DAGBLAD VOOR LEIDEN^ EN OMSTREKEN
Verordening op het opleggen
van prestaties
Mamentje
WOENSDAG 15 JANUARI 1941
32ste Jaargang No. 9847
S)e £old&e\vi(3owï£i/nt
Bureaux Papengracht 32.
Telefoon: Redactie 20015, Administratie 20935.
Giro 103003. Postbus 11.
Voor handelingen tegen de
belangen der Duitsche
bezettingstroepen
TERUGWERKENDE KRACHT TOT
25 MEI 1940
fïet Verordeningenblad bevat een veror
dening, houdende voorschriften betreffende
repressies tegen vijandelijke handelingen,
welke zich tegen de belangen van de Duit
sche bezettingstroepen richten.
Ter zake van handelingen, welke na 25
Mei 1940 zijn geschied of geschieden, en
welke tegen belangen van het Duitsche volk
of van het Groot-Duitsche rijk zijn gericht,
of welke de openbare orde of het openbare
leven in het onder de bescherming van de
Duitsche troepen staande Nederlandsche
gebied zouden kunnen verstoren, kan een
verplichting tot vergoeding van schade en
een zoengeld (Suehneleistung) worden op
gelegd:
Aan personen of vereenigingen (stichtin
gen), die zoodanige handelingen billijken of
bevorderen of van wie mag worden aange
nomen, dat zij die handelingen billijken of
bevorderenT
Aan gemeenten^ binnen welker gebied
zoodanige handelingen zijn geschied.
Opgelegd kunnen worden persoonlijke,
geldelijke of zakelijke prestaties.
Wordt een persoonlijke prestatie opge
legd, dan kan degene, die daartoe gehouden
is, zich bij het volbrengen daarvan niet dan
met toestemming van den Rijkscommissaris
voor het bezette Nederlandsche gebied
(Commissaris-generaal voor de openbare
veiligheid) laten vervangen.
Wordt aan meerdere personen of vereeni
gingen (stichtingen) een prestatie opgelegd,
zoo zijn deze hoofdelijk aansprakelijk.
Prestaties, als bedoeld in deze verorde
ning, worden door den Rijkscommissaris
voor het bezette Nederlandsche gebied
(Commissaris-generaal voor de openbare
veiligheid) bij schriftelijke beschikking op
gelegd.
Voor zoover in bepaalde gevallen niet
anders wordt bepaald, vindt de ten uitvoer
legging der beschikking plaats overeenkom
stig de bepalingen van het wetboek van
burgerlijke rechtsvordering; de beschik
king wordt ten deze gelijk gesteld met een
vonnis in executorialen vorm.
Wordt aan de verplichting niet binnen
den vastgestelden tijd voldaan, zoo kan de
betrokkene daartoe door middel van lijfs
dwang (Haft) worden genoopt.
Is een verplichting opgelegd aan een ver-
eeniging (stichting) dan worden de perso
nen, tegen wie zich de bedreiging met
lijfsdwang richt, in de beschikking ge
noemd.
De lijfsdwang wordt ten uitvoer gelegd
door de Duitsche politie.
Beschikking op grond van deze verorde
ning hebben voorrang boven die, welke
voortvloeien uit de verordening no. 33/1940
betreffende het verbeurd verklaren van
vermogens.
Deze verordening treedt in werking op
den dag harer afkondiging.
Toelichting.
Van bevoegde Duitsche zijde is naar aan
leiding van bovenstaande verordening de
volgende verklaring verstrekt:
Deze verordening richt zich geenszins te
gen de Nederlandsche bevolking als zooda
nig en zeker niet tegen de overweegende
meerderheid van de bevolking. Alle erva
ringen en waarnemingen, die in de afgeloo-
pen maanden hier konden worden gedaan,
hebben- aangetoond, dat op zijn minst 4/5
van het Nederlandsche volk wenschen in
rust en orde hun normale bezigheden voort
te zetten en daarbij streven naar een zoo
correct mogelijke, ten deele zelfs vriend-
schappelijke verhouding jegens de Duitsche
troepen en de Duitsche bezettingsautoritei
ten. Dit geldt met name voor de breede
massa's van de arbeiders, van de kleine
beambten en van de boerenbevolking.
