DINSDAG 11 FEBRUARI 194i
32ste Jaargang No. 9870
3)e ÊclcbolieSoti^aTit
Bureaux Papengracht 32.
Telefoon: Redactie 20015, Administratie 20935.
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
Giro 103003. Postbus 11,
V Een opbouwende laak
In aansluiting met wat wij gisteren schre
ven mogen wij er nogmaals op wijzen, dat
wij allen in dezen tijd hebben een opbou
wende taak.
Voor den een is deze, natuurlijk, belang
rijker dan voor den ander. Ieder op zijn
plaats.
Wij kunnen, helaas, niet ontkomen aan
den indruk, dat er ook onder onze katho
lieke leidende persoonlijkheden zijn, die
van meening zijn, dar zij nu, in dezen tijd,
niets anders hebben te doen, dan werkeloos
afwachten tot straks, wanneer de vrij
heid is herkregen.
Onlangs schreef de „Volkskrant" over de
taak der pers:
„Uitgesloten mag wel worden ge
acht, dat straks, wanneer de vrijheid
is herkregen, kan worden voortgegaan
met te breien aan de politieke kous,
waar men na den lOen Mei is blijven
steken. De revolutie is ook over Neder
land gegaan en zal haar sporen achter
laten. De pers kan niet doen alsof ze
daarvan niets heeft bespeurd en mag
niet als de struisvogel den kop in het
zand steken. Deed zij het, het ontwa
ken uit den droom der onwerkelijk
heid zou hard en smartelijk zijn."
De pers mag niet den kop in het zand
steken. Ook leidende katholieke persoon
lijkheden mogen niet als struisvogels zijn
in dezen tijd.
Er is een revolutie over ons land gegaan.
En er moet nu worden gebouwd. Daf kan
gebeuren met of zonder degenen, die
de Christelijke beginselen belijden en wil
len beleven ook in de samenleving. Als wij
wenschen, dat het geschiedt met mede
werking van de Christenen, van de katho
lieken en dat willen wij natuurlijk
dan moet men niet doen, alsof er niets an
ders plaats heeft dan een tijdelijke, voor
bijgaande stagnatie, waarna het oude
uurwerk van de maatschappelijke organisa
tie weer in zijn zelfden ouden regelmaat
zal gaan loopen dan moet men niet doen
als struisvogels!
Er moet worden opgebouwd.
Katholieken, die zoo langen tijd hebben
verlangd naar een nieuwe samenleving,
zijn nu plotseling gesteld voor het feit, dat
er een nieuwe samenleving komen zal!
Te doen, wat wij kunnen doen onder de
huidige omstandigheden, opdat die nieuwe
maatschappij gebaseerd zij op Christelijken
grondslag, is aller plicht.
WAT ANDERE BLADEN
SCHRIJVEN
ENGELAND EN ITALIe
De Volkskrant schrijft:
„In een Duitsch blad treffen wij in een
beschouwing over de verhouding tusschen
Engeland en Italië de opmerking aan, dat
het koninkrijk der beide Siciliën, het
groot-hertogdom Toscane, het hertogdom
Padua, de Kerkelijke Staten en al
de andere kleine staten niets anders waren
dan de producten van een „Europeesch
evenwicht der krachten" in Engelsche
styl.
In Engelsche stijl moge het zijn geweest,
Engelands werk alleen was het in ieder
geval niet, daar op het Weener congres
Engeland maar één van de vijf was.
Meer dan eigenaardig is het in ieder ge
val, de Kerkelijke Staten in dit verband
te noemen. Aan de vorming van het pause
lijk gebied hebben de Europeesche groote
mogendheden van meer dan tien eeuwen
later in geen geval meegewerkt. De Kerke
lijke Staten mag men de oudste en eerbied
waardigste mogendheid van Europa noe
men.
En merkwaardig is het zeker, dat Enge
land tot de vernieting van de Kerkelijke
Staten krachtig heeft bijgedragen. Is het
juist, dat de vrijmetselarij in Engeland
machtig is geweest en niet wij zullen
de juistheid daarvan betwisten dan is
het feit dat de vrijmetselarij de opheffing
van 's Pausen wereldlijk gebied steeds
heeft nagestreefd, reeds een aanwijzing dat
Engeland daar de hand in heeft gehad. Met
aanwijzingen behoeft men zich intusschen
niet tevreden te stellen: de invloedrijke
Engelsche kringen in en buiten de pers
hebben indertijd een felle campagne ge
voerd tegen de wereldlijke macht des
Pausen, zoo goed als de Dumbar's in ons
land".
