Het werk der
Kruisvereenigingen
Momentjev
VRIJDAG 3 JANUARI 1941
32ste Jaargang No. 9837
3)e Ccid^eHeSoti/fco/nt
Bureau Papengracht 32.
Telefoon: Redactie 20015, Administratie 20935. DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Giro 103003. Postbus 11.
V Christen van zijn tijd.
„De ware Christen is steeds op de hoog
te van alle tijden".
Deze uitspraak ontleenen we aan de
rede van Z. H. den Paus, waarvoor wij
gisteren op deze plaats de bijzondere be
langstelling van onze lezers vroegen.
De ware Christen is steeds op de hoog
te van alle tijden. Dit is de grond,
waarop onze fierheid zich opricht, hoog
en onbuigzaam: de ware Christelijke be
ginselen zijn van alle tijden. Dit is de
grond, waarop onze dankbaarheid neer
knielt, zich diep bewust van 's menschen
onwaardigheid: het ware Christelijk Ge
loof is de bron van geluk van alle tijden.
Ons Geloof, onze Godsdienst, onze Kerk
is in het wezenlijke, in het eigenlijke abso
luut onveranderlijk, maar de toepassingen
van de leer en de consequenties, die wij
door redeneeringen uit de leer trekken,
kunnen onder andere omstandigheden van
tijd en plaats ook anders worden.
Het ware Christelijk, Geloof staat niet
afkeerig tegenover de vooruitgang van de
wetenschappen en de kunsten. Integen
deel aldus de Paus in de hierboven be
doelde rede het rukt vooruit naar
de uitgestrekte velden, die open liggen
voor het verstand!
Het ware Christelijk Geloof past in alle
tijden of anders gezegd: alle tijden
kunnen en moeten zich laten dragen en
leiden en bezielen door de ware Christe
lijke beginselen.
Dit is een heerlijke'overtuiging. En....
hierin ligt een zeer zware verantwoorde
lijkheid. Vooral ook in dezen tijd!
Hierin ligt de verantwoordelijkheid, om
onder alle omstandigheden voor deze
overtuiging te durven uitkomen, om haar
onder alle omstandigheden te willen en
durven beleven.
En nu willen wij weer citeeren uit de
bovenbedoelde pauselijke rede, gehouden
voor de jongelingschap van de Katholieke
Actie:
„Ziet rondom u en zegt mij of gij,
die opgevoed wordt in de hemelsche
dingen, voor den dienst en de liefde
tot Jezus Christus niet zoudt durven
wat anderen durven en uitstaan voor
een aardsch en broos ideaal. Ziet
rondom u en zegt mij of het geen
schandelijk schouwspel zou zijn te
moeten zien, dat de jeugd „zonder
God" herhaaldelijker en vuriger aan
God denkt, om Hem te loochenen en
te doen haten, dan gij, Katholieke jon
gelingen, om Hem te beminnen en te
dienen en Hem te doen dienen en be
minnen. Laat ons, dierbare zonen, aan
eenieder van u herhalen, wat tot een
jongen overwinnenden boogschutter
werd gezegd: „Macte nova virtute,
puer: sic itur ad astra. Wapen u met
nieuwen moed, knaap, zoo klimt men
op tot de sterren".
Moge dit heerlijk opwekkend woord van
den H. Vader doordringen niet alleen tot
de jeugd van de Katholieke Actie in Ita
lië, maar tot héél de jeugd èn' tot alle
ouderen over de geheele wereld, zij, die
staan in den dienst van Jezus Christus,
mogen zich nooit beschaamd moeten ge
voelen om de geringheid van hun durf in
vergelijking met de durf van hen, die
Christus hatefi.
DE DUITSCHE WINTERHULP.
BERLIJN, 3 Jan. (D. N. B.). Het resul
taat van den vierden offerzondag van het
tweede Duitsche oorlogswinternulpwerk
bedroeg Mk. 22.534.024.48 of Mk 8 630.013.03
(omstreeks 63 pet.) meer dan het vorig
jaar.
BOTSINGEN IN MEXICO.
