De Liturgie der Kerk |J] KERKNIEUWS RECHTZAKEN De Gouden Sleutel ZATERDAG 21 DECEMBER 1940 DE LEIDSCHE COURANT DERDE BLAD - PAG. 9 em.-pastoor a. H. j. sprenger 50 Jaar priester. Gisteren was het 50 jaar geleden, dat de zeereerw. heer. A. H. J. Sprenger, oud pastoor van L e i ra u i d e n, de H. Pries terwijding ontving. Em.-pasoor Sprenger, die thans verblijft ibij de eerw. Zusters van de H. Carolus 36, te 's-Gravenhage, droeg gistermorgen in de kapel van deze stichting een H. Mis van dankbaarheid op. Na de H. Mis werd pastoor Sprenger door de eerw. Zusters en veredere huisgenooten in intiem en kring gecomplimenteerd met zijn gouden priesterfeest. Den geheelen dag was er verder voor vrienden en bekenden gelegenheid pastoor Sprenger geluk te wenschen, waarvan door zeer velen gebruik werd gemaakt. Morgen wordt dit gouden joibilé kerke lijk gevierd. Dien dag zal pastoor Spren ger om 10.15 uur de plechtige Hoogmis opdragen in de St. Jacobus-kerk aan de Parkstraat, dezelfde kerk, waarin hij 50 jaar geleden zijn eerste plechtige H. Mis heeft gecelebreerd. „Maasbode." PATER TIBURTUS DE GRAAF O.F.M. Maandag 23 December wordt de Gar diaan van het Minderbroederklooster te Nijmegen 70 jaar. Zijn werkzaamheid in het Noordelijk en het Zuidelijk deel van ons land heeft hem overal vele kennissen en vrienden bezorgd. Vanaf 1894 behartigt hij op verschillende wijze de zielzorg. Aan vankelijk verbonden aan het onderwijs op de kloosterscholen Megen en Alverna, voelde hij zich later meer tot de directe zielzorg getrokken. Jarenlang was hij ka pelaan aan de Rosaliakerk te Rotterdam. Dezelfde taak vervulde hij in Nijmegen en Haarlem. Na een vruchtbaar pastoraat te Lichtenvoorde zocht hij de gebondenheid van het klooster weeT op en bekleedde, in dienst van zijn medebroeders, menige functie. Sinds September 1934 is hij Gar diaan van het Nijmeegsche studiehuis zij ner Orde. „MaasDcde." h.h. wijdingen; Hedenmorgen heeft Z. H. Exc. de Bis schop van Haarlem in de kapel van St. Joannes de Deo te Haarlem de H. Priester- wijdine toegediend aan de Eerw. Heeren: F. J. Blommestijn en L. C. J. Wüst, stu denten van het Theologicum te Warmond. Haagsche Politierechter Een gezellige verlovingspartij. Een lieftallige jongedame, uit den Haag, had kennis gekregen aan een Leidschen jongeling en uit deze kennismaking was een verloving het resultaat. De hieraan ver bonden feestelijkheden zouden ten huize der jonge dame gevierd worden. Talrijke familieleden en kennissen waren ter feest- disch, welke o.m. bestond uit brandewijn, bier, advocaat en wat dies meer zij, uitge- noodigd en opgetrokken om mede te zwel gen. Maar de Leidsche jongeling was niet de eerste aanbidder van het meisje geweest. Onder de aanwezige kennissen bleek iemand te huizen, die ook reéds omgang met de schoone gehad had. Misschien was hij zijn liefde bijna ver geten, maar toen hij haar daar zoo zag zit ten onder de aangebrachte versiering, kwam zijn jaloezie w^er boven en hij probeerde toenaderingspogingen, hetgeen natuurlijk niet in den haak was. De nieuwbakken verloofde zeide daar iets van tegen den ge wezen verloofde. Deze zei iets terug en het conflict was er. De oude verloofde deed aan de nieuwe dito het aanbod, om het ge val op den openbaren weg op te lossen en zijn rivaal voelde daar wel iets voor. Dit plan stuitte op tegenwerking