DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
Momentje
ZATERDAG 22 FEBRUARI 1941
32ste Jaargang No. 9880
3)e £eki&eHe0oii/fca/nt
Bureaux Papengracht 32.
Telefoon: Redactie 20015. Administratie 20935.
Giro 103003. Postbus 11.
Men dient zóó niet de
volkseenheid
De salariskorting met 40 procent voor de
kloosterlingen bij het onderwijs heeft en
kele bladen aanleiding gegeven voor een
commentaar, dat den secretaris-generaal,
die dezen maatregel heeft uitgevaardigd,
niet aangenaam kan zijn.
Zoo schrijft de „Vooruit", dat door be
doelde korting „tevens de op dit oogenblik
bijna overheerschende roomsch-katholie-
ken invloed op ons volksonderwijs aan be
teekenis zou inboeten".
Hier wordt aan dezen maatregel van den
secretaris-generaal een gevolg toegeschre
ven, waarvan in het desbetreffende bericht
heelemaal geen gewag wordt gemaakt. Er
is nl. gemeld dat de bedoelde korting ge-
scluedt om in het bezit te komen van fond
sen, waardoor het ook door ons verfoei
de - stelsel van kweekelingen met acte
(geheel of in zijn huidigen vorm) zou kun
nen verdwijnen en aan meerdere onderwijs
krachten een behoorlijke belooning zou
kunnen worden verschaft.
Bedoeld gevolg ligt, ons inziens, vol
strekt niet opgesloten in die salaris
korting voor de kloosterlingen. Wij begrij
pen niet, waarom daardoor de recht
matige „roomsch-katholieke invloed op
ons volksonderwijs aan beteekenis zou in
boeten".
De „Vooruit" is niet alleen onvriendelijk,
maar ook heel onduidelijk met deze inter
pretatie. Het blad spreekt voor ons in
raadselen.
Een enkel ander blad heeft in der maat
regel van den secretaris-generaal aanlei
ding gevonden, om op de kloosters een aan
val te doen, is weer 'ns gaan schrijven over
den rijkdom van de kloosters en het de
volksgemeenschap niet ten goede komende
gebruik van dien rijkdom! Ook dit is zeer
te betreuren, en ook dit had geenszins be
hoeven te geschieden.
Nu het geschied is willen wij constatee-
ren, dat iedere niet-katholiek, dié op de
hoogte is, weet, dat de kloosters een derge
lijke bejegening niet verdienen.
Onzfe kloosters worden niet bevolkt al
leen door heilige, volmaakte menschen. De
kloostermuren houden niet alles, itfat on
volmaakt en verkeerd is, tegen. Maar ieder
onbevooroordeelde zal voor het leven en
werken der kloosterlingen een oprecht
respect hebben. Iedereen, ook een niet-
katholiek, die het leven der kloosterlingen
kent.
Onze aandacht werd getrokken door een
artikel in het „Huisgezin", waarin op be
schouwingen als hierboven bedoeld wordt
gereageerd. Het blad merkt o.m. op:
„Het katholieke volk in al zijn gele
dingen weet uit eigen ervaring zeer
precies, wat het van dat zilveren dak
boven rijk met goud gevulde kassen
der kloosters denken moet.
Dat kent al wat in zorg voor weezen
en ouden van dagen, voor zieken en
lijdenden, vÓor zwakken, voor licha
melijk en geestelijk gebrekkigen, in
huishoud- en naaicursussen, in ver
pleging en huiselijke hulp, in ernstige
studiën en wetenschappelijk baanbre
kend werk, door de talrijke congrega
ties, hier en in de overzeèsche gebie
den van het Rijk der Nederlanden,
met groote offers aan toewijding, in
spanning, arbeid en geld in het verleden
én> op den huidigen dag wordt ver
richt.
Zegenrijke, sociale arbeid, die het
overigens zeer matige bezit der kloos
terlingen leerde de belasting op de
doode hand anders? maatschappelijk
vruchtbaar maakt en van hooge waarde
voor de volksgemeenschap, arbeid,
waarvoor het katholieke volk (en ve
len daarbuiten) oprechte waardeering
koestert".
