na De Brftsche nachtelijke aanvallen Momentje ZATERDAG 11 JANUARI 1941 32ste Jaargang No. 9844 Bureaus Papengracbl 32. Telefoon: Redactie 20015, Administratie 20935. DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Giro 103003. Postbus 11. Dit nummer bestaat uit vijf bladen, w.o. geïllustreerd Zondagsblad. 7 In afwachting De omroepvereenigingen zullen uit den aether verdwijnen. Zij zullen den omroep blijven verzorgen totdat in werking zal treden een Staatsbedrijf, dat de verzorging van den omroep ter hand zal nemen. En dat zal waarschijnlijk heel spoedig geschie den. Men heeft gisteren ook uit ons blad kennis kunr.en nemen van een uiteenzet ting dienaangaande van den gemachtigde voor de „concentratie" van de radio-om- roepvereenigingen in Nederland. Eenigen tijd geleden hebben wij bij de benoeming van dezen gemachtigde er op gewezen, dat er inderdaad véél ten voor- deele van den radio-omroep in het alge meen kan geconcentreerd worden, zoodat pogingen om tot concentratie te komen als zoodanig kunnen worden toegejuicht en met sympathie begroet, 't Blijkt nu echter, dat met „concentratie" is bedoeld: ophef fing en vervanging door een Staatsbedrijf. Medegedeeld is de liquidatie van alle omroepvereenigingen. De K. R. O. zal dus gaan verdwijnen Wij willen vandaag bij dit feit voor onze lezers benadrukken een dringend verzoek, hun gedaan door den voorzitter van de K. R. O. Pater Dito schrijft in de K.R.O.-Gids van 11 Jan. o.m.: „Gij, K.R.O.-vrienden, kunt thans uw trouw toon en door de K.R.O.-Gids te blij ven lezen, om op deze wijze de onderlinge band te bewaren. Wij beseffen, dat dit sommigen uwer niet gemakkelijk zal val len, in verband met de verplichte luister bijdrage. Maar in het verl n hebt gij menigmaal getoond, tot het brengen van offers bereid te zijn en wij weten, dat deze bereidheid in de huidige omstandigheden grooter is dan ooit. In deze voor de K.R.O. donkere uren laat gij ons niet in de steek. Gij beseft onge twijfeld de waarde van het blijvende con tact. Daarom onthouden wij ons van eenige aanprijzing. Een K.R.O.-vriend is trouwer dan wie ook. Dat zal ook thans blijken". Met volledig vertrouwen in de leiding van de K. R. O. zullen velen aan dit ver zoek gehoor willen geven. Pater Dito terecht genoemd „de vol waardige opvolger" van pater Perquin is een persoonlijkheid, die kracht aan soe pelheid paart, en onder wiens leiding wij in de K.R.O.-Gids zéker een veiligen gids zullen bezitten. En verder: wachten wij af zooals de „Volkskrant" van gisteravond schrijft: „Ons past berusting. Men mag blijven hopen, dat de katholieke en christelijke leden der voortaan Nederlandsche radio-vereeniging niet te zeer zullen wor den teleurgesteld en dat de „kerkelijke" uitzendingen in ruimen zin zullen worden opgevat. Wij zijn thans in het stadium der afwachting". Wij zijn thans in het stadium der af wachting zooals met zooveel andere din gen. In welk stadium van ons echter óók wordt gevraagd activiteit, eigen initiatief en medewerking met anderen zooveel als dat mogelijk is. NIÉUW FEUILLETON :£cPiaduw-en tuut het v-eAtexten is de avontuurlijke roman van een jong meisje, dat plotseling een avontuur beleeft op een station en in handen raakt van een oplichter en avonturier, die later haar beste vriendin tracht te bedriegen zonder dat zij in staat is haar te helpen. Maar er is natuurlijk ook de aardige en doortastende jongeman, die deze geschiedenis van gestolen juweelen doorkruist en er eerst na veel moeite in slaagt de zaak in orde te brengen en het spreekt wel vanzelf, dat alleen de liefde een man tot zoo iets in staat stelt. De spannende avonturen van Dessie zult u kunnen genieten in dit feuille ton, waarmee wij heden een aanvang maken. WAT ANDERE BLADEN SCHRIJVEN EEN BEVRIJDING? Wy lezen in het Dagblad van Noordbrabant en Zeeland: „Het wordt den Nederlanders, die on danks den oorlog, ondanks de bezetting, ondanks de verarming, ondanks al het na melooze