MEXICO, 3 Jan. (D.< N. B.). Bij de in
stallatie van de nieuwe gemeentebesturen
is het in talrijke Mexicaansche plaatsen tot
min of meer bloedig verloopen botsingen
gekomen. De gouverneur van den staat Ta-
maulipas moest, naar uit Matamoros ge
meld wordt, zelfs de staat van beleg afkon
digen om onlusten te verhinderen. In tal
rijke Mexicaansche plaatsen zijn thans twee
gemeentebesturen aanwezig, die in min of
meer scherpe vormen tegen elkaar in wer
ken. Tot bijzonder bloedige botsingen, waar
bij verscheidene dooden en gev/onden vie
len, is het in Valladolid en andere plaatsen
in den staat Yucatan gekomen. Ook uit
Torreon en andere steden in den staat Coa-
huila komen berichten over felle vecht
partijen.
WAT WETEN WIJ
ERVAN?
n.
Het werk der 3 specifiek Nederlandsche
vereenigingen: het Witte, Groene en Wit
Gele kruis is van den beginne af in hoofd
zaak geweest, en dat is het nog, huiselijke
ziekenverpleging, en daartoe zijn die meer
dan 1800 wijkverpleegsters aangesteld,
welke tot de meest bekende figuren van
onze samenleving zijn gaan behooren. Per
sonen, die ten volle het vertrouwen der
gezinnen van alle gezindten genieten. Wij
kunnen ons zelfs de samenleving niet meer
denken zonder de wijkzuster. Op welk een
hoog pijl hebben zij de ziekenverpleging
gebracht en wat hebben ze door hun per
soonlijk contact niet een enorme invloed
gehad op de hygiënische inzichten der be
volking.
Er was bij hun verschijnen een ontstel
lend gebrek aan hygiënische kennis; aan
de meest elementaire eischen op dat ge
bied werd niet voldaan. De zuster heeft
gaandeweg het vertrouwen der bevolking
verworven, van haar neemt men goeden
raad aan, haar voorbeeld inzake omgang
met de zieke, en met hetgeen daarmee sa
menhangt, wordt steeds beter nagevolgd,
zoodat we kunnen zeggen, dat zij inder
daad aan volksopvoeding, in den ruimen
zin van het woord, doet. Haar werkterrein
is het gezin en het gezin is en blijft het
fundament van maatschappij en kerk. De
vertrouwenspositie van de zuster is zelfs
zoo groot geworden, dat aan haar, vooral
door de moeders, velerlei moeilijkheden,
ook op maatschappelijk terrein, worden
voorgelegd, en aan haar ook raad gevraagd
wordt in allerlei kommervolle omstandig
heden. Zij komt immers juist op het mo
ment al ser leen te lenigen is. Vandaar
dan ook, dat sinds vele jaren aan de wijk
verpleegster, steeds zwaardere eischen wor
den gesteld, door de praktijk en dus ook
door de studie, zoodat men aan haar oo-
leiding meer en meer een sociaal hygië
nische en maatschappelijke richting heeft
moeten geven. Zonder nadere omschrijving
zal de lezer wel willen aannemen, dat de
speciale opleiding, aanvangende na het be
halen van het gewone verpleegsters-diplo
ma A, zeer zwaar is.
Een ieder weet toch, dat ziek-zijn mee
brengt tal van zorgen, en zoo moet de ver
pleegster op de hoogte zijn van de sociale
wetten en voorzieningen, en verzekerin
gen; moet zij iets weten over werkeloos
heidsvraagstukken, bestrijding van alcoho
lisme, geslachtsziekte, tuberculose, kinder
sterfte en besmettelijke ziekten enz. De
zuster staat midden in de vraagstukken
van de sociale kinderhygiëne, moeder-
schapszorg en zorg voor de geestelijke
volksgezondheid.
Met deze geleidelijke uitbreiding van
haar studie- en werkterrein is meege
groeid het gebied van bemoeiingen van de
kruisvereenigingen zelf. De besturen daar
van hebben zich ook in te werken in de
moderne voortuigang der soc. hyg. voor
zieningen, en daarin komen te hulp de
voor hen uitgegeven en goed geredigeerde
tijdschriften als „Katholieke gezondheids
zorg", „Het Groene en het Witte kruis",
„Ons Groene kruis" enz.
Zoo heeft de zuster naast haar duizende
bezoeken aan patiënten per jaar nog een
zeer aparte taak van huisbezoek gekregen,
zoo zelfs, dat haar naam als gevolg daar
van veranderd wordt in „wijkverpleeg
ster-huisbezoekster".
