Qmienydeffi&acfUeti
Moord na bijna zes
jaar opgehelderd
RECHTZAKEN
Wilt U iels weten?"
De
Gouden Sleutel
VRIJDAG 13 DECEMBER 1940
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD - PAG. 6
Landbouwer Ie Almelo heelt
zijn vrouw van den hooi
zolder geduwd
30 Maart 1935 overleed te Almelo de
vrouw van den landbouwer G., bijgenaamd
de „Hengsteboer", tengevolge van een val
van den hooizolder.
Algemeen ging toen het praatje, dat de
vrouw door haar man vermoord zou zijn,
door haar van den zolder te duwen.
De justitie stelde destijds een diepgaand
onderzoek in, doch het mocht haar niet ge
lukken bewijzen in handen te krijgen.
G., die bij zijn buren als een twistziek
en zeer onaangenaam mensch bekend
stond, kreeg dezer dagen heftige oneenig-
heid met een zijner zoons; de twist liep
zoo hoog, dat den zoon de deur werd ge
wezen.
Deze begaf zich toen naar de politie en
deed daar melding van het feit, dat G. 5
jaren geleden zijn vrouw van den zolder
had geduwd, tengevolge waarvan zij
overleed.
Terstond werd de vader gearresteerd en
naar de „Tijd" uit goede brond verneemt,
heeft hij Dinsdagmorgen een formeele be
kentenis afgelegd .Daarbij zou hij tevens
hebben toegegeven, dat hij reeds eerder
een poging tot moord op zijn vrouw had
gepleegd; op een moment dat zijn vrouw
zich op den hooiberg bevond, liet hij de
zware kap plotseling schieten en het is al
leen aan een toevallige omstandigheid te
wijten geweest, dat de vrouw niet dep,
verstikkingsdood heeft gevonden.
G. werd in het Huis van Bewaring inge
sloten. De politie zet het onderzoek voort.
GEEN LICHT IN DEN MOORD TE
DELFT.
Aanvallers twee jeugdige personen.
Het onderzoek in zake den raadselachti-
gen moord op den heer J. Bouwer, die
naar men weet in den nacht van Woens
dag op Donderdag met een revolver door
twee onbekenden werd neergeschoten,
wordt met kracht voortgezet. Positieve re
sultaten zijn tot dusverre nog steeds niet
bereikt, hetgeen nauwelijks verwondering
behoeft te wekken, als men nagaat, dat
aanwijzingen van eenig belang volkomen
ontbreken.
Wel is, naar de „Tel." meldt, met vrij
groote zekerheid komen vast te staan, dat
zoowel de geheimzinnige man, die het
eerst tusschen half tien en tien uur aan
belde, als degene, door wien hij een uur
later bij zijn tweede bezoek werd verge
zeld, beiden nog jong geweest moeten zijn.
Mevrouw Bouwer, die de mannen, die
onder het voorwendsel lacunes in de ver
duistering te hebben ontdekt, het slacht
offer naar de huisdeur lokten, beide ma
len heeft te woord gestaan, kon dit met
stelligheid verklaren. Daar het zoowel in
de vestibule als op straat volkomen dan
ker was, heeft zij dit tijdens het door het
raampje van de voordeur gevoerde ge
sprek wel niet kunnen zien, doch zij kon
dit afleiden uit de stemmen en de manier
van optreden van het mysterieuze twee
tal. Ook is komen vast te staan, dat de
man, die het eerste aanbelde, een fiets bij
zich had. Dat ook zijn metgezel in het be
zit van een rijwiel was, is wel waarschijn
lijk, doch niet zeker. Nadat het doodelijk
schot gevallen was, is de onmiddellijk ter
hulp toegesnelde vrouw des huizes er nog
in geslaagd haar man naar de huiskamer
te brengen. Het slachtoffer is echter niet
meer in staat geweest een enkel woord,
dat misschien eenige opheldering of aan
wijzing had kunnen geven, te spreken.
