Het eerste lucht
bombardement
DINSDAG 28 JANUARI 1941
pr i rinsCHf COURANT
TWEEDE BLAD - PAG. 8
De leguaan heeft in Artis geen hinder van de koude, want de koesterende warmte der lampen
bewijst goede diensten (Foto Pu-Holland)
Hat aaute werkpauzeconeert ta Amstardam had Maandagmiddag in de 6fa-
stofzu'gerfabrieken aan den Omval plaats. Een overzicht t'jdens da uitvoering
(Foto Pa*-Holland)
De veenouder u nu varplicht den
burgerlijken stand van zijn veestapel in
den meest letterlijken zin bij te houden
aan de hand van het hem uitgereikte
veeboekje (Foto Pa* Holland)
DE BOM WAS EEN
STUK GASBUIS
HET EINDE VAN EEN OPWINDENDE
VLIEGCARRIèRE.
(Van onzen V.P.B.-correspondent),
NEW YORK, Januari 1941.
„De vlieger greep de bom en trachtte te
mikken; doch de wind rukte hem het zeld
zame projectiel uit de hand en het viel in
het water, zonder iets te treffen. Opnieuw
vloog de vliegmachine boven de oorlogs
schepen, op een hoogte van nauwelijks
veertig meter Het toestel schommelde be
denkelijk en de motor sloeg een paar maal
af. Masson greep de tweede bom, wierp ze
overboord en had de voldoening te zien,
dat zij vlak bij een kruiser in het water
vieL Het water golfde hevig en de matro
zen sprongen in zee, na haastig een kruis
te hebben geslagen. Eenige kanonnen open
den het vuur; doch zij schoten horizontaal,
zoodat zy den vlieger niet konden deren.
Wie zou ook kunnen denken, dat gevaar
uit de lucht dreigde?"
Zoo luidde dertig jaar geleden het ver
slag van den eersten aanval uit de lucht,
waarbij van bommen gebruik werd ge
maakt en die in de geheele wereld groot
opzien verwekte. Wanneer men bedenkt,
dat deze eerste luchtaanval op vijandelijke
schepen plaats vond in het jaar 1910, dan
zal men moeten toe geven, dat de vlieg
techniek in dien tijd sterk is vooruitgegaan.
Een vlieger en zijn mecanicien
reizen naar Amerika.
Het was in den tijd, dat de vliegerij nog
in kinderschoenen stak; doch de pionniers,
wier geestdrift geen grenzen kende, ble
ven hun best doen om alle hinderpalen uit
den weg te ruimen.
Twee Fransche vliegers, Paulhan en zijn
mecanicien Masson, kregen op zekeren
dag een aanbieding van een Amerikaan-
schen menager, om in de V.S. een aantal
vliegdemonstraties te komen geven. Ver
heugd namen zij het aanbod aan, staken
met twee vliegmachines en een massa ba
gage naar Californië over en kondigden
met veel humbug hun aankomst aan. Bij
de eerste voorstelling waren wel honderd
duizend toeschouwers aanwezig; doch op
het laatste oogenblik werd de demonstra
tie door een deurwaarder verboden. Naar
het schijnt hadden de gebroeders Wright,
die aanvankelijk met Paulhan hadden sa
mengewerkt en veel van hem geleerd had
den, de voorzorg genomen om hun eigen
uitvindingen zoowel als die van anderen
in de V. S. te laten patenteeren. Zij al
leen hadden het recht, in de V. S. te vlie
gen! Wat de beide Franschen er ook tegen
inbrachten het was alles tevergeefs.
Paulhan keerde naar Europa terug, doch
Masson bleef met de twee toestellen in de
V. S. Kort daarop bink in Mexico een
bloedige revolutie uit; en op zekeren dag
treffen wij Masson aan alsoorlogsvlie
ger. aan de zijde van de rebellen.
Hij was ook de eerste, die gebruik maak
te van „vliegerbommen", die eenvoudig
bestonden uit een stuk oude gasbuis, gevuld
met kruit en stukken lood. Het kostte heel
wat hoofdbrekens om de voor dien tijd
zware stukken zoodanig onder te brengen
aan boord van het vliegtuig, dat daardoor
het evenwicht niet werd verbroken en de
vliegcapaciteit van het toestel niet werd
beïnvloed.
Is een vlieger een soldaat?
Het bericht van den aanval uit de lucht
op oorlogsschepen v.M-breidde zich met de
snelheid van den wind door de Oude en
de Nieuwe Wereld. Dit voorval gaf ook
aanleiding tot de vraag: Hoe moet een ge
vangen vlieger worden behandeld?
Men sloeg er de conventie van Den Haag
op na; doch daarin was het antwoord niet
te vinden.
Men vroeg zich af, of hij als soldaat of
als spion moest worden gehandeld. Ais
spion, zeiden de een en, want het betreft in
dit geval iemand, die tracht, zich bij ver
rassing meester te maken van inlichtingen
betreffende de posities van den tegenstan
der. Hij is geen soldaat, want hij neemt
niet deel aan den strijd. Buitendien is hij
niet gewapend.
De man is soldaat, beweerden anderen.