van de jongedame, die „haar" avond niet wilde laten bederven. Als ze knokken wilden, moesten zij het maar op een anderen dag doen. De mannelijke aanwezigen voelden meer voor het feit, om den knoop dadelijk door te hakken, hetgeen geen instemming vermocht te krijgen van het vrouwelijk geslacht. De papa der jongedame zeide neutraal te blijven, maar voegde er aan toe, dat hij een ieder, die een andere mee ning mocht zijn toegedaan, van de trap zou dhetgeen protest uitlokte. Er werd partij getrokken en het groote conflict splitste zich in gedeelten. Wie er begon nen was bleef ir. uiterste duisternis ge huld, maar zeker was, dat iemand een ander iemand een bierflesch op zijn schedel sloeg De mannenbroeders trokken, voorzoover dit nog noodig was, hun colbertjasjes uit en de amazonen maakten zich op om weder- zijdsche haarspelden-demontrsaties te gaan geven. De neutraal-blijvende papa gaf zijn neutraliteit op en sloeg den vroegeren ver loofde tusschen de stoelen als zijnde de oorzaak en het gevolg van het „feest". Ook hij gebruikte zijn bloote handen niet, maar een stukje hout, vermoedelijk reeds te voren klaar gelegd voor oplossing van eventueel verwachte oneenigheid. Deze mep was blijkbaar nogal hard aangekomen, want er vloeide een beetje rood vocht. Deze substan tie werkte remmend op de verhitte gemoe deren en het verdere feest-programma viel in diggeltjes, aangezien de aanverwante aanwezigen van den vroegeren verloofden niet met een „moordenaar'' onder één dak wilden blijven. Men was zelfs nog verder gegaan en had een klacht wegens mishan deling ingediend tegen den papa der jonge dame. Deze noemde het geen mishandeling, maar een soort vredes-offensief. Volgens zijn zeggen wist een ieder wat hem te wachten stond als hij dwars wilde. Het was een feest en het moest een feest blijven. De aanwezigheid van het eindje hout was een pure toevalligheid en niks bijzonders, want dit lag er altijd, aangezien hij een groot ge zin heeft, hetwelk door de opstandige jeugd moeilijk te regeeren is. Nadat eenige feestelingen een uiteenzet ting van het gebeurde hadden gegeven, hetgeen met bijvalszuchten en hoofdknik ken van de nagenoeg voltallige familie op de tribune werd begeleid, vond de Offi cier, dat papa zeer bruut was opgetreden en vond het geen methode om gasten met een stuk hout te gaan bewerken. Omdat hij nog nooit veroordeeld was, wilde spr. hem nog niet in het gevang heb ben, maar een rem was toch wel noodig. Zoodoende werd de eisch een geldboete van 10 subs. 10 dagen en een voorwaarde- lijek gevangenisstraf van een maand met drie jaar proeftijd. De belanghebbende belangstellenden von den zulks blijkbaar geen straf. Zij hadden zooiets van levenslang gedacht.... Toch bleef het zoo en papa vond het goed, want hij zag maar af van hooger beroep. HAAGSCHE RECHTBANK Ernstige aanrijding te Alphen a. d. Rijn. Op 11 October van dit jaar is er op den Steekterweg te A 1 p h e n a. d. R ij n een ernstig auto-ongeluk gebeurd, waarbij één érnstig gewonde te betreuren viel. Op ge noemden datum stond er rechte van den weg een vrachtauto goederen te laden. Een man was bovenop de auto bezig, terwijl twee andere personen. D. Verboom en H. C. Goebel uit Zwammerdam zich aan de achterzijde van-de auto bevonden. Plot seling was er, in dezelfde richting rijdend waarin de vrachtauto stond, een