Staatsbedrijf ter verzorging radio-omroep De omroeporganisaties zullen worden geliquideerd De boer en zijn land Momentje VRIJDAG 10 JANUARI 1941 - 32ste Jaargang No. 9843 ^eficld^eli^Sou^cMit Bureaus Papengrachl 32. Teltfooa: Redacli. 20015. Administratie 20935. DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Giro 10300J. Pwtfcus 11. van den HET landbouwvraagstuk is een zeer belangrijk vraagstuk. Het besef van zijn belangrijkheid is ons niet alleen in de laatste maanden komen aanwaaien; integendeel: onze boerenstand, die vrij om vangrijk is, en zijn nooden hebben steeds in het centrum der belangstelling gestaan; moesten trouwens wel sterk de aandacht trekken, omdat het aantal van hen, die in den land- of tuinbouw direct of indirect hun brood verdienen, zeer groot is. Boven dien zitten wij bij wijze van spreken op eikaars schoot Nergens in Europa (be halve in België) is de dichtheid van bevol king zoo groot als hier. Volgens de statis tiek wonen in Nederland gemiddeld 230 personen op ieder aardkluitje-van een vier kanten kilometer. Wij moeten dus wel oog hebben voor elkanders toestand en zeker een open oog hebben voor den boer en zijn land, want van hun productie moeten wij. allen leven. Toch is de nieuwe situatie, waarin ons vaderland zich geplaatst ziet, een aanlei ding geweest om ons de belangrijkheid van het landbouwprobleem opnieuw in te scher pen. Willen wij ons aandeel hebben in de nieuwe ordening van het Europeesche vas teland, dan zullen mede de omvang en de kwaliteit van onze bodemproductie van grooten invloed zijn op de bepaling van onzen rol. Het vrije spel der krachten heeft afgedaan en zal plaats moeten maken voor een gerichte en geleide economie, waarin de natuurlijke gesteldheid van ons land Nederlands plaats vanzelf zal aanwijzen. In dit verband springt de noodzakelijkheid van een zoo hoog mogelijk opvoeren der bodemproductie in het oog. Nederlands bodem is vrij intensief gecultiveerd, zoodat wij speciaal in het Westelijk deel van ons land zelfs van een tuin-cultuur kunnen spreken. Er zijn even wel nog streken, welke niet in cultuur zijn genomen, welke nog ontgonnen moeten worden en waar nog vruchtbaar land te winnen is. Men heeft dezer dagen in de pers gepole miseerd over de gezamenlijke uitgestrekt heid van den nog aanwezigen woesten grond. Speciaal in Brabant zou het aantal hectaren woesten grond belangrijk minder zijn dan men op grond van verouderde sta tistische gegevens algemeen aannam. Ten slotte doet het er weinig toe, of er een paar hectaren meer of minder te ontginnen zijn; hoofdzaak is, dat er nog land braak ligt, dat er nog watervlakten zijn, die wij onzen erfvijand, het water, kunnen ontruk ken. Er is in het verleden reeds veel gedaan in dit opzicht; denken wij slechts aan het millioenenwerk van de drooglegging der Zuiderzee en voor de toekomst lagen nog verscheidene plannen te wachten op verwezenlijking. Wat ons thans te doen staat is: deze werk- objecten met kracht aan te vatten (resp. in krachtig tempo door te zetten, voorzoo ver het werken betreft, waaraan reeds kon worden begonnen), een en ander natuur lijk in overeenstemming met de bezettende autoriteiten. Maar dat is nog niet voldoende. In .het algemeen is de eisch: hoogere landbouw productie, en dat is niet alleen door land winning te bereiken, maar ook door een doelmatige, wetenschappelijk doorgedachte en planmatige opvoering van de vrucht baarheid der reeds bestaande cultuurgron den. Wij denken hierbij op de eerste plaats aan een voorzoover ons bekend hier te lande nog weinig in "practijk gebrachte wetenschap, welke de Duitschers Raum- ordnung" noemen. Ruimte- of beter bodem ordening. Het bodemgebruik dient in hoofdzaak vier doeleinden: het werken, het wonen, de ontspanning, en het verkeer. Het spreekt vanzelf, dat het werken in dit verband het belangrijkst is, niet alleen omdat zonder arbeid de mensch niet kan leven, maar ook omdat verreweg de meeste grond dient voor het werken. En daarbij nemen dan naar de oppervlakte gerekend