Toerisme Mogelijkheid van een verhoogd gas- en electriciteitsrantsoen bi) honk Momentje DINSDAG 4 FEBRUARI 1941 irgang No. 9864 Bureaux Papengracht 32. Telefoon: Redactie 20015. Administratie 20935. DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Giro 103003. Postbus 11. V Over; socialisme. De „Nieuwe Rott. Crt." schrijft een ar tikel over „De brief van het Nederlandsche Eoiscopaat", waarin Ijet blad constateert, «et ae Bisschoppen daarmede geen goed hebben gedaan aande Nederlandsche Unie. Hoe wordt de Nederlandsche Unie be trokken bij de Bisschoppelijke Boodschap? Zonder twijfel mag worden aangenomen, dat de Bisschoppen in bedoeld Schrijven noch iets pro noch iets contra de Neder landsche Unie hebben bedoeld. Deze stond er klaarblijkelijk buiten. De „Nieuwe Rott. Crt." redeneert echter aldus: De Bisschoppen veroordeelen op nieuw het socialisme, „zooals Paus Pius XI het in de encycliek Quadragesimo Anno heeft omschreven en veroordeeld". De Paus veroordeelt het socialisme als historisch feit of als beweging „zoolang het werkelijk socialisme blijft" (Quadragesimo Anno). Als de Bisschoppen nu n i e t het socialisme van de Nederlandsche Unie veroordeelen men wete: dat de Nederlandsche Ur.ie zegt, het „socialisme" te willen dan zyn zij klaarblijkelijk van meening, dat het so cialisme van de Nederlandsche Unie niet een werkelijk socialisme is! Daar staat dus de Nederlandsche Unie door het Neder landsche Episcopaat te kijk gezet in de on waarachtigheid van haar socialisme! De „Nieuwe Rott. Crt." schrijft o.m.: „Er waren toch al heel wat leden, die, wanneer het gesprek op het socia lisme van de Unie kwam, met dat ge heimzinnige lachje, waarover Hamlet tot Horatio spreekt, te kenren gaven, dat men daar niet al te beducht voor hoefde te zijn. Nu zich uit een officieel tegenover de Unie ingenomen stand punt beredeneeren laat, dat ook zulk een invloedrijk lichaam als de R. K. Kerk het socialisme van de Unie geen gevaar meer acht, omdat het klaarblij kelijk geen „werkelijk socialisme" meer is, wordt diengenen een klinkend ar gument in den mond gegeven, die toch al geneigd zijn om een tegenstelling te zoeken tusschen de woorden van de Unie en haar werkelijke bedoeling. Dat or tbr?k er nog maar aan, zal het Drie manschap wel hebben gedacht, dat, raar de geruchten wil, toch al aan een zware beproeving van zijn eenswil- lendheid is blootgesteld". Een zekere spitsvondigheid in deze rede neering moet haar totaal gemis aan bewijs- en overtuigingskracht goed maken. Van den eenen kant, gebruikt de Neder landsche Unie het begrip socialisme in den zin, dien het had vóórdat het Marxisme er beslag op legde Socialisme in tegenstel ling met individualisme. Van den anderen kant, beschouwt de Paus in „Quadragesimo Anno" als „werke lijk" socialisme het oude socialisme, n.l. het oude Marxisme, dat is gegrond op his- torisch-materialisme en klassenstrijd, en een zeker gematigd socialisme, dat zich, hoe het dan ook van het eigenlijke Marxis me moge afwijken, eveneens bij het na streven van bepaalde sociale hervormingen principieel op een godsdienstloozen grond slag stelt. Het artikel in de „Nieuwe Rott. Crt." van gisteravond kan geen verheldering in veler begrippen, wel grootere verwarring bren gen. WAT ANDERE BLADEN SCHRIJVEN KINDERACHTIG EN DOM De Unie schrijft onder bovenstaand opschrift: „De Burgemeesters van Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en andere steden hebben een vermar end woord tot de inge zetenen hunner gemeenten gericht, waar tegen prikkelende daden jegens de be zettingsautoriteiten. Inderdaad is het noodzakelijk, dat de onjuistheid en de gevaren van een houding als de hier veroordeelde nog eens duidelijk onder de oogen van ons volk worden ge bracht. Velen zoeken