Qmienydeffi&acfUeti Moord na bijna zes jaar opgehelderd RECHTZAKEN Wilt U iels weten?" De Gouden Sleutel VRIJDAG 13 DECEMBER 1940 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 6 Landbouwer Ie Almelo heelt zijn vrouw van den hooi zolder geduwd 30 Maart 1935 overleed te Almelo de vrouw van den landbouwer G., bijgenaamd de „Hengsteboer", tengevolge van een val van den hooizolder. Algemeen ging toen het praatje, dat de vrouw door haar man vermoord zou zijn, door haar van den zolder te duwen. De justitie stelde destijds een diepgaand onderzoek in, doch het mocht haar niet ge lukken bewijzen in handen te krijgen. G., die bij zijn buren als een twistziek en zeer onaangenaam mensch bekend stond, kreeg dezer dagen heftige oneenig- heid met een zijner zoons; de twist liep zoo hoog, dat den zoon de deur werd ge wezen. Deze begaf zich toen naar de politie en deed daar melding van het feit, dat G. 5 jaren geleden zijn vrouw van den zolder had geduwd, tengevolge waarvan zij overleed. Terstond werd de vader gearresteerd en naar de „Tijd" uit goede brond verneemt, heeft hij Dinsdagmorgen een formeele be kentenis afgelegd .Daarbij zou hij tevens hebben toegegeven, dat hij reeds eerder een poging tot moord op zijn vrouw had gepleegd; op een moment dat zijn vrouw zich op den hooiberg bevond, liet hij de zware kap plotseling schieten en het is al leen aan een toevallige omstandigheid te wijten geweest, dat de vrouw niet dep, verstikkingsdood heeft gevonden. G. werd in het Huis van Bewaring inge sloten. De politie zet het onderzoek voort. GEEN LICHT IN DEN MOORD TE DELFT. Aanvallers twee jeugdige personen. Het onderzoek in zake den raadselachti- gen moord op den heer J. Bouwer, die naar men weet in den nacht van Woens dag op Donderdag met een revolver door twee onbekenden werd neergeschoten, wordt met kracht voortgezet. Positieve re sultaten zijn tot dusverre nog steeds niet bereikt, hetgeen nauwelijks verwondering behoeft te wekken, als men nagaat, dat aanwijzingen van eenig belang volkomen ontbreken. Wel is, naar de „Tel." meldt, met vrij groote zekerheid komen vast te staan, dat zoowel de geheimzinnige man, die het eerst tusschen half tien en tien uur aan belde, als degene, door wien hij een uur later bij zijn tweede bezoek werd verge zeld, beiden nog jong geweest moeten zijn. Mevrouw Bouwer, die de mannen, die onder het voorwendsel lacunes in de ver duistering te hebben ontdekt, het slacht offer naar de huisdeur lokten, beide ma len heeft te woord gestaan, kon dit met stelligheid verklaren. Daar het zoowel in de vestibule als op straat volkomen dan ker was, heeft zij dit tijdens het door het raampje van de voordeur gevoerde ge sprek wel niet kunnen zien, doch zij kon dit afleiden uit de stemmen en de manier van optreden van het mysterieuze twee tal. Ook is komen vast te staan, dat de man, die het eerste aanbelde, een fiets bij zich had. Dat ook zijn metgezel in het be zit van een rijwiel was, is wel waarschijn lijk, doch niet zeker. Nadat het doodelijk schot gevallen was, is de onmiddellijk ter hulp toegesnelde vrouw des huizes er nog in geslaagd haar man naar de huiskamer te brengen. Het slachtoffer is echter niet meer in staat geweest een enkel woord, dat misschien eenige opheldering of aan wijzing had kunnen geven, te spreken. De heer Bouwer woonde sinds acht jaar te Delft. Hij was boekhouder-hoofdgaarder van het Hoogheemraadschap Delfland. Zijn kennissenkring was slechts zeer klein. Hij stond als een kalm en rustig man bekend. Tijdens de mobilisatie diende hij als re servekapitein in Friesland, de provincie, waar hij geboren werd. Hij genoot de alge meen achting van zijn soldaten en onder officieren door zijn gemoedelijken en pret- tigen omgang en door zijn zin voor recht vaardigheid. Ook gedurende de