RECHTZAKEN 5)e êxmtieti, die 11 naadig fieeft DINSDAG 28 JANUARI 1941 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE Rüft - PAG. B WAT ANDERE BLADEN SCHRIJVEN DE KERMIS. In dezen tijd schrijven over de kermis! Ja, een herinnering aan den kermis-tijd kan bij menigeen, die niet meer tot de jongsten behoort, aangename herinnerin gen opwekken, waarvan hy genieten kan. In de meeste gemeenten is de echte, oude kermis lang afgeschaft. Toch is zij ook nog op vele plaatsen gehandhaafd. En ook daar zijn er, die onder de huidige omstandig heden niet meer kermis willen vieren. De schrijver van het weekpraatje in de Maasbode houdt een pleidooi voor de kermis. Wij laten hem hier aan het woord. „Misschien zijn wij een dertig, vijf en dertig jaar geleden iet of wat te puriteinsch geweest met te gaan ijveren voor de af schaffing van de kermis. Het kermiszwijn moest worden afgeslacht, het feest, dat oor spronkelijk van zeer goeden huize was, was naar veler meening te veel ontaard en tot brooddronkenheid overgeslagen. Daar kwam nog een argument bij, de mensch van den modernen tijd zat om geen kermis meer verlegen, hij had genoeg amu sement het heele jaar door. Daarom bestond er al minder behoefte om eens in 't jaar, als 't kermis was, uit den band te springen en zich lustig uit te vieren. Het oude liedje: „Kom vriendenschaar, Juicht met elkaar, De kermis komt maar eens in 't jaar!" had, zeker althans wat de groote steden betrof, zijn beteekenis verloren. De groote stad gaf gelegenheid genoeg om ook.op andere tijden, als men 't wilde wel iederen avond, zijn vermaak te zoeken dan alleen op de dagen van de jaarlijksche kermis. Eerlijk gezegd, de ouderwetsche kermis was toch eigenlijk maar een eenvoudige ontspanning en een vrij onschuldig ver maak. Er zijn tegenwoordig buiten de ker mis om heel wat moderne vermaken, waar aan ernstiger zedelijke gevaren zijn ver bonden dan aan de oude kermis. Ook al was 't kermis in de stad, acht, tien dagen achtereen, dat beteekende nog niet, dat 't voor den braven burger ook eiken dag kermis was; 't bepaalde zich tot een enkelen middag en avond, dat hij er met heel zijn familie op uit trok om de traditie getrouw kermis te houden. En wat beteekende dat nog. Een middag voor de kinderen, de groote pret, waar zij het heele jaar op hadden gevlast. Pof fertjes eten, in den mallemolen draaien, de bonte kramen en tenten aanzien, meestal nog van buiten, een pakje nougat koopen met een aapje erop, een gekleurden zuur stok snoepen. Dan waren de kinderen al meer dan content. Misschien nog een hon den- en apenspel gaan zien, dat was dan ook het summum van pret. In den avond ging de burger dan nog eens met z'n vrouw alleen op stap, en dan ging 't nog bezadigder toe. Ergens gezellig gaan zitten, waar 't druk was, een enkel glaasje drinken, en een stukje eten. Om de kermis zelve, de bonte uitbundige praal en pronk, bekommerden zij zich niet zooveeL De verdere dagen bleven zij thuis en pasten op hun zaken, daar de kermis ook nog wel geld in 't laadje bracht. De kermispret zelve was meer voor de jongelui, die in de plaatselijke krant een kleine advertentie hadden gezet: „twee aardige jongens zoeken kennismaking met twee dito meisjes om tezamen genoegelijk de kermis te passeeren". De jeugd wil vreugd. Voor de grootere kinderen waren de ouders wat toeschiete lijker, ze mochten