leed dat over zoo velen in ons land is gebracht, tóch eerlijk er. oprecht streven willen naar een loyale en vrucht bare samenwerking met Duitschland, thans reeds, terwille van het leven en de toekomst der eigen Nederlandsche volks gemeenschap én terwille van een beter ge ordend Europa, wel eens moeilijk gemaakt, zeer moeilijk, floor hen, althans van de zi;de van hen, die zich betere Nederland sche nationalisten en tegelijk betere vrien den van Duitschland noemen dan alle an dere Nederlanders. Een bejaard collega in ruste, di. steeds een zieer eery olie plaats in de Nederland sche journalistiek heeft bekleed, menig maal m-ede leiding aan een /aarlij k na tionale politiek in de Nederlandsche pers heeft gegeven en zijn leven lang een zeer goed vriend van Duitschland is geweest, voor welke vriendschap hy eenzaamheid, smaad en laster geduldig en blymoedig hteft getrotseerd, schrijft ons thans een bewogen brief over een hoofdartikel in „Volk en Vaderland" dat de komst der Duitse hers in Nederland afschildert als. een bevrijding. Het is menschelijk, dat iemand persoon lijk, na de ellende en interneering, die hij om zijn politieke denkbeelden moest onder gaan, de overwinning der Duitsohe troe pen en de capitulatie van Nederland als een bevrijding heeft gevoeld en nog voelt. Maar die persoonlijke bevrijding veralge- me enen tot een bevrijding van het Neder- laudsche volk, van het Nederlandsche va derland, dat is een vrijmoedigheid in den ken en zeggen, die niets anders werken kan dan als een uitdaging van het volks gevoel." PRIESTER, PREEK EN LEEK. De December-aflevering van de G e- meenschap bevat een beschouwing P. C. waaraan we het volgende ont leen en: „Wat tegenwoordig op onze preekstoelm wordt verkondigd, wordt veelal overster# l en overdonderd door datgene, wat op de „kansels der wereld" wordt uitgebulderd. Door middel van radio, pers, cursussen en lezingen worden allerlei theoriën en we reldbeschouwingen uitgedragen, ook naar de meest afgelegen plaatsen. Zij bevredi- gei. een natuurlijke behoefte aan weten en kennen en het aangename voor de men- schen is, dat aan zulke wetenschap en ken nis gewoonlijk geen „lastige" consequen ties verbonden zijn zooals aan het aanhoo- ren en kennen van de christelijke leer. Wat via de kansel der wereld tot de men- scben komt, is ook dikwerf van dien aard, dat -het voor de religieuze ntwikkeling weinig gunstig is en een niet zelfstandig gerijpte geloofsovertuiging gemakkelijker aan het wankelen brengt. Men kan daarover klagen, de moderne ontwikkeling en haar betreurenswaardige ge-olgen afkeuren en met een zeker heim wee terugdenken aan den goeden ouden tijd. Doch daarmede komen we maar wei nig verder. De „goede, oude tyd" is voor- fa" en het verleden kan niet worden terug geroepen. Daarom zal men, wanneer men in dezen tijd met de verkondiging van het Woord iets wil bereiken, zich aan gewijzig de omstandigheden hebben aan te passen. De mensch van heden heeft het woord Gods, het Evangelie minstens evenzeer noodig als de mensch van het verleden en daarom moet er voor gezorgd worden, dat het door alle andere nog zoo sterke geluiden en stemmen heen *ot hem door dringt en door den chaos van theorieën den weg vindt naar zijn hart. Dat is een taak, die ojd, een of andere wijze moet wor de r opgelost. Naast het waarachtige en bergen-ver zettende geloof wordt van ''en predikant absolute echtheid geëischt, d.w.z. dat er bij hem overeenstem imng moet bestaan fcus- schen theorie en leverspraktijk. Het bewijs van de eichtheid is de onvoor waardelijke bereidheid, ten volle in t.e staan en te offeren voor wat hij zegt leert Het aantal leeken, dat tegenwoordig om wille van het geloof zware offers moet brengen, is legio. Maarde priester, de verkondiger der waarheid, moet de groot st offeraar zijn. Hij moet - reid zijn, alles te verliezen, om het eenig noodzakelij u te redden. In de practijk scheen dat vaak anders. Het was de laatste