oorlogsda gen, waarin hjj met zijn compagnie via den Afsluitdijk op Den Helder moest te rugtrekken, gedroeg hij zich op een wijze, welke door zijn soldaten ten zeerste ge prezen werd. Het mag dan ook uitgesloten worden geacht, dat hij in den mobilisatie tijd zich vijanden zou hebben gemaakt. Niets wijst er op, dat de vermoorde lid was \an een politieke organisatie: hij las evenmin een krant van een bepaalde po litieke richting. Hij was lid van den lucht beschermingsdienst en vervulde zijn taak als surveillant tot controleering van de verduisteringsmaatregelen in het blok zon der dat daarbij ooit iets ongewoons of op vallends heeft plaats gevonden. lederen Zondag ging hij ter kerke en had geen andere ambities, dan zijn gezin en zijn werk. Met dit al staan de politie autoriteiten voor een uiterst moeilijke taak, daar er van motief tot nog toe niets is ge bleken. NOG EEN KOOPMAN VERDWENEN. Het laatst gezien met Bredanaar v. Aert. Naar de „Tel." verneemt stelt de politie te Rotterdam en die te Amsterdam pogin gen in het werk om een Am^terdamschen koopman, een zekeren Dils, die destijds het laatst gezien is met den nog steeds ver misten Bredaschen handelaar Van Aert, op te sporen. Dils heeft men sinds de verdwijning van Van Aert niet meer gezien, zoodat men zich over zijn lot eveneens ongerust maakt. Hij zou het laatst in gezelschap van Van Aert zijn gezien in een café te Rotterdam, vanwaar zij beiden zijn vertrokken. Thans doet de politie van verschillende steden dus nasporingen naar vier mannen, die op mysterieuze wijze zijn verdwenen. Het zijn de Bredasche handelaar Van Aert, de Amsterdamsche koopman Nebig, de Amsterdamsche koopman Dils en een stuurman uit Rotterdam. Het onderzoek naar deze vier mannen wordt door zóóveel politieinstanties verricht, dat het weinig succes belooft, zoolang er geen intensiever samenwerking bestaat. Wel is waar zijn eenigen tijd geleden politiemannen uit Den Haag, Rotterdam en Amsterdam bij elkaar gekomen, ten einde met elkaar overleg te plegen, doch veel is men sinds dien nog niet opgeschoten. DOOR LOCOMOTIEF GEGREPEN EN GEDOOD. Gistermorgen omstreeks negen uur is de 30-jariges wegwerker G. N. v. d. V. der Nederlandsche Spoorwegen, werkzaam bij de electrificatie van het baanvak Utrecht Amersfoort, ter hoogte van de kruising bij Blauw Kapel door een passeerenden losse locomotief gegrepen en een tiental meters meegesleurd. De ongelukkige was op slag dood. Hij laat een vrouw en vijf nog jeug dige kinderen achter. JONGEN ONDER KIPKAR GERAAKT. Aan gevolgen overleden. De 14-jarige Stadhouders te Princenha- ge uit Made kwam dezer dagen onder een kipkar terecht, met het gevolg dat zijn bei de beenen zoodanig werden verbrijzeld, dat hij naar het Ignatiusgesticht te Breda moest worden overgebracht. Gisteren is hij aan de bekomen verwondingen overleden. VIER VARKENS EN EEN SCHAAP IN BESLAG GENOMEN. In het begin van deze week hebben ambtenaren van den centralen crisis con troledienst, gestationneerd te Z.O. Beem- ster en Purmerend, in samenwerking met den gemeente-veldwachter van de Rijp- Graft in De Rijp, vier varkens in beslag genomen, waarvan vermoed werd, dat zij DUITSGHE FELDGERICHT. Diefstal van Weermachtsbanden. Voor het Duitsche Feldgericht, dat gister ochtend zitting hield in het Paleis van Jus titie te 's Hertogenbosch, hebben terecht gestaan vier jongemannen uit Den Bosch, namelijk de gebroeders M. en H. den O. een zekere v. d. V. en een zekere A. V., die op den avond van den 27en Oclober in een hotel te 's Hertogenbosch zich hebben schuldig gemaakt aan diefstal van de gele banden met opschrift, welke de dames, die werkzaam zijn bij de Duitsche Weermacht om den mouw van haar mantels dragen, waarbij de verdachte A. V. bovendien nog met een mes den mouw van een mantel van een Duitsch