personen auto aangekomen, die met groote snelheid reed. Zonder vaart te minderen, was deze auto op den personen- en den vrachtwagen ingereden. De man, die bovenop werkzaam heden verrichtte, zag het dreigend gevaar en wist nog te waarschuwen: „Pas op jon gens, daar komt een auto, spring opzij". H G. Goebel kor. zich door een fikschen sprong nog in den wegberm redden, maar D. Verboom was niet zoo gelukkig en raak te, vooral met zijn linkerbeen, tusschen de beide wagens bekneld. De botsing was zoo hevig, dat de zware vrachtauto, trots de aangezette remmen een sprong voorwaarts raakte. Danig gewond, maar door buiten gewoon geluk begunstigd niet doodelijk. werd Verboom opgenomen. De bestuurder van de luxe auto, M. H. S. uit Utrecht, had zich voor de Haagsche Rechtbank te verantwoorden wegens het veroorzaken van zwaar lichamelijk letsel door schuld. Hij erkende de botsing, maar achtte zich niet schuldig, want volgens hem hadden plotseling de remmen geweigerd, maar hii kon dat niet geheel aannemelijk maken. Wel was later nog gebleken, dat S een reeds verloopen rijbewijs bij zich had. Dp Officier wees er in zijn requisitoir op, dat het ingestelde onderzoek zijn goedkeu ring niet kon wegdragen, en dat hij maat regelen genomen had om zulks in de. toe komst te verbeteren. Sur. achtte verdachte schuldig aan de aanrijding, maar had ver wacht, dat verdachte een beroep op nood weer zou hebben gedaan. Verder vond spr., dat er voor verdachte geen onvoorzie ne omstandigheden waren geweest, reden om een geldboete te eischen van 50 subs, een maand hechtenis. Uitspraak over 14 dagen. De te vroeg verkochte petroleum. Een winkelier te Voorschoten moest terecht staan, omdat hij petroleum verkocht had zonder geldige bonnen. Zon der toen geldige bonnen, want hij had voor de geleverde vier liter petroleum, de ze gels in ontvangst genomen, die pas twee dagen later geldig verklaard werden. Een bepaalde fraude was er dus niet ge pleegd, want het was meer de hulpvaar digheid van den winkelier, die hem thans in het verdachtenbankje deed plaats nemen, alwaar hij het feit erkende en zeide, dat bij een controle de petroleum zegels, die pas twee dagen later geldig gesteld werden, te voorschiin gekomen waren. De Officier achtte verdachte schuldig, maar wilde geen hooge geldboete vragen De eisch werd een geldboete van 5 subs. 5 dagen. Uitspraak over 14 dagen. Nog Iemand, die hulp vaardig was. Op 31 Augustus was er een bakkers knecht aangekomen, die op een bakfiets een baaltje tarwebloem vervoerde zonder de vereischte vergunning. Nader onder vraagd vertelde hij, dat hij het gehaald had bij den bakker N. van R. te Leiden en dat het bestemd was voo zijn patroon, die ook bakker was. Ook hier gold het iemand tijdelijk even uit den nood helpen. HAAGSCH GERECHTSHOF De verkeerde methode gevolgd. H. S. te Katwijk aan Zee had een radiotoestel gerepareerd voor v. d. O. uit die gemeente. S. vond het geval buitenge woon goed geslaagd, maar v. d. O. noemde het lapwerk. S. wilde de drie gulden repa ratiekosten graag ontvangen, maar v. d. O. gaf ze niet. Er was een pracht geschilletje ontstaan, waarbij onze onvolprezen „Tan te Pos" een hoofdrol had vervuld. Zij had nl. de briefkaarten bezorgd, die S. aan v. d. O. schreef. Het waren echter geen vrien delijke „karetjes", want op vele briefkaar ten kwamen maar enkele woorden voor, zooals „aanmaning" met koeien van letters geschreven, of „betaal je schuld". Zulke vriendelijkheden op open en bloot zijnde „briefkaretjes" noemt de wet beleediging HOOGFEEST VAN KERSTMIS N.B. Als niet anders wordt aangegeven vanaf Woensdag dagelijks Gloria en Credo. Prefatie van Kerstmis. ZONDAG 22 December. Vierde Zondag v. d. Advent. Mis: Rorate. Geen Gloria. 