Al deze menschen hebben er begrip voor
getoond en weten het te waardeeren, dat
zij door de Duitschers niet als bewoners
van een veroverd land, maar als leden van
een stam- en rasverwant bevriend nabuur
volk en als een van de waardevolste be-
standdeelen van de Germaansche volkeren-
familie worden beschouwd. Daar komt nog
bij,'dat talrijke personen uit de zooeven
genoemde bevolkingsgroepen reeds persoon
lijk ervaren hebben, dat men ook aan Duit-
schen kant beoogt bepaalde sociale instel
lingen, die in Duitschland reeds gemeen
góed zijn geworden, ook den breeden mas
sa's der Nederlandsche bevolking ten goede
te doen komen. Het openstellen van uitge
breide nieuwe afzet-mogelijkheden voor
den Nederlandschen landbouw, de verlich
ting of opheffing der grensbepalingen, de
bestrijding van de werkloosheid, de instel
ling van „Vreugde en Arbeid", het parool,
„schoonheid van den arbeid", invoering van
een arbeidsvacantie en sociale reuzenpres-
taties als die van het Win terhulp werk zijn
in deze kringen, die immers meestal niet
tot de welgestelden kunnen weiden gere
kend en grootendeels met kleine inkomens
moeten huishouden, met groote belangstel
ling, ja veelal met vreugde begroet.
Aan den anderen kant echter zijn er be
paalde kringen, die zich ergeren, dat hun
zoo dikwijls hier te lande verkondigde leu
ze, dat Nederland zijn heil slechts aan En-
gelsche zijde kan zoeken, is weggevallen,
of die zich ergeren, omdat hun economische
en financieele winstbron door de toekom
stige ontwikkeling is verstopt, dat in het al
gemeen een grendel geschoven '"s voor de
onbegrensde opeenhooping van groote rijk
dommen in de hand van betrekkelijk klei
ne kringen en die deze ergernis in een on-
dergrondsche haat- en leugencampagne tot
uitdrukking brengen. Deze schrikken er ook
niet voor terug anderen door financieele
beloften en door vreesaanjaging met ge
bruikmaking van de economisch afhankelij
ke positie van die anderen of ook op andere
wijze aan te zetten tot verspreiding van
boosaardige geruchten of tot nog ergere din
gen, zooals daden van terreur of sabotage.
In het bijzonder is het te veroordeelen, dat
deze elementen zich bij dergelijke tenden
tieuze manoeuvres en praktijken zelf niet
in de voorste lijn wagen, maar voorzichtig
op den achtergrond blijven en andere lieden
de kastanjes uit het vuur laten halen. Der
gelijke elementen en praktijken wil men
door de bepalingen van de nieuwe verorde
ning treffen. Deze bepalingen beoogen
iedereen aan het verstand te brengen, dat
de Duitsche bezettingsautoriteiten, wanneer
zij zich eenmaal genoopt zien in te grijpen,
dan ook niet zullen aarzelen krachtig toe
te slaan. De bedoelde kringen en elementen
kunnen er dan niet langer op rekenen, dat
zij ook verder op den achtergrond kunnen
blijven staan en anderen, die door hen zijn
opgehitst, voor de gevolgen van hun prak
tijken kunnen laten opdraaien.
Bonaanwijzingen
BON 15 VLEESCH EN VLEESCH-
WAREN
De sceretaris-generaal van het Departe
ment van Landbouw en Visscherij maakt
het volgende bekend:
Gedurende het tijdvak van Donderdag
16 Januari tot en met Zondag 26 Januari
a.s. geeft elk der vier met „15 vleesch" ge
merkte bonnen van de vleeschkaart recht
op het koopen van 100 gram vleesch, been
inbegrepen, of een rantsoen vleeschwaren.
De met „15 worst, vleeschwaren" gemerk
te bon geeft uitsluitend recht op het koopen
van een rantsoen vleeschwaren.