meisje heeft stukgesne den. Tegen de twee gebroeders den O. en te gen den verdachte v. d. V. eischte de Stats- anwalt negen maanden gevangenisstraf. Te gen den verdachte A. V. eischte hij een ge vangenisstraf van één jaar en vier maan den. Voor alle vier verdachten werd af trek van het voorarrest, zijnde zes we ken. geëischt. Als verdediger voor den verdachte v. d. V trad op mr, Swane uit Den Bosch, en als verdediger van de verdachten den O. en V. trad op mr. Paul Scheefhals, uit Den Eosch, die beiden een mildere straf be pleitten. Het Feldgericht heeft de volgende straf fen opgelegd: de gebroeders den O. werden veroordeeld ieder tot zes ma^n^en gevan genisstraf. De verdachte V. d. V. tot vier maanden gevangenisstraf- en de verdachte A. V. tot een gevangenisstraf van een jaar en twee maanden. Voor alle vier verdachten werd het voor arrest. zijnde zes weken, in mindering ge bracht. bestemd waren voor frauduleuze slachting. Te Graft is een slager on heeterdaad be trapt. to^n hij frauduleus een schaap slachtte. Het schaap is in beslag eenomen. De in beslae eenomen dieren ziin ter be schikking gesteld van den distributie- dienst. DE FORENS KAN WEER „ZIEN WAT HIJ ZEGT". Men schrijft uit Haarlem aan de „Msb.": Voor wie in de tram gewend is te le zen, is het in deze donkere dagen minder prettig om 's avonds met de tram te rei zen. Geen wonder dus, dat het reizen van Amsterdam naar Ijlaarlem en Zandvoort de vele forensen maar weinig kon beko ren. Want het zijn er slechts weinigen, die in de duisternis hun zorgen in een lich ten slaap vergeten. Gelukkig heeft de directie van de „Noord-Zuidhollandsche" deze minder comfortabele manier van reizen onder de oogen gezien en, wat nog meer waard is, zij heeft er een goede oplossing voor ge vonden, die bij de passagiers een warm onthaal gevonden heeft. Ten gerieve van de passagiers op de lijn AmsterdamZandvoort heeft men al „leeswagens" ingericht. In de rijtuigen van het z.g. Budapester-type brandt nu het licht op volle sterkte. Zoodra echter een portier geopend wordt, verbreekt het con tact en gaan alle lichten uit. Zoodoende is op deze lijn voor de forensen de goede oude tijd teruggekeerd. Men kan weer als vroeger de krant of een boek lezen en weer „zien wat men zegt". ZELDZAME VISCH GEVANGEN. Hedenochtend is aan den vischafslag te Scheveningen een soort maanvisch aange voerd van ongeveer een meter lengte en met een gewicht van 40 K.G. Dergelijke visschen, welke in de Indi sche wateren veel voorkomen, zijn volgens oude visschers, nog nimmer hier gevangen. De visch, welke aan den afslag verkocht zal worden, is gevangen in de netten van de T X. 39, schipper P. v. d. Vis. HAAGSCHE RECHTBANK Diefstal van twee schapen. De landbouwer J. B. te Roozenburg had op 4 October op de veemarkt te Leiden twee schapen gestolen en deze schapen een uur later verkocht aan D. van V. uit Ter Aar. Deze had het zaakje daarna niet ver trouwd en de politie van een en ander in kennisgesteld, die verdachte toen kon arresteeren. De Officier had tegen verdacht, die ont kende, zes maanden gevangenisstraf ge- eischt. De uitspraak werd heden drie maanden gevangenisstraf. Fotograaf reed oude man omver. De fotograaf F. A. A. H. te Zoete r- woude had in September van het vorig jaar, op het kruispunt Prinsessekade Haarlemmerstr.Blauwpoortsbrug te Lei den, een 76-jarige man omver gereden, die juist overstak en drie maanden de ge volgen van deze aanrijding te verduren gehad heeft. Verdachte reed per rijwiel en had zitten stoeien met degene, die op de bagage drager zat, terwijl hij ook drie borreltjes op had. De Officier had tegen verdachte, die be kende, veertien dagen gevangenisstraf ge- eischt. De rechtbank veroordeelde hem tot een geldboete van 25 subs. 25 dagen. Het rijwiel op zolder. De huisschilder