De heer Bouwer woonde sinds acht jaar
te Delft. Hij was boekhouder-hoofdgaarder
van het Hoogheemraadschap Delfland. Zijn
kennissenkring was slechts zeer klein. Hij
stond als een kalm en rustig man bekend.
Tijdens de mobilisatie diende hij als re
servekapitein in Friesland, de provincie,
waar hij geboren werd. Hij genoot de alge
meen achting van zijn soldaten en onder
officieren door zijn gemoedelijken en pret-
tigen omgang en door zijn zin voor recht
vaardigheid. Ook gedurende de oorlogsda
gen, waarin hjj met zijn compagnie via
den Afsluitdijk op Den Helder moest te
rugtrekken, gedroeg hij zich op een wijze,
welke door zijn soldaten ten zeerste ge
prezen werd. Het mag dan ook uitgesloten
worden geacht, dat hij in den mobilisatie
tijd zich vijanden zou hebben gemaakt.
Niets wijst er op, dat de vermoorde lid
was \an een politieke organisatie: hij las
evenmin een krant van een bepaalde po
litieke richting. Hij was lid van den lucht
beschermingsdienst en vervulde zijn taak
als surveillant tot controleering van de
verduisteringsmaatregelen in het blok zon
der dat daarbij ooit iets ongewoons of op
vallends heeft plaats gevonden.
lederen Zondag ging hij ter kerke en
had geen andere ambities, dan zijn gezin
en zijn werk. Met dit al staan de politie
autoriteiten voor een uiterst moeilijke taak,
daar er van motief tot nog toe niets is ge
bleken.
NOG EEN KOOPMAN VERDWENEN.
Het laatst gezien met Bredanaar v. Aert.
Naar de „Tel." verneemt stelt de politie
te Rotterdam en die te Amsterdam pogin
gen in het werk om een Am^terdamschen
koopman, een zekeren Dils, die destijds
het laatst gezien is met den nog steeds ver
misten Bredaschen handelaar Van Aert, op
te sporen.
Dils heeft men sinds de verdwijning van
Van Aert niet meer gezien, zoodat men
zich over zijn lot eveneens ongerust maakt.
Hij zou het laatst in gezelschap van Van
Aert zijn gezien in een café te Rotterdam,
vanwaar zij beiden zijn vertrokken.
Thans doet de politie van verschillende
steden dus nasporingen naar vier mannen,
die op mysterieuze wijze zijn verdwenen.
Het zijn de Bredasche handelaar Van Aert,
de Amsterdamsche koopman Nebig, de
Amsterdamsche koopman Dils en een
stuurman uit Rotterdam. Het onderzoek
naar deze vier mannen wordt door zóóveel
politieinstanties verricht, dat het weinig
succes belooft, zoolang er geen intensiever
samenwerking bestaat. Wel is waar zijn
eenigen tijd geleden politiemannen uit
Den Haag, Rotterdam en Amsterdam bij
elkaar gekomen, ten einde met elkaar
overleg te plegen, doch veel is men sinds
dien nog niet opgeschoten.
DOOR LOCOMOTIEF GEGREPEN EN
GEDOOD.
Gistermorgen omstreeks negen uur is de
30-jariges wegwerker G. N. v. d. V. der
Nederlandsche Spoorwegen, werkzaam bij
de electrificatie van het baanvak Utrecht
Amersfoort, ter hoogte van de kruising bij
Blauw Kapel door een passeerenden losse
locomotief gegrepen en een tiental meters
meegesleurd. De ongelukkige was op slag
dood. Hij laat een vrouw en vijf nog jeug
dige kinderen achter.
JONGEN ONDER KIPKAR GERAAKT.
Aan gevolgen overleden.
De 14-jarige Stadhouders te Princenha-
ge uit Made kwam dezer dagen onder een
kipkar terecht, met het gevolg dat zijn bei
de beenen zoodanig werden verbrijzeld, dat
hij naar het Ignatiusgesticht te Breda
moest worden overgebracht. Gisteren is hij
aan de bekomen verwondingen overleden.
