Weerbericht Burgerlijke Stand ZATERDAG 14 DECEMBER 1940 DE LEIDSCHE COURANT EERSTE BLAD PAG. 2 ZONS OP- EN ONDERGANG Zon onder 17.28 uur. Zon op 9.43 uur. MAANSTANDEN. 14 December 8.50 onder, 17.48 op (Volle maan). 15 December 9.44 onder, 18.39 op 18 December 10.32 onder, 19.37 op 17 December 11.14 onder, 20.44 op 18 December 11.50 onder, 21.43 op. 19 December 12.32 onder, 23.06 op 20 December 0.20 onder, 12.51 op. ^pilOIIOIIOIIOIICPIiOIIOIIOIIC^ Verduisteringstijden 0 Er la bepaald, dat er verduisterd moet worden tusschen zonaonder- 0 0 Zang en zonsopkomst 0 [J Deze tijden zijn voor hedenavond jr en morgenochtend: 0 0 ZONSONDERGANG S q 17.28 uur. 1; ZONSOPKOMST Q 5 9.43 uur. Q Tusschen deze beide tijden dient Q Q er dus verduisterd te worden. 3ll Oil Oil Oil Oil Oil O tl Oil oil cP MOLEN DIE VERDWIJNEN GAAT. Het A.N.P. meldt: Er is sprake van, dat de korenmolen„de Eersteling", in Hoofd dorp, de eenige molen in de Haarlemmer meer, welke nog intact is, zal worden ge sloopt. De molenaar verklaart geen geld voor herstel te hebben. Zelfs brandstof- schaarschte, welke op het molenaarsbe drijf, dat nu gemotoriseerd is, drukt, zal den slooper niet van het erf kunnen hou den. Zonder brandstof wordt het bedrijf stopgezet. „De Eersteling" werd in 1856 door den grootvader van den tegenwoordigen eige naar gebouwd. LEIDEN. Geboren: Jacoba Christina d. v. C. Hoppenbrouwer en J. de Beer. Isaac Enoch z. v. G. Wassink en M. Ie Febre. Gerarda Joanna d. v. F. J. Verhoeven en E. C. H. Trel. Johanna Francisca Gar- dina Gemma d. v. C. J. v. d. Nouweland en C. Schouwenaars. Geetruida Huberta Gerdina Gemma d. v. C. J. v. d. Nouwe land en C. Schouwenaars. Johannes z. v. W. de Rooij en H. Hollander. Elisa beth Petronella d. v. W. de Rooij en H. Hol lander. Cornelia Maria d. v. P. A. J. de Haas en B. Montfoort. Johannes z. v. W. Prins en C. S. M. Arnoldus. Jan z. v. A. Chaudron en J. Pot. Aukje d. v. W. Burgij en G. v. d. Reenden. Coen- raad Johannes z. v. C. J. Schoon en J. de Wit. Cornelis z. v. J. Scheffers en J. F. A. Witteman. Hans z. v. I. Deurloo en M. Bosman. Ondertrouwd: H. J. Wansink jm. 24 j. en A. M. Hoogervorst jd. 21 j. GEMEENTERAAD VAN NOORDW1JKERHOUT Vergadering van den Gemeenteraad van Noordwijkerhout op Vrijdag 13 December 1940 des namiddags te twee uur. Tegen woordig alle 13 raadsleden. Voorzitter de Burgemeester. Op voorstel van B. en W. wordt beslo ten om ook in 1941 weder crediet aan klein-bloembollenkweekers te verleenen, zooals dat sinds vele jaren gebruikelijk is. Als kassier der gemeente wordt voor 1941 aangewezen de Coöperatieve Boeren leenbank. Aan E. J. Hogervorst wordt een los plaats verhuurd aan Keukendal voor 20 per jaar. In de verordening betreffende de inning der kaden- en kadegeld worden op ver zoek van Ged Staten eenige kleine wij zigingen aangebracht. De verordening op het beheer van het grondbedrijf, waarvan de goedkeuringster mijn is verloopen, wordt opnieuw vastge steld. In de bouwverordening wordt een aan vulling aangebracht, die een groot deel der bepalingen der verordening te niet doet, doch die haar oorzaak vindt in de tegen woordige buitengewone omstandigheden. De aanvulling luidt als volgt: „De bepalingen dezer verordening gel den niet, indien en voor zoover daaraan niet kan worden voldaan in verband met de voorschriften, richtlijnen of wenschen van den Algemeen Gemachtigde voor den Wederopbouw. Alsdan gelden de door bur gemeester en wethouders gestelde nadere