jaren veelal zot, dat juist de kerkelijke kringen en in het bijzonder ook de religieuzen met hun gelofte van gehoorzaamheid en armoede temidden van de talloozen, de geheel aan de bestaansonzekerheid waren overgele verd, in materieel opzicht bevoorrecht le ken. (In zekere mate zijn zy dat ook en met recht, want zy hebben eerst het Rijk Gods gezocht, waarna hun, volgens het Zaklantaarns voor voetgangers Na 15 Januari goedgekeurde blauwe lampjes verplicht De Nederlandsche Gloeilampenindustrie heeft deze week een zeer groot aantal door de rijksinspectie Luchtbeschermingsdienst goedgekeurde gloeilampjes voor zaklan taarns in den handel gebracht. Deze blau we gloeilampjes, welke van het goedkeu- ringsteeken I. L. B. zijn voorzien en voor de gebruikelijke spanningen worden ver vaardigd, mogen in iedere beschikbare passende zaklantaarn in de open lucht worden toegepast, mits werd zorggedragen, dat het licht daarvan niet naar boven schijnt en andere deelnemers van het ver keer er niet door worden verblind, aldus deelt de rijksinspecteur* voor de bescher ming van de bevolking tegen luchtaanval len mede. In verband hiermede kan na 15 Januari slechts het gebruiken van door de rijks inspectie Luchtbescherming goedgekeurde en als zoodanig met het I. L B.-teeken ge waarmerkte voetgangerslantaarns van bij zondere constructie, dar» wel het gebruik van door de rijksinspectie goedgekeurde en als zoodanig met het I. L. B.-teeken ge waarmerkte blauw gloeilampjes in beschik bare zaklantaarns in de open lucht worden toegelaten. Met nadruk wordt men er op gewezen, dat voetgangerslantaarnr welke niet in overeenstemming zijn met de voorschriften der verordening of welke in strijd daarmee worden gebruikt, in beslag genomen en ver beurd verklaard kunnen worden. woord van Christus, al het andere, het le vensnoodzakelijke, is toegegeven). Woorden van „bevoorrechte" kringen echter worden zooals pater Tesser in ander verband opmerkt dikwijls beoor deeld in den geest- van „Die man heeft goed praten, hij voelt onze moeilijkheden niet aan". Daarom zullen de woorden van geestelijken door menschen, die midden in de worsteling van het leven staan en moeizaam om het bestaan vechten, alleen dan in al hun ernst worden arnvaard, wanneer zij de geestelijken in een of anderen vorm iets van de onzekerheid van het bestaan op zich nemen. In hel profane leven vindt men tegenwoordig voorbeelden van geweldige overtuiging en geloofskracht. Men behoeft slechts te zien, hoe velen zich na een zware dagtaak nog geheel wij den aan allerlei organisatorisch en voor lichtend werk, zij hun geheele persoon geven en soms zelf hun heele hebben en houwen. Moet dan niet de priester,1 die den Christus predikt, de grootste idealist, de strekst overtuigde zijn!" Aldus P. C. in de „Gemeenschap". Wij kunnen ons gelukkig prijzen, dat er in ons goede vaderland legio priesters zijn, die staande en werkend onder het volk, waar achtig de zorgen en lasten van het volk mee-voelen en mee-dragen zoover dat mogelijk is. Zoover dat mogelijk is Wij denken hier aan dit woord van Benson: „Te steu nen niet op den priester (want geen mensch is in staat de volle zwaarte van een anders ziel te torsen) maar op het priestersch a.p, dat is vier- trouwen in Christus. Want als gij tot den priester nadert, beseffend wat het is waarnaar gij opziet, en onderscheidend den mensch van het ambt, nadert gij tot den Eeuwigen Priester, die in hem leeft; tot Hem, die is „priester in eeuwigheid vol gens de orde van Melohisedech"; tot Hem, die in de hoogste lofprijzing, welke Zijn profeet kon vinden, wordt geëerd als een „Priester op Zijn troon." Het hierboven geciteerde artikel van de „Gemeenschap" was ons een welikom en aanleiding, te herinneren aan de weldaad, der wereld geschonken, in het door Chris tus ingestelde priesterschap. Een katholiek houdt niet van wat we zonden kunnen noemen een soort priester- „aanbidding". Maar eerbied voor en méér