A. J. M. te N o o r d w ij k had, volgens de dagvaarding, een rijwiel weggenomen dat in de Voorstraat voor een café stond. Dit rijwiel was latér, geheel gedemon teerd, onder een stapel zakken op de zol der van de woning waar verdachte woonde, gevonden. Verdachte had ontkend en gezegd, dat hy de fiets van een goede kennis, wiens naam hij niet kende, gekocht had. De Officier had dit niet geloofd en tegen verdachte negen maanden gevangenisstraf geëischt. Het vonnis der rechtbank werd conform dezen eisch. Nog meer rijwieldiefstallen. H. H. te Leiden had op de Nieuwe Rijn te Leiden een rijwiel weggenomen, dat een student even onbeheerd had laten staan. De Officier had deswege zes maanden gevangenisstraf geëischt en de rechtbank veroordeelde verdachte tot een gevangenis straf conform dezen eisch. De broer als heler. Tegen de broer van de vorige verdachte W. H. te Leiden, had de Officier vier maanden gevangenisstraf geëischt, omdat hij de fiets te Leidschendam had ver kocht voor 6. Hier werd de uitspraak aangehouden om een reclasseering.rapport in te winnen. Ongeoorloofde koffiehandel. N. A. uit Den Haag had bij een banket bakker te Noordwijk 30 pond koffie gekocht en deze koffie weer verder ver kocht voor 5.per kg. De eisch tegen verdachte was geweest een geldboete van 200.subs. 2 maan den hechtenis en bovendien een voorwaar delijke gevangenisstraf van twee maan den met drie jaar proeftijd. De uitspraak werd heden een geldboete van 25 subs. 10 dagen en een maand ge vangenisstraf voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. A. C. van G. te Den Haag had van een goede kennis eveneens een adres in N o o r d w ij k gekregen, alwaar hij koffie zonder bonnen zou kunnen koopen. Hij had toen 30 pond koffie gekocht voor 45, maar zich daarbij schuldig gemaakt aan overtreding van de prijsopdrijvingswet. De eisch was geweest een geldboete van 30.subs. 30 dagen. Het vonnis werd een geldboete Van 25 subs. 10 dagen en een voorwaardelijke ge vangenisstraf van een maand met twee jaar proeftijd. J. van E. banketbakker te Noordwijk had vervolgens terecht gestaan, omdat hy 30 pond koffie had verkocht zonder de vereischte bonnen daarvoor in ontvangst te nemen. Tegen hem had de Officier een geldboete van 100 subs. 1 maand ge ëischt. Hier werd de uitspraak eveneens een geldboete van 25 subs. 10 dagen en een maand voorwaardelijke gevangenisstraf met twee jaar proeftijd. De wandeling met het jachtgeweer. A. G. te K a t w ij k a. Zee was in hoo- ger beroep gekomen van een vonnis van den Leidschen Kantonrechter, die hem ver oordeeld had tot een geldboete van 10 subs. 4 dagen en verbeurdverklaring van het jachtgeweer, omdat hij met zulk een vuurwapen in verboden jachtterrein had gewandeld. De Officier had bevestiging van dit von nis gewenscht en de rechtbank deed ins gelijks. i. Y Geen richting aangegeven. H. J. B. uit Den Haag, had op het kruis punt Johan de Witstraat te Leiden geen richtingaanwijzer uitgestoken en geen voorrang verleend aan verkeer van rechts, hier een auto van den garagehouder M. te Leiden. De Officier vroeg bevestiging van het vonnis van den Leidschen Kantonrechter, zijnde een geldboete van 30 subs. 14 dagen. De uitspraak van de rechtbank werd een geldboete van 15.subs. 5 dagen. Tegen een boom gereden. Daarna had zich te verantwoorden ge had de garagehouder H. W. M. te L e i- d e n. Hij was met de vorige verdachte in botsing gekomen, omdat hij de bocht links genomen zou hebben. Hij had aangevoerd, dat hij om een bot sing te voorkomen, links was gaan rijden en daardoor zelfs tegen een boom was te rechtgekomen. De Officier had dit aangenomen en ont slag van rechtsvervolging van verdachte geëischt. De rechtbank wees dienovereenkomstig vonnis. r DOOD DOOR SCHULD. Uit godsdienstige overwegingen had het