VIER VARKENS EN EEN SCHAAP IN
BESLAG GENOMEN.
In het begin van deze week hebben
ambtenaren van den centralen crisis con
troledienst, gestationneerd te Z.O. Beem-
ster en Purmerend, in samenwerking met
den gemeente-veldwachter van de Rijp-
Graft in De Rijp, vier varkens in beslag
genomen, waarvan vermoed werd, dat zij
DUITSGHE FELDGERICHT.
Diefstal van Weermachtsbanden.
Voor het Duitsche Feldgericht, dat gister
ochtend zitting hield in het Paleis van Jus
titie te 's Hertogenbosch, hebben terecht
gestaan vier jongemannen uit Den Bosch,
namelijk de gebroeders M. en H. den O.
een zekere v. d. V. en een zekere A. V., die
op den avond van den 27en Oclober in een
hotel te 's Hertogenbosch zich hebben
schuldig gemaakt aan diefstal van de gele
banden met opschrift, welke de dames, die
werkzaam zijn bij de Duitsche Weermacht
om den mouw van haar mantels dragen,
waarbij de verdachte A. V. bovendien nog
met een mes den mouw van een mantel
van een Duitsch meisje heeft stukgesne
den.
Tegen de twee gebroeders den O. en te
gen den verdachte v. d. V. eischte de Stats-
anwalt negen maanden gevangenisstraf. Te
gen den verdachte A. V. eischte hij een ge
vangenisstraf van één jaar en vier maan
den. Voor alle vier verdachten werd af
trek van het voorarrest, zijnde zes we
ken. geëischt.
Als verdediger voor den verdachte v. d.
V trad op mr, Swane uit Den Bosch, en
als verdediger van de verdachten den O. en
V. trad op mr. Paul Scheefhals, uit Den
Eosch, die beiden een mildere straf be
pleitten.
Het Feldgericht heeft de volgende straf
fen opgelegd: de gebroeders den O. werden
veroordeeld ieder tot zes ma^n^en gevan
genisstraf. De verdachte V. d. V. tot vier
maanden gevangenisstraf- en de verdachte
A. V. tot een gevangenisstraf van een jaar
en twee maanden.
Voor alle vier verdachten werd het voor
arrest. zijnde zes weken, in mindering ge
bracht.
bestemd waren voor frauduleuze slachting.
Te Graft is een slager on heeterdaad be
trapt. to^n hij frauduleus een schaap
slachtte. Het schaap is in beslag eenomen.
De in beslae eenomen dieren ziin ter be
schikking gesteld van den distributie-
dienst.
DE FORENS KAN WEER „ZIEN WAT
HIJ ZEGT".
Men schrijft uit Haarlem aan de „Msb.":
Voor wie in de tram gewend is te le
zen, is het in deze donkere dagen minder
prettig om 's avonds met de tram te rei
zen. Geen wonder dus, dat het reizen van
Amsterdam naar Ijlaarlem en Zandvoort
de vele forensen maar weinig kon beko
ren. Want het zijn er slechts weinigen, die
in de duisternis hun zorgen in een lich
ten slaap vergeten.
Gelukkig heeft de directie van de
„Noord-Zuidhollandsche" deze minder
comfortabele manier van reizen onder de
oogen gezien en, wat nog meer waard is,
zij heeft er een goede oplossing voor ge
vonden, die bij de passagiers een warm
onthaal gevonden heeft.
Ten gerieve van de passagiers op de lijn
AmsterdamZandvoort heeft men al
„leeswagens" ingericht. In de rijtuigen van
het z.g. Budapester-type brandt nu het
licht op volle sterkte. Zoodra echter een
portier geopend wordt, verbreekt het con
tact en gaan alle lichten uit. Zoodoende is
op deze lijn voor de forensen de goede
oude tijd teruggekeerd. Men kan weer als
vroeger de krant of een boek lezen en
weer „zien wat men zegt".
