$e££e aanvat Honden
REEKS WINKELS EN ZAKENGEBOUWEN
IN BRAND
Vliegtuig contra
slagschip
Uit het Verre Oosten
VAN HET
GRIEKSCHE FRONT
DINSDAG 31 DECEMBER 1940
DE LEIDSCHE COURANT
DERDE BLAD - PAG. 9
OOK PLYMOUTH
AANGEVALLEN
HET DUITSCHE WEERMACHTS-
BERICHT.
Het Duitsche weermachtsbericht van gis
termiddag luidt als volgt:
In den nacht van 28 en 29 December heb
ben gevechtsvliegtuigen de haveninstalla
ties van Plymouth aangevallen. De bom
men veroorzaakten branden en ontplof
fingen.
In den loop van de gewapende verken
ning overdag werden verscheiden voor den
oorlog belangrijke doelen aan de Oostkust
van Engeland met bommen bestookt. Bo
vendien kreeg een belangrijke fabriek te
Crewe bij een scheeraanval verscheidene
voltreffers.
Van een convooi ten Oosten van Har
wich werd een vrachtschip van omstreeks
10.000 b.r.t. door bommen in brand gesto
ken. Ten Oosten van South wold is een mij-
nenlegger getroffen. Bij een aanval op een
groot convooi, 200 K.M: ten Noord-Westen
van Londonderry, kreeg een vrachtboot
een zwaren voltreffer, zoodat het met slag
zij bleef liggen en begon te zinken.
Artillerie van de marine heeft een vijan
delijk oorlogsschip onder vuur genomen,
toen het onder begunstiging van het weer
de Kanaalkust poogde te naderen.
In den afgeloopen nacht hebben vrij ster
ke formaties gevechtsvliegtuigen Londen
weer met bommen bestookt.
De vijand heeft in den afgeloopen nacht
met enkele vliegtuigen boven Duitsch en
bezet gebied bommen laten vallen, die zon
der uitzondering in het open veld of in
zee terecht kwamen.
De luchtdoelartillerie heeft twee vijan
delijke vliegtuigen neergeschoten.
DE JONGSTE AANVAL OP LONDEN.
De Engelsche berichtendienst heeft gis
teravond nog een ooggetuige aan het woord
gelaten over den jongsten nachtelijken aan
val van Duitsche vliegtuigen op Londen.
De ooggetuige spreekt van een „bui van
duizenden brandbommen". Binnen enkele
minuten stond bijna ieder huis van de
straat, waarin hij zich bevond, in brand.
De branden waren voor een deel zoo fel,
dat de brandweer voor de redding der hui
zen en gebouwen niets meer kon doen.
Men kan wel zeggen, aldus de ooggetuige,
dat de Londensche brandweer sedert haar
bestaan nog nooit zoo veel te doen gehad
heeft als in den afgeloopen nacht.
De Engelsche berichtendienst heeft gis
termiddag over den Duitschen luchtaan
val op Londen in den afgeloopen nacht nog
medegedeeld, dat deze aanval zich hoofdza
kelijk geconcentreerd heeft op de City van
Londen. Doch ook in andere deelen van
de Britsche hoofdstad zijn geweldige bran
den uitgebroken en een geheel aantal bri
santbommen ontploft. In een door de Lon-
sche radio verspreid ooggetuigenbericht
over den Duitschen aanval werd opge
merkt, dat de Londensche brandweer zich
in den afgeloopen nacht tegenover een der
gelijk groote taak gesteld zag als nooit te
voren.
De lucht boven Londen was mijlen ver
door het schijnsel der branden „zoo rood
als een rijpe sinaasappel". In de City ston-'
den geheele blokken winkels en zakenge-
bouwen in lichterlaaie. Alleen de St. Pauls-
kathedraal is onbeschadigd gebleven. Hij,
de correspondent, kon bij het aanschou
wen van deze geweldige branden niet ge-
looven, dat deze nog gebluscht konden
worden. Heele voorgevels van huizen ston
den in brand en stortten ten slotte met een
geweldig lawaai in elkaar. De uit de be
dreigde schuilkelders vluchtende men-
schen probeerden zich door het aantrek
ken van hun regenjassen tegen de gewel
dige vonkenregen te beschermen. De cor
respondent verklaarde ten slotte, dat hij
een dergelijke verwoesting, zooals hij in
den afgeloopen nacht met eigen oogen had
gezien, nog nooit eerder had medegemaakt.
