ver ordening van den Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied betref fende het in het Duitsche Rijk belegde Ne derlandsche kapitaal (Geblokkeerde Mar- kenbelastingoesluit 1941). Hierin wordt het volgende bepaald: Heffing van een belasting. De hieronder nader te noemen Duitsche beleggingen en vorderingen, ten aanzien van welke een natuurlijke of rechtsper- scon, die in het bezette Nederlandsche ge bied zijn woonplaats of gewoonlijk zijn verblijfplaats heeft of aldaar is gevestigd, op 1 November 1940 eigenaar, bezitter of crediteur was, zijn op het oogenblik, waar op deze zich aan hen onttrekt, op den voet van deze verordening onderworpen aan een in eens geheven belasting. Onder „onttrekken" wordt verstaan iede re handeling, welke er toe leidt, dat, bij beschouwing slechts ten aanzien van den persoon van den eigenaar, bezitter of credi teur, aan de belegging of vordering het ka rakter van Duitsche belegging of vorde ring wordt ontnomen, en wel meer in het bijzonder: a. het vervreemden onder bezwarenden titel, onverschillig of hetzelve geschiedt aan een persoon, die al dan niet in het bezette Nederlandsche gebied zijn woonplaats of ge woonlijk zijn verblijfplaats heeft of aldaar is gevestigd, indien de tegenpretsatie in het bezette Nederlandsche gebied wordt be taald of naar het bezette Nederlandsche gebied wordt overgemaakt; b. het delgen, indien de tegenwaarde in het bezette Nederlandsche gebied uitbe taal of naar het bezette Nederlandsche ge bied wordt overgemaakt; c. het bezwaren, indien daarvoor een te genwaarde in het bezette Nederlandsche ge bied geleverd of naar het bezette Neder landsche gebied wordt overgemaakt; d. het vervreemden bijwege van een executorialen maatregel of door middel van een onteigening, indien de opbr ngst in het bezette Nederlandsche gebied wordt ont vangen of naar het bezette Nederlandsche gebied wordt overgemaakt; e. het aanwenden eener Duitsche beleg ging of vordering of van haar tegenwaarde tot het verwerven van goederen of van anr dere zaken, welke niet heL karakter van Duitsche beleggingen of vorderingen heb ben. Onder „onttrekken" wordt niet begrepen: het verruilen van een Duitsche beleg ging of vordering tegen een andere Duit sche belegging of vordering; 2. de rechtsovergang bij overlijden, eeni- gerlei andere opvolging onder algemeenen titel, alsmede een schenking, tenzij over making -^er belegging of vordering of van haar tegenwaarde naar het bezette Neder landsche gebied plaats vindt. Wanneer bij een belegging of een vorde ring een verandering intreedt ten aanzien van den persoon of van den eigenaar, be zitter of crediteur, of van den persoon van den schuldenaar of van een persoon, die op eenigerlei andere wijze is bezwaard, zon der dat deze verandering de belastingschuld doet ontstaan, dan blijft de voorwaarde lijke belastingschuld aan de belegging of vordering verbonden of zij gaat over op de nieuw-ontstaande belegging of vordering. De nieuw-ontstaande belegging of vorde ring treedt in de plaats van de oude, uit welke zij door herbelegging Is voortgeko men. Zoodra eenmaal de belasting voor een Duitsche belegging of vordering is ver schuldigd op den voet van deze verorde ning, zijn alle verdere handelingen ten aan zien van diezelfde belgging of vordering niet meer aan de belasting onderworpen. De belasting is verschuldigd door den eigenaar, den bezicter of den crediteur der belegging of vordering op het tijdstip, waarop de handeling wordt verricht, door welke de belastingschuld ontstaat. Welke