DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
De verplichte luisterbijdrage
Mamentje
DINSDAG 7 JANUARI 1941
32ste Jaargang No. 9840
9a Ccl^cHe6oi4^<Mit
Bureaux Papengracht 32.
Telefoon: Redactie 20015. Administratie 20935.
uuu irowj. rusiuua xx.-
V Onderwijs en eenheid
Daar zijn er, die van het bijzonder onder
wijs, omdat het bijzonder onderwijs is,
beweren, dat het drijft naar versplintering
van onze nationale eenheid.
Zulk een bewering is bout, maar....
daarom nog niet waar!
In een artikel „Onderwijs en Eenheid" in
het Nederlandsch Dagblad (Nationaal
Front) lezen we:
„Het godsdienstloos onderwijs is óm
die godsdienstloosheid toch nog geen
onderwijs, dat de eenheid van ons
volk bevordert! Het bijzonder onder
wijs behoeft toch niet noodzakelijk tot
versplintering te drijven? Moeilijkhe
den zijn er om overwonnen te worden,
niet om ze uit den weg te gaan. Als
men werkelijk staketsels weg wil ha
len, die onze scholen verdeelen en
daarmee het volk, moet men niet op
godsdienst letten, die, indien zij naar
waarheid begrepen wordt, de eenheid
slechts kan bevorderen. Men zal eens
meer moeten toezien op de schotjes der
standsverschillen, die nog steeds hoog
in eere worden gehouden. Ook voor
hen, die vanouds het woord sectarisme
in den mond hadden, maar daarmee
alleen openbaarden, dat zij liefst met
allen godsdienst zagen afgerekend".
En elders in hetzelfde artikel lezen we:
„Een bijzonder onderwijs, dat zijn
taak verstaat, kan alleen maar vrucht
dragend zijn voor de eenheid van ons
volk. Een school, die den godsdienst
buiten haar opvoeding houdt, doet aan
die eenheid tekort door'eèn zeer voor
namen factor van onderlingen'eerbied
uit te schakelen"-
Dit zijn gedachten over eenheid, die over
eenstemmen met de onze.
Mag men uit dit artikel dat met, ons
niet bekende, initialen is onderteekend,
concludeeren, dat Nationaal Front niet is
tegen het bijzonder, het confessioneel on
derwijs over de geheele linie? Wij
weten het niet.
In ieder geval is dit artikel ons een ge-
reede aanleiding, om een ander 'ns met zijn
woorden te laten zeggen, wat ons blad
meermalen heeft betoogd.
Tenslotte nog een citaat uit het hier be
doelde artikel:
„Wanneer men in ons volk weer
ernst gaat maken met deze nationale
eenheid, wanneer wij ons volk willen
voeren tot onderlinge trouw en dienst
vaardigheid, zal de school haar groote
taak wèl dienen te begrijpen. Zoo goed
als de gezinnen. En Je Staat zal onge
twijfeld streng moeter» toezien, d^t
nooit en nergens afbreuk wordt gedaan
aan die verbondenheid van ons volk.
Maar waar ergens volgt uit deze rede
neering de noodzakelijkheid van de
ééne schooi?"
Inderdaad, voor de ware vryheld, de
echte nationale eenheid van ons volk is de
ééjie school niet noodzakelijk, is de
éépe school feitelijk ongewenscht Wie
de ware eenheid van het Nederlandsche
volk wil moet zijn tegenstander van
de ééne school.
Dit is ook het inzicht, de overtuiging van
de overgroote meerderheid van het Neder
landsche volk, dat een nationale eenheid
wenscht en daarnaar met al zijn krachten
wil streven.
Katholiek Comité van actie
„Voor God"
'DE GRONDSLAG DER
CHRISTELIJKE
OPVOEDING
Er is geen woord dat beter de
grootschheid de schoonheid en
de bovennatuurlijke voortrefFe»
lijkheid van de Christelijke op*
voeding verklaart, dan de
verheven uitdrukking van liefde
waarmede Onze Heer Jesus
Christus, Zich vereenzelvigend
met de jeugd, verklaart: „Die
een dezer kleinen in Mijnen
naam ontvangt, ontvangt Mij".