ZELDZAME VISCH GEVANGEN.
Hedenochtend is aan den vischafslag te
Scheveningen een soort maanvisch aange
voerd van ongeveer een meter lengte en
met een gewicht van 40 K.G.
Dergelijke visschen, welke in de Indi
sche wateren veel voorkomen, zijn volgens
oude visschers, nog nimmer hier gevangen.
De visch, welke aan den afslag verkocht
zal worden, is gevangen in de netten van de
T X. 39, schipper P. v. d. Vis.
HAAGSCHE RECHTBANK
Diefstal van twee schapen.
De landbouwer J. B. te Roozenburg had
op 4 October op de veemarkt te Leiden
twee schapen gestolen en deze schapen een
uur later verkocht aan D. van V. uit Ter
Aar. Deze had het zaakje daarna niet ver
trouwd en de politie van een en ander in
kennisgesteld, die verdachte toen kon
arresteeren.
De Officier had tegen verdacht, die ont
kende, zes maanden gevangenisstraf ge-
eischt.
De uitspraak werd heden drie maanden
gevangenisstraf.
Fotograaf reed oude man omver.
De fotograaf F. A. A. H. te Zoete r-
woude had in September van het vorig
jaar, op het kruispunt Prinsessekade
Haarlemmerstr.Blauwpoortsbrug te Lei
den, een 76-jarige man omver gereden,
die juist overstak en drie maanden de ge
volgen van deze aanrijding te verduren
gehad heeft.
Verdachte reed per rijwiel en had zitten
stoeien met degene, die op de bagage
drager zat, terwijl hij ook drie borreltjes
op had.
De Officier had tegen verdachte, die be
kende, veertien dagen gevangenisstraf ge-
eischt.
De rechtbank veroordeelde hem tot een
geldboete van 25 subs. 25 dagen.
Het rijwiel op zolder.
De huisschilder A. J. M. te N o o r d w ij k
had, volgens de dagvaarding, een rijwiel
weggenomen dat in de Voorstraat voor een
café stond.
Dit rijwiel was latér, geheel gedemon
teerd, onder een stapel zakken op de zol
der van de woning waar verdachte woonde,
gevonden.
Verdachte had ontkend en gezegd, dat
hy de fiets van een goede kennis, wiens
naam hij niet kende, gekocht had.
De Officier had dit niet geloofd en tegen
verdachte negen maanden gevangenisstraf
geëischt.
Het vonnis der rechtbank werd conform
dezen eisch.
Nog meer rijwieldiefstallen.
H. H. te Leiden had op de Nieuwe
Rijn te Leiden een rijwiel weggenomen,
dat een student even onbeheerd had laten
staan.
De Officier had deswege zes maanden
gevangenisstraf geëischt en de rechtbank
veroordeelde verdachte tot een gevangenis
straf conform dezen eisch.
De broer als heler.
Tegen de broer van de vorige verdachte
W. H. te Leiden, had de Officier vier
maanden gevangenisstraf geëischt, omdat
hij de fiets te Leidschendam had ver
kocht voor 6.
Hier werd de uitspraak aangehouden
om een reclasseering.rapport in te winnen.
Ongeoorloofde koffiehandel.
N. A. uit Den Haag had bij een banket
bakker te Noordwijk 30 pond koffie
gekocht en deze koffie weer verder ver
kocht voor 5.per kg.
De eisch tegen verdachte was geweest
een geldboete van 200.subs. 2 maan
den hechtenis en bovendien een voorwaar
delijke gevangenisstraf van twee maan
den met drie jaar proeftijd.
De uitspraak werd heden een geldboete
van 25 subs. 10 dagen en een maand ge
vangenisstraf voorwaardelijk met een
proeftijd van twee jaar.