echtpaar T. de J. te Zwartemeer in Drente geen geneesheer geroepen bij hun doch tertje van nog geen jaar oud, dat aan bron chitis leed. Uit deze bronchitis ontstond een ernstige longontsteking, waaraan het meisje overleed. De ouders hadden enkel voor herstel van hun kindje gebeden. De Justitie, met den gang van zaken op de hoogte gebracht, stelde een onderzoek in. Naar aanleiding hiervan stond het echtpaar terecht terzake dood door schuld. De Asser rechtbank veroordeelde het echtpaar tot twee maanden gevangenisstraf. Na de behandeling voor het Gerechtshof te Leeuwarden eischte de procureur-generaal bevestiging van het Asser vonnis. Gisteren evenwel sprak het Hof de ver dachten vrij, daar dit college hetgeen ten laste was gelegd, niet bewezen achtte. Vraag: Zoudt u zoo vriendelijk willen zijn mij, in uw rubriek „Vraag en ant woord" het adres van den Zweedschen Ge zant te noemen? Antwoord: Op het oogenblik zijn er geen gezantschappen in ons land. FEUILLETON (Nadruk verboden). 17) Het spijt me dat je gaan moet, Hilary, zeide Tony's tante en keerde zich naar het meisje toe. We zullen je vreeselijk missen en de arme mevrouw Gardener ook, om van kleine Babs niet te spreken. Ik zal u allen ook erg missen. Hilary keek naar de tante, niet naar den neef, toen ze deze woorden sprak. En het zal my vreemd te moede zijn als ik de dribbelvoetjes van kleine Babs niet meer hoor 's morgens. Vanmorgen nog trok ze mijn oogleden open, toen ik net deed alsof ik sliep; ik was nog zoo slaperig en toen moest ik haar al van Roodkapje vertellen. Wat zal mevrouw Gardener wel zeg gen als ze het hoort? riep juffrouw Dunbar uit. Arme tante Marion! zei Hilary. Ze kan het eenvoudig niet hebben als ik haar zoo niet noem. Ze is er rotsvast van overtuigd dat ik haar nichtje ben. Maar .zij zal me niet missen; juffrouw Drivers heeft me gisteren verteld dat mijn be zoeken haar blijkbaar erg opwinden en de dokter vindt het beter dat ik voorloopig niet meer naar haar toe ga. Babs mag den eersten tijd niet eens komen. Juffrouw Drivers zei dat ze u er nog wel over zou schrijven. Nu, als ik bij die dames Drivers in huis moest wonen, zou ik vast en zeker gek worden, verklaarde juffrouw Dunbar, ter wijl zij minachtend haar neus optrok. Ik heb toch erg medelijden met hen; zij leven zoo afgezonderd en ik heb altijd het gevoel dat zij liefde en vriendelijkheid noodig hebben, maar zich zóó uit de ge meenschap hebben terug getrokken, dat niemand het meer van hen gelooft. Juf frouw Euphemia Juffrouw Euphemia maakt me wee, mompelde juffrouw Dunbar. Akelig, sentimenteel schepsel. Misschien is er iets treurigs in haar leven geweest, toen ze jong was, veronder stelde Hilary. Iets treurigs! Onzin! Misschien heeft ze zooals zooveel menschen een of andere teleurstelling ondervonden. Maar daar moeten ze maar overheen; het is immers te zot als een stervende zwaan door het leven te gaan. Iemand heeft mij eens ver teld dat die malle Euphemia verhaaltjes schreef, bij wijze van geestelijke veilig heidsklep, denk ik, maar geen enkele uit gever wilde daar natuurlijk zijn geld aan wagen. Zij heeft ze nu allemaal in een grooten koffer opgeborgen. Ik heb geen geduld voor zulke vrouwen. Tante Alice heeft heel weinig geduld voor menschen die ze niet begrijpen kan of die het leven van een ander standpunt be kijken dan z(j, beweerde Tony even later, toen hij en Hilary samen naar het atelier gingen. Zij is een lieve goede ziel, maar Verdraagzaamheid is niet een van haar sterkste zijden. Het kind heeft een gewel digen invloed ten goede op haar en.hij zweeg even en keek naar Hilary met een uitdrukking, die haar hart deed kloppen door jou is ze heelemaal veranderd. Door mij? De gezichtuitdrukking van het meisje verried oprechte verbazing. Ja door jou! De klank van Tony's stem, tooverde