eischen, met dien verstande, dat in geen geval materialen of constructie wij zen mo gen worden toegepast, welke niet voldoen aan redelijke eischen van veiligheid, vocht- wering en warmte- en geluidsisolatie". Op voorstel van B. en W. wordt besloten tot heffing van 75 opcenten op de hoofd som der gemeentefondsbelasting voor het belastingjaar 19411942. Op hun verzoek krijgen B. en W. van den Raad machtiging om in 1941 kasgeld- leeningen te sluiten met den persoon of instelling, welke het voordeeligste aanbod heeft gedaan. Vastgesteld wordt het bedrag der ver goeding over 1939 voor de diverse bijzon dere scholen benevens het bedrag der voor vergoeding in aanmerking komende uitgaven. De vergoeding over 1939 bedraagt: a. voor de Hervormde School 1047; b. voor de R.K. School in de Zilk ƒ3357; c. voor de St. Josephscholen ƒ5049; d. voor de school van De Voorzienigheid ƒ2943. De voorzitter wijst er in dit verband op, dat alle scholen, behalve ééne, min of meer met hare uitgaven over de genoem de bedragen heen zijn gegaan, zoodat zij de maximum-vergoeding krijgen. Alleen de school in de Zilk is daarop een gun stige uitzondering. Die heeft het klaar gespeeld om met haar uitgaven ongeveer ƒ600 onder het bedrag der vastgestelde vergoeding te blijven, wat voordeelig voor de gemeente is en waarvoor deze school zeker een pluimpje verdient. Het is verboden.... De politieverordening wordt aangevuld met de volgende bepalingen. Het is verboden: a. tusschen een half uur na zonsonder gang en zonsopgang te colporteeren met bladen of geschriften van politieke par tijen of bewegingen; b. tusschen zonsondergang en zonsop gang zonder noodzaak op de openbare we gen, de trottoirs of op de klinkerpaden, waar deze langs de openbare wegen zijn gestraat, te blijven stilstaan. c. tusschen zonsondergang en zonsop gang zich voort te bewegen op een an der trottoir of klinkerpad, waar dit langs de openbare wegen is gestraat, dan het- Lwelk is aeleeen rechts van den openbaren weg, gerekend naar de richting, waarin men zich beweegt. De voorzitter merkt op, dat aanvulling van de verordening met het bepaalde sub a. gedaan wordt op verzoek der hoogere autoriteiten, ofschoon hier coloportage na zonsondergang praktisch niet voorkomt. De bepalingen sub b en c vinden haar oor sprong in de omstandigheid, dat het nu de lantaarns bijna geen licht geven, het gevaarlijk is met donkere maan op straat te zijn. De bovenaangehaalde bepalingen kunnen dit gevaar verminderen. De verordening zal aanstonds worden afgekondigd en treedt onmiddellijk in werking. De heeren J. v. d. Voet en A. H. v. Noort gaan met de verordening gaarne accoord, doch dringen aan op soepele toe passing. De voorzitter zegt deze toezegging niet te kunnen doen, althans niet bij donkere maan. In de begrooting dienst 1940 worden en kele wijzigingen aangebracht. De rekening van het grondbedrijf over 1939 wordt voorloopig vastgesteld voor den gewonen dienst en voor den kapitaal- dienst op het voor ontvangsten en uitga ven gelijkstaand cijfer van respectievelijk ƒ2342.46 en 73,682.26. Daarna wordt overgegaan tot behande ling der rekening dienst 1939. Rapport wordt uitgebracht door den heer P. Warmerdam, mede namens de heeren C. A. v. Parridon en P. v.d. Sleet, die te samen de commissie vormden, die de re kening heeft onderzocht. Na voorlezing van dit rapport wordt overeenkomstig het advies van evenge- noemde commissie de gemeenterekening 1939 vastgesteld gewone dienst: ontvang sten ƒ380.760.45, uitgaven ƒ366.387.71, ba tig slot 14.372.74. Kapitaaldienst: ont vangsten 508.755.32, uitgaven 477.262.53, batig slot ƒ31.492.74. De begrooting van het grondbedrijf dienst 1941 wordt vastgesteld voor den ge wonen dienst in het voor ontvang en uit gaaf gelijkstaand cijfer van 1545.23 en voor den kapitaaldienst op het voor ont vang en uitgaaf gelijkstaand cijfer van 32.618.06. De begrooting. Vervolgens wordt overgegaan tot behan deling der gemeentebegrooting dienst 1941. Algemeene beschouwingen worden niet gehouden. Over de ontvangposten vallen geen op merkingen te maken. Omtrent de uitgaafposten worden de volgende opmerkingen gemaakt. Post 160. Jaarwedden van de ambtenaren ter secre tarie enz. De heer Westrik vraagt waarom de klerk ter secretarie H. v.Dingen geen ver hooging van jaarwedde heeft gekregen, daar hy toch volgens de verordening daar op recht heeft. De voorzitter zegt, dat dit dubieus is. B. en W. hebben deze aangele genheid nog eens nader onderzocht en meenen dat er aanleiding bestaat om voor v. Dingen de jaren die hij als arbeids- contractant in dienst der gemeente heeft doorgebracht, te doen medetellen, zoodat v. Dingen dan recht heeft op een verhoo ging van 100. De consequentie brengt dan evenwel mede, dat hetzelfde standpunt moet worden ingenomen ten aanzien van Horsthuis en v. d. Bosch, die dan beiden ook recht hebben op verhooging. De Raad gaat hiermede accoord, zoodat de betrekkelijke posten zullen worden ver hoogd. De heer v. d. Klauw vraagt, waarom op de begrooting geen post is uitgetrokken voor den volontair v. Maris, terwijl die toch dit jaar 250 heeft genoten. De voorzitter zegt, dat deze post waar schijnlijk is uitgevallen, omdat op de be grooting daarvoor geen middelen beschik baar waren. In 1940 was dit anders, om dat het salaris van den secretaris, die in het Ned. Leger- diende, wegens diens mi litaire inkomsten in kas kon blijven. Intus- schen is van Maris, toen hij in de oorlogs dagen aldus kon worden benoemd, hier ge bleven op een moment, dat wij hem moei lijk missen konden, wijl hem eenige be looning in het vooruitzicht werd gesteld. Het is redelijk, dat de belooning daarom ook op de begrooting van 1941 blijft ge handhaafd en getracht wordt ook op de zen post dit jaar goedkeuring te krij gen. Dienovereenkomstig wordt bij accla matie besloten. Bij post 220, onderhoud van brandspui ten, vraagt de heer Ruigrok, wanneer de brandspuit in De Zilk komt. De voorzitter zegt, dat dit nog een kwestie van weken is. Zoodra de begroo ting 1941 was goedgekeurd, is er werk van gemaakt om een brandspuit te krijgen. Dit was moeilijk, omdat er geen chassis beschikbaar was. Ten slotte zijn B. en W. er in geslaagd om een chassis te koopen en kan de brandspuit besteld worden. Een onderdak voor de brandspuit in De Zilk is bereids gevonden. Bij post 235, kosten verzekering brand spuit, vraagt de heer Westrik of dezen post niet moet verhoogd worden, daar er een tweede brandspuit bij komt. De voorzitter zegt, dat als de tweede brandspuit is gearriveerd, deze aangele genheid onder de oogen zal worden ge zien. Wellicht zal de premie een weinig moeten worden verhoogd, doch dit is een uitgave van weinig belang, waarvoor de middelen altijd wel zullen zijn te vinden. Onze schoolgaande kinderen. Bjj post 323, overige kosten ter zake van het vervoer van schoolkinderen, geraamd op 250, vraagt de heer v. Parridon naar de beteekenis van dezen post. De voorzitter