Allereerst dan is de tuberculosebestrij
ding, eertijds behartigd door specifielke
vereenigingen, mede een taak voor de
kruisvereenigingen; en de wijkzuster is het
die huisbezoek doet in de gezinnen waar
een lijder aan tuberculose wordt ver
pleegd. Zij zal dan hebben na te gaan of
de voorschriften van huisarts en Cons.-
bureau-arts worden nageleefd, om verdere
besmetting te voorkomen, of voorts aan de
eischen der hygiëne wordt voldaan ten
aanzi envan woning, voeding, sputumpro-
philaxe e.a. Vaak zullen op haar aandrin
gen verbeteringen moeten worden aange
bracht in de slaapgelegenheid of zal zelfs
een ander huis worden beschikbaar ge
steld. Hierbij heeft zij veel steun aan de
districtshuisbezoekster, waarmede zij sa
menwerkt. Zelfs zal zij vaak middelen en
wegen opzoeken om aan geld te komen,
wanneer een patiënt naar een sanatorium
moet worden uitgezonden; in de dorpen
klopt zij daartoe aan bij haar bekende per
sonen. Hoewel dit laatste meer de taak is
van de vereeniging zelf, komt in de prak
tijk, waar men altijd voor tekorten staat,
maar al te vaak dit werk te rusten op de
merkwaardig breede schouders van de
wijkverpleegster.
Voorts is de kruisvereenigihg ingescha
keld in het werk der soc. kinderhygiëne,
zooals praenatale-, zuigelingen- en kleuter
zorg.' Op de daartoe door de vereeniging
geëxploiteerde Cons. B. assisteert de wijk
zuster; maar haar voorname taak daarbij
is weer huisbezoek, en dat is zeer belang
rijk! Een Inspecteur v. d. Volksgezondheid
drukte het wel eens zoo uit: „het slagen
van de zuigelingenzorg hangt voor 75 pet.
af van het huisbezoek". Immers, het komt
er op aan, dat de aanwijzingen, die de
Cons.bur.-arts ten aanzien van de voeding
van de zuigeling geeft, ook prompt worden
nagekomen, en niet elke moeder snapt di
rect, hoe het voorgeschreven papje of scho
teltje „met van alle:: en nog wat" moet
worden klaar gemaakt; en vooral ook zijn
er moeders van groote gezinnen, die maar
al te gauw zouden „sloffen". Voorts is de
wijkverpleegster, die als huisbezoekster in
het gezin komt, nadat de kraamhulp het
verlaten heeft, de aa gewezen persoon om
propaganda te maken voor de natuurlijke
borstvoeding, en de moeder daarbij met
raad terzijde te staan.
Of de wijkzuster tijd zou kunnen vin
den om ook nog voor het schoolkind werk
zaam te zijn, b.v. door assistentie van den
schoolarts op de kleinere plaatsen, staat
m.i. zeer te bezien. Maar wel ziet haar
speurend oog in het gezin, waarvan zij de
de omstandigheden kent, wel eens de can-
didaatjes voor de uitzending naar een ko
loniehuis, en zal zij daarvan de betreffen
de vereeniging in kennis stellen, en ook
kan zij behulpzaam zijn bij massale inen
tingen tegen pokken, diphtherie en typhus.
Tot de werkingsfeer van de kruisver.- be
hoort ook de geestelijke volksgezondheid,
en bij de vóór- en nazorg is de wijkzuster
ingeschakeld. Voor het achterlijke kind,
dat in een naburige stad een dagschool
voor B.L.O. bezoekt wordt door de. Provin
cie subsidie verleend voor reiskosten, op
voorwaarde dat de kruisvereeniging zorgt
voor aanvrage daarvan enz.
We schrijven gemakshalve herhaaldelijk
„enz."! eh de lezer zal hieruit wel begrij
pen, dat aan dit alles nog veel meer vast
zit. Zoo kunnen we nog heel wat opsom
men, waaruit blijkt, dat, en dit geldt voor
al voor de dorpen, het werkgebied der Kr.-
Ver. zeer uitgebreid is: Onderhoud van
wijkgebouw en uitleenmateriaal, admi
nistratie op de Cons-bur., ontsmettingen,
ziekenvervoer op afgelegen plaatsen, moe
dercursus, cursus in huishoudelijke voor
lichting en in huishoudelijke hygiëne, op
richting van onderafdelingen voor E.H.B.
O., opleiding van Helpsters bij het Roode
kruis (althans door het Wit Gele kruis),
instelling van een onderafdeeling voor kin
deruitzending.