beleggingen en vor deringen vallen onder de belasting? Duitsche beleggingen en vorderingen, welke aan belasting volgens het voorgaan de onderhevig zijn, zijn de volgende: a. aansprakingen jegens een schuldenaar of jegens een persoon, die anderszins tot een prestatie is gehouden, die in hei: gebied van het Duitsche Rijk, in. den Elzas, in Lotharingen of in Lüxemburg zijn woon plaats heeft of aldaar, gevestigd is, welke op den voet van de Duitsche deviezen- wetgeving vóór 1 April 1941 als geblokkeer de vorderingen (Sperrforderungen) werden beschouwd of zouden zijn beschouwd; b. effecten, welke zijn uitgegeven door een natuurlijken of rechtspersoon, die zijn woonplaats binnen de hierboven onder a. bedoelde gebieden heeft ol aldaar geves tigd is; c. andere rechten, voor zoover de daar uit voortvloeiende aanspraken kunnen wor den geldend gemaakt tegen natuurlijke of rechtspersonen die hun woonplaats binnen genoemde gebieden hebben of aldaar ge vestigd zyn; d. binnen het gebied van het Duitsche Rijk, in den Elzas, in Lotharingen of in Luxemburg liggende onroerende goederen. Belegging en vorderingen, welke niet belastingplichtig zijn. Onder Duitsche vorderingen en beleg gingen, waarvan belasting geheven wordt, zijn niet begrepen: 1. Vorderingen wegens kredieten, welke na 15 Juli 1931 in deviezen of in vrije Rijksmarken zijn verleend aan een persoon, die binnen het gebied van het Duitsche Rijk, in den Elzas, in Lotharingen of in Luxemburg zijn woonolaats heeft of aldaar gevestigd ins. In de plaats van 1" Juli 1931 kan gelden bij kredieten aan schuldenaren in de navolgende gebieden de telkens daar- bii genoemde data: In het Saargebied 1 Maart 1935, in Oos tenrijk 23 Maart 1938, in de Sudetenduit- sche gebieden 28 October 1938, in het Me- melgebied 28 Maart 1939, in Danzig en in de ingelijfde Oostelijke gebieden 1 Septem ber 1939, in den Elzas, in Luxemburg en in de gebieden van Eupen, Malmedy en Mores net 10 Mei 1940, in het Protectoraat Bohe- men en Moravië 1 October 1940. 2. De onder de belasting vallende ge noemde waarden voor zoover zij verwor ven zijn met middelen, afkomstig uit de terugbetaling van verleende kredieten, als bedoeld onder punt 1 hierboven. 3. Vorderingen, wegens levering van goe deren of wegens het verrichten van dien sten, voor zoover deze na 15 Juli 1931 zijn ontstaan. 4. Vorderingen wegens verzekeringen en herverzekeringen, voor zoover deze niet volgens de algemeene voorschriften van het Duitsche deviezenrecht door storting op een geblokkeerde rekening (Sperrkonto) zijn of moesten worden voldaan. 5. Renten, vruchten, winstaandeelen, huur- en pachtopbrengsten en dergelijke regelmatig wederkeerende prestaties we gens beleggingen of vorderingen van de soort, welke onder de belasting vallen, als mede pensioenen en rente-uitkeeringen, achterstalige schulden, welke vóór 1 Juli 1940 opvorderbaar werden, evenwel slechts voor zooveel deze voor een belastingschul dige in totaal het bedrag van 375 gulden niet te boven gaan. 6. Vorderingen, vallende onder de Duit sche crediet-overeenkomst van 1939 en de op 29 Juni 1940 te 's Gravenhage gesloten NederlandschDuitsche overeenkomst be treffende de Duitsche crediet-overeenkomst van 1940 (Stillhalte-overeenkomst 1939 en 1940). 7. Regelmatige aflossingen, indien de ver plichting tot betaling daarvan vóór den on der punt 1 af te .lezen datum is aangegaan en voor zooveel het bedrag der jaarlijksche aflossing 10 procent niet overschrijdt. 