Men dient niet de volkseenheid
met critische beschouwingen als in de bo-
ven-bedoelde bladen!
WAT ANDERE BLADEN
SCHRIJVEN
GROSSIERS IN LEDERWAREN
In een dezer dagen gehouden vergade
ring van grossiers in lederwaren is opge
richt de Nederlandsche vereeniging van
grossiers in lederwaren. Het bestuur is sa
mengesteld uit de volgende heeren: D. J.
de Jong, voorzitter, A. Langendam, vice-
voorzitter, H. Kalse, eerste secretaris, B.
Menko, penningmeester.
ARBEIDSDIENST OP
KOMST.
Een beschouwing over den Arbeids
dienst in D u x besluit rector G. P. J. Ban
nenberg aldus:
„Veel werd de laatste jaren geschreven
en gesproken over arbeidsdienst. Het
kampwerk was een doorloopende propa
ganda voor arbeidsdienst met een vrijwil
lig karakter; geen wonder, dat zij, die met
deze vrijwillige deelname iet tevreden
waren, propaganda voerden voor een ver
plichte arbeidsdienst, hetzij voor de werk-
loozen alleen, hetzij voor allen.
Maar wat er ook voor of tegen werd ge
schreven, bijna algemeen werd noodzake
lijk geacht voor deze meestal minderjarige
jongens volle aandacht en waarborgen voor
de godsdienstige, geestelijke en zedelijke
verzorging in de kampen. Voor het behoud
der principieele kampen heeft ons volk
vrijwillig groote bedrag-r. beschikbaar ge
steld; daaruit moge eenigermate de appre
ciatie blijken.
Doch de tijd voor discussie over arbeids
dienst is voorbij. Onverwacht wordt de ar
beidsdienst aangekondigd: voorloopig vrij
willig, later arbeidsdienstplicht.
De prospectus tot deelname aan arbeids
dienst vermeldt als voordeelen: „in deze ar
beidsdienst wordt aan duizenden jonge
mannen, ongeacht afkomst of ontwikke
ling, de gelegenheid geboden gezamenlijk
een waarachtige volksgemeenschap te vor
men, waarin kamaraden, gelijk in plichten
en rechten, samen leven in de wil, elkaar
te vinden in de gemeenschappelijke dienst
aan ons land en ons volk.
De arbeidsdienst is een leerschool van
de daad. Een leerschool in echte Neder
landsche nationale zin, waaruit de fris-
sche, pittige werkers en karaktervolle,
eensgezinde vaderlanders voortkomen, die
ons Nederland zoo noodig heeft"
Geen woord over versterking van die po
sitief christelijke waarden in ons volk, die
zich uiten in een godsdienstig en hoog
staand zedelijk leven. Dat is in dit pros
pectus een leemte, die, naar wij hopen, haar
compensatie zal vinden in de werkelijk
heid van de arbeidsdienst door een sterke
en positieve bevordering van de christe
lijke waarden in ons volk bij de deelne
mers van den arbeidsdienst. Moge daar
aan ook alle méde werking verleend wor
den door de betreffende instanties!"
NEDERLANDSCHE UNIE GAAT
STAATSKUNDIGE RICHTLIJNEN
UITWERKEN.
In het jongste nummer van De Unie
wordt medegedeeld, dat in de volgende
nummers van „De Unie" niet alleen het
sociaal-economisch gedeelte van het pro
gram verder wordt uitgewerkt, maar te
vens zal worden overgegaan tot het pro
grammatisch behandelen van de inzichten
van De Nederlandsche Unie op staatkun
dig gebied. Dienaangaande wordt o.m. nog
het volgende verklaard:
„Op-24 Juli '40 schreven wij in ons pro
gram: Op staatkundig gebied ijvert de N.
U. voor een sterk Nederlandsch volk, in
nauwe verbondenheid met de overzeesche
gebieden. Zij is overtuigd, dat een organi
sche opbouw van het Nederlandsche ge
meenebest onder leiding van een krachtig en
besluitvaardig gezag noodzakelijk is. De
uitwerking van deze richtlijnen zal zij ter
hand nemen, zoodra de tijd daartoe geko
men is.
Dezen tijd achten wij thans inderdaad
gekomen".