OP DEN
TWEESPRONG
VV7 EINIG commentaar wordt er gele-
verd in de Duitsche pers over de ont
wikkeling van de situatie in Frankrijk,
doch men mag aannemen, dat Berlijn deze
ontwikkeling met groote aandacht volgt.
De regeering te Vichy staat immers op
een tweesprong; dat is duidelijk, ofschoon
de bijzonderheden van de crisis ons onbe
kend zijn. Het verloop van het spel wordt
geteekend door de figuren, die rondom
maarschalk Pétain opduiken en verdwij
nen. Men zal zich herinneren, dat in Sep
tember j.l. Laval benoemd werd tot plaats
vervangend minister-president, hetgeen
bij de toenmalige verhoudingen zooveel
beteekende als practisch leider der Fran-
sche politiek. Laval sloeg welbewust den
weg in van toenadering tot de Duitschers
en hij was het die het bekende onder
houd tusschen Hitier en Pétain, dat op 24
October te Montoire p'aats had, voorbe
reid heeft. Op 13 December kwam er plot
seling een kink in den kabel, Laval trad
af als plaatsvervangend minister-president
en reisde naar Parijs, dat in het bezette
gebied ligt.
Daar Laval beschouwd werd als de expo
nent van de Duitsch-gezinde politiek, lag
het voor de hand, dat de Duitsche autori
teiten Lava's ontslag met wantrouwen be
zagen, hoewel zij niet wilden ingrijpen,
zoolang het nog een binnenlandsche aan
gelegenheid van Frankrijk betrof.
Het duurde dan ook niet lang, of de be
sprekingen tusschen Vichy en Laval wer
den weer opgevat. Admiraal Darlan werd
naar Parijs gestuurd en men verwachtte,
dat hij als zijnde een man, die het ver
trouwen van beide partijen had, er in sla
gen zou, een oplossing te bereiken.
Succes is evenwel uitgebleven, want
Zondagochtend werd bekend gemaakt, dat
Laval Pétains voorstellen had afgewezen.
Deze voorstellen waren, dat Lava! als
minister van Staat en lid van een directo
rium tot de regeering zou toetreden. Waar
om Laval dit geweigerd heeft, is niet be
kend.
Waarschijnlijk is het decreet van Pétain,
dat heden bekend werd en waarbij Darlan
wordt aangewezen als opvolger van Pé
tain als staatshoofd, een antwoord op deze
weigering van Laval.
Darlan zal thans de politiek van Frank
rijk leiden en men vraagt zich af, of hij er
in slagen zal, het wantrouwen, dat de
Duitschers sinds het ontslag van Laval je
gens Vichy hebben gekoesterd, zal weten
te overwinnen.
Pétain heeft in het communiqué, waarin
hij mededeeling deed van zijn aanbod aan
Laval, tevens gezegd, dat hij de politiek
van Montoir volgt. Hetgeen dus zeggen
wil, dat hij zich houden wil aan de af
spraak, welke hij met den Fiihrer gemaakt
heeft.
DE ARBEIDSDIENST.
Dit jaar en de komende jaren nog
vrijwillig.
De Haagsche medewerker van „Deutsche
Zeitung in den Niederlanden" heeft een on
derhoud met majoor Breunese gehad oVer
doel en inrichting van den Arbeidsdienst.
De werving van vrijwilligers heeft, naar
de majoor verzekerde, goede resultaten
opgeleverd. Men hoopt met 10.000 man „de
school des volks" te kunnen beginnen. De
jonge mannen komen vrijwillig. Er is voor
dit jaar en voor de komende jaren nog
niet aan gedacht, van het stelsel der vrij
willigheid af te zien. Eerst in een later
tijdvak zal de arbeidsdienst tot een plicht
worden gemaakt.
