Weerbericht
4
GELUKKIG NIEUWJAAR.
Historie van de kerk te Noordwijkerhout
DONDERDAG 2 JANUARI 1941
DE LEIDSCHE COURANT
EERSTE BLAD PAG. 2
ZONS OP- EN ONDERGANG
Zon onder 17.39 uur.
Zon op 9.50 uur.
MAANSTANDEN.
2 Januari
3 Januari
4 Januari
5 Januari
6 Januari
7 Januari
8 Januari
9 Januari
12.01 op, 23.19 onder
12.24 op.
0.23 onder, 12.47 op
1.27 onder, 13.09 op.
(Eerste kwartier).
2.29 ond^-r, 13.33 op
3.32 onder, 1358 op
4.25 onder, 14.26 op
5.36 onder, 14.59 op
1101101101101 i 011 CD 11011011 Cl.
0
Verduisteringstijden
y-
0
0
0
0
0
0
0
VJ
•Jll Oil Oil Oil Oil Oil Oil Oil on O
Er is bepaald, dat er verduisterd
moet worden tusschen zonsonder
gang en zonsopkomst.
Deze tijden zijn voor hedenavond
en morgenochtend:
ZONSONDERGANG
17.39 uur.
ZONSOPKOMST
9.50
Tusschen deze beide tijden dient
er dus verduisterd te worden.
GENEESKUNDIG ONDERZOEK
WERKZOEKENDEN.
1879
11.9 millioen
3
1898
16.3
3.2
1913
27.6
4.6
1918
50.5
7.5
1928
90.1
117
1938
134.9
15.5
Vergoeding van reiskosten. n:
r
De N. V. V.-Persdienst meldt: Zooals be
kend is, worden alle bij de organen der
openbare arbeidsbemidedling ingeschreven
personen aan een geneeskundig onder
zoek onderworpen. Dit geldt ook voor de
bi; de werkverruimingsobjecten geplaat
ste personen.
Voor sommige werkzoekenden heeft dit
geneeskundig onderzoek het maken van
reiskosten ten gevolge: voor de bij de
werkverruiming geplaatsten verzuim van
het werk.
Krachtens een circulaire van het Depar
tement van Sociale Zaken wordt het werk
verzuim vergoed, berekend naar het basis
uurloon over het aantal uren, dat ver
zuimd js.
Het W. V. V. heeft zich nariër in verbin
ding gesteld met het Rijksarbeidsbureau
over de .-eiskosten. Hierbij is gebleken, dat
ook de noodzakelijke reiskosten door de
districts-arbeidsbeurzen kunnen worden,
vergoed.
BIJNA 135 MILLIOEN VOOR
ARMENZORG.
Overzicht over het jaar 1938.
Aan de jaargang 1938 van de armen
zorg-statistiek, bewerkt door het Centraal
Bureau voor de Statistiek, ontleenen we
de navolgende gegevens.
De overheid en 8187 instellingen van
weldadigheid te zamen hebben in 1938
134.9 millioen voor maatschappelijk hulp
betoon uitgegeven. In 1937 bedroegen deze
uitgaven 129 5 millioen. De uitgaven voor
steun en werkverschaffing aan valide
werkloozen (dus niet ingevolge de Ar
menwet) zijn niet in bovengenoemd be
drag begrepen. Voor bedoeld hulpbetoon
werd in 1938 bovendien f 135.2 millioen
uitgegeven.
De rijksdienst ter uitvoering van de Zui-
derzeesteunwet heeft in 1938 bovendien
aan 3043 belanghebbenden geldelijke tege
moetkoming verstrekt tot een bedrag van
ruim 1.1 millioen.
överigens hebben nog enkele plaatselijke
crisiscomité's 135.569 aan steunverleening
besteed.
Van het totaal bedrag der uitgaven voor
maatschappelijke hulpbetoon in 1938 kwam
81 pet. voor rekening van de overheid; het
aandeel van de kerkelijke en particuliere
instellingen te zamen bedroeg 19 pet.
Uit onderstaande cijfers blijkt, in- vtelke
mate de uitgaven voor armenverzorging
sedert 1879 zijn toegenomen.
jaren uitgaven (netto)
perhoofd van
de bevolking
GEEN JACHT OP HAZEN.