2e gebed v. d. H. Hunger, Bisschop en Belijder (Zie in het feesteigen v. h. Bis- dem); 3e ter eere van Maria (Deus qui); 4e voor den vrede. Credo. Prefatie v. d. Allerheiligste Drieëenheid. Kleur: Paars. „Dauwt Hemelen van boven en dat de wolken den Gerechte (Christus) afzenden. Kom, o Heer, wacht niet langer; ontbind de zondenlast van uw volk". (Introitus en Communio). MAANDAG 23 December. Mis v. d. vorigen Zondag: Rorate. Geen Gloria. 2e gebed ter eere van Maria (Deus, qui); 3e voor alle overledenen (uit hët eerste rcquiemformulier);'4e voor Kerk of Paus; 5e voor den vrede. Na het Graduale wordt het Alleluja met vers niet gezegd. Geen Credo. Gewone Prefatie. Kleur: Paars. DINSDAG 24 December. Vigiliedag voor het Hoogfeest van Kerstmis. Wel gedispen seerd in Vasten en Onthouding, maar b 1 ij f t boetedag. Mis: Hodie. Geen Gloria. Credo. Gewone Prefatie. Kleur: Paars. WOENSDAG 25 December. Hoogfeest van de Geboorte van Christus. Geboden te vieren als Zqndag. De Nachtmis: Do- minus. De Dageraadsmis: Lnx fulgebit. 2e gebed v. d. H. Anastasia, Martelares. De Dagmis: Puer. Laatste Evangelie als op Driekoningen. Kleur: Wit. N.B. Men lette op de veranderingen in het gebed „Communicantes" gedurende het Kerstoctaaf. Op dit hoogfeest laat de H. Kerk haar priesters drie H.H. Missen opdragen ter viering van de geboorte van Christus jn de stal van Bethlehem (Nachtmis), in de harten van de geloovigen (Dageraadsmis) en van de geboorte van alle eeuwigheid van den Zoon uit den Vader (Dagmis) Heden is de Zaligmaker geboren, die Christus, de Heer is, in de stad van David. (Evangelie v. d. Nachtmis). Laten wij op aarde ons verheugen met de Hemelingen (Offertorium). Maar ook: zien wij met de oogen des geloofs in dat machtelooze hulp behoevende Kind, den almachtigen God, den Allerheiligsten. Aanbidden wij dat Kind met de Engelen: „Eere aan God in den Hooge". Aanbidden wij dat Kind in ons harten vragen wij met het nieuwe Licht van het menschgeworden Woord, de genade te mogen worden verlicht en dat het nieuwe Licht moge uitstralen in onze werken. (Gebed v. d. Dageraadsmis). Want dan alleen is ons Kerstfeest vruchtbaar, als het een verandering en bekeering van leven teweegbrengt. Immers: „De genade en de Politierechter had S. dan ook veroor deeld tot een geldboete van 10 subs. 10 dagen. Daar was S. niet tevreden mee ge weest, derhalve kwam hij in hooger beroep bij het Haagsche Hof. De procureur-generaal achtte evenwel geen wijziging in het vonnis gewenscht, omdat, volgens spr., het vonnis juist gewe zen was. Het Hof zal later vonnis wijzen. ONDERWIJZER VAN ZIJN ZOONTJE MISHANDELD De politierechter heeft een 45-jarigen plaatwerker uit Zaandam tot een week ge vangenisstraf veroordeeld, omdat hij den onderwijzer van zijn zoontje had mishan deld. van God, onzen Zaligmaker, is ons ver schenen om ons te leeren, dat wij aan de goddeloosheid en de begeerlijkheid van de wereld moeten verzaken en zedig, recht