Momentje DINSDAG 10 DECEMBER 1940 32ste Jaargang No. 9819 3)e &eid&che,(3oufocMÈ Bureaux Papengracfet 32. Telefoon: Redactie 20015, Administratie 20935. DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Dit nummer bestaat alt twee bladen. De gemeenschap der heiligen en de nieuwe maatschappij Er is zoo veel, wat de gedachten en ge voelens, ook als we door levensomstandig heden in of buiten ons naar somberheid worden neergebogen, kan verheffen en op heffen in het blijde zonnelicht boven on ze hoofden. Er is zooveel in de goedheid en schoon heid der natuurlijke dingen. Er is zooveel goeds en schoons in de on vergankelijke waarheid van het bovenna tuurlijke. Laten wij eerlijk zijn voor onszelf en bekennen, dat wij te weinig in ons laten dóórdringen de kracht en de troost van de waarheden van ons heilig geloof.... Hoe weinig denken wij ©an en hoe weinig beleven wij dat overweldigend waarlijk overweldigend schoone dogma van „de ge meenschap der heiligen"! Wij gelooven in dat dogma, maar het dogma is er niet slechts om te worden ge loofd, maar ook en vooral om te worden beleefd. Een pas verschenen boekje, dat wij giste ren ter hand hebben genomen en doorge lezen, drong er ons toe, de aandacht onzer lezers enkele oogenblikken te trekken naar dat heerlijke, door ons te weinig doorleef de dogma, waardoor wij weten, dat er is een band tusschen de leden der Kerk in den hemel, in het vagevuur en op de aar de; dat wij kunnen samenleven niet alleen met alle menschen hier op aarde, maar ook met hen, die in den hemel zijn be kroond, en met hen, die in het -vagevuur moeten boeten. Het hiér bedoelde boekje draagt tot titel „Onze Kerkpatroon". Door Dom Serv. M. Lejeune O.S3. Uitgave Geert Groote Ge nootschap in samenwerking met het secre tariaat van Katholieke Actie, Utrecht. Dit boekje geeft een klare uiteenzetting van de leer der Kerk over „de gemeenschap der heiligen", terwijl het onmiddellijk doel is, bij de menschen meer vereering te wek ken voor den patroon der eigen parochie. De heele activiteit van de heiligen, aldus de schrijver (blz. 18), ten gunste van ons vindt haar grond in de broederlijke liefde, welke zij ons blijven toedragen. „Een der voornaamste deugden is volgens het woord van God de liefde tot de naaste. En men moet aannemen, dat zij, die reeds heenge gaan zijn uit dit leven, deze deugd in grootere mate bezitten ten aanzien van hen, die nog in dit leven strijden, dan toen zij, zelf nog zwakke menschen, hun zwak kere broeders hielpen in den strijd" (Ori- genes). „Wij kunnen niet leven met de dooden". 't Is een gezegde uit den volksmond, dat typeerend is voor de overtuiging van hen, wier gezichtseinder niet verder strekt dan het leven op aarde. Wij weten Goddank, dat we w e 1 kun nen leven met de dooden in de gemeen schap der heiligen. Het dogma van „de gemeenschap der heiligen" is ook zoo bijzonder geëigend om te zijn het fundament van de nieuwe gemeenschap, die in dezen nieuwen tijd moet worden opgebouwd. Solieder grond slag kan er niet zijn! Wie aanvaardt dit katholieke dogma is per se geen individualist, maar gemeen schapsmensen. Wie aanvaardt dit katholieke dogma ziet zijn eigen belang in het dienen van an- aerer belangen, is „socialist" in den nieu wen zin het woord, denkt en leeft in ge meenschap met zijn medemenschen. De katholieke leer het blijkt ook weer uit dit dogma richt den blik naar de eeuwighëid, maar biedt ook de meest waar devolle, meest wezenlijk-onontbeerlijke elementen voor een gelukkige samenleving in een groote menschen-familie. Dat wij te vaak en