Het ondertioud Mussolini-
Franco
5ïe txtyd in Weói en Claó t
Franco ontmoet
Pétain
Gcvazlige verliezen
aan scheepsruimte
VRIJDAG 14 FEBRUARI 1941
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE - PAG. 5
POLITIEK FEIT VAN GROOTE
BETEEKEN1S
WAT MEN IN ITALIë ZEGT.
In bevoegde Italiaansche kringen wordt
ten aanzien van het communiqué, dat over
de ontmoeting tusschen den Duce en den
Caudillo te Bordighera is uitgegeven, in
het bijzonder op de volgende drie punten
gewezen:
le. Een ontmoeting tusschen twee regee-
ringsleiders, die, zooals dit met den Duce
en den Caudillo het geval is, door zoo
nauwe betrekkingen van politieke vriend
schap zijn verbonden, heeft steeds groote
beteekenis. De politieke en militaire om
standigheden van het huidige historische
uur onderstreepen deze beteekenis nog.
2e. Dit eerste bezoek van den Caudillo
aan Italië, ook al droeg dit wegens den
oorlogstoestand, waarin Europa zich be
vindt, geen plechtig en feestelijk karakter,
is in Italië met de volle broederlijke sym
pathie opgenomen, welke het Italiaansche
volk met het Spaansche verbindt, welks
vertegenwoordiger, zijn roemruchte leider
van den staat, een welkome gast van den
Duce is.
Natuurlijk gold de bijeenkomst te Bor
dighera vooral de aangelegenheden te on
derzoeken, welke voor de beide landen van
belang zijn.
3e. Ondanks zijn schematische nuchter
heid is het communiqué duidelijk genoeg,
daar het de beide punten aangeeft, wel
ke ter sprake zijn gekomen, n.l. de vraag
stukken van Europeesch karakter, die met
het tegenwoordige conflict en met de re
organisatie van Europa verband houden,
en vraagstukken, welke op dit historisch
oogenblik voor de beide landen van be
lang zijn, waarbij aan de Middellandsche
Zee en aan Afrika gedacht kan worden.
Met betrekking tot deze beide groepen,
waarvan do een een meer alomvattend en
algemeen karakter draagt, de andere ech
ter op bijzondere vraagstukken betrekking
heeft, is een volkomen eenstemmigheid
vastgesteld. Zoo blijft de solidaire houding
van Spanje met de beide As-mogendheden
voortbestaan.
BERLIJNS OORDEEL.
Het A.N.P. verneemt van welingelichte
zijde te Berlijn:
In de Wilhelmstrasse noemt men heden
de ontmoeting tusschen Mussolini en gene
raal Franco te Bordighera kenmerkend
voor de betrekkingen tusschen deze twee
groote landen aan de Middellandsche Zee.
In politieke kringen van de Rijkshoofd
stad ziet men in deze ontmoeting een poli
tiek feit van de eerste beteekenis, Ten
aanzien van het Italiaansch-Spaansche
communiqué zelf neemt men tot dusver te
•Berlijn noch officieel noch officieus een
standpunt in. Men verwijst hier uitsluitend
naar de passage in het communiqué van
Bordighera, waarin o.a. de eenstemmig
heid van inzicht der Italiaansche en der
Spaansche regeering over de problemen
van Europeesche beteekenis wordt gecon
stateerd.
SPAANSCHE PERSSTEM.
De Spaansche pers houdt zich sterk be
zig mét dë besprekingen tusschen gene
raal Franco en den Duce. In de koppen
leggen de bladen den nadruk op de over
eenstemming, die op alle gebieden tus
schen de Spaansche en de Italiaansche re
geering bestaat. Het orgaan der phalanx
„Arriba" schrijft onder den titel: „Een
authentieke vriendschap": De beide man
nen, die elkaar thans persoonlijk hebben
leeren kennen, zyn de vertegenwoordigers
van twee belangrijke naties aan de Mid
dellandsche Zee.
De ontmoeting heeft aan den voor-
Foto-Archief L. Crt.
avond van een noodzakelijke Europeesche
ordening paats gevonden, terwijl een voor
het Europeesche vasteland beslissende
oorlog wordt voortgezet. Dientengevolge
moet aan deze bespreking een beteekenis
worden toegekend, welke van niet te on
derschatten beteekenis voor de mensche-
lijke orde, het heden, de Middellandsche
Zee en Europa is. Ongetwijfeld, aldus „Ar
riba", heeft men over de Middellandsche
Zee gesproken. Daarbij kan men met ze
kerheid vaststellen, dat in deze zee, die
ook voor de Spanjaarden de beteekenis
van een Mare Nostrum heeft, geen klip
pen opgedoken zijn, zooals men van be
paalde zijde wellicht gewenscht had. Men
kan zeggen, dat de besprekingen alleszins
hartelijk zijn geweest en dat men met na
drukkelijke openhartigheid de zaken uit
eengezet heeft.