zegt, dat deze post op de begrooting is gekomen op initiatief van wethouder van den Berg. Er gaan een aantal kinderen naar scholen voor U.L.O., speciaal te Sassenheim. Indien het leer plichtige kinderen betreft en de ouders dienen een verzoek in om tegemoetko ming in de vervoerkosten, dan wordt 12.50 beschikbaar gesteld als bijdrage in het gebruik van een fiets. Betreft het echter kindereil die niet meer leerplichtig zijn, dan kan deze bijdrage niet meer wor den verleend, omdat de bijdrage, bedoeld by art. 13 der L. O. Wet, zich beperkt tot leerplichtige kinderen. Zoo zal het meer malen voorkomen, dat de tegemoetkoming niet meer wordt verleend, ook al blijven de kinderen de U.L.O.-school bezoeken. Om de ouders hierin tegemoet te komen, is deze post op de begrooting gebracht, waarvan moet worden afgewacht of hij wordt goedgekeurd. De heer v. Parridon dankt voor de toe lichting. Spreker merkt evenwel op, dat de schoolgeldregeling speciaal voor ouders van een groot gezin, hier billijker is dan elders en vraagt of Noordwijkerhout geen tegemoetkoming kan geven in het school geld, dat elders wordt gegeven. De voorzitter zegt, dat de gemeente Noordwijkerhout daar niet in kan ko men. De ouders, die hun kinderen elders op school doen, moeten de financieele con sequenties daarvan zelf aanvaarden. De heer v. Parridon merkt op, dat er hooge posten op de begrooting staan voor de kinderen, die elders gymnasia of H. B.S. bezoeken. Spreker heeft den indruk, dat daar meer voor wordt gedaan dan voor de kinderen die een U.L.O. bezoeken. De voorzitter zegt, dat men geen onge lijksoortige zaken met elkander moet ver gelijken. De kosten van het Lager onder wijs, zoowel van het gewoon als van het U.L.O. worden geheel door de overheid be taald. Openbaar en bijzonder onderwijs staan daarbij gelijk. Met gymnasium en H.B.S. is het anders. Betreft het open baar onderwijs, dan moet de gemeente van inwoning volgens de wet een vergoeding betalen aan de gerpeente die de school ex ploiteert, bij het bijzonder middelbaar on derwijs is de gemeente tot geen betaling verplicht. Daar dit onredelijk is, is des tijds door den Raad z.i. terecht besloten om ook aan die instellingen, die een school voor bijzonder middelbaar onder wijs exploiteeren, een vergoeding te ge ven. De opmerking mag hier wel worden gemaakt, dat de bijdragen voor het bijzonder middelbaar onderwijs over 't algemeen meer dan de helft minder zijn, dan de gemeente heeft te betalen voor de kinderen, die een openbare inrich ting bezoeken. Tegemoetkoming in reis kosten wordt voor geen enkel kind, dat een middelbare school bezoekt verleend. De heer v. Parridon verklaart zich, na deze inlichtingen, bevredigd. De heer A. H. v. Noort zou in verband met het duurder worden van fietsen en banden, de tegemoetkoming voor een rij wiel willen verhoogen en van 12.50 op 15 willen brengen. De voorzitter zegt, dat het hem het best -voorkomt de zaak te laten zooals zij is en eerst eens af te wachten, hoe Ged. Staten op den nieuwen post reageeren. De post ad 250 wordt daarna bij accla matie aangenomen. De heer C. A. v. Parridon maakt nog en kele opmerkingen over het onderwijs en doet een beroep op den voorzitter om aan enkele verbeteringen mede te werken. De voorzitter merkt op, dat hij er wei nig voor voelt om zich te laten spannen voor een wagen, die een ander behoort te trekken. Als de heer v. Parridon wenschen heeft, wendt hij zich tot het betrokken schoolbestuur of