A. C. van G. te Den Haag had van een
goede kennis eveneens een adres in
N o o r d w ij k gekregen, alwaar hij koffie
zonder bonnen zou kunnen koopen. Hij
had toen 30 pond koffie gekocht voor 45,
maar zich daarbij schuldig gemaakt aan
overtreding van de prijsopdrijvingswet.
De eisch was geweest een geldboete van
30.subs. 30 dagen.
Het vonnis werd een geldboete Van 25
subs. 10 dagen en een voorwaardelijke ge
vangenisstraf van een maand met twee
jaar proeftijd.
J. van E. banketbakker te Noordwijk
had vervolgens terecht gestaan, omdat hy
30 pond koffie had verkocht zonder de
vereischte bonnen daarvoor in ontvangst
te nemen. Tegen hem had de Officier een
geldboete van 100 subs. 1 maand ge
ëischt.
Hier werd de uitspraak eveneens een
geldboete van 25 subs. 10 dagen en een
maand voorwaardelijke gevangenisstraf
met twee jaar proeftijd.
De wandeling met het
jachtgeweer.
A. G. te K a t w ij k a. Zee was in hoo-
ger beroep gekomen van een vonnis van
den Leidschen Kantonrechter, die hem ver
oordeeld had tot een geldboete van 10
subs. 4 dagen en verbeurdverklaring van
het jachtgeweer, omdat hij met zulk een
vuurwapen in verboden jachtterrein had
gewandeld.
De Officier had bevestiging van dit von
nis gewenscht en de rechtbank deed ins
gelijks. i.
Y
Geen richting aangegeven.
H. J. B. uit Den Haag, had op het kruis
punt Johan de Witstraat te Leiden geen
richtingaanwijzer uitgestoken en geen
voorrang verleend aan verkeer van rechts,
hier een auto van den garagehouder M.
te Leiden.
De Officier vroeg bevestiging van het
vonnis van den Leidschen Kantonrechter,
zijnde een geldboete van 30 subs. 14
dagen.
De uitspraak van de rechtbank werd
een geldboete van 15.subs. 5 dagen.
Tegen een boom gereden.
Daarna had zich te verantwoorden ge
had de garagehouder H. W. M. te L e i-
d e n. Hij was met de vorige verdachte in
botsing gekomen, omdat hij de bocht links
genomen zou hebben.
Hij had aangevoerd, dat hij om een bot
sing te voorkomen, links was gaan rijden
en daardoor zelfs tegen een boom was te
rechtgekomen.
De Officier had dit aangenomen en ont
slag van rechtsvervolging van verdachte
geëischt.
De rechtbank wees dienovereenkomstig
vonnis.
r DOOD DOOR SCHULD.
Uit godsdienstige overwegingen had het
echtpaar T. de J. te Zwartemeer in Drente
geen geneesheer geroepen bij hun doch
tertje van nog geen jaar oud, dat aan bron
chitis leed. Uit deze bronchitis ontstond
een ernstige longontsteking, waaraan het
meisje overleed.
De ouders hadden enkel voor herstel van
hun kindje gebeden.
De Justitie, met den gang van zaken op
de hoogte gebracht, stelde een onderzoek
in. Naar aanleiding hiervan stond het
echtpaar terecht terzake dood door schuld.
De Asser rechtbank veroordeelde het
echtpaar tot twee maanden gevangenisstraf.
Na de behandeling voor het Gerechtshof te
Leeuwarden eischte de procureur-generaal
bevestiging van het Asser vonnis.
Gisteren evenwel sprak het Hof de ver
dachten vrij, daar dit college hetgeen ten
laste was gelegd, niet bewezen achtte.
Vraag: Zoudt u zoo vriendelijk willen
zijn mij, in uw rubriek „Vraag en ant
woord" het adres van den Zweedschen Ge
zant te noemen?
Antwoord: Op het oogenblik zijn er
geen gezantschappen in ons land.
FEUILLETON
(Nadruk verboden).
17)
Het spijt me dat je gaan moet, Hilary,
zeide Tony's tante en keerde zich naar het
meisje toe. We zullen je vreeselijk missen
en de arme mevrouw Gardener ook, om
van kleine Babs niet te spreken.