Wij zullen het hierbij laten. Zooals ik
boven al zei: deze opsomming betreft voor
al de werkzaamhedei in dorpen, omdat in
de steden een groot ieel hiervan valt on
der de bemoeienis van de Gem. Gen.
Dienst.
Al met al een schoon arbeidsveld. De
vruchten van deze werkzaamheden zijn
niet alle in cijfers uit te drukken, maar de
meeste menschen krijgen vroeg of laat te
maken met de wijkzuster en ondervinden
dan de zegeningen van dit particulier ini
tiatief. De aansporing, dat ieder gezins
hoofd lid behoort te zijn van het Wit Gele
en Groene kruis, en daarmee niet te wach
ten tot de nood dringt, moest overbodig
zijn; helaas is ze dat niet.
Voor wat betreft de organisatie en uit
voering zal, zooals reeds werd aangeduid,
in de nabije toekomst de ordening ter spra
ke komen. Daar kan het werk slechts wel
bij varen. Maar daarbij zal zeer zeker re
kening moeten worden gehouden met de
historisch gegroeide vorm van particulier
initiatief. Het plaatselijk bestuur moet blij-
van ingeschakeld: immers, zoowel bestuur
als wijkzuster kénnen de bevolking en heb
ben het vertrouwen.
Naast het Witte, Groene en Wit Gele
kruis, die een gelijk gerichte taak hebben,'
zijn er nog twee zuiver Nederlandsche
kruisvereenigingen te noemen, welke ech
ter een geheel ander doel hebben.
Eerstens het Oranje Kruis, opgericht in
1909 op initiatief van wijlen Prins Hendrik,
kort na den ramp met de „Berlin", en
waarvan het doel is het verbeteren en ver
breiden van het reddingswezen en van eer
ste hulp bij ongelukken. Welnu, het is be
kend, hoe populair door het werk dezer
vereeniging de E.H.B.O. is. Een zeer mooi
resultaat van haar streven is, dat tegen
woordig overal het Oranje-kruis-boekje
gebruikt wordt en dat alle E.H.-cursussen
en examens uniform zijn, en dat er inge
voerd is het Eenheidsdiploma.
Voorts het „Ivoren kruis", de Ned. Ver.
voor mond- en tandhygiëne, welke ijvert
voor betere zorg voor het gebit door het
Nederlandsche volk, en vooral propaganda
maakt voor schooltandheelkunde, die in
ons land wel zéér noodig is!
Wanneer we naast deze zuiver Neder
landsche kruisvereenigingen nog noemen
het goed bekende Internationale Roode
Kruis, dat ook een Nederlandsche afdeeling
heeft sinds 1867, en waarvan in het laatste
jaar zoowel de vredes- als de oorlogstaak
duidelijk aan het licht getreden zijn, dan
hebben we het zestig „Kruizen" de revue
laten passeeren Als hiermede dan bereikt
is wat meer waardeering voor die kruis
vereenigingen, die speciaal wijkverpleging
bevorderen, dan is ons pogen geslaagd.
Trouwens, stuk voor stuk zijn deze ver
eenigingen onze belangstelling overwaard.
Zij verrichten een zegenrijk werk, hetgeen
we te danken hebben aan de mannen en
vrouwen in het verleden, die de handen
uit de mouwen hebben gestoken, en veel
tegenkanting hebben verduurd, en ook aan
de besturen en wijkzusters van het heden
die, in afwachting van wat de toekomst
brengen zal, hun- werk met onverdroten
yver voortzetten.
Arts C. R. ZLIERVELD.
DE KATHOLIEKE ARBEIDERS
BEWEGING.
-In „Herstel" lezen we:
NEGENTIENHONDERD ééN EN
VEERTIG.
De groote gebeurtenissen van 1940 heb
ben ook onze katholieke arbeidersbewe
ging niet onberoerd gelaten; zij onderging
de veranderde omstandigheden. D.w.z. zij
is, wat haar gebied betreft, de situatie
meester gebleven. Vak- en standsorganisa
tie bleven plichtsgetrouw en opgewekt hun
plicht en taak vervullen.
Hetzelfde geldt voor haar talrijke eigen
instellingen
Wij danken God, dat Hij de vele tien
duizendtallen werkers, onze vooraanstaan
de kameraden in de beweging de kracht
en de overtuiging geschonken heeft om
ondanks alles: „pal te staan met mannen
moed"!
Gesterkt door het bijzondere gebeuren
in 1940, treedt onze zoo algemeen gelief
de katholieke arbeidersbeweging 1941 in.