8. Aanspraken tot welker zekerheid scheepshypotheken zijn verleend. Oe secretaris-generaal van het Departe ment van financiën kan verdere uitzonde ringen toestaan. HET BEDRAG DER BELASTINGEN. De belasting wordt berekend naar de waarde, welke verkregen is door de han deling, welke de belastingschuld deed ont staan. Is de verkregen waarde kleiner dan de als gebruikelijk te verwachten tegen prestatie, dan dient de laatste als grondslag voor den aanslag. In geval van een bezwa ring geldt in de plaats van een tegenpres tatie de waarde van de belegging of van de vordering. De belasting bedraagt: 60 procent ingeval de onttrekking plaats vindt vóór of op 31 December 1941; 40 procent in geval de onttrekking plaats vindt in het jaar 1942; 20 procent ingeval de onttrekking plaats vindt in het jaar 1943. De secretaris-generaal van het departe ment van financiën kan in bijzondere ge vallen of groepen van gevallen de belas ting geheel of ten deele kwijtschelden of teruggeven, waneer de heffing der belas ting in verband met de bijzondere omstan digheden aan een bepaald geval verbonden onbillijk is. Het voorhanden zijn van een onbillijkheid zal in het bijzonder worden erkend: a. Indien aannemelijk wordt gemaakt, dat de bèlegging of vordering vóór het in werking treden dezer verordening verwor- ve nise tegen een hooger bedrag dan dat, hetwelk den belastingschuldige na voldoe ning der belasting als resteerend bedrag overblijft, en b. Indien de economische toestand van den belastingschuldige, bij beschouwing van alle aan het geval verbonden omstan digheden, de innig der belasting tot een onbillijkheid maakt. Belasting, welke op grond van het ge blokkeerde Marken-belastingbesluit 1940 voor een bepaalde belegging of vordering is of moet worden voldaan, wordt in af trek gebracht van de belasting, welke krachtens deze verordening is verschul digd; eenigerlei terugbetaling vindt uit dien hoofde niet plaats. Het doen van aangifte. Een ieder, die op 1 November 1940 eige naar, bezitter of crediteur van beleggin gen of vorderingen was, alsmede zijn recht verkrijgende of rechtsopvolger, voor zoo ver de verkrijging of opvolging geen be lastingschuld deed ontstaan, moet deze waarden jaarlijks, uiterlijk op den eersten Mei van de jaren 1942 tot en met 1944, zon der bijzondere waarschuwing aangeven, tel kens onder opgave van den stand dier waarden op den laatstelijk daaraan voor- afgaanden 31sten 'December en van de in het verloopen kalenderjaar ingetreden ver anderingen. Hy die op grond van eenige wetsbepaling of op grond van een ander van overheids wege gegeven voorschrift tot vertegen woordiging van den belastingschuldige is geroepen, moet de uit deze verordening en uit de krachtens haar geldende voorschrif ten voortvloeiende verplichtingen in de plaats van den belastingschuldige vervul len. De aangifte moet in duplo geschieden by den inspecteur der geblokkeerde Marken- belastmg te 's-Gravenhage. Misbruik van formeele of materieele rechtsvoorschriften van burgerlijk recht kan niet tot gevolg hebben, dat de belas tingschuld ontdoken wordt. Strafbepalingen. Op overtreding van de bepalingen dezer verordening en van haar uitvoerings- en nanvullingsvoorschriften zijn de strafbepa lingen welke gelden voor de inkomstenbe lasting, van overeenkomstige toepassing. De straffen bedragen evenwel bij opzet gevangenisstraf van ten hoogste één jaar en geldboete van ten hoogste vijfhonderd duizend gulden ten minste echter het bedrag der belasting en bij schuld hech tenis van ten hoogste zes maanden en geld boete van ten hoogste honderddir'- l- den. t