vaardig en godvruchtig moeten leven in deze wereld". (Epistel v. d. Nachtmis). DONDERDAG 26 December. Tweed© Kerstdag. Dag van devotie. Feestdag v. d. H. Stephanus, eerste Martelaar. Mis: Sede runt 2e gebed v. h. Kerstoctaaf; 3e voor den vrede. Kleur- Rood. N.B. Het gebed v. h. Kerstoctaaf wordt steeds genomen uit de Dagmis. Gisteren beleed de H. Kerk voortdurend de Godheid van Christus in de kribbe. Vandaag viert zij het feest van de eerste Martelaar, die de Godheid van Christus met zijn bloed en leven zoo schitterend heeft betuigd. Om zijn prediking" van den Christus is de H. Stephanus gesteenigd. VRIJDAG 27 December. Feestdag v. d. H. Joannes, Apostel en Evangelist. Mis: In medio. 2e gebed v. h. Kerstoctaaf; 3e voor den vrede. Kleur: Wit. Joannes stond aan het hoofd van de Kerk in KI. Azië en werd onder keizer Diocletiaan gevangen genomen en in een ketel met kokende olie geworpen, waar hij echter ongedeerd uittrad. Als balling op het eiland Patmos schreef hij zijn „Boek der Openbaring" het laatste van de boe ken v. d. H. Schrift. Van zijn hand hebben wij ook een Evangelie (nl. dat volgens den H. Joannes) en drie brieven. In zeer hooge ouderdom is de heilige Apostel en Evange list gestorven in KI. Azië (te Ephese). ZATERDAG 28 December. Feestdag v. d. H.H. Onnoozele Kinderen, Martelaren. Mis: Ex ore. Geen Gloria. 2e gebed v. h. Kerst octaaf; 3e voor den vrede. Na het Graduale wordt niet het Alleluja met vers, maar de Tractus gebeden. Kleur: Paars. „Heden vieren wij de feestdag van de kinderen, die, volgens het Evangeliever haal, door de allerwreedste koning Herodes vermoord zijn. Ziet, de aardsche vijand zou door eerbetuiging die gelukkige kleinen nooit zooveel voordeel hebben kunnen brengen, als hij nu gedaan heeft door zijn haat". (St. Augustinus). IN DE KERKEN VAN DE E.E.P.P. FRANCISCANEN: Alles als in bovenstaande kalender v. h. Bisdom, behalve: ZONDAG. 2e gebed ter eere van Maria (Deus, qui); 3e voor Kerk of Paus; 4e voor den vrede. MAANDAG. Mis v. d. Z. Nicolaas Factor, Belijder: Os Justi. Gloria. 2e gebed v. d. vorigen Zondag; 3e voor den vrede. Kleur: Wit Amsterdam. ALB. M. KOK, pr. Verdachte had op 6 September den on derwijzer is diens woning opgezocht, omdat deze zijn zoontje zou hebben geslagen. Tij dens het onderhoud werd de vader zoo kwaad, dat hij den onderwijzer niet alleen uitschold, maar hem ook een stomp in het gelaat gaf. De man ging zoo te keer, dat zich een groote menigte voor het huis ver zamelde en de politie tenslotte moest in grijpen. De officier van justitie zeide, dat vele ouders niet willen inzien, dat er soms heel wat mankeert aan hun kroost. Men kan echter niet tolereeren, dat de onderwijzers het sachltoffer worden van dergelijke ouders. De officier eischte twee weken gevange nisstraf. De politierechter legde een week op. FEUILLETON (Nadruk verboden). 