In aansluiting hierop wordt in een
hoofdartikel o;a. geschreven:
„In kleinen kring zijn alle vraagstukken
in de laatste maanden bestudeerd. Raads
lieden, op wie een beroep was gedaan,
hebben aan het Driemanschap rapporten
uitgebracht. Het inleidende werk is ge
daan.
Thans gaan wij over tot uitvoering,
waar die mogelijk blijkt, en tot voorberei
ding waar die noodzakelijk is. Wij willen
thans de lijnen trekken voor het werk, dat
reeds thans binnen het kader van de
grondwet en de geldende organieke wet
ten kan en moet geschieden.
Voor wellicht noodig blijkende, meer in
grijpende veranderingen, die eerst kun
nen worden doorgevoerd als Nederland
weer onafhankelijk zal zijn, zullen de
voorstellen worden uitgewerkt".
Verklaring van
Jhr. rar. D. J. de Geer
Het „Vaderland" van Vrijdagavond be
vat de hieronder volgende verklaring van
jhr. mr. D. J. de Geer:
Van verschillende zijden is mij gevraagd
naar de beteekenis van mijn terugkeer in
Nederland. In antwoord hierop kan het
volgende gemeld worden. Mijn natuurlijke
plaats is thans aan de zijde van mijn eeh-
genoote en te midden van mijn volk, welks
lief en leed ik ook in dezen tijd wil dee-
len. Dit is de éénige beteekenis van mijn
terugkeer. Het is mijn voornemen, mij van
alle politiek te onthouden en slechts als
een vergeten burger te leven.
(w.g.) DE GEER.
CONTROLE OP HET HOUDEN VAN
POSTDUIVEN
De administratie van het Nationaal Ver
bond van Nederlandsche Postduivenhou-
ders, Amsteldijk 44, Amsterdam, tel. 91776
en 91885, maakt in verband met de waar
schuwing van den secretaris-generaal van
het departement van Binnenlandsche Za
ken, inhoudende dat van 21 Februari af
iedere houder van postduiven in het bezit
moet zijn van een geregistreerde hoklyst
en een lidmaatschapskaart, bekend, dat de
postduivenhouders, die aan hun verplich
tingen hebben voldaan, het lidmaatschaps
bewijs bij him vereenigingssecretaris in
ontvangst kunnen nemen.
Teeitregeling voor de
pluimveehouders
Naar het Rijksbureau voor de voedsel
voorziening in oorlogstijd ons mededeelt,
ruimt onder normale omstandigheden iede
re pluimveehouder in het najaar een aantal
kippen op, om deze te vervangen door jon
ge hennen, welke in het voorjaa- van dat
zelfde jaar zijn geboren. De kippen, welke
in het najaar als slachtdieren van de hand
worden gedaan, zijn hoofdzakelijk overja
rige hennen, die meer dan één leg-periode
achter den rug hebben.
Als gevolg van de inkrimping, welke de
pluimveestapel in het najaar van 1940
heeft moeten ondergaan, zijn op de meeste
pluimveebedrijven alle een- en overjarige
hennen verwijderd. Hierdoor bestaat de
pluimveestapel, welke thans nog aanwezig
is, vrijwel geheel uit jonge hennen broed
1940. Met uitzondering van de fok- en ver
meerderingsbedrijven, voor welke in het
algemeen is voorgeschreven, dat een deel
van den stapel uit overjarige dieren moet
bestaan, zullen er derhalve op de gewone
pluimveebedrijven dit jaar bijna geen over
jarige hennen aanwezig zijn. Vernieuwing
van den pluimveestapel, althans op de ge
wone pluimveebedrijven, is daarom dit
jaar niet direct noodzakelijk te achten.
In verband hiermede en gelet op de
omstandigheid, dat althans op het
oogenblik nog niet met zekerheid kan
worden beoordeeld, hoe 3e veevoeder
positie in ons land het aanstaande na
jaar en in 1942 zal zijn, is besloten, dat
er dit jaar, ten behoeve van de gewone
pluimveebedrijven, niet zal worden ge
broed.