Paus Pius XI
Beantwoording van vragen
EEN RADIOGESPREK MET DEN HEER
P. A. ENSERINCK VAN P. T. T.
De heer L. G. Wybrands Marcussen heeft
Zaterdagmiddag over de beide zenders een
vraaggesprek gevoerd met den heer P. A.
Enserinck, administrateur van de P. T. T.,
betreffende de verplichte luisterbijdrage.
Vooraf maakte de heer Enserinck eenige
opmerkingen, waarin hij de toestelbezitters
gerust stelde en hen aanmaande, zich voor
al niet zenuwachtig te maken.
Eventueele afschaffing van
toestellen.
Laten toestelbezitters rustig de cir
culaire afwachten, die in het tijdvak
van 6 tot en met 14 Januari a.s. huis
aan huis zal worden bezorgd, en waar
bij is gevoegd een aangifte-formulier,
dat onverwijld volledig ingevuld aan
het hoofdbestuur der P. T. T. moet
werden teruggezonden. Wenscht men
zich na 1 Jan. niet meer als luisteraar te
worden beschouwd en wenscht men
dus zijn toestel af te schaffen, dan kan
men daarvan mededeeling doen bij de
terugzending van het aangifte-formu
lier.
Aangeslotenen op radio-centrales, die
niettegenstaande de gunstige voorwaarden,
waarop zij hunne aansluiting kunnen be
houden, meenen te moeten ophouden luis
teraar te zijn, kunnen het abonnement met
inachtneming van den gebruikelijken op
zeggingstermijn, eenvoudig opzeggen bij
den leider van het distributie-bedrijf,
waarop zij zijn aangesloten.
Vrijstelling van radio-heffing.
De meeste vragen, die gesteld zijn, be
treffen verzoek om vrijstelling der radio-
heffing op grond van werkloosheid, ziekte,
invaliditeit enz. daar voor vele menschen
de radio de eenige ontspanning is, lijkt mij
hierin zeker eenige redelijkheid te schui
len.
Met luisteraars, die in dergelijke om
standigheden verkeeren, is in de uitvoe
ringsmaatregel rekeninge g ïiouden, in
dien zin, dat de mogelijkheid voor het ver-
leenen van ontheffing daarin is opgeno
men. Deze mogelijkheid is echter aan be
paalde grenzen gebonden n.l. dat als al-
gemeene norm wórdt aangenomen, dat ten
hoogste .10 procent van het totaal aantal
houders van opvanginrichtingen voor ont
heffing in aanmerking kan komen.
Degenen, die voor ontheffing in aan
merking meenen te kunnen komen,
zullen daartoe een formulier moeten
invullen, dat op alle post inrichtingen
behalve bij de postagentschappen kos
teloos verkrijgbaar is. Deze formulie
ren kunnen eerst na 15 Januari a s.
werden afgehaald. Op cfct formulier
zijn vragen gesteld welke zoo nauw
keurig mogelijk beantwoord mceten
worden. Daarna moet het ingevulde en
ondertcekende formulier zoo spoedig
mogelijk aan het hoofdbestuur der P.
T. T. worden ingezonden. Dit kan kos
teloos geschieden in de bijgevoegde
enveloppe.
Vraag: De formulieren waar u over
spreekt en die dus niet verward moeten
worden met de formulieren die iedereen in
zijn bus vindt, is daarbij rekening gehou
den met uiteenloopende factoren?
Antwoord: .Zeer zeker, Bij de beoor
deeling van de aanvragen staan uiteraard
Voorop de gegevens omtrent de firar.cieele
omstandigheden van den ontheffing-vrager.
Dan komen er vragen op voor betreffende
aard van de opvanginrichting, de om
standigheden, waaronder de aanschaffing
plaats vond, enz.
Vraag: Ik neem dus aan, dat Jc vele
vragen en problemen, welke uit de door
ons ontvangen brieven naar voren zijn
gekomen alle op dit formulier verwerkt,
kunnen worden. Maar de personen, die
ontheffing hebben gevraagd, kunnen deze
nu wachten met betaling Jotdat over hun
aanvraag om ontheffing is beslist?