Suner en Darlan
tegenwoordig
EEN ONDERHOUD TE MONTPELLIER.
Generaal Franco heeft op de terugreis
van Italië te Montpellier in Zuid-Frankrijk
maarschalk Pétain ontmoet. De Spaansche
minister van buitenlandsche zaken, Serra
no Suner, de Spaansche ambassadeur te
Vichy, Lequirca, en de Fransche ambassa
deur te Madrid, Pietri, waren daarbij te
genwoordig. Des middags heeft maarschalk
Pétain ter eere van het Spaansche staats
hoofd een maaltijd aangeboden, waarna
Pétain en Franco een onderhoud hadden
in tegenwoordigheid van Suner en Darlan.
In aansluiting op den in de eerezaal van
de prefectuur van Montpellier gebruikten
maaltijd, zoo meldt D.N.B. verder uit Vi
chy, hadden Pétain en de Caudillo een per
soonlijk onderhoud van ongeveer twintig
minuten. Tegelijkertijd hadden de Spaan
sche minister van Buitenlandsche Zaken,
Serrano Suner, en vice-president admiraal
Darlan, in een zijzaal een conferentie.
Daarna ontmoetten alle betrokkenen el
kaar voor een laatste gemeenschappelijk
onderhoud.
Later is Franco met zijn gezelschap,
wien bij het passeeren van de grens bij
Ventimiglia door een Fransche troepenaf-
deeling de militaire eerbewijzen waren
gebracht, per auto naar de Spaansche
grens gereden, welke hij in de avonduren
SCHEPEN DIE ZONKEN.
De vernietiging van dertien schepen en
de verstrooiing van de rest van het Brit-
sche convooi door Duitsche oorlogssche
pen in den Atlantischen Oceaan treffen de
Engelsche oorlogvoering des te harder, aan
gezien de laatste week reeds heel gevoelige
verliezen aan scheepsruimte geleaen zijn.
Zoo zijn, volgens de berichten van het op
perbevel van de Duitsche weermacht, in
uen tijd van 4 tot 11 Februari 117.500 brt.
ton tot zinken gebracht. Hiervan komt voor
rekening van de gevechtsactie der Duitsche
marine 73.500 brt., voort werd 40.000 brt.
door een in overzeesche wateren opereeren-
aen Duitschen kaper en 33.500 brt. door
duikbooten tot zinken gebracht. Het lucht-
wapen bracht in dit tijdvak 44.000 brt. tot
Zinken.
Een Duitsch gevechtsvliegtuig, dat gis
termiddag in het bestek van de gewapen
de verkenning boven de Noordzee in de
nabijheid van de Engelsche Oostkust vloog,
heeft aan de Britsche scheepvaart gevoeli
ge slagen toegebracht. Ter hou< te van Har.
wich ontmoette het een tankboot van 7000
of 8000 brt. De Duitsche vliegers troffen
met enkele bommen zoo go^d. dat het groo
te schi£ in zeer korten tijd onderging.
Niet ver van dezeplek viel het vlieg
tuig een Oceaanschip van 10.000 ton aan
en trof het achterschip terzijde. De be
manning van het gevechtsvliegtuig nam een
ontploffing met groot rood vuurschijnsel
waar. De boot werd zwaar beschadigd.
Tijdens denzelfden tocht kreeg ditzelfde
gevechtsvliegtuig een vyandelijken onder
zeeër in het zicht die op het punt stond te
duiken. Deze werd eveneens terstond aan
gevallen en verscheidene bommen troffen
doel. Na de ontploffing van de bommen
kon van de duikboot niets meer waarge
nomen worden. Zy is waarschijnlijk ver-
metig£.
AUSTRALIë VOELT ZICH
ONZEKER.
Uit Sydney meldt de Engelsche berich
tendienst, dat de Australische oorlogsraad
na een gehouden bijeenkomst een commu
niqué gepubliceerd heeft, waarin o.a. ge
zegd wordt: „De oorlog is in een nieuw
stadium getreden. Het is onzeker welk lot
Australië wacht. Het land moe* op iedere
eventualiteit voorbereid zijn." Vandaag
wordt te Sydney wederom een bijeenkomst
van den oorlogsraad gehouden, waaraan
behalve de drie opperbevelhebbers van
de deelen der Australische weermacht ook
de Britsche opperbevelhebber in het Verre
Oosten zal deelnemen.