Kort geleden is een bericht gepubliceerd,
waarin gemeld werd, dat de jacht op fa
zantenhanen ook in Januari 1941 ge
opend is.
Door een seinfout hebben sommige bla
den fazantenhazen inplaats van fazanten
hanen geschreven en andere „fazanten en
hazen".
Daar het gevaar bestaat, dat eenige ja
gers, hierdoor misleid, met de jacht op ha
zen zullen doorgaan, hetgeen den reeds
ongustigen hazenstand kwaad zou doen,
wordt er aan herinnerd, dat de jacht op
hazen op 31 December j.l. gesloten is.
Voor aantallen ondersteunden en ver
pleegden, opbrengst van collecten, inkom
sten en bezettingen en talrijke bijzonderhe
den betreffende het maatschappelijk hulp
betoon moge naar de publicatie worden
verwezen.
Voor maatschappelijk hulpbetoon, inge
volge de Armenwet verleend, werden in
1938 de navolgende bedragen na aftrek
van de terugontvangsten uitgegeven:
millioen
Onderstand met geld en levens
behoeften 61 6
Verzorging in gestichten en hofjes 18.1
Verpleging in Ziekenhuizen 18.9
Verpleging van armlastige krank
zinnigen 16.0
Geneeskundige hulp (buiten zie
kenhuizen) 4.6
Overige vormen van maatschappe
lijk hulpbetoon 117
Beheerskosten, Armenraden e.d, 4.3
Totaal 134 9
CRISISINVOERWET NIET VERLENGD.
Op 31 December jl. is de geldigheids
duur van de crisisinvoerwet geëindigd, ter
wijl naar wij vernemen, niet- meer tot
verlenging daarvan is overgegaan.
Uiteraard houdt dit verband met de ge
wijzigde omstandigheden. Reeds werden
de contingenteeringen, die in de afgeloo-
pen maanden afliepen, niet meer verlengd.
Thans zal evenmin tot een verlenging der
crisisinvoerwet worden overgegaan. Dien
tengevolge zijn de nog loopende contingen
teeringen en de daarmede verband houden
de invoerformaliteiten per 31 December
j.l. komen te vervallen.
Mijn beproefde reisgenooten,
'k Wensch U allen met elkaar
veel geluk en heel veel voorspoed
in het pas begonnen jaar.
Samen zijn we door het oude
met veel moeite heengegaan
en voor niemand zijn die maanden
zonder leed voorbijgegaan.
Ieder bracht zijn eigen offer
op het altaar van den tijd;
zelfs ik met zooveel ervaring
raakt' er spms den draad door kwijt:
'k Loop niet meer zoo vlug als vroeger.
'k Ben soms knapjes over tijd
en 'k mis 's avonds in het donker
veel van mijn gezelligheid.
*t Spijt me, beste reisgenooten,
veel meer dan ik zeggen kan,
maar U allen kent de reden
en U weet er alles van.
Ik, die meer dan honderd jaren
door de wereld ben gegaan,
ik beloof dat ik m' ook nu niet
uit het veld zal laten slaan.
'k Dank U voor Uw medewerking
in het jaar dat henenging.
'k Houd Uw aller medeleven
dankbaar in herinnering.
En ik hoop dat U ook verder,
in het nieuw begonnen jaar
mij blyft steunen en begrijpen,
want dan helpen wij elkaar.
Samenwerkend komen w' allen
't best de moeilijkheden door!
Nogmaals, veel geluk en voorspoed
van Uw lotgenoot.
H.E.T. Spoor.
ERNSTIG SPOORWEG
ONGELUK OP DE LIJN
BREDA-ROOSENDAAL
Track mei trailer door trein
gegrepen
Personentrein legen
oplegger gebotst
Op Oudejaarsavond omstreeks kwart over
acht is bij het passeeren van den onbe-
waakten overweg te Roosendaal op den z.g.
Hoogedonk een truck met trailer, bestuurd
door den chauffeur J. van Zundert uit
Zegge, door een uit Breda komenden goe
derentrein gegrepen. De truck .v/erd van
den oplegger afgerukt en kwam in de sloot
langs de spoorbaan -terecht. De oplegger
bleef op de tweede lijn sta^n.