stelle pogingen in het werk om te komen tot een z.g. school- of oudersvergadering. De heer Westrik is bet volkomen met den voorzitter een. De Ned. Hervormden hebben een schoolvereeniging en daar spreken de ouders ook een woordje mede. De ziekenverpleging. Bij post 331, kosten ziekenverpleging, vraagt de heer v. d. Klauw of er bij de HOOGEWOERD EN LEVENDAAL Nauw is het pad der deugd en breed de weg, die ten verderve leidt, doch deze stich telijke vermaning logenstraft zichzelf in Hoogewoerd en Levendaal. De gemakke lijkste manier (op de plattegrond van Lei den) om het eindpunt van het pad der deugd te bereiken is de breede weg ten verderve te volgen, en op 't laatste moment je draai te nemen. Een „art de vivre", die met name door de Franschen met lichte luchthartigheid wordt beoefend en bijna steeds met succes. Maar de Franschen heb ben een streepje voor. Ik zou het werkelijk niet durven aanbevelen, behalve voor iemand, die niet de Hemel doch de Hoo- gewoerdpoort wil binnengaan. De Hoogewoerd is niet alleen nauw, doch bovendien met tegenkanting en tegenwer king onbegaanbaar gemaakt. Er is nog nooit een tram zonder mopperend opont houd uit deze endeldarm te voorschijn ge komen; er is altijd iemand, die bewust of onbewust, (dit kunnen we in 't midden la ten) een handkar dwars op de rails zet. Op het nijdig peng-peng van den bestuur der komt de karrebeheerder, in het kleed der volmaakte onschuld, sloom aan-wande- len, trekt zoowaar een snuit tegen den ver bolgen tram-kapitein en duwt de kar van de rails öp de rails aan de overzijde. En zoo komt aan dit pretje nooit een einde. De tram krijgt, wat op deze wereld he laas al te zelden geschiedt, loon naar wer ken. Zij wordt getreiterd, doch heeft ande ren getreiterd. Zij immers heeft zélf ma ling aan alle verkeersvoorschriften, die te genwoordig nog wel zoo ijselijk-stipt moe ten worden nageleefd. De tram slingert als een koop-zieke dame van de etalages links naar de etalages rechts en verwekt schrik en ontzetting bij fietsers en auto's, die op dergelijke frivole fratsen niet zijn bedacht. Aan de tram is een nieuwe breede baan op het Levendaal aangeboden, ja, opge drongen. Zij heeft bedankt, hooghartig af gewezen. Het was op de Hoogewoerd veel gezelliger. Daar is iets van waar. Het Levendaal moge een wijdsche verkeersweg geworden zijn, de knussigheid van het stinkende slootje is verdwenen. Mét de gracht is ook de herinnering bedolven aan die borrelende erwtesoep, waarop bij wijze van kluif, steeds eenige in verregaande staat van ontbin ding verkeerende matrassen dreven, plus wat gebroken stoelen en lekkende po's. Jonge lezers, die het Levendaal in zijn gloriedagen niet meer hebben meegemaakt, piekeren er misschien over, waarom deze lekkende potjes als blanke zwanen ble ven rondzwemmen. De oplossing is een voudig, strikt volgens de wetten van de natuurkunde: hun soortelijk gewicht was kleiner dan dat van het Levendaalsche modder-water. Het Levendaal wordt op een oude Fran- sche kaart de „Vallée des Lions", het Dal der Leeuwen genoemd. En gevochten dat er is! Niet op, doch om het Levendaal. De dempers hebben gezegepraald, maar ook de tegenstanders hebben wel niet hun zin, maar toch gelijk gekrqgen. Deze volge- verpleging van ouden van dagen voor re kening der gemeente geen rekening kan worden gehouden met speciale wenschen, ook al komen die voor de gemeente wat duurder uit. De voorzitter zegt, dat B. en W. reke ning houden met redelijke