De bonnen, welke op 26 Januari a.sü nog
niet gebruikt zijn, blijven nog geldig tot en
met 29 Januari a.s.
VERTRAAGD KOLENVERVOER.
Van het departement van Waterstaat
ontvingen wij de volgende mededeeling:
Schippers van met kolen of cokes gela
den schepen, die, wegens het ijs hun be
stemming in het binnenland niet hebben
kunnen bereiken, worden verzocht, zich
rechtstreeks of door middel van den dichtst-
bijzijnden bevrachtingscommissaris telefo
nisch aan te melden bij het centraal-expe-
ditiekantoor der mijnen, telefoon 3141 te
Heerlen, en daarbij op te geven: den naam
van het schip en dien van den schippeer,
de lading, de bestemming en de ligplaats.
Den schippers woréft voorts medegedeeld,
dat zij hun reis dienen te vervolgen, zoo
dra dit in verband met den ijstoestand mo
gelijk is.
EXPRESSEBESTELLINGEN
Voor België en Jiet neutrale buiten
land toegestaan.
Met ingang van gisteren is tusschen
Nederland en België, alsmede tusschen
Nederland en het i^eutrale buitenland, b\j
gewone en aangeteekende briefzendingen
van eiken aard, behalve postpakketten ook
de expressebestelling toegelaten.
OLIESTOOKVERW ARMING
IN SCHOOLGEBOUWEN
Stagnatie in het onderwijs
Verscheidene gemeenten en schoolbe
sturen, die in verband met de voordeelen,
welke in normale omstandigheden aan
een centrale verwarming met oliestook
inrichting zijn verbonden, destijds de
schoolgebouwen van een dergelijke ver
warmingsinstallatie hebben voorzien,
ondervinden thans daarvan de bezwaren.
Sinds eenigen tijd is n.l. stookolie voor de
ze installaties niet meer te verkrijgen, zoo
dat noodwendig er toe moest worden over
gegaan om de bestaande inrichtingen te
verbouwen en inrichten voor het stoken
met vaste brandstof of in gasinstallaties.
Naar het „Vad." verneemt, heeft zich
dc-ze noodzaak voorgedaan ten aanzien
van bijzondere lagere scholen te IJsel-
monde, Leeuwarden, Ootmarsum, Harden-
berg e.a. en kwam de situatie aan al deze
scholen in zooverre overeen, dat de olie
voorraad nog hoogstens tot de Kerstvacan-
tie toereikend was, waardoor een verlenging
van de vacantie onvermijdelijk zou zijn,
indien de voor een en andere noodzake
lijke werkzaamheden niet in deze periode
konden worden uitgevoerd. Zou dit in het
algemeen niet onmogelijk zijn geweest,
een factor, welke op een regelmatige af
wikkeling van de procedure een storenden
invloed uitoefende, was het feit, dat het
besluit van 19 November 1940 betreffen
de het stopzetten van scholenbouw, alle
aanhangige aanvragen en nog niet uitge
voerde raadsbesluiten, deed vervallen, en
de hervatting afhankelijk stelde van een
vooraf van den secretaris-generaal van het
departement van Opvoeding, Wetenschap
en Cultuurbescherming verkregen machti
ging. Door verschillende omstandigheden,
waarbij behalve het tijdstip van indiening
van het verzoek, ook de ter zake in te win
nen adviezen een rol hebben gespeeld, is
dc secretaris-generaal echter niet in staat
gebleken, zóó tijdig de vereischte verkla
ring af te geven, dat een stagnatie in het
onderwijs is kunnen worden voorkomen.
Zoo heeft o.a. het schoolbestuur te Harden-
berg de school moetm sluiten, totdat de
werkzaamheden aan de centrale verwar
ming zullen zijn voltooid. Inmiddels is
met die werkzaamhedén een aanvang kun
nen worden gemaakt, op grond van een
door den secretaris-generaal verleende
vergunning voor het aanbrengen van de
beoogde verandering van inrichting, wel
ke z.i. noodzakelijk moet worden geacht,
nu wegens stopzetting van de levering van
stookolie een normale functionneering van
de centrale verwarming in deze scholen
niet langer mogelijk is.