wel een gepast verzetje hebben, en dezen waren op hun beurt daar voor weer erkentelijk en brachten van hun laatste centjes nog een koek mee naar huis. „Op de kermis heb ik om u gedacht, en dit voor u meegebracht". Op het platteland ging 't gewoonlijk nog eenvoudiger toe. Groote verlokkende spul len verschenen daar niet, een draaimolen, een koekkraam, misschien een danstent, maar dat was ook alles. Maar de jaarlijk sche kermis op 't dorp was toch een attrac tie, de volwassen kinderen die elders in be trekking waren, of reeds getrouwd, kwa men voor die gelegenheid gaarne naar huis om met vader er» moeder „en complet" nog eens kermis te vieren. Ja, de ouderwetsche kermis was toch eigenlijk wel een onschuldig volksch ver maak; als er misbruik van werd gemaakt, dan kwam dat meestal door de bij-omstan digheden. Er werd weieens een glaasje te veel gedronken, den beest uitgehangen, het draaide wel eens uit op een ruzie en een vechtpartijtje. Maar, laten we 't goed zien, die bij-omstandigheden zijn altijd gebleven en bestaan nog, ook al werd de kermis offi cieel afgeschaft Maar 't gekste van alles is, al werd de kermis, vooral voor onze groote steden ook officieel afgeschaft, op grond van motieven tot veredeling van volksvermaken, zooals dat heet de kermis is toch blyven be staan, en tracht toch op alle manieren weer tot ons te komen. Wij schijnen nog kinderlijk bly aan de bonte praal van de kermis te hangen. Van het publiek domein verdreven, tracht zy ons op particulier terrein weer op alle ma nieren te benaderen. Als feest- en Lunaparken, voor- en na jaarskermissen. En onze kinderen, die nooit van een of- ficieele jaarlijksche kermis hebben gewe ten, die nimmer een kermislied hebben me degezongen, zij zijn instinctmatig dol op alles wat maar naar kermis lijkt. Zij zeuren het hoofd van moeder gek om toch naar de kermis te mogen gaan. En de moeders zeiven kunnen er geen weerstand aan bieden, zy kunnen den kin deren die pret niet onthouden. Gearmd gaan ze dus maar weer met hun kroost de kermis op, van den draaimolen genieten, van de cake-walk, van de werp- tent, van de rutschbaan, van het ponnie, en autotje-rij den, Uitgelaten vertellen de kinderen thuis gekomen hoe dikwijls ze hier en daar zyn binnen geweest, en moeder verzucht, dat alles bij elkaar 't toch nog een handvol geld kost Maar de kinderen hebben een dol-prettigen middag gehad. De lezer vraagt zich nu en passant mis schien verwonderd af, hoe komt die ern stige man er dezen keer toe om zoo uitge laten over de kermisvreugd te schryven. Och, de kermismenschen zitten weer in nood. Wegens de tijdsomstandigheden u heeft 't zeker ook al gelezen? meenen vele gemeentebesturen en als 't de ge meentebesturen niet zyn, dan zijn 't de ge meenteraden dat 't nu geen tijd is om kermis te vieren. En den kermismenschen dat zijn zij die met dit bedrijf hun toch al zorgelijk stukje brood moeten halen slaat bij deze eventueele besluiten de schrik om het hart. Ge dacht, dat de kermis zoowat overal was afgeschaft, of minstens inge toomd, maar nu blijkt, dat juist de laatste vijf en dertig jaren, juist sinds het wacht woord: „weg met de kermis!" was uitge geven, de kermis is uitgegroeid tot een ge weldig en zeer omvangrijk bedrijf. Om enkele cijfers te noemen. In ons land worden jaarlijks nog circa 1250 kermissen gehouden. De jaarlijksche exploitatiekosten