Ook had hij nooit geloofd, dat zooiets der
gelijks mogelijk was.
VERRASSENDE AANVAL OP BRITSCH
VLIEGVELD.
Een Duitsch gevechtsvliegtuig heeft gis
teren tegen den middag bij verrassing een
vliggveld in het Zuid-Oosten van Enge
land aangevallen. Deze geslaagde aanval
werd met grooten moed in duikvlucht on
dernomen. Het vliegtuig daalde tot geringe
hoogte en liet een reeks bommen vallen.
Twee Britsche vliegtuigen, die op het veld
stonden, gingen onmiddellijk in vlammen
op, zes werden door bomsplnters en ma
chinegeweervuur beschadigd.
ROLLS ROYCE-FABRIEK GETROFFEN.
Omtrent den in het weermachtsbericht
van gisteren gemelden aanval van Duit
sche gevechtsvliegtuigen op een groote fa
briek te Crewe verneemt het D. N. B. ter
aanvulling, dat dit de internationaal beken
de Rolls Royce-fabriek was. De Duitsche
vliegtuigen vielen de fabriek in scheer-
vlucht aan en plaatsten verscheidene vol
treffers, die groote uitwerking hadden. De
Duitsche vliegers konden groote ontplof
fingen met vonkenregens en aanzienlijke
rookontwikkeling waarnemen.
Voorts verneemt het D. N. B., dat bij de
actie, die het Duitsche luchtwapen giste
ren tegen eenheden der Engelsche marine
heeft uitgevoerd, behalve de reeds gemel
de schepen ook een lichtschip door vol
treffers tot zinken is gebracht.
TOENEMENDE BRITSCHE DRUK OP
EIRE.
De diplomatieke redacteur van Stefani
schrijft:
De stelselmatige aanvallen van de duik-
booten en bomenwerpers der Asmogend-
heden op de Britsche convooien worden in
Londen als een bedreiging beschouwd, wel
ke met den dag ernstiger wordt. Terwijl
Duitschland voortgaat talrijke duikbooten
en sterke luchteskaders te gebruiken, kan
een groot deel van de met levensmiddelen,
grondstoffen, wapens en munitie beladen
convooien, welke Engeland noodig heeft,
niet op zijn bestemming komen en wordt
de hulp van de Vereenigde Staten practisch
nutteloos.
Daarom richt Londen zich op dreigende
wijze naar Eire, dat het militair zou willen
bezetten, meenende, dat het van de Iersche
bases uit doeltreffend het optreden der
duikbooten zou kunnen bestrijden. Met in
gang van 1 Januari worden hinderlijke eco
nomische maatregelen tegen Eire van
kracht, met het doel het te dwingen de
eischen van de Britsche regeering te aan
vaarden.
Mochten deze economische maatregelen
niet de uitwerking hebben waarop Chur
chill rekent, dan zal Engeland tot maatre
gelen van geweld overgaan. En Engelsch
blad heeft n.l. reeds, stellig op inspira
tie van officieuse zijde, verklaard, dat het
vraagstuk der Iersche steunpunten voor
Engeland van vitale beteekenis is en dat
Engeland daarom besloten is dit vraagstuk
zelf op te lossen, zoo noodig met geweld.
De misdadige voornemens verklaren de
ernstige woorden van president de Valera,
die gezegd heeft, dat het Iersche volk wel
licht nog eens genoodzaakt zal zijn hard
nekkig te strijden om zijn vrijheid te ver
dedigen.
EEN GEVAARLIJKE, DOCH GEEN
DOODELIJKE TEGENSTANDER
(Van een V.P.B.-medewerker)
BERLIJN, December 1940.
Na het einde van den wereldoorlog is
herhaalde malen in kringen van deskun
digen de vraag gesteld, welken invloed de
invoering van het luchtwapen kan hebben
op den oorlog ter zee en welke uitwerking
zij in het bijzonder kan hebben op de
zware slagschepen. De huidige oorlog heeft
voor de eerste maal de gelegenheid ge
opend, om te dien aanzien ervaringen te
verzamelen. Wat nu de practische resul
taten betreft, moet worden geconstateerd,
dat men nog geen bepaalde conclusies kan
trekken uit de resultaten.
De bommenwerper heeft zich ongetwij
feld koen kennen als een zeer gevaarlijke
tegenstander van het slagschip. Het beste
bewijs daarvoor is wel, dat verschillende
slagschepen meer of minder ernstig be
schadigd zijn door bommen, uitgeworpen
door vliegtuigen. Vooral de inrichtingen
bovendeks hedden buitengewoon veel te
lijden van de bommen, die onder bijzonder
gunstige omstandigheden werden gewor-
pen. Zij hadden tot gevolg, dat de strijd
kracht van het schip sterk verminderde.