Antwoord: De regeling is zoo, dat
men met betalen moet beginnen en dat, in
dien het verzoek wordt ingewilligd, terug
betaling van reeds voldane termijnen zal
plaats hebben. Deze regeling is dus in over.
eenstemming met de gebruikelijke gang
van zaken bij de belastingen.
Inrichtingen voor zieken, enz.
Vraag: Hoe staat het nu met de inrich
tingen waarin zieken, invaliden en ouden
van dagen zijn ondergebracht? Het zou
toch niet rechtvaardig zijn om van al de
bewoners de luisterbijdrage te vorderen?
Antwoord: Ook daarmede zal reke
ning worden gehouden. In de eerste plaats
wijs ik er op, dat in de uitvoeringsveror
dening van den directeur-generaal der
P.T.T. de bepaling is opgenomen, dat van
de verplichting tot het betalen der luister
bijdrage, op verzoek, kunnen worden vrij
gesteld de instellingen van weldadigheid,
voorkomende op de lijst, bedoeld in artikel
3 van de Armenwet. En voor de ziekenhui
zen zal als maatstaf gelden, dat de patiën
ten en-het inwonende personeel als één ge
zin worden beschouwd, zoodat voor elke
voJedige ontvangir richting, waarop meer
dan een luidspreker of hoofdtelefoon is aan
gesloten, sléchts een luistervergunning ver-
eischt zal zijn.
Zijn in het complex van gebouwen, welke
tot de betrokken inrichting behooren wo
ningen aanwezig, waarin personeel in ge-
zinsverbar.d woont of kamers in vast ge
bruik bij inwonende doktoren of verpleeg
sters, dan zal voor een in zulke gezinnen
of kamers aanwezige luistermogelijkheid
een afzonderlijke luistervergunning aan
wezig moeten zyn.
Luisteren door een „draadje".
Vraag: Er zijn luisteraars, die door
middel van een „draadje" gebruik maken
van de ontvang-inricht.ng van een buur
man. Valt deze categorie van luisteraars
ook onder de verplichting tot betaling der
bijdrage?
Antwoord: Een dergelijke zgn. „bu-
renaansluiting" kan alleen b.ijven bestaan
met een bijzondere mach.iging van den
directeur-generaal; is' die machtiging ver
kregen, dan wordt zoowel voor de hoofd-
aar. sluiting als voor de hurenaansluiting de
luisterbijdrage gevorderd, behoudens de
ontheffingsmogelijkheid, waarover ik reeds
sprak.
Opbergen van toestellen.
Vraag: Wat gebeurt er met toestellen
van luisteraars, die geen bijdrage willen
betalen, maar het toestel ook niet wenschen
te verkoopen, omdat z j meenen na ver.oop
van tijd wellicht tot iet betalen van de
bijdrage in staat te zullen zijn.
Antwoord: Om i Tij gesteld te worden
van een luisterbydraj e kunnen e'genaars
van ontvangtoestellen hun toestel in be
waring geven bij de postinrichtir. g ter
plaatse.
Hiervoor is noodig, aai het toestel deug
delijk verpakt is en voorzien is van een
duidelijke opgave van naam en adres. De
overname geschiedt tegen een door of na
mens het P.T.T.-bedrijf geteekend ont
vangbewijs. Voor het in bewaring nemen
van het toestel is een bedrag van 3.per
jaar of gedeelte daarvan verschuldigd, dat
bij vooruitbetaling in halfjaarlijksche ter
mijnen moet worden betaald.
Het staatsbedrijf der P.T.T. zal voor een
zorgvuldige opberging van het in bewaring
genomen toestel zorg dragen, maar neemt
geen verantwoording op zich voor wat be
treft de werking van het toestel na de te
ruggave.
De verdere regeling ter zake zal door
pers en radio nader worden medegedeeld.
Men loope nu niet dadelijk met zijn toe
stel naar de postinrichting, doch wachte
nadere mededeelingen ter zake rustig af.