Ik zal u allen ook erg missen.
Hilary keek naar de tante, niet naar den
neef, toen ze deze woorden sprak. En
het zal my vreemd te moede zijn als ik
de dribbelvoetjes van kleine Babs niet
meer hoor 's morgens. Vanmorgen nog
trok ze mijn oogleden open, toen ik net
deed alsof ik sliep; ik was nog zoo slaperig
en toen moest ik haar al van Roodkapje
vertellen.
Wat zal mevrouw Gardener wel zeg
gen als ze het hoort? riep juffrouw Dunbar
uit.
Arme tante Marion! zei Hilary.
Ze kan het eenvoudig niet hebben als ik
haar zoo niet noem. Ze is er rotsvast van
overtuigd dat ik haar nichtje ben. Maar
.zij zal me niet missen; juffrouw Drivers
heeft me gisteren verteld dat mijn be
zoeken haar blijkbaar erg opwinden en de
dokter vindt het beter dat ik voorloopig
niet meer naar haar toe ga. Babs mag den
eersten tijd niet eens komen. Juffrouw
Drivers zei dat ze u er nog wel over zou
schrijven.
Nu, als ik bij die dames Drivers in
huis moest wonen, zou ik vast en zeker gek
worden, verklaarde juffrouw Dunbar, ter
wijl zij minachtend haar neus optrok.
Ik heb toch erg medelijden met hen;
zij leven zoo afgezonderd en ik heb altijd
het gevoel dat zij liefde en vriendelijkheid
noodig hebben, maar zich zóó uit de ge
meenschap hebben terug getrokken, dat
niemand het meer van hen gelooft. Juf
frouw Euphemia
Juffrouw Euphemia maakt me wee,
mompelde juffrouw Dunbar. Akelig,
sentimenteel schepsel.
Misschien is er iets treurigs in haar
leven geweest, toen ze jong was, veronder
stelde Hilary.
Iets treurigs! Onzin! Misschien heeft
ze zooals zooveel menschen een of andere
teleurstelling ondervonden. Maar daar
moeten ze maar overheen; het is immers
te zot als een stervende zwaan door het
leven te gaan. Iemand heeft mij eens ver
teld dat die malle Euphemia verhaaltjes
schreef, bij wijze van geestelijke veilig
heidsklep, denk ik, maar geen enkele uit
gever wilde daar natuurlijk zijn geld aan
wagen. Zij heeft ze nu allemaal in een
grooten koffer opgeborgen. Ik heb geen
geduld voor zulke vrouwen.
Tante Alice heeft heel weinig geduld
voor menschen die ze niet begrijpen kan of
die het leven van een ander standpunt be
kijken dan z(j, beweerde Tony even later,
toen hij en Hilary samen naar het atelier
gingen. Zij is een lieve goede ziel, maar
Verdraagzaamheid is niet een van haar
sterkste zijden. Het kind heeft een gewel
digen invloed ten goede op haar en.hij
zweeg even en keek naar Hilary met een
uitdrukking, die haar hart deed kloppen
door jou is ze heelemaal veranderd.
Door mij?
De gezichtuitdrukking van het meisje
verried oprechte verbazing.
Ja door jou!
De klank van Tony's stem, tooverde een
vurigen blos op de wangen van de toe-
hoordster, terwijl haar hart wild klopte.
Jij draagt zonneschijn met je rond en
jouw zonneschijn heeft iets hards en kouds
in tante Alice doen smelten. Zie je, zonne
schijn is onweerstaanbaar!
Nu praat je toch heusch onzin, pro
testeerde Hilary met een stem, die niet
erg vast klonk en zij liep naar de verheven
heid waarop zij poseerde. Dit is voor
loopig voor het laatst, voegde ze er aan
toe, met de bedoeling het gesprek een an
dere wendig te geven. Morgen ga ik naar
Grantley.