ITALIAANSCHE LUCHTAANVAL.
Aan het Grieksch-Albaneesche front.
Een bijzondere correspondent van Stefani
aan het Grieksch-Albaneesche front meldt,
C.at de luchthaven van Kacicati, waar Ita
liaansche vliegers enkele dagen geleden 31
vijandelijke toestellen vernielden 's nachts
opnieuw aangevallen is door drie Italiaan
sche vliegtuigen, die acht Engelrche Glos-
ters, die op het vliegveld stonden buiten
gevecht stelden. Op den terugweg bescha
digden zy een grooten Griekschen treiler
met mitrailleur vuur. Deze maakte slagzij
en werd door de bemanning verlaten.
VAN DUITSCHEN STAP IN ATHENE
NIETS BEKEND.
Van welingelichte zijde wordt te Berlijn
vernomen: Van een Duitschen stap in
Athene ter bijlegging van het Italiaansch-
Grieksche geschil is in Berlijn niets be
kend. Dit antwoord werd gisteren in de
Wilhelmstrasse gegeven op de vraag van
een buitenlandschen journalist.
Aan dan Langendijk worden, nu het vervoer te water weer moy lijk zulke
aangevoerd, dat aan de veiling maatregelen genomen moeten worden om
groote hoeveelheden bewaarkool
den toevloed te regelen
(Foto Pax-Holland)
STEFANI OVER DEN STRIJD DER
ITALIANEN.
De diplomatieke redacteur van Stefani
schrijft:
Ondanks het ophemelen van de Britsche
successen in Afrika, zooals door Churchill
is geschied, blijft men in internationale mi
litaire kringen gereserveerd ten aanzien
van de werkelijke beteekenis der Engelsche
krijgsverrichtingen binnen het algemeene
oestek van den oorlog. Ondanks het ver
lies van Cyrenaica handhaaft het Italiaan-
sceh rijk zich in Afrika in zijn volle kracht.
Overal bieden de Italianen tegenstand.
Het Italiaansche verzet heeft nog mo
gelijkheden en reserves en verrassingen
zijn niet uitgesloten. De toestand in Alba
nië is voor de Engelschen en Grieken al-
^sbehalve duidelijk. Londen heeft van de
gebeurtenissen in Afrika een terugslag ge
hoopt zoowel op de betrekkingen tusschen
Iialië en Duitschland als op het binnen-
landsche front van Italië. In beide geval
len is de terugslag juist het omgekeerde
geweest van hetgeen men in Londen ge
noopt had. De Italiaansch-Duitsche soli
dariteit is nooit zoo stevig geweest als
thans. De gebeurtenissen in Noord-Afrika
hebben «haar noch hechter gemaakt. Het
zelfde verschijnsel heeft zich voorgedaan
aan het binnenlandsche Italiaansche front.
Neutrale waarnemers zijn van meening,
dat onder indruk van de gebeurtenissen
in Afrika, het binnenlandsche front van
Italië verstevigd is. Niet alleen blyft het
volk kalm, maar bovendien is het bezield
met den on wrikbaren wil de tijdelijk ver
loren gegane gebieden te heroveren. De
gebeurtenissen hebben de liefde van het
Italiaansche volk voor zijn bezittingen in
Afrika doen toenemen. Engeland heeft het
koloniale bewustzijn van Italië versterkt.
Een zelfde verschijnsel heeft men in
Italië kunnen waarnemen ten tijde van de
sancties en zij, die de Italianen kennen,
zijn er van overtuigd, dat feiten als die
van Genua een tegengestelde uitwerking
hebben tot hetgeen Londen had nagestreefd
Het Italiaansche volk reageert op beleedi-
gingen en keert zich tegen brutaliteit.
Daar komt bij het militaire verschijnsel
van de versnippering der Britsche strijd
krachten in Palestina, in Noord-Afrika en
aan de lange fronten van Abesrinië. Zal
Engeland er in slagen zijn strijdkrachten
tijdig te groepeeren? Hoeveel van zijn
strijdkrachten zullen in de bezette gebie
den moeten blijven om het hoofd te bieden
aan een altijd mogelijk offensief van de
Italianen? De vragen stellen de neutrale
militaire waarnemers. Engeland heeft noch
in Albanië noch in Afrika eenig beslissend
resultaat verkregen. Het heeft een aan
zienlijk deel van zijn militaire vrijheid van
oewegen verloren. Het Italiaansche verzet
eischt aan alle sectoren de aanwezigheid
van groote Britsche strijdkrachten, welke
tot niets doen genoopt zijn. In de Middel
landsche Zee blijft de algemeene toestand
vrijwel gelijk aan dien van OctoberNo
vember.