Inwerkingtreding. Deze verordening treedt heden in wer king. Tegelijk treden buiten werking het geblokkeerde Markenbelastingbesluit 1940, en de krachtens hetzelve uitgevaardigde uitvoeringsbesluiten en bekendmakingen, met dien verstande, dat deze voorschriften nog van toepassing blijven op die gevallen, waarin de crediteur de tegenwaarde voor heden heeft ontvangen. Ter gelegenheid van het bezoek van Mat soeoka is de stad Rome feestelijk versierd. Ontelbare vlaggen vroolijken het beeld van de stad op. De Romeinsche dagbladen wijden hartelijke verwelkomingsartikelen aan den Japanschen minister van Buiten landsche Zaken. De Giornale d'Italia schrijft, dat de ont- varfgst door de Romeinsche bevolking de hartelijkheid zal bewijzen van een lange vriendschap. Het Westen en het Oosten staan in een strijd op leven en dood, waar in aan den eenen kant wordt gestreden om de instandhouding van een op geweld be rustende hegemonie en aan den anderen kant om een rechtvaardige nieuwe orde. In deze worsteling, die Groot-Brittannië de wereld heeft opgedrongen, hebben Tokio, Rome en Berlijn een standpunt ingenomen tegen het privilege van een of twee mo gendheden. De aanwezigheid van Mat soeoka biedt den waarborg, dat de krach ten,- die van den Atlantischen Oceaan tot den Stillen Oceaan aan het werk zijn, de hegemonieën zullen bedwingen en de nieu we orde zullen oprichten. VERKLARINGEN VAN MATSOEOKA. De Japansche minister van buitenland sche zaken, Matsoeoka, heeft gisteren in Villa Madama de Italiaansche en buiten landsche pers ontvangen en eenige belang wekkende verklaringen over den interna tionalen toestand en zijn reis in Europa af gelegd. Het hoofddoel van zijn reis, aldus zeide hij, is een persoonlijke gedachtenwis- seling met de leiders der beide volken, die thans bondgenooten van- Japan zijn en het overbrengen van de Japansche gelukwen- schen bij het sluiten van het Driemogend- hedenverdrag. Het heeft misschien ver wondering gewekt, dat hij onitiiddellijk na de bijlegging van het Indochineesch- Thailandsche geschil op reis gegaan is. Maar het besluit voor deze reis stond reeds langen tijd vast. Matsoeoka zeide, de grootste beteekenis te hechten aan een persoonlijk contact met de leiders der bondgenooten. Men kan daardoor den weg effenen tot vriend schappelijke betrekkingen, welke kunnen leiden tot resultaten, die nooit te bereiken zijn door een nog zoo levendige diploma tieke gedachtenwisseling. Toen een Amerikaansche journalist een vraag stelde over de zoogenaamde bemid- c^elingspldhnen van Japan, keerde Mat soeoka zich scherp tegen de uitlegging, die de Engelsche en Amerikaansche pers heb ben gegeven aan zijn persoonlijk memoran dum aan den Britschen minister van bui tenlandsche zaken. Dit memorandum staat geenszins in verband met den tegenwoor- digen oorlog en heeft slechts den meest al gemeenen vorm en in een abstracten, theo- retischen gedachtengang uiting gegeven aan zijn meening over het probleem van den wereldvrede. Een verkeerde uitlegging had uitgesloten moeten zijn met het oog op het zuiver theo retische en abstracte karakter van het me morandum. De bewering van Amerikaansche en En gelsche pers, als zou Japan voor zyn be middeling tusschen Thailand en Frankrijk een hoogen prijs verlangd hebben, is, al dus Matsoeoka, het beste weerlegd door de feiten. Japan heeft niet het geringste ver langd, hetgeen de regeeringen van Frank rijk en Thailand kunnen bevestigen. Over zijn verdere reisplannen verklaar de Matsoeoka, dat hij zich van Rome weer naar Berlijn