„Het uitschakelen der partijpolitiek uit
de Arbeidsdienst is noodzakelijk om de
jonge mannen tot het denken in de volks
gemeenschap op te voeden. Eerst dan is het
mogelijk, de vorming van de politieke wil
op het eene groote doel, het versterken en
vestigen der volksgemeenschap, te richten.
Zóo staat de Arbeidsdienst boven de par
tijen. maar kan de politieke vorming niet
ontberen, als hij zijn ware doel 'wil berei
ken."
De 10.000 jonge vrijwilligers zullen over
50 kampen worden verdeeld, die in de ver
schillende provinciën van het land wor
den opgericht en aan alle eischen zullen
voldoen. Het zullen geen primitieve ba-
iakken zijn, maar verblijven, die, zonder
weelde, een vriendelijke woonstede zullen
opleveren.
Verder deelt de Haagsche medewerker
mee, dat ook de meisjes in de gelegenheid
zullen worden gesteld, zich in de kame
raadschappelijke samenwerking aan het
welzijn des volks te wijden. Reeds eenige
honderden meisjes hebben zich voor de
vrijwillige arbeidsdienst aangemeld en
zu'len in den lcop van den zomer op het
land een onderkomen vinden. Op het veld
en in het huishouden zullen zij bezigheid
vinden. De duur van den arbeidsdienst is
evenals bij de mannen op zes maanden be
paald.
Met ivate
MuiueDjkiCfeliui
In de audiëntie, gegeven door Z. H. den
Paus op Woensdag 29 Januari j.l. aan
enkele honderden paren van jonggehuw
den, heeft Z. H. in een fijn gestileerde toe
spraak eenige raadgevingen belicht van
den H. Franciscus van Sales, wiens feest
dag met dezen audiëntiedag samenviel.
Uit deze verheven toespraak willen wij
h volgende citeeren (ontleend aan de
„Tijd"):
Het schijnt Ons toe, beminde jongge
huwden, dat de groote Kerkleeraar van
daag van uit den hemel zijn zachten blik
laat gaan over u, om Ons heen verzameld
en op Onze lippen die raadgevingen legt,
welke hij zelf aan de getrouwde personen
gegeven heeft in zijn onvergelijkelijk werk,
getiteld: Inleiding tot het devote leven.
Van al de raadgevingen van den grooten
Bisschop willen Wij u slechts aan die
herinneren, die speciaal voor gehuwden
gegeven zijn (deel III, hoofdst. 38), en
vooral aan de eerste raadgeving, die het
begin van alles is: „ik vermaan de ge
huwden, zegt de Heilige, boven alles tot
wederkeerige liefde, welke de H. Geest
hun zoozeer in de H. Schrift aanbeveelt".
Maar welke is die liefde, waartoe de vrome
Meester van het christelijk leven u aan
spoort? Is dit wellicht de zuiver natuur
lijke liefde, de instinctieve liefde, welke
bestaat tusschen een paar duiven, of de
zuiver menschelijke liefde, zooals de hei
denen deze kennen en ook beti achten?
Neen, dit is niet de liefde welke de H.
Geest den gehuwden aanbeveelt, maar
het is de liefde, die, zonder de genegen
heid te ontkennen, welke de rechtschapen
natuur ingeeft, zich veel hooger verheft,
om geheel heilig, gewijd er goddelijk te
zijn in haar oorsprong, haar doel, haar
voordeel en, haar vorm en haar stof, gelijk
aan die liefde welke Christus vereenigt
met Zijn Kerk.
De wederkeerige genegenheid, ontstaan
uit een zuivere neiging, die den een tot den
anderen brengt, of uit een zuivere beval
ligheid van de menschelijke gaven, die gij
met zooveel voldoening bij elkander ont
dekt, kan nooit gei.t-ele voldoening ver
schaffen, alhoewel zij uit het diepste van
het gemoed opwelt en steeds in de innig
heid der vertrouwelijke gesprekken van
verloofden weerklinkt; deze genegenheid
alleen kan nooit die vereeniging van uw
zielen vormen, welke de liefdevolle voor
zienigheid Gods bedoeld en verlangd heeft,
toen zij u bij elkander bracht. Alleen de
bovennatuurlijke liefde, band van vriend
schap tusschen God en den mensch, kan
banden leggen, bestand tegen alle schok
ken, tegen alle wisselvalligheden, tegen
alle beproevingen, die gedurende een lang
huwelijksleven onvermijdelijk zijn, alleen
de goddelijke genade kan u boven de
kleine dagelijksche zwakheden verheffen,
boven alle opkomende tegenstellingen en
verschillen van smaak en denkbeelden,
welke als onkruid uit de arme mensche
lijke natuur, als uit een wortel, ontsprui
ten. En is deze liefde en genade niet die
kracht en deugd, welke gij gezocht hebt
in het Sacrament, dat gij ontvangen hebt?