nog: dankbaarheid voor het priesterschap leeft in den katholiek en, .hoe moeilijker de tijden zyn, des te klaar der lichte in hem de overtuiging, dat een heerlijke gave ons is geschonken in het priesterschap, in de priesters, die onder alle omstandigheden ons de liefde-bood schap brengen van den Schoonste onder de menschen-kinderen! Nu voor de meeste scholen deze week de vacantie weer een einde heeft genomen of zal nemen, bevelen wij de schoolgaande jeugd onderstaand schetsje van pater dr. J. de Vreese S.J. eens ter lezing aan, aldus de „Gelderlander". Maar ook voor ouderen kan de overwe ging van dit artikeltje heel nuttig zijn! Menschen, die alles bijna goed doen en niets heelemaal goed (menschelijker- wijs natuurlijk: heelemaal) zijn zeker in dezen tijd, die frische kracht en flinke da den eischt, niet bruikbaar. „Heb je B ij n a gekend? Er was eens een leeraar met een heel kaal hoofd; en langs den rand heel grijze haren. Dat hoofd was kaal geworden in het onderwijs; en de haren langs den rand waren vergrijsd in het onderwijs. Men kan zich dus voorstellen, dat de man heel veel geduld geleerd had. En werkelijk: hij werd nooit ongeduldig, tenzij bij één gelegenheid. En dat was als Bijna zijn les half geleerd had en zich dan verdedigde met het ar gument: ,Ja, maar Pater, het was toch bijna goed". „Bijra goed is: heelemaal fout!" riep de pater dan de klas in. En dan volgde zijn wanhopige verzuchting: „O, dat ver vloekte a-peu-près!" Daarna bedaarde zijn woede en begon hij gezellig te vertellen van dien jager, die was uitgegaan om patrijzen te schieten. En die aan zijn vrouw en kinderen beloofd had: „Nu zal ik jullie van avond eens heerlijk tracteeren". En 's avonds komt hij thuis; en hij wuift al uit de verte triomfantelijk. De kir deren hollen hem tegemoet. Moeder roept al naar de keuken: „Klaartje, laat je koperpoetsen maar zoolang liggen. Je moet nu eerst pa trijzen plukken en schoonmaken". En vader* verwelkomt zijn vrouw en hij roept haar juichend toe: „Vrouwlief, het is heerlijk geweest. Mijn kogels waren bijna raak". Maar de kinderen voelen dat vaders wei- tasch leeg is en beginnen te huilen: „Moe ke, vader heeft bijna raak geschoten. En bijna raak, is heelemaal mis". Een jeugdig echtpaar had wat geld ge waagd gan de Staats-loterij. Ze werden ze nuwachtig al een maand voor de trekking. Op den gewichtigen dag gaat manlief op pad. Thuis zit de andere helft aan de tele foon. Daar gaat driftig de bel. „Hallo!" Daar zul je het hebben. Hij hoort haar hart kloppen langs den tele foondraad. Gauw blij maken! Vrouwlief! Reuze! Wij hebben bijna de honderdduizend gehad! 't Is gevallen op No. 160231 en wij hebben 160232". Als een handelsreiziger bijna op tijd is, schiet de trein juist voor zijn neus weg. Wanneer je 14 cent in een automaat gooit, die er 15 moet hebben, dan ben je je geld kwijt en krijg je niks. Als je broekspijpen bijna lang genoeg zijn en als je hoed je bijna past, dan loop je voor zot. Als je bij het afdrukken van een foto, of bij het zetten van een stempel bijna niet bewogen hebt, krijg je een misbaksel. Wat je bijna geleerd hebt, ken je nóóit heelemaal; en wat je byna gekend hebt, daarvan onthoudt je geen zier. En als je byna voldoende noten haalt op je lijst, dan mag je je klas nog eens over doen het volgend jaar. Vergis je dus niet, nu de school weer be gint! Want „bijna" is Ersatz. Suces heeft allen nog het merk „Heele maal". En pas op, dat ze je nu of in later le ven niet na-wijzen en typeeren met den passenden bijnaam: Bijna!" ST. JOZEF-ZIEKENHUIS TE VLISSINGEN GETROFFEN. Ter aanvulling van het bericht van het A. N. P. oyer de Britsche bomaanvallen in den nacht van Donderdag op Vrijdag, waarbij een Katholiek Ziekenhuis in het Zuiden des lands is getroffen, meldt het Duitsche Nieuwsbureau uit Berlijn, dat deze aanval het St. Jozef-ziekenhuis te Vlissingen betrof. Behalve de kapel, die, zooals reed werd gemeld, geheel is ver nield, zijn