Zooals reeds boven is opgemerkt, bestaat
de pluimveestapel op de fok- en vermeer-
deringsbedrijven voor een deel wel uit
overjarige dieren, zoodat vernieuwing van
den stapel op deze bedrijven wenschelijk
ns. Waar bovendien de basis voor een ver
betering van den pluimveestapel bij de fok-
en vermeerderingsbedrijven ligt en het
wenschelijk moet worden geacht, dat deze
bedrijven ook in de gegeven omstandig
heden de door hen opgenomen taak zoo
goed mogelijk blijven vervullen, is be
paald, dat fokbedrijven en houders van
vermeerderingsbedrijven dit voorjaar een
aantal kuikens zullen mogen betrekken en
in voorraad hebben.
Dit aantal bedraagt zoowel voor fok-
als vermeerderingsbedrijven, voorzoo-
ver het vrouwelijke kippenkuikens be
treft, 60 pet. van het toegestane aantal
kippen enz, voorzoover 't vrouwelijke
eendenkuikens betreft, 80 pet. van het
toegestane aantal eenden.
TJit bovenstaande blijkt, dat er dit voor
jaar alleen op de fokbedrijven zal mogen
worden gebroed. Het broedseizoen begint
24 Februari 1941 en eindigt met ingang van
27 April 1941. Algemeen is voorgeschreven,
dat -de fokkers aan houders van vermeerde
ringsbedrijven slechts vrouwelijke kuikens
zullen mogen afleveren.
DE OVERGESLAGEN BON.
Men zij gewaarschuwd.
Opnieuw is, evenals eenigen tijd gele
den met de vleeschbons geschied is, nu bij
de aanwijzing van den nieuwen broodbon
één nummer overgeslagen.
Het is ons gebleken, dat tallooze bakkers
reeds op 04 brood geleverd hebben, welke
bon echter vervallen is, zoodat zij daar
op ook geen toewijzing krijgen kunnen.
De distributie-autoriteiten willen een ein
de maken aan het veel voorkomende mis
bruik, dat winkeliers bij voorbaat al op
nog niet geldig verklaarde bons aan het
publiek gaan leveren. Hiervan zijn sterke
staaltjes bekend bij de distributiebureaux!
Het afleveren op bons, waarvan men niet
weet, of zij geldig zijn, terwijl ook het
rantsoen nog veranderd kan worden, is
verboden. Het is in het belang van de win
keliers, dat zij hiermede rekening houden;
anders zijn ze er Zelve de dupe van, zoo
als nu vele bakkers, die reeds door de
Bakkerij-Centrale gewaarschuwd zijn.
„Tel."
Dr. Wimmer in Noord-
Brabant
In gezelschap van den gevolmachtigde
voor de provincie Noord-Bia'oant kringlei
der Ritterbusch bezocht de Commissaris-
Generaal Staatssecretaris dr. Wimmer van
1719 Februari j.l. de provincie Noord-
Brabant en vertoefde o.a. te 's-Hertogen-
bosch, Tilburg, Breda en verschillende
kleinere plaattsen.
Tot zijn begroeting waren overal de bur
gemeesters en andere locale autoriteiten
verschenen.
Bij het begin der rondreis gaf de gevol
machtigde van den Rijkscommissaris voor
den Commissaris-Generaal in zijn bureau
te Vught een kort overzicht aangaande zijn
arbeid en de organisatie van zijn bureau.
De Commissaris-Generaal reed vervol
gens naar de provinciale griffie, waar de
commissaris der provincie jhr. mr. dr. A.
B. C. M. van Rijckevorsel hem wachtte. De
Commissaris-Generaal liet zich door hem
over land en volk, voorts over de geschied
kundige en staathuishoudkundige ontwik
keling der provincie en haar tegenwoor
dige bestuursorganisatie uitvoerig inlich
ten. Jhr. van Rijckevorsel gaf hierbij een
breeder overzicht van den omvangrijken
arbeid tot het winnen van nieuw land in
den Biesbosch, waar men meer dan dui
zend nieuwe boerenhofsteden hoopt te
bouwen. In dit verband liet de Commissa
ris-Generaal zich over de organisatie en de
taak van het waterstaatsbestuur alsook
over de verschillende waterschappen en
de overeenkomstige organisatie van land
bouwkundigen aard uitvoerig inlichten.