be droegen voor het gezamenlijke bedrijf cir ca tien millioen. Daarvan komen jaarlijks ongeveer 3Vi millioen in gemeente- en staatskassen. De Nederlandsche spoorwegen vervoeren circa 40.000 ton aan bagage jaarlijks, plus nog duizenden tonnen waren en artikelen, die door het kermisbedrijf worden verwerkt en omgezet. Denkt dan nog aan het aantal personen die door de Nederlandsche Spoorwegen en andere verkeersmiddelen tij dene kermis- en volksfeesten worden vervoerd, aan de duizenden, die in dit bedryf hun arbeid vinden. Ook aan de diverse grondstoffen, die aan het kermisbedrijf jaarlijks worden af gezet. Het kermisbedrijf dat ruim tweedui zend inrichtingen omvat met een exploita tie van 10 millioen gulden, welke toch groo- tendeels in ons land blijven en door ons eigen volk aan dit bedryf worden ver diend. Zeker, 't is een bedrukte tijd, om kermis te vieren, maar waar tooneel, bioscopen, cabarets, variété's, café's met en zonder mu ziek gewoon door gaan, waarom zou dan alleen het vermaak, dat het kermisbedrijf ons verschaft, in 't gedrang en in de klem komen? De kermis, die geen permanente verma kelijkheid is, maar slechts eens in 't jaar komt. De kermis, die gelegenheid geeft om even onze zinnen te verzetten. De kermis, die toch eigenliijk een kin derlijk vermaak is. „Geeft de jeugd haar vreugde", was de lijfspreuk van mijn ouden vriend Okhuy- sen. En de jeugd had al haar vreugd, als zij de kermis nog maar zag opbouwen". Kantongerecht te Lelden Onverantwoordelijke wielrijder. Ch. H. D. W. te L e i d e n reed aanvan kelijk reohts, per rijwiel, op de Breestraat te Leiden. Plotseling, zonder zich iets van het andere verkeer aan te trekken, was hij overgestoken, met het resultaat, dat hij door een motorrijder omver werd gereden. Verdachte gaf de schuld van het gebeur de aan den motorrijder, maar zulks nam niemand aan. De ambtenaar eischte een geldboete van 15^su;bs. 10 dagen. Het vonnis werd conform Hij had er niets van gezien. De chauffeur van een autobus J. L. uit Koudekerk had op 17 October ge- daoht, dat er op de Haarlemmerstraat te Leiden nog net een gaatje open was om te kunnen passeeren. Er stond blijkbaar een bakfiets in den weg, zoodat dit vehi kel getorpedeerd werd. Verdachte had daar echter niets van gemerkt en was rustig doorgereden. Eisch 10 subs. 4 dagen en uitspraak 8 subs 4 dagen. Wordt uitgezocht W. van M. uit Haarlem, had het café van K. te Noord wij kerhout bezocht. Toen het bezoek afgeloopen was, was hy in zyn auto gestapt en was links van den weg rijdend, met vol gas vertrokken. Bij deze snellen en onbehoorlijken start had hij een rechts van den weg rijdenden wiel rijder omver gereden, waardoor deze zwaar gewond werd. Thans verklaarde een der getuigen, dat verdachte 5 glazen citroen-jenever in het café had gedronken, waardoor de zaak een heel wat ernstiger aanzien krefeg, zoodat besloten werd nog andere getuigen te hoo- ren. Toen het klokje van gehoorzaam heid geslagen had. Mej. J. v. d. P. te Leiden had zulk een gezellig feestje meegemaakt te Oegst- geest, dat het kon gebeuren, dat zy bijna een uur na middernacht, op de Blauw- poortsbrug te Leiden werd aangehouden waarbij nog kwam, dat zij geen identiteits bewijs bij zich had. Dat kwam haar te staan op een totale eisoh van f 12 subs. 7 dagen. Het vonnis werd 8.50 subs. 5 da gen. Hoe kwam het varken in de