ook andere deelen van het ge bouw zwaar beschadigd. Omtrent de aanvallen op Duitsche ge bied meldt het D. N. B. nog, dat de En- gelschen daar weinig schade aan de ge zochte doelen hebben aangericht. Wel echter werden woonhuizen en an dere zuiver civiele objecten gedeeltelijk beschadigd of vernield. De grootste scha de van dezen aayd is ontstaan in betrek kelijk kleine plaatsen aan den rand van het West-Duitsche industriegebied, hetgeen wellicht 't gevolg is van den sterken af weer. De Britten zagen geen andere mo gelijkheid om hun bommen kwyt te ra ken. MOED. Een Haagsch dagblad heeft voor haar lezers een Nieuwjaarspuzzle gepubli ceerd, waarmee prijzen te winnen wa ren. Het schijnt een moeilijke puzzle te zyn geweest, waarvan de oplossing was: een pond moed is meer waard dan een ton geluk. En de redactie vermeldt, dat vooral de eend velen parten heeft gespeeld. Dat zullen de eenden wel ve len gedaan hebben op Nieuwjaarsdag vooral hun, die geen eend meer konden bemachtigen. Belangrijker zijn voor het oogenblik echter de verschillende hartekreiiefn uit den Haagsch en lezerskring, welke in den uitslag worden vermeld. Een der oplossers schrijft: „Kan U niet eiken Zondag zoo iets doen. Het breekt den dag zoo. De Zondagen zijn niet mijn prettigste dagen." Och, gij, arme van geest, die des Zon dags temeer zit in Uw eigen leegte welke door geen enkele fantasie en schoonheid van den menSchelyken geest wordt opgesierd, ik versta het, hoe gij U te moede voelen moet, als gij daar zit met de handen in Uw schoot zonder dat ook maar één puzzletje U ter beschikking staat om Uw geest te verstrooien. Hce zoudt gij Uw aandacht kunnen wijden aan een goed en ver heffend boek, nu uw vaderland toch gebukt gaat onder de rampen vam den oorlog, nietwaar? Dan kan niet anders dan een puzzle U nog uitkomst bren gen. Maar probeer dan eens te overwegen de uitslag dezer puzzle, waaraan gij uw beste Zondagsche krachten wijdde: Een pond moed is meer waar dan een ton geluk. Misschien zal dat U een beetje moed geven in Uw troostelooze Zondagen. J WINTERHULPEN EDEBLAND Gironummer van de W. H. N. 5553 De Bank van de W. H. N. is Kasvereeniging N.V., A'dam. Postgironummer 877. Stort op 5553 of 877. Mr. J. Linthorst Homan: „Bouwt aan onze saamhoorigheid door de Winterhulp". „Maakt de Winterhulp sterk, opdat zij andere Nederlanders sterk kan ma ken". Mr. P. A. V. Baron van Harinxma thoe Slooten: „Weldadigheid brengt dubbelen ze gen: zij zegent hem, die geeft, en die ontvangt". De radio-luister vergunning Termijn voor aangifte ver lengd tot 27 Januari Het is niet mogelijk gebleken de huis- aan-huisbezorging van het aangifte-formu lier voor een radio-ontvanginrichting zoo tijdig te doen plaats hebben, dat iedere luisteraar aan de verplichting tot aangifte vóór 15 dezer kan voldoen. In verband hiermede wordt voor hen, die de circulaire nog niet hebben ontvan gen, de datum waarop de inzending van het aangifte formulier moet plaats heb ben, nader vastgesteld op Maandag 27 de zer. Iedere luisteraar blijft echter verplicht om na ontvangst van de circulaire het aan gifteformulier onverwijld in te zenden. NEDERLANDSCHE VLAG. 't Was op 21 Juli 1939. In 't land van John. Knocx, Schotland werd in de open lucht een H. Mis opgedragen voor katho lieke verkenners uit vele landen. Bij de Consecratie kwam er opeens een regen- en stormvlaag, die het H. Sacrament bedreig de. „Onmiddellijk", zoo lezen we letterlijk in 't verslag, „werd de groote Nederland sche vlag ontplooid en vormde een be schutting voor den Eucharistischen Koning, terwijl de vlaggen van andere naties wer den gestreken." Dat is een symbool! Mogen wij ook in de stormvlaag, die over ons land gekomen is de vlag onzer heilige beginselen ontplooien ter beschut ting van de bedreigde geestelijke belan gen en ter handhaving van de wetten van onzen Koning Christus! „Sint Bavo."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1941 | | pagina 1