Tevens gebruikte de commissaris der pro
vincie de gelegenheid, om de omvangrijke
ontwikkelingsplannen te schilderen, die
thans in de provincie Noord-Brabant uit
gevoerd worden of begonnen zullen wor
den. Ook de met de buitengewoon snelle
industrialiseering van de provincie samen
hangende bevolkingspolitieke problemen en
problemen van bestuursbeleid konden bree
der besproken worden. Ten slotte geleidde
jhx. van Rijckevorsel den Commissaris-Ge
neraal door de griffie en stelde hem de
leiders der verschillende afdeelingen voor.
Den volgenden morgen werden de mid
delbare technische school en de ambachts
school te 's-Hertogenbosch bezocht, waarby
de leiders der scholen den Commissaris-
Generaal over ontstaan en ontwikkeling,
taak en toekomstplannen dezer inrichtin
gen mededeelingen deden. Hierbij werd de
vraag van het verkrijgen van meer lokali
teiten aangeroerd. In aansluiting aan dit
onderhoud bezichtigde de Commissaris-Ge
neraal de scholen, waarbij hij over de pres
taties van de leeken- en kunstnijverheids-
afdeeling van zijn bijzondere belangstel
ling blijk gaf en de beteekenis van het bij
eenbrengen der practisch, technische en
kunstnijverheidsvakken in één inrichting
met waardeering opmerkte.
Voorts bracht de Commissaris-Generaal
een breeder bezoek aan de lagere school te
Helwirt, waar hij zich door de leerkrach
ten mededeelingen liet doen over de vat
baarheid der leerlingen en de resultaten
van het or. oerwijs.
Ten slotte bezocht de Commissaris-Gene
raal den Nederlandschen schilder R. Pij
nenburg te Vught in zijn atelier en kocht
het olieverfportret van een Brabantschen
visschersjongen aan. Mede werd de merk
waardige bloem enk weekerij van dén heer
van Btuningen bezichtigd.
Den volgenden dag trof men den Minis-
terialdirektor van het ministerie van bin
nenlandsche zaken te Berlijn, dr. Weber,
aan, die zich in gezelschap van den des
kundige voor veterinaire vragen in het
commissariaat-generaal voor bestuur en
justitie Oberregierungsrat dr. Pschorr, den
eersten veterirairen officier in den staf
van den Opperbevelhebber in het bezette
Nederland dr. Ohl en den directeur van
den rijksdiergeneeskundigen dienst dr. C.
van den Berg op een studiereis door het
bezette Nederlandsche gebied bevond. Ge
meenschappelijk vond de bezichtiging van
de veemarkt te 's-Hertogenbosch en het
technisch en hygiënisch uitstekend inge
richte stadsabattoir te Breda plaats. Aan
deze bezichtigingen werd behalve door den
commissaris jhr. van Rijckevorsel ook deel
genomen door de burgemeesters mr. F. G.
van Lanschot van 's-Hertogenbosch en B.
W. Th. van Slobbe van Breda, alsook door
den directeur van het abattoir in Breda.
Op de terugrit naar den Haag werd Rot
terdam aangedaan en te zamen met Minis-
terialdirektor dr. Weber en zijn gezelschap
het aldaar zich bevindende rijksseruminsti-
tuut, directeur dr. B. J. C. te Hennepe, be
zocht.
AFLEVERING VAN VOGELZAAD E.D.
Het rijksbureau voor de voedselvoorzie
ning in oorlogstijd deelt mede, dat vogel
zaad, ochtendvoer voor pluimvee en ge
mengd graan sedert 10 Februari j.l. door
den detaillist uitsluitend afgeleverd mogen
werden aan personen, die voorkomen op
de klantenlijst van dien detaillist.
Deze bepaling geldt uiteraard niet voor
zoover bij de aflevering van ochtendvoer
en gemengd graan een witte bestelbon in
ontvangst wordt genomen.
HELD.