schuur? J. B. te Oegstgeest moest terecht staan, omdat er op 0 November een frau duleus geslaoht varken in zijn schuur was aangetroffen. Hij wist er niets van, zeide hij, en voelde zich zoo onschuldig als een lammetje. Hij vertelde rustig, dat hij ook al eens tegen de lamp was geloopen voor een geslacht schaap, dat ook al in zijn schuur was op gehangen. Aan dat schaap was hij ook al zoi onschuldig als een lammetje. Hij had de schuur verhuurd voor 12 aan iemand, dien hy niet kende, niet wist waar hij woonde en niet wist was hy in de schuur uitvoerde. Om dat nu eens te onderzoeken werd de zaak aangehouden. Appelen zonder vergunning. De groentehandelaar H. P. te L e i d e n had een groote hoeveelheid appelen, ter waarde van 25, op zijn wagen gehad zon der daarvoor vergun .ing te hebben. De appelen waren in beslag genomen en hy had ze terug gekregen toen zij verrot wa ren. Bovendien moet hij nu nog 2 boete betalen. Er was een kindje geboren. In de familie van H. M. te Noord- w ij k was een kleine wereldburger gebo ren en dat was voor M. een prachtgelegen- heid geweest, om des avonds om 8 uur naar een café te gaan en dit heugelijke feit te gaan vieren met een aantal borrels. Toen hij zoo'n acht tien borrels achter zijn kiezen had zitten, was hij maar naar huis gegaan. Dit was omstreeks elf uur, terwijl zijn huis twintig minuten loopen van het café gelegen was. Om bij een en was hij nog steeds naar zijn huis aan het zoeken. Vol gens zijn zieggen was hij door de duister nis in het prikkeldraad terecht gekomen. Dat kwam echte niet door de duisternis, maar door de borrels. Een en ander kwam hem te staan op "een eisch van 15 subs. 15 dagen. Uitspraak 10 subs. 4 dagen. Haagsche Politierechter Een liefhebber van een goed wijntje. Een der ingezetenen van Roe'lof- arendsvecn had blijkbaar nog al een een flinken wijn voorraad en daar was hij rogal zuinig op ook, want hij had aan twee ingezetenen gevraagd of zij de flesschep wijn voor hem wilden begraven. Deze wil den zulks met genoegen doen cn op eer mooien nacht in Mei hadden zij een praam volgeladen met kisten wyn en flesschen champagne, en deze hee'en voorraad bijna geheel in de kuil gectopt Bijna, want toen later het heele geval opgegraven wc-ic, kwam men tot de ontdekking, dat er nogal eenige flesschen ontbraken. Dit eenige bleek ook al weer rtkbaar te zijn, maar dat zal wel uit het vervolg blijken. Een der „begrafenisondernemers", een tuindersknecht had zich aldus voor den Po litierechter te verantwoorden. Allereerst kwam naar voren, dat de „wijnflesschen- begrafenis" gedaan was door hem en J. Th. v. d. M., en dat men in een schuur eerst eenige flesschen „soldaat" had ge maakt. C. vertelde, dat hij het heelemaal geen mirakel achtte om eenige flesschen leeg te drinken. „Nou, nou, eenige!", zei de Politierecht ter wijsgeerig; „zoo ongeveer 15 per maand en dat gedurende zes maanden, is bij el kaar een kleine honderd flesschen." De Officier vond hetgeen verdachte ge daan had zeer ongepast en vond, dat hij misbruik had gemaakt van den oorlogstoe stand. Rekening houdende met het feit, dat verdachte nog een voorwaardelijke gevan genisstraf van vier maanden had loopen, waarvan den proeftijd nog niet verstreken was, wilde spr. volstaan met drie maan den gevangenisstraf te eischen. De Politierechter daar eveneens rekening mee houdende veroordeelde