zal begeven, waar hy vermoe delijk den Fuehrer en von Ribbentrop op nieuw zal ontmoeten. Het verdere program ma was nog niet vastgesteld. Op de vraag, 'of hij ook naar Washington zou gaan, ant woordde Matsoeoka, dat hij gaarne een be zoek naar Washington zou brengen, doch dat zijn tijd dat niet toeliet. MARIANNE .IN FRANKRIJK ONTTROOND. In Frankrijk zal als bewys, dat de derde republiek afgedaan heeft, het Fransche zin nebeeld „Marianne" uit alle openbare ge bouwen verdwijnen. In de plaats daarvan wordt overal etn borstbeeld van maar schalk Pétain opgesteld. De zender van Costa Rica heeft medege deeld, dat de bemanning van de in de ha ven van Punta Arenas liggende Duitsche vrachtboot „Hela" het schip in brand heeft gestoken om een eventueele inbeslagneming te voorkomen. ZULLEN DE SCHEPEN IN DE VAART GEBRACHT WORDEN? Het Journal American meldt onder zwa re koppen, dat dé Vereenigde Staten aan Engeland mogelijkerwijs de 66 in Ameri kaansche havens gelegen schepen, die on der bewaking geplaatst zijn, in dienst zul len stellen. Naar het blad uit Washington verneemt, is de maatregel van eergisteren slechts de inleiding tot de officieele overneming van de Italiaansche, Duitsche en Deensche scheden door de Amerikaansche regeering. Het blad meent voorts te weten, dat de inbeslaggenomen Duitsche en Italiaansche schepen onder Amerikaansche vlag in den dienst op Zuid-Amerika en in de vaart over den Stillen Oceaan gebracht zullen wor den, terwijl het grootste deel van de Deen sche schepen ter beschikking van de En- gelschen zal worden gesteld, om de leem ten aan te vullen, die door het Duitsche duikboot-offensief veroorzaakt zijn. DE KRIJGSVERRICHTINGEN IN CHINA. Naar het Japansche legerbericht meldt, hebben bii de zuivering van het gebied ten Westen van het groote Taihoemeer de Tsjoenkingtroepen 2663 dooden en 158 ge- angenen verloren. De Japansche buit om vat zeven zware machine-geweren, 498 ge- veren en 60.568 banden munitie. Buitenlandsche Berichten ONGELUK OP ENGELSCH VLIEGVELD. Op het vliegveld in Maidenhead (Enge land) is volgens Reuter de 33-jarige Bel gische miilionnair Bobby Loewenstein om het leven gekomen. Zijn vader, Alfred Loe wenstein, een bekend financier, stortte in 1938 boven het Kanaal uit een vliegtuig. BALLONRECORD. Van 28 tot 30 Maart heeft Zinovjef, vlie ger van het aerologisch Observatorium der USSR, een vlucht van weergaloozen duur volbracht met de ballon „USSR 80" met een inhoud van 395 M3. Zinovjef is 46 uur 12 min. in de lucht gebleven en heeft op deze wyze het werelduurrecord voor de ze categorie ballons meer dan verdubbeld. Dit was 16 jaar geleden gevestigd door den Franschen ballonvaarder Georges Cornier. Tydens de vlucht deed Zinovjef weten schappelijke waarnemingen. WEER ONLUSTEN TE DAMASCUS. Te Damascus hebben zich weer ernsti ge onlusten voorgedaan in verband met een nieuwe staking, waaraan ook het personeel van de verkeersbedryven deelneemt. Tus schen de betoogers en de Fransche troe pen, die ten deele uit Senegaleezen be staan, kwam het tot hevige botsingen. Tot dusver zouden zes Syriërs gedood en vrij velen gekwetst zijn. De onlusten strekken zich over geheel Syrië uit. In Aleppo en andere plaatsen zijn overeenkomstige incidenten voorgeval len. Intusschen poogt de Fransche hooge commissaris van Syrië, generaal Dentz, met de politieke leiders van Syrië tot een compromis te konten omtrent den toekom- stigen regeeringsvorm van dit Fransche mandaatsgebied.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1941 | | pagina 6