Het is al een heele tijd geleden,
maar ik moge er toch nog iets over
zeggen, want juist in een tijd, dat er
mogelijkheden voor heldhaftigheid te
over zijn, staat er in ons veelbewogen
land een jongeman op, die zioh zelf
dreigbrieven schrijft, vervolgens op
een donkeren avond alle knoopen van
zy'n jas plukt, zich met een stuk hout
een klap op het hoofd toedient en ver
volgens met zijn gezicht tegen een
boom fietst.
Natuurlijk, oefening baart kunst en
het is misschien best mogelijk het in
de kunst van zelfkastijding zoo ver te
brengen, dat men zelfs voor een bom
niet meer op zij behoeft te gaan. Deze
jongeman echter was verliefd en hoop
te de liefde van zijn uitverkorene te
winnen met het verhaal, dat er om de
schoonheid van zijn aangebedene een
strijd op leven en dood zou zijn ge
voerd.
Er wordt om zaken van minder be
lang dan zóó iets verheffends als vrou
welijke schoonheid moord en dood
slag gepleegd. Maar deze jongeman
meende twee Vliegen in één klap te
slaan: een erkenning van de schoon
heid zijner aangebedene en zijn eigen
helden vereering. Goed, de heele zaak
is misgeloopen. De politie komt niet
zoo spoedig onder den indruk van
heldhaftigheid. En het meisje heeft
hem den bons gegeven. Maar de jonge
man had dan ook één fout gemaakt.
Hij heeft er niet aan gedacht, dat vrou
wen in de liefde kwaliteit verlangen
en geen Ersatz.
En wij, menschen van thans, kun
nen dat begrijpen.
Waar moet het heen als zelfs daar
in al namaak komt....?
WINTERHULPEN EÖERLAND
Gironummer van de W. H N.
Stort op 5553 of 877.
Kasvereeniging N.V., A'dair
Postgironummer 877.
De Bank van de W. H. N. is
5553
Nieuwe aardbeien
soorten
Indertijd hebben de veilingbesturen te
Beverwijk, Castricum, Heiloo, Alkmaar en
Haarlem eenige soorten aardbeien op den
monStertuin aan de Groenelaan te Bever
wijk uitgezet, teneinde te kunnen nagaan,
welke resultaten deze nieuwe soorten zou
den opleveren.
Daarbij zijn eenige soorten dermate
opgevallen, dat de commissie voor den
tuin meende goed te doen, er een aa.i-
tal planten van te kweeken om de
aangesloten aardbeientelers in de ge
legenheid te stellen, daarmede een
proef te nemen.
Het is vooral de zeer late framboos-
kleurige aardbei, die sterk de aan
dacht heeft getrokken en die een uit
muntende aanwinst belooft te zijn voor
het binnenland en misschien ook voor
de fabriek. Naar de veilingbesturen
ons mededeelen heeft deze aardbei in
1939 en 1940 een sterken groei en een
goede opbrengst vertoond; voorts heeft
zij een sterk en zoet aroma en kan
door den laten oogsttijd het seizoen
verlengen.
Tuinders, die planten van deze soort
wenschen te betrekken, kunnen een aan
vraag by de veilingen indienen. Naar ver
houding van het aantal aanvragen zullen
de hoeveelheden worden toegewezen; aan
vragen van meer dan 200 stuks zullen
eventueel in overeenstemming worden ge
bracht met de beschikbare hoeveelheid.
Men kan tevens een klein proefje aan
vragen van een andere soort, waarvan niet
zoo veel planten aanwezig zijn.
Opgaven moeten vóór 1 Maart bij de
veilingen zijn ingezonden.
RADIODISTRIBUTIE - AANSLUITINGEN
WORDEN NIET VERZEGELD
Distributie-luisteraars, die hun radio
aansluiting willen opzeggen, hebben niet
anders te doen dan hiervan zoowel aan de
distributie-centrale of -dienst, waarbij zij
zijn aangesloten, als aan een postkantoor,
poststation of postagentschap kennis te
geven. Het luidspreker-kastje bij deze
distributie-abonne's thuis behoeft dus nooit
verzegeld te worden.
Hen, die onder voorwendsel het luid
sprekerkastje te komen verzegelen, bij een
distributieluisteraar toegang tot de woning
vragen, kan men derhalve zonder meer
dien toegang weigerenen de deur wijzen.