nijverheid ey handel raar verhouding een zeer veel kleinere plaats in dan veeteelt, land-, tuin-, en boschbouw, fruit-, en bollenteelt. Deze belangen dienen nauwkeurig tegen elkaar afgewogen te worden. Tot nu toe deed men zooiets wel in uitbreidingsplan nen van gemeenten, maar in ruimer ver band hebben wij daar nooit iets over ver nomen. Een gemakkelijk werkje is dat niet, veel voor-studie zal daarvoor vereischt zijn, maar de resultaten moeten zoodarig zijn, dat zij de genomen moeite ruimschoots loonen. Daarnaast denken wij aan een meer ro yale mogelijkheid voor wetenschappelijk bodemonderzoek, als onontbeerlijke intel- lectueele leiding van een doelmatige pro ductie; en aan verbetering en uitbreiding van voorlichting omtrent landbouwmetho des en van landbouwonderwijs. Dat alles vormt een veelomvattend werkprogram, dat nog slechts betrekking heeft op één aspect van het veelzijdige landbouwvraag stuk, n.l. de opvoering der productie. «- In het raam van bovenstaanden titel „De boer en zijn land" stellen wy ons voor, bin nenkort nog andere aspecten van dit vraag stuk naar voren te halen en te belichten. Mr. H. G. Ir. Dubois over de nieuwe taak van den Nederland- schen omroep De gemachtigde voor de concentratie van de radio-omroepvereenigingen in Neder land ir. Dubois, deelt ons het volgende mede: Ongetwijfeld zal men er belang in stel ler. iets naders te vernemen omtrent de veranderingen, welke in den Nederland- schen Omroep hebben plaats gehad. Welis waar is uit de officieele bescheiden alsme de uit perspublicaties van officieele zijde reeds veel duidelijk geworden, doch het blijkt uit perscommentaren, dat allerminst overal een juist begrip bestaat omtrent wat te gebeuren staat. Allereerst dient men een scheiding te maken tusschen wat de omroep gaat bie den en de bijdrage, welke van de luiste raars gevorderd wordt. Deze bijdrage, welke door iederen bezitter van een ont vangtoestel of abonné op een radio-centra le moet worden betaald, wordt gcind door het' Staatsbedrijf der P.T.T. Uit het aldus geïnde bedrag wordt aan dit Staatsbedrijf een deel tosgewe zen voor de verzorging vc.n de zend- apparaturen, de ontwikkeling van de zendertechniek en dergelijke met den omroep verband houdende zaken. De rest, zijnde het overgroote deel, wordt toegewezen aan den Omroep voor het verzorgen der radio-programma's. Daar deze heffing, van staatswege met ingang van i Januari 1941 van kracht ge worden is, houdt op dezen zelfdei datum, te1- voorkoming van dubbele betaling, het stortsn van bijdragen aan de omroeporga nisaties op. Zij, die reeds hun lidmaat schapsbijdrage of contributie hebben ge stort, ontvangen deze terug, echter niet in contanten, doch volgens de beschikking van den directeur-generaal der P.T.T. in den vorm van radiozegels, welke zullen kun nen dienen om de radioheffing, voorzoo- ver deze zegels zullen reiken, te voldoen. De aangekondigde veranderingen in wat men in het dagelijksch leven „den omroep" pleegt te noemen komen op het volgen de neer: Een Staatsbedrijf. Gesticht wordt een staatsbedrijf, dat met uitsluiting van anderen de verzor ging van den omroep ter hand zal ne men. Dat wil zeggen, dat van het oogenblik af, dat dit bedrijf zijn taak zal aanvangen de omroeporganisaties zullen ophouden te functionneeren. Tot zoolang zal de omroep door de organi saties verzorgd blijven. Dit wil echter niet zeggen, dat gedurende dien tijd al les onveranderd zal blijven. In dei overgangstijd zullen toch reeds wijzi gingen in de programmain deeling en -uitvoering worden voorbereid en uit gevoerd, zoodat een harmonische aan sluiting met de.