In elk geval werd het gedurende korteren
of langeren tijd buiten gevecht gesteld,
doch er was geen sprake van, dat het tot
zinken werd gebracht. Het bleef drijven
de en kon later zijn dienst weer waar
nemen. Bij minder gunstige omstandig
heden kunnen de gevolgen zelfs nog veel
geringer zijn.
Van een overwinning van het slagschip
kan dus, behalve in zeer bijzondere geval
len, geen sprake zijn. Het slagschip heeft
een nieuwen tegenstander gevonden en is
niet onkwetsbaar maar daar houdt alles
mee op. Doch reeds voor den oorlog stond
het vast, dat het slagschip bepaalde ge
varen liep in wateren, die door het vlieg
tuig werden beheerscht en dat daarmede
rekening zou moeten worden gehouden.
Doch naar 'n Amerikaansch oordeel vormt
een vloot van slagschepen geen geschikt
middel meer, om een eilandenrijk afdoende
te beschermen. Dit neemt niet weg, dat het
slagschiip een vooraanstaande plaats zal
blijven innemen als onderdeel van de vloot.
NIEUW JAPANSCHE OFFENSIEF
De Japansche land- en luchtstrijdkrach
ten hebben gisterochtend een krachtig
offensief ontketend tegen meer dan 10.000
man Chineesche troepen van de 51e, en
171e divisie. De vijand trok zich in paniek
terug, terwijl 'de Japansche troepen één
voor één*zijn in het berggebied ten Westen
van Natsjang gelegen stellingen in bezit
namen.
Alle s'erduivenliethebbers in Nederland moeien vóór 15 Januari een nauwkeurige opgave verstrekken van
de in hun bezit zijnde vogels, vermeldende ras, ringnummer, kleur en geslacht van iederen vogel
(Foto Pax-Holland)
FELLE ACTIE VAN ITALIë'S LUCHT
MACHT TEGEN DE GRIEKSCHE
TROEPEN.
Een bijzondere correspondent van Ste
fani meldt:
In samenwerking met het landleger
heeft de Italiaansche luchtmacht een be
langrijke tactische en strategische actie
ondernomen, waarbij den vijand zware
verliezen werden toegebracht. Ten Noor
den van Koritza werd een lange vijande
lijke colonne overdag aangevallen. Vier
uren lang werden de Grieksche troepen
door onze jachtmachines met mitralleurs
beschoten. De uitwerking was doeltref
fend. Een afdeeling van onze jagers on
dernam aanvallen op de wegen, loopende
van Kortsjano naar Kalibaki.
Ook de bombardementsvliegtuigen waren
onophoudelijk in actie. De „Sperwers" heb
ben het gebied van Viscopia gebombar
deerd, waar men vijandelijke troepencon
centraties had waargenomen, alsmede de
wegen tusschen Pogradetsj en Lesjnica.
Andere formaties keerden zich tegen
Prevsa, de meest vooruitgeschoven marine
basis van den vijand.
Verscheidene tonnen bommen van elk
kaliber werden uitgeworpen, die vele bran
den verwekten. Een schip werd zwaar ge
troffen. De verwoesting aan de kust werd
voltooid door onze oorlogsschepen, die de
vijandelijke stellingen beschoten.
Een vijandelijke aanval op de haven Val-
lona werd evenals de vorige pogingen
daartoe afgeslagen. Van de vier „Blen-
heim"-machines, die den aanval probeer
den te ondernemen en die genoopt werden
haar bommen in zee te laten vallen, zijn
drie brandend op ons grondgebied neerge
komen en wist de vierde achter de wolken
te ontkomen, na herhaaldelijk te zijn ge
troffen.
De vorige week heeft de vijand nog twee
andere aanvallen ondernomen en telkens
verloor hij drie toestellen, zooals de Itali
aansche weermachtsberichten hebben ge
meld. In totaal zijn negen Engelsche bom
menwerpers in Albanië neergestort met
zoovele anderen, die hetzelfde lot onder
gingen. Een der bestuurders van de neer
gestorte vliegtuigen wst zich met een val
scherm te redden en werd gevangen geno
men.
DE NIEUWE ORDE IN
HET OOSTEN
NAMOERA GEZANT TE WASHINGTON.