een vurigen blos op de wangen van de toe- hoordster, terwijl haar hart wild klopte. Jij draagt zonneschijn met je rond en jouw zonneschijn heeft iets hards en kouds in tante Alice doen smelten. Zie je, zonne schijn is onweerstaanbaar! Nu praat je toch heusch onzin, pro testeerde Hilary met een stem, die niet erg vast klonk en zij liep naar de verheven heid waarop zij poseerde. Dit is voor loopig voor het laatst, voegde ze er aan toe, met de bedoeling het gesprek een an dere wendig te geven. Morgen ga ik naar Grantley. En dan neem je den zonneschijn mee, zei Tony en hij liet zijn stem dalen omdat juffrouw Dunbar binnenkwam. Tony, er is een boodschap gekomen van mevrouw Redburn; ze vraagt of je nu dadelijk op de Priory kan komen. Ze is morgen verhinderd en wil in plaats daar van graag vandaag poseeren. Hilary, kind je, wat zie jij er warm uit je wordt toch niet ziek, hoop ik. Hilary lachte en bloosde nog heviger. Ikik heb het alleen maar warm. Dus dan hoef ik niet te poseeren? Dit laatste zei ze tegen Tony. Ik heb een heeleboel dingen op het hart, die ik niet in presentie van dames zeggen kan, antwoordde de schilder korze lig. Ik heb niets geen zin om naar de priory te gaan; ik voel er geen steek voor om mevrouw Redburn te schilderen. Ik heb schoon genoeg van haar. Maar Tonylief! berispte de verbaasde juffrouw Dunbar. Ja, tante Alice, herhaalde hij, hoort u. schoon genoeg van haar! Als ik geen be hoefte had aan geld en goede relaties zou ik haar wel aan het verstand brengen, dat ik vanmorgen wat anders te doen heb. Maar ik kan me helaas de luxe niet permit- teeren om Redburn's duiten te laten schieten! Je kunt net zoo goed een y'sberg schilderen als dat vrouwmensch, mopper de hij, toen juffrouw Dunbar het atelier verlaten had en hij en Hilary weer alleen waren. Ik schilder heel wat liever een zonnestraal. Dus je hebt mij vanmorgen niet meer noodig, verklaarde Hilary langs den neus weg, net doende afsof ze zijn laatste be wering niet gehoord hadi Dan heb ik mooi den tijd om mijn koffer te pakken. Ik zal je vanmiddag schilderen, riep Tony haar na. Ik heb jouw zonneschijn tien duizend maal liever dan de kille schoonheid van die millionarsvrouw. Hilary liep door zonder antwoord te geven, maar zijn woorden -zongen in haar hart na toen zij haar koffer pakte in de kamer, die haar de laatste weken zoo lief geworden was. En het waren niet alleen de woorden zelf, die haar ziel in gloed zet ten, maar ook de nieuwe wonderlijke klank, dien zij in Tony's stem ontdekt had en de herinnering daarvan deed haar pol sen kloppen, haar gezicht blozen en bracht een zachte schittering in haar oogen. HOOFDSTUK XII. Een vriendin? Wat is er met jou gebeurd? Je bent heelemaal veranderd. Ik kan onmogelijk zeggen wat er precies aan je veranderd is, riep mevrouw Derfield uit, terwijl ze haar handen op Hilary's schouders legde en haar diep in de oogen keek, maar veranderd ben je; dat staat vast! Ben je jonger ge worden of ouder, sedert ik je in Torpsley heb achtergelaten? Ik weet het niet, lachte Hilary. Ik zou zeggen: in elk geval een paar weken ouder, maar.... Geen maren, viel Anstice haar in de rede. Ik vind het heerlijk dat je geko men bent! Vond je het niet egoïstisch van me om je te vragen mij gezelschap te ko men houden? Maar ik wist geen raad van eenzaamheid en verveling; mijn broer is heelemaal in zichzelf gekeerd en komt haast niet uit zijn kamer. Ik ga een keer of drie per dag naar hem toe en hy vindt het prettig dat ik in huis ben. Maar het is zoo'n groot huis voor zoo'n klein per soontje als ik ben. Het zou niet aardig zijn het tegen Luke te zeggen, maar ik wil jou wel eerlijk bekennen dat ik erg naar mijn flat in Londen verlang. (Wordt vervolgt.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1940 | | pagina 6