UITBREIDING VAN BREDA.
In de Dinsdagmiddag gehouden raads
vergadering heeft de burgemeester van
Breda medegedeeld, dat de uitbreiding van
Breda met Ginneken, Princenhage en Te-
teringen vóór 1 Mei a.s. tegemoet kan wor
den gezien.
ZUIGELINGEN EN OUDE LIEDEN.
Verhoogd sterftecijfer bij hevige koude.
De lage temperaturen van de winter
maanden 1939-1940 deden haar invloed gel
den op het sterftecijfer. In de beide koude
wintermaanden van 1940 stierven in totaal
19.413 personen in Nederland, d.w.z. dat
de sterfte in deze maanden 36 pet. grooter
was dan in de overeenkomstige maanden
van 1939, toen 14.342 personen stierven.
In een beschouwing in het „Ned. T. v.
Geneeskunde" wijst prof. dr. J. J. van Log-
hem er op, dat de verhooging van het
sterftecijfer in het bijzonder die groepen
der bevolking betreft, zooals de zuigelin
gen en de personen boven 80 jaar, die in
het algemeen gedurende de koude niet aan
de lage temperatuur buitenshuis zijn bloot
gesteld. Volgens prof. Van Loghem is dan
ook niet in de eerste plaats de koude bui
tenshuis de oorzaak van het verhoogde
sterftecijfer, maar een voor de gezondheid
nadeelig binnenhuisklimaat, zooals* in vele
huizen door ondoelmatige verwarming en
slechte ventilate gedurende de winter
maanden vaak voorkomt.
Bij personen, die in de koude buitenlucht
vertoeven, werkt de koude als een prikkel,
die tot gevolg heeft, dat de stofwisseling,
en daarmee de warmteproductie in het
lichaam grooter wordt. Ook regelt men bui
tenshuis zijn lichaamswarmte door ver
hoogde spierfunctie; men denke slechts aan
het trappelen met de voeten, als men koude
voeten heeft. Terwijl men buitenshuis dus
actief zijn warmteproductie, en daarmee de
lichaamstemperatuur, kan vergrooten, be
schikt het lichaam binnenshuis niet over
middelen tot verhooging der lichaamstem
peratuur.
Uit een vergelijkend onderzoek naar de
sterfte in de koude maand December 1933
en de meer warme maand December 1934,
dat eenige jaren geleden door prof. Van
Loghem is ingesteld, bleek, dat de sterfte
in de koude Decembermaand grooter was
dan in de minder koude. Het bleek tevens,
dat naar verhouding het sterftecijfer der
vrouwen meer gestegen was dan dat der
mannen. Vróuwen verkeeren door haar
werkzaamheden binnenshuis minder in de
kouce buitenlucht dan de mannen, waar
door zij, meer dan de mannen, in de gele
genheid zijn, binnenshuis kou te vatten.
ERKENTELIJKHEID VAN
GEëVACUEERDEN.
Een groep -person en, die uit Breda naar
Rijsbergen waren geëvacueerd, hebben be
sloten hun erkentelijkheid jegens deze
plaats te betoonen door het aanbieden van
een gebrandschilderd raam voor de pa
rochiekerk van Rijsbergen. De glazenier
Louis de Swart uit Breda zal het raam ver
vaardigen.
KERKNIEUWS
BENOEMING IN HET BISDOM
HAARLEM
Z.H. Exc. de Bisschop van Haarlem heeft
den zeereerw. zeergel. heer J. J. A.
Starrenburg benoemd tot directeur der
congregatie der Arme Zusters van het
Goddelijk Kind „De Voorzienigheid" te
Amsterdam, en tot rector van het gesticht
de Voorzienigheid en van het R.K. Jon
gensweeshuis te Amsterdam. Sinds 18
Aug. 1934 trad Z.E. op als subregent van
het seminarie te Heemstede.