verdachte tot twee maanden gevangenisstraf. De kruik gaat zoolang.... Met een beetje goeden wil zou men hier van kunnen maken „het vat gaat zoo lang....", immers gedurende drie weken had de slager J, J. S. te L e i d e n kans ge zien, om in totaal veertig leege vaten uit het pakhuis van Ten D. te Leiden weg te nemen. Dit ging aanvankelijk zoo gemak kelijk, omdat S., na bij Ten D. ontslagen te zyn, den sleutel van 't pakhuis bij zich gehouden. De zeer goede vaten ver kocht hij voor ƒ2.50 per stuk alhoewel ze veel meer waard waren. Verdachte vertelde, tot deze vatendief- stal gekomen te zijn, omdat hij getrouwd was en geen steun kreeg. De Officier vond, dat getrouwd zijn en geen steun ontvangen geen excuus was om maar vaten te gaan stelen en eischte tegen S. twee maanden gevangenisstraf. De Politierechter wilde wel eens iets meer over verdachte weten en hield de uit spraak aan om eerst een reclasseeringsrap- port in te winnen. Theedoeken zonder bon. De koopman I. O. te Leiden had te Wassenaar theedoeken verkocht zonder punten en dat mag natuurlijk niet, zoodat BON WAREN GELDIG 25 Brood of Gebak Van 27 Jan. t/m 2 Febr. eventueel t/m 9 Febr. 4 .Bloemkaart) Meel of bloem of brood or gebak Van 27 Jan. t/m 23 Febr 27 (Boterkaart) Boter of Margarine Van 25 Jan. t/m 31 Jan. (7 Febr.) 25 (Vet kaart) Boter of Margarine Zelfde als boterkaart 91 Suiker Van 18 Jan. t/m 14 Febr 16 Vleescb en Vleeschwaren Van 27 Jan. t/m 5 Febr. eventueel t/m 9 Febr. maar niet in hotels. 102 Peulvruchten Van 27 Jan. t/m 16 Febr 18 Koffie of Thee Van 20 Dec. t/m 31 Jan. 19, 32, 43, 58, Kaas Van 27 Jan. t/m 23 Febr 59 Eieren Van 27 Jan. t/m 2 Febr. eventueel t/m 9 Febr. maar niet in hotels 92 Rijst of Rijste- meel of -gries of Gruttemeel (gemengd meel) Van 25 Jan. t/m 21 Febr 87 Maïzena or Griesmcel of Sago of Aardappel meel of Pudding poeder of Pudding sauspoeder Van 28 Dec. t/m 21 Febr 57 Havermout of Havervlokken of Haverbloem of Aardappelmeel- vlokken Van 28 Dec. t/m 21 Febr 44 Gort of Gortmout of Grutten Van 27 Dec. t/m 21 Feb 31 Macaroni ot Vermicelli of Spaghetti Van 28 Dec. t/m 21 Febr 117 Scheerzeep Van 1 Jan. t/m 30 April 113 Zeep Van 1 Jan. t/m 31 Jan. Periode 8 Periode d Petroleum Van 30 Dec. t/m 23 Febr Van 20 Jan. t/m 23 Febr HOEVEELHEID 100 gram roggebrood of 100 gram ander brood of een rantsoen gebak 35 gram meel of bloem of 60 a 65 gram roggebrood of 50 gram witte brood of 1/2 rhntsoen gebak half pond boter of half pond margarine of 2 ons vet. 1 kilogram 75 gram voor gerookt of gekookt varkens-, rund- of kalfvleesch en voor gerookte worstsoorten, 100 gram voor gekookte worstsoorten, rolpens en knakworst, 125 gram voor leverartikelen, tongenworst en nierbrcod en 150 gram voor bloed worst. kilogram half pond koffie of 75 gram thee Elk der bonnen 100 gram kaas. K pond 1 ons. Op twee bonnen mag 1 pakje maïzena van 225 gram worden gekocht, in verpakkin gen welke vóór 22 Juli 1940 zyn vervaardigd. pond pond 50 gram scheerzeep, of een tube scheercrême, of kleine tubes, of een pot scheerzeep 120 gram huishoudzeep, of 200 gram zachte zeep, of vloeibare zeep, of 250 gram zeeppoeder, of zelfwerkende waschmiddelen, of 125 gram zeepvlokken, of 150 gram toiletzeep. RANTSOEN GEBAK 100 gram koek (ontbijtkoek) 140 gram speculaas; 200 gram andere koekjes- 90 gram biscuits en wafels; 15 gram beschuit; 800 gram cake; 