TOKIO, December 1940.
(Van onzen V.P.B.-correspondent),
De vroegere minister van Buitenlandsche
Zaken in het Kabinet-Abe, Admiraal Na-
moera, is gezwicht voor den drang zijner
regeering en heeft den onder de gegeven
omstandigheden weinig dankbaren post
van gezant te Washington aangenomen.
Admiraal Namoera is geen onbekende in
Amerika. Hij was, voordat hij minister
van Buitenlandsche Zaken werd, militair
attaché en later gevolmachtigd vertegen'
woordiger van Japan op de Vlootconfe-
rentie te Washington. In zijn hoedanigheid
van minister van Buitenlandsche Zaken
heeft hij, tot Januari 1940, ernstige en op
rechte, doch vruchtelooze pogingen in het
werk gesteld om weder goed betrekkingen
aan te knoopen met de V. S. De botte wei
gering echter van de V.S. om de Japan
sche China-politiek te erkennen en de op
zegging van het Japansch-Amerikaansche
handelsverdrag hadden geleid tot een cri
sis, die dreigde uit te groeien tot een open
conflict. De onlangs door Washington uit
gevaardigde uitvoerverboden voor bepaal
de goederen naar Japan hebben de betrek
kingen nog verder vertroebeld.
De aan Admiraal Namoera toevertrouw
de zending wordt derhalve in Tokio be
schouwd als een soort laatste poging, om
tot overeenkomst te geraken. De Japan
sche pers onderstreept evenwel, dat deze
overeenstemming slechts te bereiken is,
wanneer Amerika het Groot-Japansche
recht op levensruimte in Azië en in den
Pacific erkent.
Het conflict met Amerika kan elk
oogenblik losbarsten.
De minister-president en leider van de
Japansche politiek, Vorst Konoye, heeft
een boodschap gericht tot de natie, waar
in hij zegt, dat op de schouders van eiken
Japanner de groote taak rust, om de vol
ken van Oost-Azië te bevrijden van de
ketenen dxe hun door het Noodlot zijn op
gelegd, voordat Japan zijn leidende rol
ging spelen in dit deel der wereld. Op de
rockende slagvelden van China zijn nieu
we idealen ontloken en uit den donder
van het kanon is een nieuwe polsslag ont
waakt, welke op de wedergeboorte van
Oost-Azië wijst. Met betrekking tot de ver
houding tot de Vereenigde Staten wees
Vorst Konoye op de mogelijkheid van ern
stige en zware tijden. Stemmen in de Ja
pansche pers ontleenden aan de rede van
den minister-president, dat er tusschen
Japan en de V.S. op elk gebied en elk
oogenblik een acuut conflict kon uitbre
ken. In Noord-Amerika strooit men het
zaad van den oorlog uit en bekommert zich
er niet om, of de gevoelens en belangen
van Japan daardoor beleedigd en ge
schaad worden .Doch Japan kan in geen
geval een hegemonie van de V.S. van
Noord-Amerika in den Stillen Oceaan dul
den.
Een overeenkomst op een vodje papier.
De internationale orde in den Stillen
Oceaan bestaat alleen nog maar op papier,
namelijk gegrond op de besluiten van de
Conferentie van Washington uit de jaren
192122. Deze vormen den grondslag voor
de overeenkomst inzake de bewapening
ter zee. het negen-mogendheden-verdrag
inzake China en het vier-mogendheden-
verdrag tusschen de V.S., Japan, Engeland
en Frankrijk betreffende de garantie van
hun bezittingen in den Stillen Oceaan.
Door de omstandigheden zijn in deze ver
dragen de laatste jaren tal van bressen
geslagen en Japan heeft dan ook meerma
len verklaard, dat het zich niet meer ge
bonden acht. Alleen het vier-mogendhe-
den-verdrag heeft nog eenige reden van
bestaan, al is het dan alleen formeel. Ja
pan beschouwt in elk geval den toestand
in den Stillen Oceaan als geheel veran
derd.
De bekende specialist in het staatsrecht
en professor aan de hoogeschool in To
kio, Hikomatsoe Kamikawa, is van mee
ning, dat de Stille Oceaan in de komende
nieuwe orde een speciale politieke plaats
zal moeten innemen. Het Aziatische en
het Amerikaansche blok zullen noodzake
lijkerwijze in den Stillen Oceaan tot over
eenstemming moeten komen. Er zullen al
lerlei problemen moeten worden opgelost,
zooals de verdeeling van de grondstoffen,
de opening der binnenlandsche markten,
enz. Verder zal er een oplossing moeten
worden gevonden voor het vraagstuk,
wat er geschieden moet met een aantal
Britsche bezittingen in den Stillen Oceaan,
als Engeland werkelijk de nederlaag mocht
lijden; en dan moet men het eens zien te
worden over het lot van de Philippijnen.