De wereld, de maatschappij en het huis
gezin hebben goddelijke liefde noodig, die
boven het geloof en de hoop uitgaat
Maar, zult gij zeggen, is deze heilige ge
wijde, goddelijke liefde niet iets te ver
hevens voor ons? Wellicht zult ge zelfs
vragen, of deze zoo bovennatuurlijke liefde
ook wel die waarlijk menschelijke liefde
kan blijven, welke de trilling van
uw harten is geweest die uw harten zoe
ken, waarin deze berusten en waaraan ze
behofte hebben en waarom uw harten zoo
gelukkig zijn na deze liefde gevonden te
hebben? Twijfelt er niet aan: God ver
woest noch verandert met Zijn liefde de
natuur, maar vervolmaakt deze; en de H.
Franciscus van Sales, die het menschelijk
hart zoo goed kende, besluit zijn mooie
bladzijde over het heilig karakter van de
huwelijksliefde met de twee volgende raad
gevingen: „Bewaar, mannen, een innige,
hechte en hartelijke liefde jegens uw
echtgenooten.en gij, vrouwen, bemint
innig en hartelijk, maar met een eerbie
dige en ontzagvolle liefde de echtgenooten,
die God u gegeven heeft".
Hartelijk en innigheid dus, zoowel van
de eene als van de andere zijde.*
NATIONAAL FRONT.
Mag openbare vergaderingen houden.
Naar het Nederlandsch Dagblad mee
deelt, heeft de Rijkscommissaris in het be
zette Nederlandsche gebied Nationaal
Front toesteming verleend tot het houden
van openbare vergaderingen.
In dit verband kondigt het blad een
groote propaganda-actie aan, welke op
Vrijdag a.s. met een vergadering in den
Dierentuin te 's-Gravenhage wordt ingezet.
DUITSCHLAND HEEFT VOOR 1.3 MILL.
R.M. BESTELLINGEN IN ONS LAND
GEPLAATST
Geen opdrachten, waarvoor wij
geen grondstoffen hebben
TAL VAN PRODUCTEN DIENEN TE
WORDEN VERVANGEN
Gisteren is te 's-Gravenhage een bijeen
komst gehouden tusschen vertegenwoor
digers van Nederlandsche en Duitsche in
dustrieën, alsmede de Zentralauftrags-
stelle, een instantie die tot taak heeft een
doelmatige verdeeling van Duitsche op
drachten in Nederland te bereiken.
Tengevolge van de verhindering van den
commissaris-generaal voor financiën en
economie, dr. H. Fischböck, heeft admiraal
Reimer het talrijke gezelschap welkom ge-
heeten. In een inleidend woord maakte
spreker gewag van hetgeen sedert de be
zetting van Nederland is bereikt. Het werk
loosheidsprobleem is voor een belangrijk
deel opgelost. In toenemende mate gaat de
Nederlandsche industrie weer op volle
kracht draaien, mede dank zij de mede
werking van Duitschland ten opzichte van
de Nederlandsche grondstofvoorziening.
Vervolgens werd het woord gevoerd door
den leider van den Zentralauftragsstelle,
Ing. Nimtz. Hij he^ft medegedeeld, dat tot
1 Februari j.l. door het Duitsche rijk voor
een bedrag van 1.3 milliard rijksmark aan
bestellingen in Nederland werden geplaatst
Binnen enkele maanden tïjds is Neder
land voor het Duitsche rijk een belangrijke
leverancier geworden. Daarbij werden
aanzienlijke hoeveelheden grondstoffen
ter beschikking gesteld. Aangezien slechts
in Nederland opdrachten kunnen worden
verstrekt wanneer de noodige grondstoffen
daarvoor aanwezig zijn, is een grondslag
gelegd voor een nieuwe regeling, tenge
volge waarvan geen opdrachten in Neder
land komen, waarvoor geen grondstoffen
beschikbaar zijn.