Europeesche militaire kringen hebben
den indruk, dat de Engelsche operaties in
Afrika, ondanks haar schitterend uiterlijk,
nuttiger zijn voor df Britsche propaganda
dan voor den Britschen generalen staf.
Spectaculaire en voor propaganda doel
einden dienende acties hebben geen wijzi
ging gebracht in den strategischen en po-
litieken toestand zooals Londen dien ge
wenscht had.
HET BEELD DER PARIJSCHE STRATEN
VERANDERT.
Het beeld, dat de straten van Parijs op
leveren, wisselt den laatsten tijd voort
durend. In de eerste plaats zijn de straten,
waarin het verkeer slechts in één richting
veroorloofd was, opgeheven, in verband
met het feit, dat er zoo weinig auto's meer
rijden. En juist deze smalle straten waren
in het oude Parijs zeer talrijk. Het afne
men van het aantal auto's heeft ook nog
een ander gevolg gehad: men ziet weder
vele andere soorten voertuigen. Eerst ver
schenen veel meer rijwielen en nu zijn
het de rijwiel-taxi's. Rijwiel-taxi's zijn ge
wone rijwielen met een aanhangwagentje
met plaats voor één of twee personen.
In den laatsten tijd heeft ook weder een
vehikel zijn intrede gedaan, dat men voor
goed verdwenen achtte, namelijk de echte
Parijsche „fiacre". Dit is weder een zeer
begeerd vervoermiddel geworden. Men
ziet weder de stad doorkruisen door een
groot aantal fiacres, zooals in den goeden
ouden tijd. Zij nemen thans de standplaat
sen in van de vroegere motor-taxi's en er
is zeer veel vraag naar.
De wielrijders zijn thans verplicht, een
goed zichtbaar nurpmer te dragen; op deze
wijze is het mogelijk om een fietser, die
bijzonder sterk tegen de regels van het
verkeer zondigt, naderhand nog te pakken
te krijgen, als hij aanvankelijk aan de hand
van de wrekende gerechtigheid heeft we
ten te ontsnappen.
Het was reeds verboden, de straat over
te steken op andere dan de daarvoor aan
gegeven plaatsen;, doch daaraan werd de
hand niet gehouden. Nu echter krijgt ieder,
die zich niet aan dit voorsohrift houdt, een
boete van 15 francs.
In algemeenen zin heerscht er meer le
ven en bedrijvigheid. Zoo moet, om maar
iets te noemen, het houten plaveisel ver
dwijnen en plaats maken voor bestrating,
over een oppervlakte van niet minder dan
100.000 vierkante meter. Er worden buizen
gelegd, er wordt gebouwd, kortom: er
wordt gewerkt! (V.P.B.)
EEN NEDERLANDSCHE
SS-MAN VERTELT
Hoewel de dienst in de SS-kazerne vrij
wel ononderbroken doorgaat en zelfs in
de korte oogenblikken van rust nog vele
plichten op de mannen rusten, hebben wij
toch gelegenheid gehad enkele Nederlan
ders afzonderlijk te spreken. Dus niet in
de kamer, waar de kameraden elkaar tel
kens het woord ontnemen, elkaar aanvul
len en verbeteren, maar ergens in de ka
zerne, waar onze gesprekken niet gestoord
konden worden. Daar hebben we enkele
jongemanpen rustig laten uitspreken over
hun idealen, die zij sedert lang koesterden,
over de vreugde, welke zij beleefden, toen
zij in staat werden gesteld feitelijk iets te
doen om hun ideaal naderbij te streven,
over hun prettige ondervindingen, hun
moeilijkheden en lasten.
Men zou, zoo constateerden wij, de groep
Nederlanders, die zich aanmeldde, in twee
deelen bunnen splitsen: de idealisten die
zuiver en alleen voor hun ideaal willen
strijden, en de materialisten, die met hun
aansluiting by de SS-Standarte Westland
een betere plaats in de 'wereld van straks
probeeren te verwerven.
Het is bekend, dat bij de werving van
vrijwilligers voor de SS ook inderdaad den
nadruk wordt gelegd o,p het feit, dat de
SS-man na beëindiging van den dienst by
de verwerving van een positie in de bur
germaatschappij door de autoriteiten zal
worden gesteund. Ieder zal naar eigen aard
en aanleg worden geholpen.