Er is geen sprake van verrassing, want hij
kondigt zijn komst aan door het geruisch
van zijn motor. Bovendien draagt hij een
uniform; en het kan zeer goed gebeuren,
dat hij boven de vijandelijke linies neer
stort en daarbij den dood vindt.
Het einde van een pionnier.
Masson trok zich van deze discussie,
waarvan hij misschien onkundig is geble
ven, niets aan en bleef zijn dienst als vlie
ger uitoefenen. In 1915 keerde hij, als ge
naturaliseerd Amerikaan, naar Frankrijk
terug, om deel te nemen aan den wereld
oorlog. Korten tijd na het einde van den
oorlog gaf hy gehoor aan den oproep van
de Pan American Airways, om weder in
civielen dienst te treden. Op een vlucht
boven de oerwouden tusschen Honduras en
Nicaragua verdween hij spoorloos. Wat er
van hem geworden is, weet niemand. Of
hij den dood in het oerwoud vond dan wel
of hij als gevangene onder een onbeken
den Indianenstam vertoeft, naar het ge
rucht wil wie zal het zeggen? Het begin
van zyn loopbaan is sensationeel geweest
en sensationeel is deze ook geëindigd!
In een voorraadschuur van de Duitsche marine. - Tankschepen brengen benzine en olie aan, welke
voor de afdeelingen der marine in de havens in vaten worden overgeladen (Foto Weltbild)
Vergeet de kleine
musea niet.
De lange gouwenaar is een bekend en
veel gebruikt voorwerp, dat een lange
reeks van jaren bijdroeg tot verhooging
van huiselijkheid en gezelligheid. En nog
wordt hij bij menige studentenorganisatie in
eere gehouden om bij te dragen tot de
sfeer en de genoegelijkheid van het oude-
jaarsfestijn van dispuut of club.
Intusschen worden deze steenen Goud-
sche pijpen nog altyd op dezelfde wyze
vervaardigd als drie eeuwen terug, waar
toe witte klei wordt gebruikt, die afkom
stig is uit België, Frankrijk, Engeland en
Duitschland.
De Goudsche pijpenindustrie heeft haar
ontstaan te danken aan het feit, dat om
streeks 1620 in het léger van Prins Mau-
rits een aantal soldaten had dienst geno
men, die om geloofs- of andere redenen uit
Engeland waren gevlucht.. Het meerendeel
van deze menschen was in Engeland pijp-
maker geweest en zij oefenden dit vak
nu ook in Gouda uit in den tyd, dat zij
niet ten strijde trokken. Daar er in Gouda
een zeer uitgebreide pottenbakkersindustrie
bestond, konden de pypmakers hun pijpen
het best in Gouda laten bakken en zpo ont
wikkelde zich de pijpenindustrie, die voor
de stad Gouda van groot belang was. Het
is ons thans echter niet zoozeer te doen
om een beschrijving van den groei en de
ontwikkeling van deze industrie; maar wij
gebruikten haar slechts als een aanleiding
om eens te wijzen op een interessante de
pendance van het Goudsche Stedelijk Mu
seum, die speciaal voor de geschiedenis'der
pijpen en pottenbakkers-industrie is inge
richt. Deze werd in 1938 geopend en is ge
vestigd in het pand De Moriaan ,1ste kwart
van de 17de eeuw) aan de Westhaven 29.
Het werd in 1920 met den antieken tabaks
winkel-inventaris aangekocht en bevat tal
van merkwaardige curiosa, die met de pyp-
industrie verband houden.
Men heeft hier te doen met één van die
aardige kleine musea, veelal ook oudheid
kamer geheeten, die men in zoovele plaat
sen van ons land vindt en die vaak zulk
een verrassende kijk geven in de plaatse
lijke geschiedenis of op kunstnijverheid en
industrie, die voor een bepaalde streek van
belang zijn of dit, in het verleden waren.
Deze kleine musea genieten lang niet die
belangstelling en bekendheid waarop zij
krachtens hun verzamelingen recht heb
ben.
Heeft Gouda zijn pypen-museum Loos-
drecht bezit een kostelijke verzameling
die is ondergebracht in het Kasteel Sype-
sleyn, dat gelegen is in Nieuw-Loos-
drecht, in de onmiddellijke nabijheid van
een heerlijk watersportgebied. Het kas
teel moet in 1288 zijn gesticht, maar in
1400 zou het reeds zyn verwoest. Een ge
deelte werd daarna weer herbouwd en ge
durende de 16de eeuw verkeerde het in
welstand. Ook nu duurde de voorspoed
echter niet lang, want in 1588 werd het
opnieuw verwoest. Later herhaa'de de ge
schiedenis zich nog eens in 1672, toen de
Franschen er huis hielden, bleef er we
derom niet veel gespaard. In het laatst der
vorige eeuw kocht jhr. C. H. C. A. van Sy-
pesteyn het terrein weer terug en in het
begin van de twintigste eeuw werd het-
kasteel van lieverlede weer opgebouwd en
toen kwam ook de gedachte op het als
museum in te richten. Het bevat een groo-
te reeks familieportretten waaronder schil
derijen door Van Miereveld en Moreel-
se. De collectie Chineesche porselein, die
men er vindt, is zeer belangrijk evenals de
verzameling van het zeldzame porcelein
van Oud-Loosdrecht. Het museum bevat
voorts een buitengewoon groot aantal an
dere voorwerpen, als meubelen uit ver
schillende eeuwen, wapens een fraaie en
zeldzame verzameling" pendules, oude boek
banden en gebruiksvoorwerpen.