tegenwoordig hun kracht in het verspreiden van praatjes en geruchten in allerhande vorm en op aller hande manieren, en zelfs in het aansporen tot daadwerkelijke sabotage. Zij, die zich hiermede inlaten, vergeten blijkbaar, dat zij daardoor niets dan rampen over het Nederlandsohe volk kunnen brengen. Het is, alsof zij zelfs rechtstreeks naar rampen streven. Ook wij willen, na de herhaalde uit spraak onzer loyaliteit, nog eens wijzen op hel kinderachtige van prikkelende daden en op de domheid van sabotage. Kinderachtig. Ja waarlijk, de houding van enkele Nederlanders, soms in het open baar, b.v. in trams of treinen, soms in hun werk, b.v. in bijeenkomsten en vergade ringen, is dikwerf zóó, dat zij zelfs als zij kinderen waren een standje zouden ver dienen wegens hunne flauwiteiten. Met on verantwoordelijke grapjes, gekuch of ge lach zelfs tijdens officieele redevoeringen of uiteenzettingen, schimpscheuten, liedjes en gedichtjes, e.d. kan men in deze hoogst ernstige uren zijn volk niet dienen. En dom, oerdom is de sabotage in eiken vorm. Weinig heldhaftig is het, zijn volk bloot te stellen aan straffen, welke m lederen oorlogstijd de bezetter zal toepas sen na de daden van onbekenden, die, door een volkomen valsch gevoel van „held haftigheid" gedreyen, op slinksche manier zijn werk pogen te bemoeilijken. Het komt ook nu, als steeds, op het positieve werk aan, in deze omstandig heden verricht in open en openlijke loyali teit jegens den bezetter. Nu De Nederlandsche Unie dezen weg doelbewust koos en doelbewust zal blijven gaan, mag zij van hare leden eischen, zich dit alles dagelijks voortdurend in het volks belang voor oogen te houden. Dit brengt ook mede, dat ieder Unielid zich onthoude van deelneming aan demonstraties in eiken vorm. Het Unielidmaatschap legt ge tuigenis af van vertrouwen in de Unielei ding. Gaan de leden het moeilijke werk voor de Unieleiding dwarsboomen, dan verdienen zy dit lidmaatschap niet. Zij dienen dus te kiezen." TEXTIELDISTRIBUTIE. 180 man personeel. De „Manufacturenhandel' herinnert er aan, dat de bezetting van het Rijksbureau voor de distributie van textielproducten door den handel in enkele maanden tijds is uitgegroeid van een aanvankelijke staf van 10 medewerkers tot ongeveer 180 perso nen, die óf bureau-werkzaamheden ver richten óf in den buitendienst wferkzaam zijn. 60.000 textielhandelaren moeten van het bureau uit geregeld worden voorzien van allerlei papieren, bescheiden enz. VERZOEKEN OM VERHOOGING VAN RANTSOEN KUNNEN WORDEN INGEDIEND. In verband met de vele door particuliere verbr";,-ers tot de gas- en electriciteitsbe- drijvrn gerichte verzoeken om inlichtingen ten aanzien van de mogelijkheid van ver hoogde rantsoenen is het wenschelijk ge bleken artikel 6 van de gas- en electrici- teitsrantsoeneeringsregeling 1940 no. 1 als volgt aan te vullen: Artikel 6c. Indien in bijzondere gevallen toepassing van de in de gas- en electriciteitsrantsoe- neeringsregeling 1940 no. 1, artikel 3, ge noemde maatstaf tot een onjuist rantsoen aanleiding zou geven, is het betrokken gas- en electriciteitsbedrijf, overeenkomstig door het rijkskolenbureau te geven voorschrif ten, bevoegd een afwijkend rantsoen vast te stellen. Verbruikers, die (b.v. door het ontbreken van petroleum voor kookdoeleinden, tijde lijke afwezigheid van een of meer leden van het gezin gedurende de overeenkom stige periode van het vorige jaar, gezins vermeerdering, enz.) aanspraak meen en te kunnen maken op een verhoogd rantsoen, worden thans in de gelegenheid gesteld een schriftelijk verzoek daartoe bij het betrok ken gas- en electriciteitsbedrijf in te die nen. Teneinde noodelooze briefwisseling te vermijden, wordt in overweging gegeven deze verzoeken nauwkeurig te motiveeren. Tot het verstrekken van een hooger rant soen zal slechts kurnen worden overge gaan, indien de b'llykheid v?