Overwogen wordt voorts of in bewaring
geven bij daartoe door den directeur-gene
raal der P.T.T. gemachtigde radio-handela
ren toegestaan zal kunnen worden, terwijl
tevens wordt gedacht aan een regeling,
waarbij de eigenaar van een toestel dit ap
paraat zelf kan bewaren, nadat het óf in
deugdelijke verpakking óf op andere wijze
afdoende door het P.T.T-bedrijf is verze
geld.
Ook hieromtrent zullen zoo spoedig mo
gelijk nadere mededeelingen door pers en
radio worden gedaan.
Meer dan één luidspreker of
hoofd! elefoon.
Vraag: Is het geoorloofd meer dan een
luidspreker op een ontvanginrichting aan
te sluiten?
Antwoord: De houder van de ont
vanginrichting mag in het bij hem in ge
bruik zijnde perceel, vervoermiddel of in
zijn woning meer dan één luidspreker of
hoofdtelefoon aansluiten, echter uitslui
tend voor eigen gebruik, of ten behoeve
van het gezin, waarvan hij het hoofd is.
Meer dan één toestel.
Vraag: Er zyn in ons land heel wat
zgn. radio-amateurs, die meer dan een toe
stel in hun bezit hebben, waarvan zij er
eventueel een gebruiken en met de andere
experimenteeren. Welke bepaling geldt
hiervóór?
Antwoord: In het algemeen kan wor
den gezegd, dat een luisteraar meer dan
een ontvanginrichting in zijn woning ten
eigen gebruike mag hebben, indien hij deze
irrichtingen niet gelijktijdig gebruikt. Hij
zal daarvoor de noodjge waarborgen ten
genoege van den directeur-generaal der
posterijen, telegrafie en telefonie moeten
verstrekken.
De beantwoording van vragen en nadere
mededeelingen betreffende de luisterbij
dragen in het algemeen zal door middel
van de radio dagelijks van 13.0013.05 uur
en van 20.1520.20 uur geschieden.
WINTERHULPEN EDERIAND
REDE VAN DEN HEER PIEK VOOR ZIJN
NAASTE MEDEWERKERS.
Eij den aanvang van een heden op het
departement van binnenlandsche zaken ge
houden vergadering van de chefs der on
derscheidene hoofdafdeelingen, de provin
ciale directeuren en de stedelijke directeu
ren van Amsterdam en Rotterdam van de
stichting Winterhulp Nederland heeft de
directeur-generaal van de Wir. terhulp Ne-
dercldn de volgende rede gehouden.
Op de eerste samenkomst in het nieuwe
jaar roep ik u een hartelijk welkom toe.
Moge het jaar 1911 veel geluk en voorspoed
brengen voor u, uw familie en den arbeid,
welken wij gezamenlijk hebben aanvaard
ten dienste van het volk van Nederland.
Ik wil deze gelegenheid benutten om
naast u het woord te richten tot alle plaat
selijke directeuren en medewerkers van
onze stichting, waarby ik in het bijzonder
depk aan de collectanten en verzorgers van
de uitkeeringen aan hulpbehoevenden. Zij
immers staan op de voorste posten van
een prachtig sociaal werk, dat gedragen
wordt door de gedachte, dat order alle om
standigheden het een eereplicht van het
geheele volk is door gezamen'ijken arbeid
de nooden te lenigen, die in het volk be
staan.
Ten overvloede moge ik er hier nog
maals op wijzen, dat dit zal geschieden in
den vorm van een extra hulpverleening
boven de wettelijke steunregelingen, en dat
deze in geen geval in mindering mag wor
den gebracht van de tot nu toe verschafte
ondersteuning van overheidswege.
Ors werk wordt ons ingegeven door het
hart en ik ben dan ook overtuigd, dat
iedere Nederlander, die het hart op de
rechte plaats draagt hierin de gelegenheid
zal. zien, hetzij als medewerker op welke
post dan ook, hetzij als gever te
bouwen aan de fundamenten van een socia
le samenleving. Een samenleving, waarin
het geheele volk door de daad uitdrukking
geeft aan zijn wil om één sterke volksge
meenschap te zijn. Deze prachtige gedachte,
die wij door dit werk willen verwezenlij
ken, wordt wij hebben dit in de afgeloo-
pen maanden kunrfen vaststellen door
een belangrijk deel van het volk riet be
grepen.