PASTOOR J. C. C. GROOT.
In de ziekte van pastoor J. C. C. Groot
van Nederhorst den Berg, die de vorige
week, zooals wij meldden, in de R. K. Zie
kenverpleging te Hilversum van de H.H.
Sacramenten der Stervenden was voorzien,
is een gunstige wending ingetreden. Le
vensgevaar is thans niet meer aanwezig.
De eerwaarde patiënt zal evenwel, naar
„de Tyd" meldt, ter verdere behandeling
nog geruimen tijd in het ziekenhuis verblijf
moeten houden.
RECTOR S. BRAAKMAN
Henri Putter, oud-voorzitter van den
D.H.V.B., schrijft in de „Sport-Ill.":
Te Lutjebroek, waar hij werd verpleegd,
is rector Braakman overleden. Rector
Braakman. Mijn gedachten gaan meer dan
een tiental jaren terug. Gedachten naar
een fijngevoelig priester. Naar een eerlijk
vriend. Naar een raadsman. Hij was toen
weezenvader in Den Haag. Op de ver
gaderingen van onzen D.H.V.B. trad hij
nooit scherp naar voren. Rustig en wel
doordacht waren zijn woorden. Men moest
hem volgen, omdat uit alles ware vriend
schap sprak.
Rector Braakman is niet meer. Ver
weesd wachten zusters en weeskinderen
wie hun tot vader zal worden aangewezen.
Hoe kort rector Braakman hier in Am
sterdam ook heeft mogen arbeiden, hij
heeft zich bemind en geliefd gemaakt.
Uit een wereld, vol van ellende is hij
naar zijn Schepper opgegaan. Hij zal, zoo
als wij allen, eens verantwoording moeten
geven. Wij hopen en vertrouwen, dat onze
oud-adviseur spoedig, gelouterd, het aan
schijn van Onzen Lieven Heer eeuwig
moge aanschouwen. Voor zijn zielerust
vraag ik vooral aan degenen, die hem
hebben gekend, een krachtig, vurig gebed!
In de Amsterdamsche rubriek van de
„Sport-Ill." wordt van rector Braakman
o.m. gezegd:
Rector Braakman was geen man om
met veel woorden de vernieuwing van het
jeugdwerk te gaan propageeren hij heeft
deze laatste periode dan ook niet medege
maakt. Maar wanneer wij op den dag van
vandaag eenige teruggang van de gemeng
de huwelijken, de beleving van de echt-
katholiekerr geest in vele jonge gezinnen
en een groot aantal goede jeugdleiders
mogen vaststellen, dan is dat zeker wel
voor een deel werk van hem en van zijne
medewerkers die in een vroegere periode
met oudere methoden de jongelui van
dien tijd tot de menschen van nu hebben
voorbereid.
DE A.S. BIDWEEK
1825 Januari
Men schrijft uit Rome aan de „Msb.":
Z. H. Em. kardinaal E. Tisserant, secre
taris van de H. Congregatie voor de Ooster-
sche Kerk, heeft aan de onder zijn juris
dictie staande prelaten en oversten een
schrijven gericht in verband met de a.s.
Bidweek voor de hereeniging der Kerken.
Kardinaal Tisserant deelt mede, dat
Zijne Heiligheid hem reeds eenigen tijd
geleden heeft toegezegd, dat Hij ook dit
maal tijdens het Gebedsoctaaf (1825
Januari) een H. Mis zal opdragen voor de
hereeniging van alle afgescheidenen met
de Moederkerk. Zijne Eminentie verzocht
daarom den prelaten en oversten, meer
dan ooit met Zijne Heiligheid tot boven
genoemde iritentie te bidden en den ge-
loovigen doel en beteekenis van de Bid
week uiteen te zetten.
OORLOG.
De meesten van u hebben waar
schijnlijk niet veel verstand van Indo-
Germaansche taalwetenschap en ik
meen zelfs, dat ik met de constatee
ring hiervan u niet te kort doe in de
waardeering van uw ontwikkeling.