wenschen, doch niet voor allerlei soms overdreven bezwa ren uit den weg kunenn gaan. Als de ouders in de nabijheid hunner kinderen willen blijven, kunnen B. en W. dat be- grijpeh, speciaal als de kinderen een bil lijke bijdrage in het onderhoud hunner ouders betalen, doch met de wenschen van neefjes en nichtjes kunnen B. en W. geen rekening houden. De heer C. Willemse vraagt of het niet wenschelijk zou zijn een Burg. Armbe stuur op te richten. De voorzitter wil daar niet veel op zeg gen. Deze aangelegenheid is meermalen in de vergadering van B. en W. ter sprake gekomen. Tot heden hebben B. en W. ge meend geen voorstellen ter zake te moe ten doen. ..De heer v. Parridon vraagt of de ge meente verplicht is een gemeentearts te benoemen. De voorzitter zegt, dat die verplichting niet bestaat, anders was het al lang ge beurd. De heer Willemse zegt, dat de leuning van het bruggetje in het Harde Pad aan stalten toont om het te begeven. De voorzitter zal dit onderzoeken, heeft er intusschen persoonlijk nog niets van gemerkt, ofschoon hij er herhaaldelijk over heen komt. De heer Warmerdam vraagt een twee tal witte palen te zetten bij de kromming in den „Eigen weg" bij Van Haaster. De voorzitter zegt, dat er binnenkort overal dus ook in de Zilk lampen in de lantaarns komen, die bij verduistering mogen branden. Het bezwaar van den heer Warmerdam zal dan wel zijn opgeheven. De heer J v. d. Voet zou de gasleiding in de Zeestraat door willen trekken tot de brug. De voorzitter zal onderzoeken of dit zonder financieele bezwaren voor de ge meente mogelijk is. De heer v. Parridon vestigt de aandacht op de wenschelijkheid om naast den tuin van pastoor Maas een trottoir te leggen. De openbare vergadering wordt daarna gesloten. plempte gracht is akelig-leeg (dit hadden de tegenstanders voorspeld) en dezelfde naargeestige indruk, die Edmondo de Amicis opdeed van het bloedelooze Lei den uit het begin der vorige eeuw, is nog van toepassing op het Levendaal: „Men ziet er niemand, of althans weinig men- schen, die in die ruimte wegzinken als de overgeblevenen van een door ziekte ont volkte stad". Er is en er was een hofje aan het Leven daal. Het hofje, dat er nog is, heet „Beth lehem", oorspronkelijk bestemd voor Vlaamsche Doopgezinden. De voorgevel is vernieuwd (in 1897); de binnenplaats is sinds 1631 onveranderd gebleven. In de vernieuwde voorbouw is de oude poort gelascht met het opschrift: „de Houck- steen", een zinspeling op Psalm 118:22, Matth. 21:42, Hand. 4:11 en 1 Petr. 2:7: „De steen, die de bouwlieden hadden ver worpen, is hoeksteen geworden". Het hofje, dat er niet meer is, stond aan de Wielmakerssteeg; het was gesticht in 1618, toegewijd aan St. Barbara en door den milden erflater, Jan Spruyt, bestemd voor „schamele personen" van Katholieken huize, maar dit laatste mooht in die gouden jaren niet zoo rondweg worden vastge steld. Het hofje is weg, het werd verkocht, het kapitaaltje was op, en nu is het een garage. Het eerste hofje is er, het tweede hofje was er, een derde hofje in deze buurt was er en is er, namelijk dat van Catharina Maartensdochter, gegrondvest in 1608, als onderdak voor Hervormden en gelegen aan de Zijdgracht (tegenwoordig Korevaar- straat). De Cathrijnestraat herinnert er aan. Het hofje zelf is er niet meer, en toch is het er nog. Wij zullen het terugvinden in de Pasteurstraat, waarheen het ten jare 1909 verhuisde om plaats te maken voor arbeiderswoningbouw. Aan het Levendaal staat ook de St. Bar- baraschool. Het is de achterzijde van een groot gebouwen-complex, dat vóór op de Hoogewoerd ziet, en (maar natuurlijk niet daarom) de „Voorzienigheid" wordt ge noemd. De scholen op het Levendaal en het ge sticht „De Voorzienigheid" hebben dit met elkaar gemeen, dat zij beiden geleid wor den door.