*1 Uo* verzoek voor het betrokken gas- of electriciteits bedrijf vaststaat. Er wordt voorts de aan dacht op gevestigd, dat de bevoegdheid van de gas- en electriciteitsbedrijven zich thans ook uitstrekt tot het vastrtellen van een la?er rantsoen dan 100 pet. van het verbruik in de overeenkomstige periode van het vorige iaar, indien de omstandig heden van den betrokken verbmiker (b.v. door verhuizing naar een kleinere woning) zoodarig zyn gewijzigd, dat een rantsoen van 100 pet. een onbillijkheid zou betee- kenen. De minimum-rantsoenen zullen echter gehandhaafd blijven. DE ST. LODEWIJK ALS VRIJHEIDSKERK TE LEIDEN. LVIIL Aan Carlo Giovanni Francesco Giiudici werd opgedragen de door de buskruit- ontploffing gehavende Saaihal of St. Ja- cobs-kapel om te bouwen tot een kerk. Hij was een Italiaan van geboorte, woonde echter zij'n geheele leven in Rotterdam, en werd Jan genoemd. Deze Jan Giudici heeft zyn naam eer aangedaan, want hy is uitenst „giudiciosa- mente", met veel overleg, te werk gegaan. De voorgevel van het mlddeleeuwsche St. Jacobsgastihuis, en de muren liet hy onge rept, en binnen dit stevige geraamte nes telde hij een droom-schoon heiligdom. Hy was een man van zeer verfijnden smaak, die zijn kunst-zin gevoed had aan de luis terrijke hofkapel in het paleis der Fran- sche koningen te Versailles. De St. Lode- wijk op de Steensohuur is geen slaafsche nabootsing van de koninklijke kapel het ornament is grootendeels Louis XVI en Empire maar vertoont eenzelfde hoof- sohe zwierigheid en stichtelijke élégance. De kerk is wit-gepleisterd als een prote- tansoh bedehuis, doch de Calvinistische geest is wel heel verre van zulke speelsche en blijmoedige kunst! Torentje „Praatgraag" schemerde het reeds voor oogen, dat de geschokte muren een tijdperk van hernieuwd aanzien zouden beleven „Wie weet of in uw veege vest Ik niet herbouwd, in 't allerbest, In 't midden der Paleizen sta.... En inderdaad ging de St. Jacobskapel, na op 't nippertje algeheele afbraak te zijn ontvlucht (de veiling van de af braak had reeds plaats gehad en bracht 7502 op) een belangrijke taak in deze stad vervullen: zij werd verheven tot pa rochiekerk, als opvolgster van die op de Appelmarkt. De buskruit-ramp kunnen wy zonder overdrijving vergelijken met de verwoes ting van Rotterdam. Alle kerken van de stad werden zwaar beschadigd, en de Ap- pelmarktkerk (aan den Nieuwen Rijn bij de Middelstegracht) bleek zoo wankel te zyn geworden, dat aan herstel niet meer kon worden gedacht. Op verlangen van Lodewijk Napoleon stond de stad de Saaihal-ruïne af „tot een kerk der Roomsch gezin den" (met uitzon dering van den toren) en de koning stelde een som van 37000 beschikbaar voor de restauratie en aankleeding. De pastoor van de Appelmarkt, Bernardus Ocke, aarts priester van Rijnland, werd in 1809 de eer ste herder aan de Steenschuur. De vreugde der Katholieke Leidenaars bij de inwijding op 17 October 1809 was grenzeloos, en de dankbaarheid jegens den Fransohen koning volkomen ongeveinsd. Men zal het weliswaar niet prettig ge vonden hebben, dat de Mis, welke volgens een verslag in de „Leydse Courant" opge dragen werd „staatiglyk, onder allerkeu rigst en Godsdienstwekkend Musiek" ook werd bijgewoond door een paar Fransche hof-kapelaans, maar daar stond als ver zoetende omstandigheid tegenover, dat de Landdrost, Burgemeester en wethouders, de sohepenen der stad en de leger-autori- teiten mede van. de partij waren. En dat maakte alles goed. Een paar eeuwen lang waren de Katho lieken in een hoek geduwd, en ofschoon de sobuilkerken steeds geriefelijker konden worden ingericht, bleef het een onduld bare vernedering, dat aan de straatzijde