Moge 1941 voor alle leden en hun ge
zinsleden een rijk, een vol-gezegend jaar
zijn!
Moge het de beweging in 1941 gegeven
zijn, in kameraadschappelijk ovérleg met
allen die van goeden wil zijn, in samen
werking met organen en autoriteiten, met
wie zij te maken zal hebben, „het goede"
voor land en volk te bereiken.
Zalig Nieuwjaar.
A. C. DE BRUIJN, voorzitter.
J. A. SCHUTTE, secretaris.
1 Januari 1941.
VAN M'N BOEKENTAFEL
Het Schild Apologetisch maand
schrift. Uitg. der A. V. Petrus
Canisius.
Wat bij vele niet-Katholieken wel eens
verbazing wekt, maar voor de Katholieken
niets verbazingwekkends bevat, is de de
votie tot de H. Maagd en de liefdevolle
aandacht, waarmede de Moeder Gods in
al haar betrekkingen tot God en de men
schen wordt beschouwd. Zij is het onder
werp van het artikel van dr. Bruna, waar
mede de Januari-aflevering van „Het
Schild" opent. Misschien is het niet nieuw
rnaar in elk geval is de vorm van tragiek
in Maria's leven, waarop hier speciaal de
aandacht wordt gevestigd, niet zoo veel
vuldig aan beschouwing en studie onder
worpen als andere zijden van haar le
ven. Het is Maria's verheven en heilige
eenzaamheid. Dr. Bruna werkt dit thema
nader uit, naar aanleiding van een paar
regels uit het werk van den Franschen
Dominicaan M. M. Philippon, die over de
H. Maagd schreef:
„Haar maagdelijke ziel was eenzaam,
omdat, hoezeer zij ook deelnam aan het
leven der menschen, zij dit toch deed om
er Gods werk te doen, en daarom bleef zij
met Hém alleen in innig verkeer; ook, om
dat ze als mede-verlosseres meer en meer
zich één maakte met de gevoelens van
Jezus' ziel, die zoo eenzaam was des avonds
op den berg of in Gethsemané. Goddelijke
eenzaamheid van haar maagdelijke ziel, die
door het Woord, haar Zoon, zoo na aan de
Godheid werd gebracht, en daar, ter wille
van haar wereldomvattende taak, in al de
plannen der Drieëenheid voor het heil der
wereld betrokken te zijn, en toch juist daar
zoo oneindig ver af te staan van God, haar
Zoon. Zulke afgronden doen beven."
Voorts vervolgt pater A. W. Ter Maat
O. P. zijn artikelenreeks over „Bijbel en
Leergezag" en toont hij aan, hoe de twee
hervormers Luther en Calvijn tegen hun
wil getuigenis afleggen voor het kerkelijk
leergezag. Vooreerst hebben ze het stil
zwijgend erkend en er zich impliciet aan
onderworpen, door waarheden aan te ne
men, die geloofd worden alleen op het ge
zag der Kerk, en die noch uitdrukkelijk in
den Bijbel te vinden zijn, noch uit den Bij
bel bewezen kunnen worden. Vervolgens
hebben ze de noodzakelijkheid van een
leergezag en wel van een onfeilbaar
buiten den Bijbel erkend door hun eigen
gezag te stellen in de plaats van het leer
gezag der Kerk op een wijze, die geen te
genspraak duldde. Eén Paus werd verwor
pen.... meerdere pausen stonden op!
Daarna volgt een artikel van pater Sil
vester O. M. Cap. over voorspellingen om
trent het wereldeinde; een onderwerp, dat
den laatsten tijd weer zeer in trek is. Pater
Silvester heeft er in „Het Schild" al meer
over geschreven. Die voorspellingen draaien
meestal neer op het geloof in het z. g.
duizendjarige rijk, dat een rijk van vrede
en gerechtigheid moet zijn en waarnaar
men dus in tijden van oorlog en druk met
des te meer belangstelling uitziet. Pater
Silvester is er niet over te spreken en be
looft in een volgend artikel de vraag te
beantwoorden: hoe wij over dit soort pro
fetieën moeten denken. Het antwoord is
niet moeilijk te raden, wanneer wij even
verder „Het Schild" doorbladeren en in de
rubriek'„Op den Uitkijk" een aanhaling
vinden uit „Boekenschouw", waarin het
boekje van pastoor Kwakman, omgewerkt
WARMTE
Ik lees in de krant van een meneer,
die op den laatsten dag van het jaar
het ijzige besluit nam te gaan zwem
men. Wij, meer gewone lieden, die
ons een halven dag warm draven om
een extra-vergunning voor een win
terjas te bemachtigen en die een ern
stig spel spelen op het terrein dat zich
uitstrekt tusschen kachel en kolenberg
plaats, wij schudden in stomme verba
zing het hoofd over zooveel roekeloos
heid. Die heer is gaan zwemmen in het
IJselmeer, hij heeft zich eerst in bad
pak opgehouden te midden van
sneeuw, ijs en wind en is vervolgens
in een bijt gedoken.