Een personentrein uit Roosendaal is
eenigen tijd later tegen den oplegger ge-
Lotst. De locomotief ontspoorde, na het
voertuig over eeii^Afstand van circa veer
tig meter te hebben medegesleurd. De op
legger werd daarbij volkomen vernield, als
het ware gemangeld tusschen den goede
rentrein, de locomotief en de personenwa-
gons. Het mag derhalve een wonder hee-
ten, dat de bestuurder van de truck met
trailer geen enkel letsel bekwam.
Onder de treinparsaglers zijn geen
slachtoffers te betreuren. Echter heeft
dit ongeluk het leven gekost van den
geleider van den goederentrein, den
heer van Remmen uit 's Hertogenbesch.
Deze had zich na de botsing op de.,
spoorbaan begeven teneinde zich te ver
gewissen van de gevolgen, en werd
door den personentrein gegrepen. Hij
was op slag dood.
DE ENKHUIZER ALMANAK OVER 1941.
De Enkhuizer Almanak voor 1941, 346e
jaargang, doet een poging om zijn beken
de (vaak juiste) weervoorspelling nog te
verbeteren, door de verdeeling der maan
den in tijdvakken van 10 dagen (110
enz.) en door voorspelling van de tempe
ratuur in die decaden, daar deze tot op ze
kere hoogte ook aanwijzingen geeft over
het algemeen karakter van het weer.
Hieronder volgt de algemeene weervoor
spelling:
JANUARI: 1—2 nevelig, 34 winderig,
koud, 56 guur, 78 opklarend, 912 be
trokken, 1315 koude winden, 1619 nat
te sneeuw, 2022 opklarend, 2326 hel
der winterweer, 2729 koude hooge win
den, 3031 helder, koud.
FEBRUARI: 1—3 lichte vorst, 47 ver
anderlijk, guur, 811 opklarend, koud, 12
17 lichte vorst, 1820 veranderlijk, 21
22 vriezend, 23—25 winderig, guur, 2628
betrokken.
MAART: 1—3 Musische buien,' 4—5 op
klarend koud, 610 lichte vorst, 1113
veranderlijk, 1415 koude winden, 1620
mistig, koud, 21—25 zachter, stormachtig,
2628 koud en guur, 2931 goed weer.
APRIL: 14 helder, koel, 56 winderig,
koud, 711 goed lenteweer, 1217 koel,
winderig, nachtvorst, 1824 zachter, regen
achtig, 25 opklarend, 2628 veranderlijk,
2930 betrokken.
MEI: 13 groeizaam, 43 onbestendig,
912 koude hooge winden, 1317 veran
derlijk, 1822 goed lenteweer, 2325
mooi, warm, 2631 betrokken met regen
buien.
JUNI: 1 opklarend, 26 mooi, warm, 7
10 veranderlijk met onweer, 1115 on
bestendig, 1621 warm, 22—25 koeler met
onweer, 26 winderig, 2730 mooi, warm.
JULI: 1 veranderlijk, 24 regenachtig,
koel, 57 winderig, opklarend, 812
warm zomerweer, 1315 veranderlijk me^
onweer, 1620 drukkend, 2123 onweer,
onbestendig, 2425 veranderlijk, 2630
warm, 31 veranderlijk.
AUGUSTUS: 1—2 betrokken, 3—6 mooi
weer, 78 warm, 9 veranderlijk met on
weer, 1015 prachtig zomerweer, 1618
winderig, 1921 goed weer, 2226 warm,
2728 onweersbuien, 2931 onbestendig,
later opklarend.
SEPTEMBER: 1—3 veranderlijk, 4—5
betrokken, 67 opklarend, 812 mooi
weer, 13 warm, 14 koeler, 1517 goed
weer, 1820 winderig, koel, 21—23 regen
achtig, 24—26 mooi herfstweer, 27—30
veranderlijk.
OCTOBER: 1—4 goed herfstweer,
onbestendig, later stormachtig, 10—11
guur, 17—18 regenachtig later opklarend,
19—21 guur met nachtvorst, 22—28 veran
derlijk, koel, 29—31 koude, regen en wind.
NOVEMBER: 13 opklarend, zachter, 4
7 buiig, 8—11 onstuimig, 12—15 regen
achtig, 1718 betrokken, nevelig, 19—22
stormachtig, 23 -25 helder met nachtvorst,
2827 betrokken, zachter, 2830 helder,
winderig.