Om nu tot een doelmatige verdeeling
van Duitsche opdrachten in ons land te
bereiken, verstrekt de Zentralauftrags
stelle aan Duitsche bestellers, op vraag, ge
gevens omtrent de hiervoor in aanmerking
komende Nederlandsche ondernemingen.
Als opdrachten in den geest van deze
handleiding gelden alle opdrachten van
Duitsche firma's en openbare lichamen
(waaronder de weermacht), aan Neder
landsche ondernemingen.
Bestaan er reeds relaties tusschen een
Duitschen besteller en een Nederlandscne
onderneming of stelt de Duitsche besteller
prijs op uitvoering van de opdracht door
een bepaalde Nederlandsche onderneming,
dan zal de Zentralauftragsstelle hiermede
zooveel mogelijk rekening houden. Spreker
adviseerde in dit verband de Nederland
sche industrieën de contingentsboekhou
ding, zooals deze in de Duitsche industrieën
bestaat, in te voeren. Dit vergemakkelijkt
in menig opzicht een vlot verloop van het
productieproces.
Tenslotte werd nog het woord gevoerd
door dipl. kfm. Viktor Metzger. Deze zette
uiteen, dat de in Nederland aanwezige
voorraden thans verbruikt zijn. Door
Duitschland zal echter gezorgd worden, dat
aanvoer in de naaste toekomst plaats heeft
Spreker richtte een dringend appel aan de
Nederlandsche industrieelen spaarzaam
met de thans nog beschikbare voorraden
om te gaan. Ten aanzien van Nederland
sche opdrachten in Duitschland moet reke
ning worden gehouden met een leverings
termijn van minstens 5 maanden. Het is
derhalve noodzakelijk een vroegtijdige
materiaalsdispositie onder de oogen te zien.
Spreker drong er bij de aanwezige Ne
derlandsche industrieelen op aan, dat geen
metalen worden gebruikt voor niet nood
zakelijke doeleinden. Tal van producten,
zooals verpakkingsmateriaal e.a. kunnen
worden vervangen. Duitschland kan geen
materiaal beschikbar stellen voor dingen
en doeleinden, die niet noodzakelijk zijn.
De uiteenzettingen der beide sprekers
werden door den vertegenwoordigers van
dr. H. Fischböck, admiraal Reimer, in een
slotwoord beantwoord.
AFLOSSING VAN DE GROENE
POLITIE.
Toespraak tot de troepen door den
Rijkscommissaris.
Rijkscommissaris rijksminister dr. Seys
Inquart heeft gisteren op het voormalige
IJsclub terrein aan het Museumplein drie
bataljons aflossende groene politie ge-
inspecteeerd. Het was een imposant mili
tair schouwspel op het groote terrein in
Amsterdam-Zuid. De troepen stonden te
gen vier uur, gereed voor de inspectie, op
gesteld, toen rijkscommissaris rijksminister
dr. Seys Inquart, vergezeld van genr-aal
Schumann en vele hooge officieren, van de
groene polite, het terrein betrad. De staf-
muziek speelde een marsch, korte beve
len weerklonken, bevelen, die als één man
door de troepen werden opgevolgd.
Momentje
LEVENSVREUGDE.
Ik heb gelezen van een man, die
bij een auto-ongeluk gewond werd,
vier maanden in een ziekenhuis ver
toefde en daarna voor den rechter
behalve voor de gedragen kosten te
vens vergoeding eischte voor gederfde
levensvreugde, welke hij over vier
maanden berekende op vijf en twintig
honderd gulden.
Ik zou zoo zeggen: dat is een dartel
heer. Hij moet mij eens vertellen, wat
hij ?s avonds gewoon was te doen,
aangenomen dat hij overdag werkte.
Een bioscoopje misschien, een dansje,
een wandeling in den maneschijn. Dat
behoeft alles bij elkaar vier maanden
lang geen 2509.te kosten, al is
het mogelijk, dat een mensch er zóó
van geniet, dat de waardeering der
genieting de uitgaven veelvoudig
overtreft. Maar wie zal dat bepalen?