Laat ik er, om alle twijfel daaromtrent
reeds bij den aanvang weg te nemen,
eraan toevoegen, dat ik er zelf ook niet
veel van weet. Het is echter zulk een
geleerde, met wien ik over den oorlog
heb gesproken.
Wij hadden het over den oorsprong
van den oorlog, over den oorlog zelf,
over het ontstaan van het woord oor
log en over de beteekenis ervan.
Wat is oorlog? vroeg hij mij.
Massa-moord zei ik.
Dat is de eerste gedachte ging
hij voort die men krijgt, als men
het woord „oorlog" uitspreekt. En toch
moet er in den oorlog iets zijn, dat nog
weerzinwekkender is dan het geweld
dadig vermoorden van zoovele men
schen. Het is datgene, wat door het
woord „oorlog" wordt uitgedrukt. In
dien het begrip massa-moord, het doo-
den en vernietigen het allesbeheer-
schende element was van den oorlog,
zou men daarvoor een woord gekozen
hebben, dat dit begrip zou uitdrukken.
Men kan het woord „oorlog" in vele
talen weergeven, maar van al die talen
is het Nederlandsche woord voor „oor
log" het mooiste. Dit woord drukt zoo
schoon uit, dat oorlog méér nog dan
een ramp voor het lichaam, een ramp
is voor den geest, voor de ziel.
Zoo keek ik.
Ja, mijn vriend sprak hy.
Het woord „oorlog"' is een samentrek
king van „oer-leugen".
Toen begreep ik het.
WINTERHULP#NEDERIAND
Gironummer van de W. H N.
Stort op 5553 of 877.
Postgironummer 877.
De Bank van de W. H. N. is
Kasvereeniging N.V., A'dam.
5553
BJLAUWLICHT
ZAKIANTAARNLAMPJES
MET RIJKSKEUR 5. 0.25 P.ST.
I.E.M.C.O. N.v: n.RIJM 32
Letteren en Kunst
DUITSCHE OPERA-AVONDEN
Lohengrin, Rosenkavalier en
Meistersinger
Door Impressario Ernst Krauss zal een
reeks buitengewone opera- en balletvoor
stellingen worden georganiseerd. Richard
Wagner's Lohengrin zal door de Duisbur-
ger Opera worden gegeven op Maandag 20
Januari in den Stadsschouwburg te Amster
dam en op Woensdag 22 Januari in Gebouw
voor K. en W., Den Haag. Het geheele en
semble: solisten, koor, ballet en orkest zal
medewerken (200 personen). De enscenee-
ring is in handen van General intendant Dr.
Georg Hartmann, de muzikale leiding van
Operndirektor Wilhelm Schleuning. De
Duisburger Opera zal eigen décors mee
brengen.
Op Donderdag 30 Januari a.s. zal in het
Gebouw vóór K. en W. Den Haag en op Za
terdag 1 Febrüari in den Stadsschouwburg
te Amsterdam de Rosenkavelier van Ri
chard Strauss ter opvoering worden ge
bracht door het geheele ensemble van het
„Deutsche Opernhaus' te Berlijn onder lei
ding van Generalintendant Wilhelm Rodë
en onder muzikale directie van Arthur Ro-
ther.
Op Donderdag 5 Februari zal het Ballet
van het „Duitsche Opernhaus" een voor
stelling geven in den Stadsschouwburg te
Amsterdam en op Vrijdag 6 Februari in
het Gebouw voor K. en W. Den Haag;
voorts op Dinsdag 4 Febr. te Utrecht, Stads
schouwburg en op Vrijdag 7 Februari in
den Stadsschouwburg te Arnhem.
In Maart zal het Deutsche Opernhaus te
Berlijn Richard Wagner's Meistersinger te
Amsterdam en Den Haag ter opvoering
brengen met speciaal voor dit doel ontwor
pen décors.
Het orkest van het Deutsche Opernhaus
zal op Vrijdag 31 Januari een concert ge
ven in het Gebouw voor K. en W. Den
Haag, onder leiding van Arthur Rother.