DECEMBER: 1—2 rustig, 3—11 helder
met lichte vorst, 12—15 vriezend, 1617
veranderlijk, 18—2 koude hooge winden,
23—24 guur, sneeuwbuien, 25—27 opkla
rend, 28—31 nevelig, lichte vorst.
Er komen dat jaar twee zons- en twee
maansverduisteringen voor, doch alle vier
onzichtbaar in ons land.
De „gouden handschoen" was een
drukkende belasting.
Katholieken probeeren oude kerk terug te krijgen.
door
A. N. Duynisveld pr.
VIII.
DE HUISVROUW EN DE LOON
BELASTING
Wat zij noodzakelijk moet weten
In aansluiting met wat wij reeds mede
deelden, over het in den kop bedoelde on
derwerp, ontleenen wij nog het volgende
aan de „Maasbode".,
De vraag: welke verplichtingen voor de
•huisvrouw voortvloeien uit de per 1 Ja
nuari 1941 ingaande loonbelasting blijkt
nog voor velen een puzzle te zun. Toch
In het vroege voorjaar van 1786 vertrok
Ten Hulscher naar Amsterdam; te Noord
wijkerhout kwam WilhelmusSwaeck
of ook Zwaek geschreven hem opvol
gen; hij kreeg 11 Mei admissie als pastoor,
de laatste van Noordwijkerhout, voor wien
dit hatelijke admissiegeld werd betaald.
Een kleine opheldering lijkt mij niet over
bodig.
De Staten hadden de uitoefening van den
Katholieken godsdienst verboden; zelfs in
particuliere huizen mochten de katholieken
geen godsdienstige bijeenkomsten houden.
Voor de handhaving van die wet hadden
de baljuwen en de schouten, als hoofden
der politie, zorg te dragen; op vele plaat
sen evenwel lieten zij de uitoefening van
den katholieken eeredienst oogluikend toe,
wanneer daarvoor een zeker bedrag werd
betaald, zoodat het feitelijk van de plaat
selijke overheid afhing, of de katholieken
een zekere vrijheid genoten, vooral, nadat
een plakkaat der Staten van Holland en
West-friesland van 1730 bepaald had: „geen
roomsch priester mag dienst doen, tenzij
het hem door de burgemeesters in de ste
den en de bailluws ten plattelande worde
toegelaten".
Er stond niet bij gratis toegelaten. Zoo
ontstond er voor de katholieken een spe
ciale belasting; wilden' zij hun godsdienst
tamelijk vrij en ongestoord uitoefenen, dan
was zulks mogelijk ten koste van allerlei
soorten betalingen aan baljuw, schout enz.
Deze belastingen drukten vaak zwaar op
den pastoor en zijn Statie, vooral wanneer
er dikwijls een andere priester kwam. Want
telkens als er een nieuwe pastoor of ka
pelaan werd benoemd, moest een bepaald
bedrag betaald worden, het zoogenaamde
admissiegeld. Kwam er een nieuwe schout,
dan betaalden de katholieken bienvenue-
gelden of ook wel den gouden handschoen
genaamd, als een welkomstgave, om 's mans
goedgunstigheid te winr.en. Wilde men een
nieuw kerkje bouwen, hoe eenvoudig en
schuurachtig ook, of het reeds bestaande
gebouwtje wat verbouwen of vertimmeren,
men moest er voor betalen aan den schout.
Was de eigen pastoor ziek of afwezig en
kwam in zijn plaats een andere priester de
H. Mis lezen of de Sacramenten toedienen,
men had er voor te betalen aan den schout.
Eehalve dat alles, moest nog jaarlijks een
vast bedrag betaald worden voor de vrij
heid van godsdienst, de zoogenaamde re
cognitiegelden, en na het jaar 1737 ook noè
het collateraal, een soort belasting op de
goederen in de doode hand, welke driemaal
in de honderd jaar werd geind, en welke
5 procent der waarde van alle effecten en
goederen der kerk bedroeg.
Begrijpelijk wordt het dan, hoe een Sta
tie binnen een kort tijdsbestek van twee
jaren een bedrag van 1800 gulden aan den
baljuw moest betalen als recognitie- en ad-
missiegelden voor pastoor en kapelaan.