niet mocht blijken, waar zich een katholie ke kerk bevond. De inwijding van dê St. Lodewijk, en de officieele vertegenwoordiging van het stadsbestuur, was een gebeurtenis van vèr- strekkenden zin: de vrede was geteekend (althans in naam) en de Katholieke kerk kon haar schuilkelder verlaten. De St. Lodewijk is het sierlyke gedenk- fceeken van deze vrijmaking der Kerk in ons vaderland. De preek, door den pastoor van Voor schoten by de inwijding gehouden, moge ons wat opgeschroefd lijken de predi kant ging zoo ver, kening Lodewijk „een anderen David" te noemen zij was een trouwe weerklank van de gevoelens der Katholieke Leidenaars. Een uitvoerig Latijnsch opschrift achter in de kerk heeft deze dankbare stemming voor het nageslacht bewaard, en geeft te vens in kort bestek de geheele geschiede nis weer, hoe het St. Jacobsgasthuis via korenschuur en Saaihal, zioh tot een St. Lodewijkskerk ontpopte. Het is een chro- nicon of tijdvers, waarvan de letters over eenkomend met Romeinsche cijfers, de ge- DE SAAIHAL IN DE 17e EEUW. Foto-archief L. Crt. wichtige jaartallen samenstellen (M 1000, D 500, C 100, L 50, X 10, V 5 en 1 1). QUAE PnS PEREGRINANTIBUS OLIM CONSTITIT DOMUS SACRA QVAE PRISTINA RELIGIONIS MAIE- STATE DESTITVTA, PROFANO SQUA- LIDA PVLVERE DIV JACVIT CUI IMPETVOSIORE INOPINAQVE RABIE SVBVERTENS PROPINQVAS AEDES PVLVIS PIJRIVS PEPERCITï SUB AVSPICIIS LVDOVICI NAPO- LEONIS REGIS BENEFICENTISSIMI, MAGNO DEO RECONCILIATVR GLO- RIOSIOR. De vertaling hiervan is: Wat eens een heiligdom voor vrome pelgrims was, wat langen tijd beroofd van ouden godsdienstluister in wereldsch stof begraven lag (1567) wat gespaard bleef door het kruit dat met een razernij zoo hevig en zoo plots de naaste huizen had vernield (1807), dat is nog glorierijker door de gunst van Lodewijk Napoleon, den allermildsten koning den Allerhoogsten God weer toegewijd. (1809). De altijd zoo spraakzame en loslippige toren, die zich te voren verheugd had een christenkerk te zullen worden, zwéég. Was het teleurstelling over het vergeten van den vroegeren beschermheilige aan wiens voorspraak, volgens hem, het her stel te danken was?: Dan zag Sint Jacob naar beneên En heeft voor zyn gebouw gebeên; Sint P.eter voor de Leydsche Maagd, Die op haar borst zyn sleutels draagt. De apostel Jacobus, die de oudste rech ten had, werd bij de vernieuwing der kerk volslagen over 't hoofd gezien zelfs geen beeltenis herinnert meer aan zijn pa tronaat en moest zijn plaats afstaan aan den heiligen Lodewijk, koning van Frankrijk, om den nieuwbakken en weldra oudbakken Napoleontischen koning (hij werd in het jaar volgend op de kerkwij ding van zyn koningschap ontheven) wel gevallig te zijn. Uit overwegingen van piëteit en historie hadden wij St. Jacob graag een eereplaats gegeven (de sokkel voor zijn beeld boven den ingang staat nog steeds leeg!); tegen de keuze van Sint Lodewijk zal niemand bezwaren hebben. Hij was anders zou hij niet heilig zijn verklaard! een zeer vroom man, die meermalen per dag ter Misse ging. Zijn hofhouding stak wel eens de draak met 's konings godsvrucht en be weerde, dat hij de staatszaken verwaarloos de. Maar de koning zei over deze praatjes makers, en praatjesmaaksters: Wanneer ik dagenlang in jacht- en danspartijen zoek bracht, zou niemand aanmerking maken! Behalve een vroom, was hij ook een dap per man, die met de wapenen in de vuist streed voor de bevrijding van het Heilig Land, en de Doornenkroon van Christus als een kostbaar aandenken meenam naar Parys. Een reusachtig beeld van dezen christe- lyken vrijheidsheld ryst op achter het al taar van onze vrijheidskerk: de H. Lode wijk heeft het kruis in handen en op dat kruis ligt de doornenkroon, die hem ook EEN BEETJE WIJSHEID Ik heb zoo terloops bij mij