Ik verheel u niet, dat mij dit eenerzyds
in hooge mate verbaast, waar immers zoó
gas ine wordt gesproken over een leidende
positie, welke ons land op sociaal gebied
in Europa inneemt, anderzijds vervult mij
deze afwijzende houding met groote zorg
en wel, omdat hieruit de conclusie kan
worden getrokken, dat zelfs in tijden van
nood immers een oorlog van ongekende
hevigheid woedt over ons werelddeel
ons volk riet beseft eensgezind te moeten
zijn, zelfs niet op het gebied der naasten
liefde.
Wie waarachtig sociaal denkt en han
delt ziet alleen naar den mensch, die in
nood verkeert, hij dient zijn volk onder alle
omstandigheden en op de plaats, die hem
daartoe wordt aangewezen.
Met verheugenis mogen wij vaststellen,
dat ons volk een kern van mannen en
vrouwen telt, die bezield met idealen en
kennende onze geschiedenis de daadkracht
bezit om met inzet van de geheele per
soor lijkheid ons volk ook in de moeilijkste
uren te dienen.
Zij zijn de levende elementen in onze
samenleving. Ik kan hen in verschillende
stroomingen, die zich onenbaren, ik ken
hen ob verantwoordelijke posten in ons
vaderland.
Zij strijden en verbeten strijd voor de eer
der natie tegen misleiden, onverstandigen,
onwilligen en moedwillige misleiiders.
Het bijna spreekwoordelijke begrip
„nuchtere Hollander" laten wij het con-
stateeren is verloren gegaan door een
verachtelijke propagarda, gevoerd door lie
den, die onder de huidige verhoudingen te
midden van ons volk geen enkele verant
woording dragen.
Ik ben overtuigd, van de groote krachten
en waarden, die in ons volk leven, ik weet,
dat de arbeiders van hand en geest, bevrijd
van deze ban, tezamen één sterk volk zul
len vormen, waarnaar men in F"-opa met
trots en vreugde zal kunnen opzi i.
Het grieft mij diep, dat de huidige hou
ding van een groot deel van ors volk op
den buitenstaander geen anderen indruk
k?n maken, dan dat het luisterende naar de
influisteringen van valsche profeten elk
begrip voor den werkelijken toestand
schijnt verloren te hebben.
Ik doe daarom een dringend beroep op
iederen Nederlander, die het wel met zijn
volk en zijn vaderland meent, om zich te
scharen achter die Nederlanders, die ons
volk op verantwoordelijke posten dienen,
om met hen den strijd aan te binden tegen
de golf van fantasie, verhalen en verzin
sels, die de samenleving uit elkaar dreigt
te rukken.
Onthoudt u van fluister-campagnes, zegt
niet meer, dan gij zelf als eerlijk mensch
kunt verantwoorden, dan en dan alleen be
wijst gij een dienst aan uw vaderland, dat
gij zegt lief te hebben.
Bezien wij in dit licht de Winterhulp,
dan moge het een ieder weldenkend mensch
duidelijk zijn, dat hiermede aan het volk
een mogelijkheid is gegeven, om door eigen
TE PAS EN TE ONPAS.
Het gebeurt niet veel, dat men zyn
buurman te logeeren krygt. Maar als
het gebeurt en je krijgt de lieve kin
dertjes er bij, moet je oppassen voor
het dialect. Want kinderen nemen
heel gauw iets van elkaar over en dan
moeten de ouders maar weer probee-
ren het eruit te krijgen. U begrijpt al,
dat ik in deze zeer bijzondere omstan
digheden het oog heb op de zuiverheid
van onze Nederlandsche taal, een goed,
dat wij, vooral nu, nooit genoeg kunnen
bewaken en beschermen.