En om ten slotte nog een derde voor
beeld te noemen, ook Haastrecht, een oud
stadje aan den Hollandschen IJsel, waar
aan het meeste toerisme met groote snel
heid voorby tracht te gaan, heeft zyn
eigen museum. Het dankt zijn ontstaan
aan de laatste wilsbeschikking van de op
1 Juni 1923 overleden Vrouwe Pauline Ma
ria Bisdom van Vliet, weduwe Van den
heer Lefèvre de Montigny. Zij was de laat
ste afstammelinge van een bekend ge
slacht, dat ruim drie eeuwen in Haastrecht
heeft gewoond en meerdere-malen het be
stuur over stad en land van Haastrecht
heeft gevoerd. Ook dit museum bevat
prachtige collecties glas- en zilverwerk,
kostelijk porcelein en waardevolle schil
derijen en familieportretten.
Wij deden hierbij een willekeurige greep
en wezen op een drietal minder bekende
musea, die als een voorbeeld mogen die
nen van het groote aantal historische en
kunstverzamelingen dat ons land telt. Men
is zoo geneigd zijn aandacht alleen te be
palen bij die enkele musea in ons land, die
terecht een internationale faam genieten.
Toch doet de toerist zichzelf daarmede
schade, want-er is daarnaast nog heel veel
schoons en interessants te vinden in klei
ne' verzamelingen, die men op de meest
onverwachte plaatsen in ons land aan
treft. De toerist vindt al deze musea en
oudheidkundige verzamelingen vermeld in
het handige en zeer overzichtelijk inge
deelde museumboekje, dat indertijd door
het departement van onderwys, kunsten
en wetenschappen werd uitgegeven en ook
de plaatselijke V. V. V.'s zullen hem gaarne
alle inlichtingen kosteloos verstrekken. Het
is voor den reiziger in ons land dan ook
een geringe moeite de kleine musea te
vinden en als hij van hun bestaan op de
hoogte is, moet hij een stap verder gaan.
Dan moet hy ze gaan bezoeken, omdat zijn
reis er zooveel aantrekkelijker door zal
worden en zijn kennis van onzen cultu-
reele rijkdom er door zal worden verrijkt.
Dan ook zal hij profiteeren van den cul-
tureelen kant, die het toerisme biedt, en
die door menig reiziger nog lang niet ge
noeg wordt benut. Op de meest verras
sende plaatsen bloeit die, te weinig be
sefte, rijkdom in schoone vormen. Ons
land heeft een oude cultuur, de historische
herinneringen reiken vaak tot in de prae-
historie terug en vele taken van kunst
nijverheid en ambachten worden en wer
den beoefend. De schoonste voorwerpen ge
tuigen er van. Daarom: vergeet de kleine
musea niet!
Een der meest bekende katholieke schrij
vers van Duitschland, Pater Chrysostomus
Schulte, heeft een werk het licht doen
zien, dat bij de uitgeversfirma Schönling
te Paderborn, verschenen is.
Het werk, dat zeer aangenaam geschre
ven is, draagt als titel: „Tusschen twee
geestelijke werelden" en is een auto-bio
grafie, waarin schrijver hoofdzakelijk zijn
kloosterleven vertelt.
Wij citeeren uit dit boek, dat interessan
te gegevens bevat betreffende de gestigma
tiseerde van Konnersreuth, een anecdote,
waarvan de Heilige Vader, de tegenwoor
dige Paus Pius XII, de held is.
„Te Maagdenburg" zoo schrijft Pa
ter Schulte „hield ik eenigen tijd ver
blijf in een Maria-klooster. In hetzelfde
huis nam ook eens de Pauselijke Nuntius
Mgr. Pacelli de huidige Paus Pius XII
zijn intrek. De nonnen hadden groote
voorbereidingen getroffen voor een plech
tige ontvangst van den Kerkvorst.
Onder deze voorbereidingen noemen wij
het leggen van een looper met bloemen
bestrooid, die leidde van de poort van het
klooster naar den ingang.
Ten einde den looper niet ontijdig te
deen gebruiken, had de Moeder-Overste
een bord laten aanbrengen met het op
schrift „Verboden den looper te betreden".
Mgr. Pacelli kwam echter vroeger aan
dan men gedacht had, zoodat men geen
tyd had gehad, het bord weg te nemen. De
toekomstige Heilige Vader, het bord be
merkend, schreed bescheiden naast den
looper tot het bordes van het klooster
voort, daarbij echter een glimlach niet
kunnende onderdrukken.
Ko'pslührer Hühnlem bes'udeert aan
da hand van de stafkaart ergens aan
het Westelijk fiont het operatiegebied
van het Duitsche luchtwapen
(Foto Weltbild)