-, nieuwen toestand wordt verkregen. Daar er na het inwerkingtreden van het Stt atsbedryf geen terrein van werkzaam heid voor" de omroeporganisaties overblijft, zullen deze worden geliquideerd en haar eigendommen zullen worden overgedragen aan het nieuwe bedrijf. Een andere oplos sing is niet denkbaar, aangezien alleen op deze wijze gebouwen en apparaturen hun bestemming zullen kunnen blijven ver vullen. De radio-tijdschriften. De radio-tijdschriften, welke tot nu toe bestonden, zullen kunnen blijven bestaan. Zij zullen naast een algemeen gedeelte, waarin belangrijke uitzendingen zullen worden toegelicht, hun aandacht kunnen blijven wijden aan die uitzendingen, welke voor hun eigen lezerskring van bijzonder belang te achten zyn. Wat nu het nieuwe bedryf zelve betreft hei volgende: De ruimere geldmiddelen waarover be schikt kan worden, omdat nu niet meer als voorheen de helft der Ned-Srlandsche luisteraars zich aan het geven van een bij drage aan den omroep onttrekken kan, zullen het bedrijf in staat stellen om de steeds grootere onkosten, welke de toene mende vervolmaking eischt, het hoofd te biéden. Aldus zal het mogelijk zijn de lijn der artistieke en technische vervolmaking wederom krachtig te doen stijgen. De programma's Ook naar vorm en inhoud zal veel ver anderd worden. De zelfstandige pesilie der omroepverenigingen leidde er toe, dat het programma als geheel gezien weinig eer.heid toonde in opbouw in dien zin, dat geen der verenigingen ook maar een'ger- mate rekening hield met wat dc ander deed. Dat hierdoor het effect van het ge heel© programma als eenheid bezien, min der voldoening gaf dan mogelijk geweest zou zyn, behoeft geen betoog. Ook de ster ke afhankelijkheid der vereenigingen van de gunst harer leden kwam niet steeds het peil der uitzendingen ten goede. Dit kan nu anders worden. Eenheid van opbouw, opvoering naar en handhaving van een hoog peil is nu uitvoerbaar. Is aldus een grondslag gelegd voor een bevredigenden toestand o het gebied van programma-opbouw, uit den inhoud zal men kunnen bemerken, dat de gevreesde oppervlakkigheid en kleurloosheid niet hrar intrede zal doen. Integendeel, met zorg zal er naar gestreefd worden, dat dat wat in alle groepen van ons volk leeft, hrar uiting voor de microfoon zal krijgen. Dit zal echter dienen te geschieden onder vermijding van overdreven particularisme en in positieven zin, d.w.z. zoekend naar datgene, wat ons vereent en liet r.aar wat ons verdeelt. Aldus zullen de door de thans bestaande omroepvereenigingen vertegen woordigde groepen zich en elkaar op een hooger plan terugvinden, waar door een drachtige samenwerking aan de handha ving onzer Nederlandsche cultuurgoederen er- den opbouw van ons vaderland gewerkt kan worden. Ook in. meer dire> ten zin zal d<e omroep werkzaam zin. Door het geven van repor tages, het organiseeren van vraaggesprek ken met bevoegde personen, zal de luiste raar in verbinding gebracht worden met de gebeurtenissen om hem heen. Hierbij zal in positieven zin gewerkt worden en niet getracht worden door onthouding, moeilijkheden of wellicht beter, gewaan de moeilijkheden, te omzeilen. De aandachtige en goedwillende lezer zal uit het bovenstaande kunnen leven, dat de Omroep wil zyn de trouwe spiegel van alles wat groei', en leeft in ons vader land. Ik meen den luisteraars niet beter te ki i-nen raden, aldus besluit Ir. Dubois, dan dooi hun in overweging te geven geen voorbarig of pessimistisch oordeel uit te spreken, maar om met open oog en open hart het werk te volgen van hen, die zich voor de nieuwe taak van den Nederland- scl en omroep hebben ingezet. WAT ANDERE BLADEN SCHRIJVEN „NIET GEKORTWIEKT, MAAR WEL VLEUGELLAM." In het vorige nummer van het week blad van De Nederlandsche Unie D e Unie kwam een artikel voor getiteld: „Gekortwiekt, maar niet vleugellam", waarin gewezen werd op de weinige kan sen tot activiteit naar buiten toe, welke De Nederlandsche Unie bij de vrije pólitieke wilsvorming van ons volk gela ten worden. „De Unie" van deze week gaat op deze kwestie nog nader in door, met een woord speling, thans te schrijven over het onder werp: „Niet gekortwiekt, maar w 1 vleugellam." In dit artikel wordt gewezen op de vele kansen voor propagandistische activiteit, welke de N.S.B. Üians geboden worden. Niet gekortwiekt dat mag thans zeker voor Mussert en de zijnen gelden. Geen enkele mogelijkheid voor propaganda en politieke activiteit blijft hun imners ont zegd. Alles staat hun werkelijk ten diensie om te trachten, ons volk voor hun denk beelden te winnen. Een puntsgewijze op somming van deze bijzondere voorrechten .spreekt dienaangaande een wel zeer dui delijke taal. 1. De N.S.B. houdt groote vergaderingen, terwijl dan natuurlijk een verslag van het daar gesprokene in vele dagbladen ver schijnt; óns zijn vergaderingen verboden. 