Hadde hij levensvreugde gevonden in
zijn arbeid, dat bedrag zou aanmerke
lijk hooger hebben moeten zijn. Per
soonlijk derf ik echter geen levens
vreugde, als ik in bed lig. Ik slaap, of
ik lees. En dan verzamel ik levens
vreugde. Een boek is een andere we
reld dan die om ons heen. De wereld
in een boek beleef je, terwijl je er zelf
buiten staat. Dat is het mooiste, levend
toch buiten een wereld te staan en al
les te ervaren. En intusschen boort
men buiten de leelijke werkelijke we
reld: haast, gedraaf, legers, regen,
lawaai. Dat verhoogt het genot.
Maar dat wil natuurlijk nog niet
zeggen, dat U mij levensvreugde ver
sohaft, door mij het ziekenhuis in te
slaan
De rijksminister schreed, vergezeld van
de officieren, langs de stram staande ba^
taljons.
Na de inspectie, die o.a. werd bijgewoond
door Brigade-führer Knoblauch, den ge
volmachtigde voor de stad Amsterdam se
nator Boemcker, kringleider Paustian, en
eenige Nederlandsche officieren der ma
rechaussee, sprak de rijkscommissaris de
troepen toe.
De rijkscommissaris begroette de man
schappen en sprak de verwachting uit, dat
zij hun volle krachten zullen inzetten in een
tijd, waarin iedere Duitsche man en iedere
Duitsche vrouw het uiterste moet geven
om dezen grooten belissenden strijd met
succes ten einde te brengen, een strijd, die
niet alleen beslist over eigen lot, maar ook
over dat van onze kinderen en over dat
van de toekomstige generaties.
„Wij allen", zei zeide hij verder, „heb
ben de zekerheid, dat het een goede strijd
is. De Führer heeft in uiterste zelfover
winning alles gedaan om hem te vermij
den, maar de Engelschen hadden tot onze
vernietiging besloten, omdat dit vereenig-
de Duitsche volk een veel te sterke machts
factor is. Wij zijn thans echter aangetre
den om onze levensrechten eens en voor
altijd veilig te stellen."
In het verdere verloop van zijn toe
spraak wees de rijkscommissaris er op,
dat men tegenover de Nederlandsche be
volking niet als vijand moest optreden,
maar dat tegen elke poging tot ongeregeld
heden, die hier of daar mogelijk zou zijn
en die alleen zou kunnen berusten op een
grenzenlooze onwetendheid of een gebrek
aan verantwoordelijkheidsbesef, met vólle
sterkte en scherpte zou moeten woxden op
getreden.
Ten slotte wees de Rijkscommissaris nog
eens op de bijzondere taak, die de Duitsche
politie hier te vervullen heeft.
Nadat het Duitschlandlied en het Horst
Wessellied over het breede veld hadden ge
klonken, aangehoord door de honderden,
die, langs de hekken staande, het militaire
schouwspel hadden gadegeslagen, vertrok
ken de Rijkscommissaris en de hem bege
leidende officieren per auto naar het al
oude Damplein, waar de troepen voor den
Rijkscommissaris defileerden.
Op het plein was een met palmen en
vlaggen versierd podium opgesteld. Tegen
vijf uur arriveerden de Rijkscommissaris
en de officieren. Zij stelden zich op het
podium op en onmiddellijk nam het défilé
een aanvang. De stafmuziek had zich dan
de overzijde van denverkeersweg opge
steld en speelde vroolijke marschen, ter
wijl de gemotoriseerde politietroepen aan
den Rijkscommissaris voorbijtrokken in
een voorbeeldige orde en een snel tempo.
Behalve de personenwagen was de vol
ledige bewapening tegenwoordig: de wa
gens met zware en lichte mitrailleurs, met
anti-tankgeschut, twee lichte pantserwa
gens, keukenwagens en Roode Kruis-
auto's.
Ook op den Dam waren honderden be
langstellenden bijeengekomen, om de
nieuw aangekomen troepen te zien en ge
tuige te zijn van het militaire schouwspel.
Het défilé duurde ongeveer een half uur.
Onmiddellijk na het beëindigen vertrok de
Rijkscommissaris.