Men kan zulk een daad op verschil
lende wijzen definieeren. Men zou dat
kunnen noemen een proeve van uit
houdingsvermogen, maar ook het be
palen van een bepaalden graad van
krankzinnigheid.
Het is toch al zoo'n toer om vandaag
aan den dag warm te worden. Vroeger
kon men dat doen door het eten van
bepaalde spijzen of door warm te loo-
pen voor bepaalde denkbeelden, voor
al als er verkiezingen op komst wa
ren. Dat gaat nu niet meer. Het vet,
dat wij nog hebben, veilig opgebor
genbinnen onze huid (niet ver
der vertellen s.v.p.!) moeten wij trach
ten te bewaren. En deze heer staat al
de warmte van zijn lichaam af aan het
ijskoude water van den IJsel, zonder
dat hij of de IJsel ermee gebaat zijn.
Dat vind ik verkwisting.
Laat men hem tot straf zijn kolen-
bonnen afnemen.
Hij heeft ze toch niet noodig.
v
WINTERHULPSpNEDERLAND
Gironummer van de W. H. N.
5553
De Bank van de' W. H. N. is
Kasvereeniging N.V., A'dam.
"Postgironummer 877.
Stort op 5553 of 877.
en her-uitgegeven door A. van Son scherp
becritiseerd wordt.
In dezelfde rubriek wordt ten slotte door
prof. dr. K. Steur met voldoening mel
ding gemaakt van een zeer goede beoor-
deeling door dr. v. Nes, oud-hoogleeraar te
Leiden, van het werk van dr. I. Klug „Het
Katholieke Geloof". Wil men elkander be
grijpen, dan moet men beginnen met elkan
der te waardeeren.
THUMPRIJS 1941.
De directie van „Het Thijmfonds'" te
's-Gravenhage schrijft een prijsvraag uit
voor oorspronkelijke romans, welke het in
een zijner eerstvolgende jaarreeksen wil
uitgeven. De inhoud der romans moet al
gemeen bevattelijk zijn, passend in het
kader van het Thijmfonds en voor katho
lieken aanvaardbaar. De omvang der ro
mans moet circa 50.000 a 70.000 woorden
bedragen. De termijn van inzending ein
digt onherroepelijk op 1 Mei 1941. Een uit
voerig prospectus met de voorwaarden voor
deelname aan deze prijsvraag wordt op
aanvraag toegezonden door „Het Thijm
fonds", Nobelstraat 20, 's-Gravenhage.
Katholiek Centraal Bemiddelings- en
Informatie-Bureau voor Dames- en
Heerenpensions te
's-Gravenhage.
Onder auspiciën van het Comité „Katho
liek 's-Gravenhage" is de oprichting tot
stand gekomen van een „Katholiiek Cen
traal Bemiddelings- en Informatie Bureau
voor Dames- en Heerenpensions" te 's-Gra
venhage. „Katholiek 's Gravenhage" ver
trouwt dat hierdoor eindelijk de oplossing
zal gevonden zijn voor het moeilijke en zoo
gewichtige Pensionvraagstuk in Den Haag.
Op de laatstgehouden vergadering van
het Hoofd-Bestuur-Comité „Katholiek
's-Gravenhage" heeft de Secretaris, de heer
W. van Breda deze kwestie ingeleid, ter
wijl Pater Max. v. d. Schoot O.F.M. Direc
teur van het Kolpingshuis op verzoek van
den waarn. Voorzitter, Dr. Jos. de Boer,
een en ander nader heeft toegelicht. Met
algemeene instemming werd het voorstel
aanvaard en men juichte het toe, dat het
Bureau zou gevestigd worden Z. O. Bui
tensingel 138, terwijl Pater v. d. Schoot be
reid werd gevonden, de leiding van het
Bureau op zich te nemen.