De Nederlander zou geen Nederlander
zijn, indien deze bepaling hem niet lokte.
Met deze gedachte zijn dan ook verscheide
ne jonge landgenooten naar Muenchen ge
gaan.
Maar het verwonderlijke is, dat zij op
het oogeniblik allen zonder uitzondering
het ideaal voorop stellen.
„Ik voelde al lang", zoo zei er een van
hen, „dat wij Nederlanders in den strijd
van Duitschland niet achter moesten blij
ven. Toen my de kans werd gegeven, heb
ik dan ook geen oogenblik geaarzeld, deze
met beide handen aan te grijpen. Is het
niet een eer en een gunst, dat wy de grau
we uniform van Duitschlands politieke sol
daten mogen dragen? Is het niet een eer,
dat wy waardig zijn gekeurd het onze tot
den grooten strijd tusschen twee wereld
beschouwingen bij te dragen? Iedereen,
die voelt, dat Germaansch bloed door zijn
aderen stroomt, moet deze taak op zich ne
men, vrijwillig, blij en trotsch, omdat hij
mee kan werken aan de schepping van een
nieuwe wereld".
Telkens kwamen wy by onze gesprekken
dezelfde uitlatingen tegen. De een wist
zich beter uit te drukken, omdat zijn op
leiding hem in staat stelde zijn gedachten
gemakkelijk vorm te geven, een ander zei
het misschien wat onbeholpen, maar beide
categorieën hadden dezelfde fierheid, de
zelfde trots, dezelfde zekerheid.
„Och, ik begrijp, dat er Nederlanders
zijn, die ons volkomen misverstaan, maar
in mij leeft de overtuiging, dat wy iets
groots doen voor ons vaderland. Ziet u, dat
moet men overdenken, lang en diep. Wij
worden gevormd en met de kennis, welke
wij hier verwerven, zullen wij ons later
voor ons vaderland nuttig maken. Wy blij
ven dan ook in alle opzichten Nederlan
ders. Sterker nog, onze vaderlandsliefde
groeit en wordt sterk. Wij zien den weg,
welke ons land m-oet gaan om zjjn vroegere
grootheid te herwinnen. Het betreden van
dien weg beteekent de -verwijdering van
vooroordeelen, het beteekent een kennis
van onze historie, inzicht in de wereldpo-
tieke verhoudingen van vroeger en de we
tenschap, dat wij straks, onder andere om
standigheden, onze eigen plaats in het
Europeesche oeconomisohe en politieke 'be
stel zullen innemen. Daarvoor wenschen
wij te strijden met alle krachten, die in ons
zijn. Daarvoor weten wij ook offers te
brengen".
Wij vroegen uiteraard ook nog hoe de
dienst was.
„Uitermate zwaar. Laat ik het zoo uit
drukken: iemand, die er geen plezier in
heeft, die niet weet waarvoor hij het doet,
behoeft niet naar Muenchen te komen. Hij
zal het er geen veertien dagen uithouden.
Maar voor hem, die een bepaald doel wil
bereiken, is niets te veel. Ja, de dienst is
hard, soms valt die dagtaak zeer zwaar.
Maar wy weten waarvoor wij het doen.
Dan tellen geen moeilijkheden en lasten.
Dan telt slechts de uitslag."
„Er waait een frissche wind door den
geest van de Nederlandsche jeugd, er zyn
pioniers vooruit gegaan. Zij verkènnen
den weg en wijzen de richting aan hen, die
na willen komen" zoo zegt men te Muen
chen
„De Nederlanders in de SS-Standarte
Westland hébben hun weg gevonden en
gaan doelbewust voort, zeker van zichzelf,
zeker van de juistheid der stellingen, wel
ke bun worden geleerd. Nederland kan
voordeel hebben van deze mannen, die in
een harde strenge opleiding zijn gevormd
tot strijders, die zich in de toekomst ge
heel voor hun land zullen inzetten."
Zoo hoorden wy het uit den mond van
onze landgenooten,' SS-mannen in Muen
chen. Wij gaven het weer voor de Neder
landsche lezers, opdat deze mogen zien, hoe
er gewerkt wordt in Muenchen en hoe de
Nederlanders daar denken, die alles over
hebben voor hun ideaal.
DE AMERIKANEN IN FRANKRIJK
In den laatsten tijd zijn ongeveer vijf
honderd tot dusverre in Parijs wonende
Amerikaansche staatsburgers via Lissabon
op staatskosten naar de Vereenigde Staten
teruggebracht. Binnenkort zullen nog 250
Amerikanen via denzelfden weg naar hun
vaderland terugkeeren.