En dan neem je den zonneschijn mee,
zei Tony en hij liet zijn stem dalen omdat
juffrouw Dunbar binnenkwam.
Tony, er is een boodschap gekomen
van mevrouw Redburn; ze vraagt of je nu
dadelijk op de Priory kan komen. Ze is
morgen verhinderd en wil in plaats daar
van graag vandaag poseeren. Hilary, kind
je, wat zie jij er warm uit je wordt toch
niet ziek, hoop ik.
Hilary lachte en bloosde nog heviger.
Ikik heb het alleen maar warm. Dus
dan hoef ik niet te poseeren?
Dit laatste zei ze tegen Tony.
Ik heb een heeleboel dingen op het
hart, die ik niet in presentie van dames
zeggen kan, antwoordde de schilder korze
lig. Ik heb niets geen zin om naar de
priory te gaan; ik voel er geen steek voor
om mevrouw Redburn te schilderen. Ik heb
schoon genoeg van haar.
Maar Tonylief! berispte de verbaasde
juffrouw Dunbar.
Ja, tante Alice, herhaalde hij, hoort
u. schoon genoeg van haar! Als ik geen be
hoefte had aan geld en goede relaties zou
ik haar wel aan het verstand brengen, dat
ik vanmorgen wat anders te doen heb.
Maar ik kan me helaas de luxe niet permit-
teeren om Redburn's duiten te laten
schieten!
Je kunt net zoo goed een y'sberg
schilderen als dat vrouwmensch, mopper
de hij, toen juffrouw Dunbar het atelier
verlaten had en hij en Hilary weer alleen
waren. Ik schilder heel wat liever een
zonnestraal.
Dus je hebt mij vanmorgen niet meer
noodig, verklaarde Hilary langs den neus
weg, net doende afsof ze zijn laatste be
wering niet gehoord hadi Dan heb ik
mooi den tijd om mijn koffer te pakken.
Ik zal je vanmiddag schilderen, riep
Tony haar na. Ik heb jouw zonneschijn
tien duizend maal liever dan de kille
schoonheid van die millionarsvrouw.
Hilary liep door zonder antwoord te
geven, maar zijn woorden -zongen in haar
hart na toen zij haar koffer pakte in de
kamer, die haar de laatste weken zoo lief
geworden was. En het waren niet alleen de
woorden zelf, die haar ziel in gloed zet
ten, maar ook de nieuwe wonderlijke
klank, dien zij in Tony's stem ontdekt had
en de herinnering daarvan deed haar pol
sen kloppen, haar gezicht blozen en bracht
een zachte schittering in haar oogen.
HOOFDSTUK XII.
Een vriendin?
Wat is er met jou gebeurd? Je bent
heelemaal veranderd. Ik kan onmogelijk
zeggen wat er precies aan je veranderd is,
riep mevrouw Derfield uit, terwijl ze haar
handen op Hilary's schouders legde en haar
diep in de oogen keek, maar veranderd
ben je; dat staat vast! Ben je jonger ge
worden of ouder, sedert ik je in Torpsley
heb achtergelaten?
Ik weet het niet, lachte Hilary. Ik
zou zeggen: in elk geval een paar weken
ouder, maar....
Geen maren, viel Anstice haar in de
rede. Ik vind het heerlijk dat je geko
men bent! Vond je het niet egoïstisch van
me om je te vragen mij gezelschap te ko
men houden? Maar ik wist geen raad van
eenzaamheid en verveling; mijn broer is
heelemaal in zichzelf gekeerd en komt
haast niet uit zijn kamer. Ik ga een keer of
drie per dag naar hem toe en hy vindt
het prettig dat ik in huis ben. Maar het
is zoo'n groot huis voor zoo'n klein per
soontje als ik ben. Het zou niet aardig
zijn het tegen Luke te zeggen, maar ik
wil jou wel eerlijk bekennen dat ik erg
naar mijn flat in Londen verlang.
(Wordt vervolgt.)