2. Alleen de N.S.B.'er mag door onze straten marcheeren, en ook hij alleen mag daarbij in het eigen uniform verschijnen. 3. I^i tegenstelling met De Nederland sche Unie mag de N.S.B. er wèl een eigen jeugdorganisatie op na houden. 4. Het distributieapparaat voor de dag bladen van het tegenwoordige A.N.P., zoo mede de radio, staan herhaaldelijk voor de N.S.B.-propaganda beschikbaar. 5. Terwijl wy bijvoorbeeld geen maand blad kunnen uitgeven, wordt aan de N.S.B. ook op dit punt geen enkele hinder paal in den weg gelegd. 6 Voorts wijzen wij op het feit, dat de N.S.B. nog steeds de Oranje-blanje-bleu vlag voert, terwijl ons het rood-wit-blauw verboden is. Neen, gekortwiekt mag Mussert zich thans voorwaar niet achten. Veeleer heb ben de vleugels van zyn beweging er nog eci. verlengstuk bij gekregen Maar ook deze medaille heeft nog een kesrzijde. Vooral tegenover de Duitsche autoritei ten hebben de N.S.B.'ers het blijkbaar doen voorkomen, dat de geringe omvang van hun ledental voornamelijk hieruit voort sproot, dat zij in de afgeloopen negen jaar voortdurend, als onschuldige lammeren, geterroriseerd waren en in hun politieke activiteit belemmerd. V'elnu, aangenomen dat zulks in derdaad het geval is geweest, dan zou de N.S.B/ thans dus eindelijk „vrije vleugel slag" hebben gekregen. Maar -'an zal nu ook weldra, door een groote ledenwinst duidelijk moeten blijken, dat slechts ter reur en vooroordeel, misverstand en val- sche voorlichting ons volk verhinderd heb ben om den weg tot de N.S.B. te vinden. Laten de heer en dus maar eens toon en, wat zij kunnen! Kansen worden hun thans immers te over geboden. Wij wachten in tusschen met evenveel belangstelling als vertrouwen het resul- taa van deze proefneming af. Wij kennen ons volk waarlijk goed genoeg om n u reeds dit resultaat te kunnen voorspellen: een volkomen mislukking. Hebben trouwens de laatste zes maan- der al niet op ondubbelzinnige w(ze aan getoond, dat de N.S.B., ook onder andere on_standigheden da.» vroeger, er niet in slagen zal om het in ons land verder dan tot een paar procent van de bevol king te brengen? 1941 zal er het bewijs voor leveren: by een v r ij e politieke keuze van ons volk krijgt de N.S.B. geen scldjn van kans. Niet omdat deze bewe ging gekortwiekt zou wbrden (het tegen deel is waar!), maar omdat zij vleugel lam is. Vleugellam omdat de N.S.B. niet be grepen heeft, dat de nieuwe gedachte, wel ke op het oogenblik geheel Europa beroert, en welke ook wij voorstaan, voor Neder land een geheel eigen gedaante en een ge heel eigen vorm behoeft. Vleugellam omdat de N.S.B. iich niet ontziet, door terreur en intimidatie mis bruik te maken van den huidigen noodtoe stand van ons volk. Vleugellam -- omdat het Nederlandsche volk nooit en te nimmer VTijwillig een po litieke organisatie zal aanvaarden, welke zoozeer bij voortduring onze heiligste ge voelens ten felste grieft. Bonaanwijzingen De secretaris-generaal van het departe ment van landbouw en visschery maakt het volgende bekend: BOTER EN VETTEN. Gedurende het tijdvak van Zaterdag 11 Januari tot en met Vrydag 17 Januari a.s. geeft de met 25 genummerde bon van de boterkaart en van de vetkaart recht op het koopen van een half pond boter, of een half pond margarine, of twee ons vet naar keuze. De met 25 genummerde bonnen, die op Vrijdag 17 Januari nog niet gebruikt zijn, blijven voorts nog geldig tot en met Vrij dag 24 Januari a.s. BROOD, GEBAK. Gedurende het tijdvak van Maandag 13 Januari tot en met Zondag 19 Januari a.s. geeft elke der met 23 genummerde bonnen van de broodkaart recht op het koopen van ongeveer 100 