zelf op gemerkt, dat er den laatsten tijd een en ander veranderd is in deze dolle wereld. Wij denken nu niet meer aan dien jongenheer Mulder, die nu al vijf jaar loopt met dat meisje van Smiten nog geen kijk op trouwen. Zal nog wel eens afraken. Zulke zaken evenals de wisselende hitjes van Me vrouw Dinges zijn volkomen op den achtergrond geraakt, in het niet ver zonken. Vroeger hielden wij ons bezig met kleine dingen, nu alleen nog maar met groote, maar er was ook ongeveer een aardbeving voor noodig om deze verandering in ons gemoed teweeg te brengen. En deze verandering is winst. Het behoeft nog niet al boos te zijn, wat de oorlog brouwt. Ik heb U al eens meer gezegd, dat het de kunst van te leven is de schoone zijden van het leven te bezien en dat was vroe ger niet zulk een groote kunst. Maar deze kunst wordt moeilijker en tege lijk noodzakelijker naar mate het leven het meest zijn zwarte kanten toont, zoo als 's avonds in de duisternis als alles zwart is. Maar vergeet niet, dat het schijnsel van de zon soms al te fel is. Wij klagen er zoo dikwijls over in den zomer. Wij zouden daarom in den zomer aan den winter moeten denken en in den winter aan den zomer. Dan zullen wij èn in winter én in zomer tevreden zijn en in het licat niet verlangen naar het duister, noch in het duister naar het licht. De schemering is het schoonst, zoo zou ik voort kunnen filosofeeren en U goede gedachten geven. Maar ik vrees, dat ik zoover zou gaan met mijn levenswijsheid, dat ik zou wenschen, dat het oorlog bleef. En dat wil ik niet. Ook daarna moeten wy weer trach ten er iets goeds van te maken. WINTERHULPfBNEDERlAND Gironummer van de W. H N. Stort op 5553 of 877. Kasvereeniging N.V., A'dam. Postgironummer 877. De Bank van de W. H. N. is 5553 in zyn persoonlijk leven niet werd be- Op het voetstuk is weer een chonlcon geschreven, waaruit blijkt (telt u maar na!), dat het beeld in 1812 werd aange bracht, met een zinspeling op de mildda digheid van Lodewijk Napoleon: ALMO REGI SANCTO LVDOVICO Aan den milddadigen Koning den Heiligen Lodewijk De St. Lodewijk is tot 1857, toen een nieuwe parochiee!e indeeling werd ge maakt, parochiekerk gebleven; sindsdien is zy een bijkerk van de St. Petruskerk. De 17e en laatste pastoor, was Henricus Tomas, die in dat jaar tot rector van de Lodewijk werd benoemd. VENATOR VAGANS. VEILINGEN VAN TUINBOUW PRODUCTEN. Provisie ten laste van aanvoerder en kooper. Het Centraal Bureau van tuinbouwvei lingen in Nederland heeft er bij de aange sloten veilingen op gewezen, dat ofschoon het tot nu toe aan de veilingen vrijwel al- gemeene regel was, dat alleen aan de aan voerders veilingprovièie in rekening ge bracht werd, de loop van zaken in den laatsten tijd er aanleiding toe geeft,, ook den koopers een zeker percentage in reke ning te brengen ter dekking van de steeds stygende kosten. Het veilen geschiedt n.l. evenzeer te hunnen dienst als ten dienste van de aanvoerders. De door de veilingen re maken kosten zijn o.a. verhoogd door de omzetbe'asting, die ingevolge de nieuwe ré geling niet meer op de koopers-nota's mag worden bijgeschreven. De belasting kan te voren in den verkoopprijs verdisconteerd worden, doch dit is niet mogelijk bij veilen, waarbij tevoren de prijs niet vastgesteld kan worden. Hef Centr. Bureau adviseert daarom allérr veilingen, met ingang van 1 Februari aan alle koopers 1 pch. administratiekosten in rekening te brengen. Vergelijking met het percentage dat in het algemeen aan de aanvoerders in rekening v/ordt gebracht, doet zien, dat 1 pet. voor administratiekos ten voor de koopers niet te hoog is. Deze regeling is in overleg met vertegen woordigers uit verschillende centra ge troffen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1941 | | pagina 1