„Arme Zusters van het Goddelijk Kind", welke zusters, ter onderscheiding van andere zusters, hun kap met een ij del blauw biesje hebben opgesierd. In de „Voorzienigheid" worden kinde ren opgevoed, die onder voogdij staan van anderen; in de scholen, die onder voogdij staan van hun ouders. In het gesticht wonen ruim tachtig meisjes van heel klein tot den leef tijd van lange rokken en korte haren. De eigen ouders zouden voor deze kinde ren niet beter kunnen zorgen dan de goe de nonnetjes (in dit geval wellicht geen complimentje, doch u begrijpt wat ik be doel). Een gesticht is nu eenmaal een ge sticht (ja, wat anders?), doch het wordt de kinderen er, dat bleek ons tijdens een korte rondwandeling, prettig, huiselijk en genoegelijk gemaakt. De kapel is een oord van rust in dit van kindervreugd en kinderverdrietjes ver vulde gebouw. Een aardig gothisch koor tje met een ster-gewelf, een retabel-altaar, waarop liefelijke schilderingen van de Kribbe en de Blijde Boodschap. Deze kapel is een gedeelte van het ge sticht, waarin de zusters in het midden van de vorige eeuw hun arbeid aanvingen, daartoe uitgenoodigd door het „Liefde werk van St. Cunera te Leiden". En waar is nu Cunera? vroegen we aan de zuster, die ons vriendelijk rond leidde. Daar stónd Cunera, met een door de zon gebrand gelaat, de eenige overgeblevene van de Elfduizend Maagden. Zij wist aan het maagdelijk bloedbad te ontsnappen. Echter is in dit leven iedere blijde redding slechts uitstel van een onafwendbaar von nis. Cunera, allen beter bekend als Knier tje, werd gewurgd door een booze herto gin, die het lijk onder-moffelde in een stal. En niemand zou er ooit achter zijn gekomen, waar Cunera was weggestopt, als niet een paard hardnekkig geweigerd had de stal binnen te gaan. Daarom komt achter de beeltenis van Cunera een koe om het hoekje kijken. Maar het was een paard! verze kerde ons de zuster. Hoe dit wonderlijke wonder van een paard, dat een koe werd, zich voltrok, zal wel niet meer te achter halen zijn. In de erg-strenge voorgevel staat een ander beeld van Cunera, hoogverheven, zóó hoog verheven, dat het nauwelijks nog mogelijk is te onderscheiden, hoe zij hout spaanders uitstrooit op de hoeden van de voorbijgangers. Een tweede legende uit het leven van deze legendarische heilige: de brooden der naastenliefde, die bij Elisa beth tot rozen openbloeiden, verhardden bij Cunera tot blokjes hout. De Hoogewoerd is een Romeinsohe le- gerweg uit den tijd van het eerste Kerst feest. De straat heeft noch aan die eeuw, noch aan andere eeuwen herinneringen bewaard. De eenige uitzondering maakt „Het Klaverblad", waar nog een com- pagnies-teeken uithangt: een gele kubus met de letters V(ereenigde) O(ostindische) C(ompagnie). Wie de winkel binnenstapt, verwacht elk oogenblik, dat mevrouw Kegge of een andere materialisatie uit de „Camera Obscura" de deur zal openen, om in een tuitzak thee mee naar huis te nemen. „Goeden middag, mevrouw Kegge, hoe vaart gij?" Het merkwaardige inter- rieur heeft een eeuw stilgestaan maar de zaak niet! j VENATOR VAGANS. 1

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1940 | | pagina 2