Werd er niet betaald, dan overviel de
baljuw of de schout een bijeenkomst der
katholieken of sloot de kerk; de kosten
waren dan minstens even hoog, want alles
werd in beslag genomen en er kwam nog
een zware boete bovenop.
Die betaalde welwillendheid werd een
gewoonterecht, waarvan de katholieken
overal partij trokken, hetgeen door de
Staten oogluikend werd toegelaten; in 1787
zijn deze belastingen afgeschaft 71).
In 1786 gaf de baljuw van Noordwijker
hout W. van Wassenaar op, dat hij jaarlijks
van de Statie ontving een bedrag van
honderd gulden. 72).
Wihelmus Swaek werd te Rotterdam ge
boren. Hij was eenigen tijd kapelaan te
Amsterdam in „de Papegaai".
Als pastoor van Noordwijkerhout over
leed hij op 2 Maart 1811.
Swaek was nog jong toen hij tot pas
toor werd benoemd en telde daarvoor fei
telijk te weinig priester jaren. Op voor
waarde dat hij den afgetreden aartspriester
Van de Capelle bij zich in de pastorie zou
opnemen, werd hem de Statie Noordwij
kerhout aangeboden. Aldus geschiedde en
daags daarna, 28 Febr. 1786, overleed Van
de Capelle.
In het Missieverslag van 1807 door den
aartspriester Ten Hulscher, den vroegeren
pastoor van Noordwijkerhout, geschreven,
rapporteert hij over de Statie: „een eind-
weegs buyten dit dorp staat een tamelijk
geregeld, dog klein kerkje met des pries
ters woning annex. Het gesticht heeft eene
schuld van 350". Het aantal katholieken
bedroeg toen 453, waarvan 325 communi
canten. 73).
li
Onder pastoor Swaek hebben de katho
lieken van Noordwijkerhout ernstig ge
poogd de oude vroegere Katholieke kerk,
hun tijdens de Reformatie ontnomen, terug
te krijgen. 74).
Reeds in 1798 maakten zij aanspraak op
deze kerk met pastorie, volgens de nieuwe
staatsregeling van de Bataafsche Republiek,
die hun daartoe de mogelijkheid open
stelde.
De protestanten van Noordwijkerhout en
de Zilk waren verre in de minderheid; zij
telden slechts 95 zielen tegen ruim vijf
maal zooveel katholieken.
De additioneele artikelen van de staats
regeling nu bepaalden, dat alle kerkelijke
gebouwen, voor zoover niet uit eigen kas
gebouwd, werden overgelaten aan de be
schikking van ieder plaatselijk bestuur, dat
een vergelijk moest treffen tusschen de
kerkgenootschappen, op basis van een
ieders aantal leden. Na schatting van de
waarde der gebouwen gedaan te hebben,
had het kerkgenootschap met het grootste
aantal zielen recht te kiezen: de oude kerk
en pastorie te naasten tegen betaling van
een aan de andere partijen toekomend be
drag, of voor altijd afstand van haar aan
spraak te doen, tegen aanvaarding van het
haar rechtens toekomend bedrag, door de
partij, die de kerk behield, te betalen.
De commissie uit de katholieken van
Noordwijkerhout gevormd ter behartiging
van hun belangen in deze kwestie, ver
klaarde zich bereid, van haar recht gebruik
te maken om kerk en pastorie te naasten,
en om aan de protestanten het hun toeko
mend bedrag uit te keeren, welke som was
getaxeerd op 1200 gulden.
Maar de protestanten verzetten zich hef
tig tegen dit voorstel! Zij bleven hardnek
kig volhouden bijzonder recht van eigen
dom te hebben op de gebouwen en boven
dien bleef er kwestie over de schulden, die
op de kerk rustten.