24) Ik ben in dat aartsvaderlijke rijtuigje hierheen gereden om je te komen afhalen, begon Tony opgewekt; zijn oogen straalden zoodra hij het meisje zag. Ben je klaar? Je hebt je spullen mee hier naar toe ge nomen, niet? Ja, antwoordde Hilary, een beetje con fuus door den stevigen greep van zijn hand en biozend bij het zien van de vreug de m zijn oogen, maar ik kan ten slotte toch niet meeromen; ik moet hier blijven. Ze slaagde er niet in haar teleurstelling voor hem te verbergen. Waarom kun je niet komen?, vroeg Tony verwonderd. Ik dacht dat alles af gesproken was en we verlangden allemaal naar je; tante Alice en de baby,en ik. Ik zou ook graag met je meegaan; ik had er me ook al zoo op verheugd om weer bij jullie te zijn. Maar tante Marion hier heeft me noodig. Ze heeft me gebeden en gesmeekt om te blijven en ik kan het on mogelijk weigeren. Het schijnt haar een beetje minder onrustig te maken en geluk kiger te stemmen, als ik in haur nabijheid ben. Dan wil ik er niet verder bij je op aandringen, verklaarde de goedhartige Tony en er was iets in zijn stem, dat Hi lary nieuwen moed en kracht gaf. Als dat arme schepsel je hier noodig heeft, mo gen wij je niet tegenhouden. Maar je be zoek wordt daardoor alleen maar opge schort, hè? Uitstel en geen afstel, hoor! We verlangen alle drie naar je. Nadat je vertrokken was, was het in huis eenvou dig woest en ledig. Hij scheen nog meer te willen zeggen, maar juffrouw Helene Drivers kwam de hall, waar zij samen stonden te praten, in en hij stak direct zijn hand uit ten af scheid. Ik zal maar „tot ziens" zeggen, zei hij. Je mag niet naar Grantley teruggaan, voordat je bij ons geweest bent. Ik reken er ook op dat je vóór je weer weggaat, nog een keertje voor me poseert; ik ben nog heelemaal niet tevreden over de manier waarop ik je haar geschilderd heb. Schildert hij uw haar?, vroeg Helene Drivers bruusk, toen Tony weg was. Toen ik zoo oud was als u had ik ook mooi haar, maar er' heeft me nooit iemand ge vraagd het te mogen schilderen. Hilary keek naar het glanslooze, bijna geheel vaal-grijze haar, naar de groeven en rimpels in het ontevreden gezicht, naar den strakken mond en de harde oogen van de middelste der drie zusters en weer sloeg een golf van medelijden in haar omhoog. Misschien was het omdat u toevallig niet met een schilder in aanraking kwam, die uw haar juist noodig had voor een schilderij, zei Hilary bijna verontschuldi gend. Ik geloof integendeel dat de dingen voo- u alt :d juist od het go le oogenblik komen «pduiken en dat zal toekomst ook we' i-o' geval z:jn bewe 'de Helene met onmiskenbare jaloezie. U behoort tot de menschen, die onder een gelukkig ge sternte geboren zyn. r Ik? Hilary lachte, maar inwendig wenschte ze dat haar eigenaardige gastvrouwen hun neiging om bittere opmerkingen te maken en haar eigen leven en omstandigheden tel kens met het hare te vergelijken, maar een beetje zouden leeren beheerschen. Ik vind het prettig een slaapkamer te hebben met een uitzicht als dit, zei ze, toen Helene Drivers haar enkele oogen- blikken later naar een kleine logeerkamer had gebracht, die als gedompeld scheen in zonneschijn. De kamer lag op het Westen en door het venster had men het gezicht op een blauwen hemelkoepel er boven. Tus schen de heuvels door zag men een glimp van de vallei en daardoorheen kabbelde een rustig riviertje, waarvan het water door het zonlicht werd omgetooverd tot vloeiend goud. Hoe langer ze er naar keek, hoe grooter Hilary's enthousiasme over dit uitzicht werd. Ik herinner me dat u den eersten keer ook al zoo opgetogen over het uitzicht was, zei juffrouw Drivers schouderophalend, maar ik kan u verzekeren dat je meer dan genoeg krijgt van dat moois, als je jaar in jaar uit niets anders te zien krijgt. Ik ben het door en door beu, met al die patiënten met zenuwen