600 gram gebakjes ;600 gram taart; 500 gram gevuld groot korstgebad (boterletter e .d.); 400 gram gevuld klein korstgebak, (amandelbroodjes e. d.): een hoevelheid van alle andere niet genoemde gebakken artikelen, waarin 70 gram meel of bloem is verwerkt. RANTSOEN VLEESCHWAREN 75 gram gerookt of gekooki varkens- rund- or kalfsvleesch en gerookte worstsoorten; 100 gram worstsoorten, rolpens ei. knak worst; 125 (ram leverartikelen, tongen worst en nierbrood, 150 gram bloedworst REGELING BRANDSTOFFEN; BONNEN No. 11, 12 en 13 (haarden en kachels). BONNEN 25 t.m. 32 (centrale verwarming) t.m. 28 Februari, één eenheid vaste brand stoffen. Brandstoffen 3de periode en cokes, 3de periode t.m. 31 Januari, één eenheid vaste brandstoffen. BONNEN 8, 9, 10 en 11—24 nog tot 14 Februari het niemand 'zal verwonderen, dat buiten vijf guldentjes boete ook de inbeslagge- nomen theedoeken verbeurd verklaard werden. Niettemin was hij gevoelig voor de wet De koopman M. H. uit Boskoop wist, dat hij geen benzine voor zijn auto mocht gebruiken en zulks wetende had hij met een gevoelig hart aan de wet gedacht, door niet zijn auto maar een carrier te gebrui ken. Jammer voor hem was het een car rier met een motor, dus gebruikte hy toch benzine, al was het niet zooveel als met zijn auto. „U wist toch, dat het niet mocht", con cludeerde de Politierechter. „Natuurlijk wist ik het", klonk het jo viaal, „maar ik moest fiemeldefors een karweitje doen en toen heb ik de carrier maar genomen." „Ik ben dus gevoelig geweest voor de wet, want ik had net zoo goed de auto kunnen nemen. Vijftien gulden of vijftien dagen, eischte de Officier. „Wat verdient u", wilde de Politierech ter wéten. „Een beetje bonnetjes werk", zei verdach te nogal vaag. Hoeveel of dat was werd maar geloofd want de uitspraak werd ook 15.subs. 15 dagen. Hij noemde het fiedeleü. D. v. d. H., die verstek liet gaan en de opperman C. S. beiden uit L e i d e n had den in een café te Noordwijkerhout ruzie gekregen met den uitvoerder R. uit Was senaar en dat nog wel op de verjaardag van Sinterklaas, v. d. H. kreeg het eerst ruzie en gaf den uitvoerder eenige toeters op zijn hoofd en krabde hem lustig over zijn wangen. S. vond het toen eveneens noodig iets tot de algemeene feestvreugde bij te dra gen en gaf welgeteld negen meppen met een biljarstok cadeau. Thans zei S., dat hij zich niet erg veel meer van het geval kon herineren omdat hy een beetje dronken was. Zijn verde diging kwam hier op neer, dat hij niet geslagen had niet de biljartstok maar per ongeluk geslagen had, doordat hij een viool imiteerde door de stok als een strijk stok over zijn arm te schuren. Ik fiedelde maar zoo'n beetje", zei verdachte. „Maar dan toch maar op een andermans hoofd", vond de Officier en eischte tegen S. ƒ25 subs. 25 dagen en tegen den niet verschenen v. d. H., gezien zyn strafblad, twee weken gevangenisstraf. Het vonnis tegen S. werd een geldboete van 20 subs. 20 dagen en tegen v. d. H. een maand gevangenisstraf. Hetgeen niet gezegd mag worden. W. H. de R. uit Nieuwkoop, die ver stek liet gaan, had het hoofd van den plaatselijken distributiedienst het onnette woord „snotneus" toegevoegd. Om dit woord te lanceeren, was hy speciaal geko men. Een duur grapje overigens, want het kost hem vijftien pegels.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1941 | | pagina 6