Daar het plaatselijk bestuur van Noord
wijkerhout geen kans zag de twee partijen
tot overeenstemming te brengen, had zij
de zaak doorgezonden aan het Uitvoerend
Bewind der Bataafsche Republiek. Een uit
spraak liet evenwel op zich wachten, tot
dat de nieuwe constitutie van 1801, welke
bepaalde, dat „ieder kerkgenootschap on
herroepelijk in het bezit bleef van hetgeen
met den aanvang dezer eeuw door het
zelve wierd bezeten", aan alle aanspraken
een eirde maakte; ofschoon ver in de meer
derheid, ondervonden de katholieken van
Noordwijkerhout, wat zij nagenoeg overal
ondervonden: door taktiek van oppositie en
sabotage tegen de doorvoering van de wet,
waardoor de onderhandelingen zoo lang
mogelijk werden gerekt, wisten de protes
tanten zich in hun kerken en kerkelijke
gebouwen, eens den katholieken onrecht
matig ontnomen, te handhaven.
71) Post van den Neder-Rijn: IV, 329 tot
337; Fruin, R.: Tien jaren uit den tachtig-
jarigen oorlog, bl. 275.
72) Haarl. Bijdragen: dl. LVIII, bl. 24.
73) Bijdragen van Haarlem: dL XLI,
bl. 276.
74) Noordeloos, P.: De restitutie der ker
ken in den Franschen tijd, bl. 389390.
heêft de belastingadministratie tijdig ge
zorgd voor een geschikte handleiding waar
uit de fiscaal-administratieve verplichtin
gen, voor de huisvrouw voortvloeiende uit
de te werkstelling van een dienstbode, een
werkster, een naaister enz. betrekkelijk ge
makkelijk zijn af te leiden. Deze handlei
ding is te verkrijgen op het bureau voor
de directe lelastingen, tegelijk met een
weiknemersverklaring en een loonbelas-
tingkaart.
De werknemersverklaring moet door de
werkneemster worden ingevuld en ingevuld
weiden teruggezonden aan den inspecteur
dev directe belastingen.
De loonbelastingkaart moet worden inge
vuld door de werkgeefster, die de kaart zel
ve dient te bewaren. Bij vertrek van de
gedientsige (b.v. door verandering van
werkkring) wordt haar de kaart medege-
ge\en.
Tensoltte moet de werkgeefster een loon-
staat aanleggen. Hieorp teekent ztf het
telkenmale uitgekeerde loon alsook het
aan belasting ingehouden bedrag aan. For
mulieren van zulk een loonstaat zijn in den
handel verkrijgbaar.
Daarmede zijn de verplichtingen van de
huisvrouw in haar nieuwe functie echter
nog niet ten volle vervuld. Het voor belas
ting ingehouden bedrag zal immers moeten
worden afgedragen. Deze afdracht zal
uiterlijk op den tienden dag na elk kalen
derkwartaal moeten plaats vinden. Men
kan het geld kwijt op het postkantoor, dan
wel de ingehouden belasting gireeren.
Dit alles geschied zijnde, rest nog de
plicht voor de werkgeefster, om, op een
daartoe bestemd formulier, uiterlijk den
15den na elk kalenderkwartaal aangifte te
doen van de ingehouden en afgedragen be
lasting.
Blijkens de betreffende handleiding is
een loon (in geld èn natura) belastingplich
tig vanaf 43.10 per maand, 11.10 per
week en 1.85 per dag; en voor een werk
vrouw die minder dan vier uur werkt, van
af 0.92.
Wat onder „loon" is te verstaan? In de
eerste plaats natuurlijk het geldloon. Doch
bovendien het in natura (in den vorm van
inwoning en maaltijden) genoten loon.
Daarvoor zijn echter speciale tarieven vast
gesteld. Wij laten die hier volgen:
voor kost en inwoning: 25 per maand:
6 per week: 0.85 per dag;
voor een warmen maaltijd: 12 per
maand: f 2.80 per week; 0.40 per dag:
voor een koffiemaaltijd: 6 per maand;
1.40 per week; 0.20 per dag.
Het ontbijt wordt dus niet belast.
Voor de berekening van het voor belas
ting in te houden bedrag bevat bovenbe
doelde handleiding een belastingtabel.
Wij teekenen hierbij aan, dat een loon
belastingkaart niet alleen moet worden in-
vuld ingeval de werkneemster een zoodanig
bedrag verdient, dat belasting moet worden
ingehouden, doch in alle gevallen, waarin
het loon (in geld en natura tezamen) 34
per maand, 10 per week, 1.50 oer dag
of méér bedraagt.