gram roggebrood of ander brood. Voorts geeft elke der met 23 genum merde broodbonnen recht op het koopen van een rantsoen gebak. Dit omvat voor de hierna genoemde bakkerij producten tel kens ten minste ehet daarachter geplaatste aantal grammen: Beschuit 75 gram; Biscuits en wafels 90 gram; Speculaas 140 gram; Ajidere koekjes 200 gram; Koek 160 gram; Cake 300 gram; Gevuld klein korstgebak, (b.v. amandel broodjes) 400 gram; Gevuld groot korstgebak (b.v. boterlet ter) 500 gram; Taart en gebakjes 600 gram. Voor geheele of ten deele uit meel of bloem gebakken producten welke hierbo ven niet genoemd zijn geldt, dat een rant soen een hoeveelheid omvat, waarin 70 gram meel of bloem is verwerkt. De op 19 Januari nog niet geb.uikte bon nen blyven voorts nog geldig gedurende de w.eek van 20 tot en met 26 Januari a.s., met dien verstar dej dat zij gedurende laatstge- HET VARKEN. U hebt natuurlijk ook gesmuld van dat varken in Wijdewormer. Dat wil zeggen: in den geest natuurlijk. Maar dat behoef ik r.iet eens nadrukkelijk te verklaren. U kent het verhaal van den boer, die met zyn varken uit wandelen ging, dat meer dan veertig kilogram woog. En dat mocht niet Zei een crisisambtenaar. De boer moest een vervoerbewijs he'Joen. De boer zei, dat dit niet noodig was; hij moest een vervoerbewijs hebben om zoo'n varken per as te mogen vervoe ren, maar dit beest liep op zijn eigen pooten. Een voortreffelijke jurispru dentie van een Hollandschen boer. Ik begin nu pas de uitdrukking te be grijpen, dat er zooveel varkens zijn gaan loopen. Dat wil zeggen, dat deze spekleveranciertjes clandestien zijn geslacht. Zulke ondeugende boer tjes, om de varkens hun eigen spek te laten vervoeren! De bedoeling van de verordening is dit natuurlijk niet, en ik voorzie, dat dit voorbeeld van boerenslimheid nog navolging zal vinden. Het zou nu heel goed mogelijk zijn, dat U my vandaag of morgen met een varken zult zien wandelen. Ik heb er altijd iets tegen gehad om met een hondje uit wandelen te gaan, zoo'n harig dier, dat meer lijkt op een dot poetskatoen, maar met een var ken wil ik wel. Eerst goed schoon ge- wasschen natuurlijk, een permanent wave in zijn staart en een mooi oranje lint om zyn hals. Er is één bezwaar. Ik weet niet hoe je zoo'n beest de trap moet opkrijgen naar een bovenhuis. Daar moet ik eerst eens naar informeeren VJ WINTERHULPEN EDERIAND Gironummer van de W. H. N. 5553 De Bank van de W. H. N. is Kasvereeniging N.V., A'dam. Postgironummer 877. Stort op 5553 of 877. Mr. dr. W. G. A. van Sonsbeeck: „Er is geen doel, waarvoor men lie ver alle hens aan dek roept, dan voor orderlingen bijstand wanneer gevaren den landgenoot bedreigen. Nauwelijks geeft iets meer voldoening dan verlich ting van anderer zorgen". noemde week niet mogen worden gebruikt in hotels, restaurants e.d. EIEREN. Gedurende het tijdvak van Maandag 13 Januari 'tot en met Zondag 19 Januari a.s. geeft de met 111 genummerde bon van het algemeen distributiebonboekje recht op het koopen van één ei. De bonnen, welke op 19 Januari nog niet zijn gebruikt, blijven geldig tot en met Zor.dag 28 Januari a.s., met dien verstande, dat zij gedurende de week van 19 tot en met 28 Januari niet ge bruikt mogen worden in hotels, restaurants en dergelijke. PEULVRUCHTEN. De bon van het algemeen distributiebon- boekje, welke recht geeft op het koopen van peulvruchten, zal door middel van een afzonderlijk persbericht bekend worden gemaakt. Katholiek Comité van actie „Voor God" LAAT ONS BIDDEN O God, onwrikbare macht en eeuwig licht, zie genadig neer op het wonderlijke geheim Uwer gansche Kerk en voltooi onge* stoord, naar de eeuwige schik* king van Uw voorzienigheid,het werk der menschelijke zaligheid moge de geheele wereld onder* vinden en aanschouwen, hoe het gevallene opgericht, het verou* derde hernieuwd en alles her» steld wordt door Hem, aan Wien het zijn oorsprong te danken heeft, onzen HeerJ esus Christus. (Oratie Paaschzaterdag)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1941 | | pagina 1