Ik zeg dat, omdat ik werkgever
ben, wel een heel kleintje, maar toch
een werkgever. En in die voorname
functie heb ik voor mijn personeel een
loonbelastingkaart ingevuld. Ik heb
daar op allerlei vragen geantwoord: of
mijn personeel wel getrouwd was, zoo
neen, of het dan soms niet getrouwd
was en zoo het wel getrouwd was
eenige ingewikkelde vragen over min
derjarige, meerderjarige en nog ande
re kinderen. Alles naar ouden trant.
En heelemaal onderaan stond: door
halen wat niet te pas komt. Nu kan ik
natuurlijk vinden, dat dit heele zaakje
niet te pas komt; van pas komt het
mij zeker niet, omdat ik de vorige be
lasting ook nog moet betalen. Maar
dat er op een officisel stuk vragen
zouden voorkomen, die niet te pas ko
men, heb ik nu pas ervaren. En het
komt zeker niet te pas om te pas en te
onpas uitdrukkingen te gebruiken, die
niet passen op de bedoelingen van den
vragensteller. Dit is natuurlijk alleeen
van toepassing op hem, die de vragen
heeft gesteld.
Moge hij zyn vragen en verordenin
gen voortaan in zuiverder Neder
landsch geven.
Want voor een verminking van de
taal, die ons lief is, daar moeten wy
beslist voor passen.
En oppassen tevens.
inzet gestalte te geven aan een gemeen
schappelijk, sociaal werk, dat een toets
steen kan zijn van onzen gemeenschapszin
in tijden van nood.
Gebruik den tijd, dien gij thans besteedt
om na te praten en verder te vertellen wat
onverantwoordelijke elementen u influis
teren, om zelf de hand aan den ploeg te
slaan; dan dient gij in de eerste plaats uw
volk, terwijl gij zelf spoedig genezen zult
zijn van het gevoel van machteloosheid,
waarin gij uzelf gevangen houdt; dan ziet
gij in ons werk, dat goed en sterk is en
wordt gedragen door de gedachte, dat dat
volk groot is, dat zijn gemeenschap waar
achtig beleeft, en onder alle omstandighe
den strijdt voor een eervolle plaats in de
toekomst te midden van de andere volken.
Wij zullen daarom voortgaan, mijne Jiee-
ren, met den opbouw van de organisatie
van ons werk; er moet een stevig huis ge
bouwd worden door ons geheele land, in
iedere gemeente, waarin order leiding van
de plaatselijke directeuren alle medewer
kers in staat zullen zijn zich ten volle te
ontplooien. Deze organisatie zal eerst aan
haar doel beantwoorden, wanneer in ieder
blok, in iedere wijk onder leiding van een
man, die de verantwoording waardig is,
menschen elkaar zullen vinden, die njet
alleen gezamenlijk uittrekken om de gel
den te verzamelen, die voor dit werk noo
dig zijn, maar die tevens bereid zijn te
zorgen voor hen. die hulp behoeven.
Na deze woorden is de daad aan het vo!k
van Nederland. God geve, dat het begrip'
zal toonen voor dat, wat goed en groot is.
Gironummer van de W. H. N.
5553
De Bank van de W. H. N. is
Kasvereeniging N.V., A'dam.
Postgironummer 877.
Stort op 5553 of 877.
GEEN KERST- EN NIEUWJAARS-
GESPREKKEN MET INDIë.
Het A. N. P. meldt: Van de zijde der
autoriteiten hier te lande was alle mede
werking verleend om te bevorderen, dat
de gebruikelijke Kerst- en Nieuwjaarsge-
sprekken met de Nederlandsche overzee-
sche geweaten ook ditmaal gewisseld kon
den worden. Helaas is hiervan niets kun
nen komen, daar de autoriteiten overzee
Oost-Indisch doof gebleven zijn.
BRANDSTOFFEN-DISTRIBUTIE
De coupons moeten twee jaar worden
bewaard
De termijn, gedurende welke wederver-
koopers, leveranciers en verbruikers van
motorbrandstoffen, die over een eigen af
tapinrichting beschikken, de op opplakvel-
en geplakte coupons moeten bewaren, is
van zes maanden verlengd tot twee jaar.