Dit alles kan zeer goed worden in orde
gebracht zonder zijn toevlucht te nemen
tot de wapenen, hoewel Japan niet voor
een gewapend conflict behoeft terug te
deinzen. Met een weinig goeden wil en
aanpassingsvermogen kan men zeer goed
tot overeenstemming geraken. De zending
van Admiraal Namoera zal moeten aan-
toonen, of dit tot de mogelijkheden be
hoort.
Amerika heeft den toestand nog verder
bedorven.
Inmiddels heeft het bericht uit Washing
ton, dat het Congres twee tot drie milliard
dollar ter beschikking wil stellen, om de
valuta van Tsjang Kai Sjek te steunen,
te Tokio opnieuw ernstige ontstemming
gewekt. Dit besluit schijnt erop te wijzen,
dat Washington elke kans op overeen
stemming met Japan uit den weg wil
gaan, zoodat men geen hooge verwachtin
gen mag koesteren van de missie van Ad
miraal Namoera. De bewapeningen van
Amerika in de Stille Zuidzee gaan ook
zonder onderbreking voort. Men ontveinst
zich hier dan ook niet, dat men naar een
crisis wordt gedreven, die gemakkelijk tot
een catastrophe kan leiden.
Buiten'andsche Berichten
FINSCHE SCHIP VERMIST
Naar „Aftenposten" meldt, moet het
Finsche schip „Oscar Midling" als verloren
worden beschouwd. Het heeft dertig dagen
geleden Tromsoe verlaten en zijn haven
van bestemming, Malmoe, niet bereikt. Het
is voor het laatst gezien in de nabijheid van
Aalesund.
NOODSEINEN VAN BRITSCHE
SCHEPEN
Mackay Radio heeft noodseinen opgevan
gen van twee Britsche vrachtschepen. De
„City of Bedford" (6.402 brt.) meldde, dat
zij op ongeveer 600 mijl ten Westen van
de Schotsche kust in aanvaring was ge
komen met een onbekend schip. De „Bod-
nat" (5.342 brt.) seinde, dat zij ernstig lek
was en dringend hulp noodig had. Dat bei
de schepen ongeveer dezelfde positie op
geven, wijst en op, dat zij van hetzelfde
convooi deel uitmaakten.
BOM BRENGT EGYPTISCHE
OUDHEDEN AAN HET LICHT
In de buurt van de oase Siwauin in de
Libysche woestijn is een bom van zwaar
kaliber ingeslagen, waardoor volkomen
onbekende oudheden zijn blootgelegd, aldus
meldt een Egyptisch blad.
Reeds bij het eerste onderzoek kon men
constateeren, dat het woestijnzand hier
sinds duizenden jaren ruines en beeldhouw
werk verborg, stammende uit den tijd van
de alleroudste Egyptische dynastie. Een
commissie van oudheidkundigen treft thans
voorbereidingen om met de opgravingen te
beginnen. In vakkringen verklaart men
thans reeds dat er sensationeele ontdekkin
gen voor de oudheidkunde van Egypte kun
nen worden verwacht.
VOORAANSTAAND ALBANEESCH
LETTERKUNDIGE GESTORVEN
In den ouderdom van 69 jaar is te Rome
overleden de vooraanstaande Albaneesche
letterkundige pater Fishta, lid van de Ita
liaansche academie, die groot aandeel heeft
gehad in de Albaneesche eenheidsbeweging
ten tijde van de Turksche overheersching.
Aan pater Fishta was het in de eerste
plaats te danken, dat op het Albaneesche
taalcongres te Monastir in 1908 het Latijn-
sche schrift als algemeen erkend schrift
werd aanvaard. Pater Fishta heeft vele ge
dichten en tooneelstukken geschreven.
De Italiaansche min ster Pavolini ont
ving Ie Milaan bij de opening van den
hoofdzetel der Duitsch Italiaansc'ie
Cu'tuurvereenlging uit handen van ren
gezant von Mackensen (rechts) het
Grootkruis der Orde van den Duitschen
Adelaar (Foto Weilbild)