en .geen hersens of met te veel hersens en geen zenuwen er bij! En moet u hier blijven om uw zus ters! te helpen? Er zit niets anders op wanneer de duivel of Anastasia je drijft!, verklaarde Helena Drivers d»"oog. Anastas: is mijn oudste zuster. Ze heef* oi.s dit allemaal op den hals gehaal-3. Een •'im-Mielid liet ons dit huis na en Anatasia besliste dat het be ter was hier voor niets te gaan wonen dan ons in de stad te begraven. Maar we moe ten pensiongasten of beter gezegd zenuw patiënten in huis nemen om te kunnen le ven, en Anastasia houdt Euphemia en mij zóó onder den duim, dat we niet veel be ter dan slaven zijn. U zult ons tegen thee tijd in den salon vindeneen gelukkige familie! En met een narrig lachje verliet He lene de logeerkamer en liet Hilary in een een gedrukte stemming achter. Nu moet ik nog met de derde zuster kennis maken, dacht het meisje. Het zal me benieuwen of die ook zoo verbitterd en verzuurd is. Toen ze een half uurtje later de onher bergzame ontvangkamer weer binnenging, vond deze vraag beantwoording, want bij haar binnentreden stond een kleine, blee- ke vrouw op uit een stoel bij de theetafel en kwam op haar toe met uitgestoken hand. Ik ben blij u te ontmoeten, begroette ze Hilary op ge jaagden, zenuwaohtigen toon. Ik ben Euphemia Drivers; ik hoop, dat we goede vrienden zullen worden. Ik heb een zwak voor jonge meisjes, moet u weten. Er is altyd een aureool van roman tiek om hun hoofd. Euphemia's stem klonk zacht en haar woorden kwamen toonloos alsof ze een lesje op zei. Er is niets dat me zoo na aan het hart ligt als romantiek, babbelde ze na een diepen zucht voort, zonde- Hilary gelegen heid te geven een woord te zeggen. Ik heb in mijn eigen le"en romantiek ge kend en vind het heerlijker er bij mde- ren naai speuren. Er. ik ben overtuigd, dat u ook romartiscn ent aangelegd, net zooals ik was in mijn jeugd.... en eigen lijk nog een beetje ben O, maar ik ben heelemaal niet ro mantisch, protesteerde Hilary en inwendig gaf het gedweep van het juffertje haar een gevoel van misselijkheid. Als we elkaar een beetje beter ken nenen ik hoop, dat dat gauw zal ge beurenzal ik u de tragedie verhalen, die mijn leven in tweeën heeft gescheurd.... die me gemaakt heeft tot wat u nu hier voor u ziet. Mijn hoop was vernietigd, mijn geluk verbrijzeld; het is een heel droevige geschiedenis en de eenige troost in al clie lange, eenzame jaren is geweest het schrij ven van verhalen over gelukkiger vrouwen dan ik zelf. O, schrijft u verhalen!, riep Hilary le vendig uit, blij, dat zij tenminste aan iets houvast had tusschen al dat maanzieke ge zeur. Ik ben altijd jaloersch op menschen die schrijven kunnen. Ik heb honderden en honderden ver halen geschreven, vertelde het menschje plechtig; het is mijn eenige troost ge weest in al die jaren en ik ben tegen beter weten in altijd blijven hopen dat ze nog eens uitgegeven zouden worden. Maar geen enkele uitgever of redacteur, dien ik ze toegezonden heb. heeft er ooit bc'ang- stelling voor getoond. Ik geloo.f dat ze eigenlijk boven het begrip van het gewone publiek gaan. De menschen zijn ever het algemeen zoo verschrikkelijk laag-bij-der- grondsch! Ik heb op mijn kamer twee kof iers staan, stampvol gepakt met de ver halen, die ik heL geschreven. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1940 | | pagina 9