te weinig zóó de ka tholieke leer hebben verstaan eninprac- tijk gebracht moge een verwijt zijn, dat wy aanvaarden met het stellig vast voornemen, een nieuwe en betere toe komst in te gaan! WAT ANDERE BLADEN SCHRIJVEN IN VIJFHONDERD HOOGLEERAARS- VACATDRES VOORZIEN De Volkskrant schrijft: „De heer dr. Joh. Teunisz, die indertijd al ii? het „Nationale Dagblad" d,e los-van- Holland-leus heeft aangeheven voor de Friezen en de Saksers (ook in Holland zit ten Saksers van afkomst: hoe komt anders Sassenheim aan zijn naam?), geeft thans uiting aan zijn vrees, „dat we bijna al on ze universiteiten met geheel nieuwe leer krachten zullen moeten bezetten" als er niet snel verandering in komt dat de hooglee raren nog steeds doen, alsof er sedert 10 Mei niets gebeurd is." Wij laten de vraag daar, hoe de heer Theunisz weet, dat „de hoogleeraren" nog steeds zoo doen. Leidt hij het af uit het feit, dat de N. S. B. zoo goed als geen hoog leeraren onder haar leden telt? Een andere vraag is: hoe de heer Theu nisz in de 500 vacatures van hoogleeraar zou willen voorzien. Ja, als de W.A.-man- nen daarvoor geschikt waren. Maar de we tenschap stelt nu eenmaal bepaalde en, te recht, hooge eischen. En we vermoeden, dat de secretaris-generaal van het depar tement van Opvoeding, professor Van Dam, bedenkelijk het hooggeleerde hoofd zal schudden, als hij verneemt, met welk een gemak en sans-gêne over het vervul len van een vijfhonderd hoogleeraars-va catures wordt geschreven." Dr. MOLLER HERDACHT Anton van Duinkerken getuigt in de „Tijd": „Volledig wordt hij slechts gekend door wie zijn rechtstreekse leerlingen zijn ge weest. Zij zullen man voor man blijven ge tuigen, dat Moller een groot, ja wonder baar docent was, helderheid van voorstel lingswijze parend aan kracht van betoog en drift van geest aan diepte van overtui ging. Hij was een leeraar, die in het volle leven moest staan, en die zijn leerlingen ook op het volle leven voorbereid. Het volle leven: dat was voor hem het katho lieke leven, en hij zag breed de schroom valligheid en de benepenheid voorbij, waarin zijn geloofsgenooten zich maar al te dikwijls op hun gemak voelden: hij was te deugdzaam voor hun braafheid en te beginselvast voor hun propagandisme. De generatie van leerlin^n, die hij op kweekte, ging in het middelbaar onderwijs; enkelen slechts haalden later de doctors graad, die Moller zoo graag als laatste be kroning van de Leergangencursus in het vooruitzicht had gesteld, doch deze middel bare menschen hebben tot dusver met hun literatuuronderzoek grooter diensten aan de katholieke gemeenschap bewezen dan talrijke doctores ornatissimi, die van de Academie alles hadden meegebracht be halve geestdrift. Moller had gaarne gezien, dat uit Bra bant de Katholieke Universiteit zou groei en en dat zij in Brabant zou gevestigd zijn. Dit was een practisch dispuutpunt tusschen hem en andere katholieken. Hij heeft daar-' in de overwinning niet behaald, maar Mol ler was een Nederlander, dat is iemand, die de nederlaag niet „leed", doch opnam, zooals men eerlijke nederlagen opneemt: wisselingen, geen beslissingen van het lot. Hij heeft dan ook mogen beleven hoe dank zij zijn onderwijsactiviteit, uit Brabant een nieuwe katholieke geest over het land sloeg. Voor de jeugd, door dezen geest beroerd, was hij en bleef hij een voorbeeld. Deze voorbeeldigheid beteekent meer dan zichtbaar succes. Het werk van Moller drong diep door, het zal ook lang vrucht dragen. Het is niet onbelemmerd tot stand gebracht. Maar het is veelzijdig en kiem- krachtig. Nederland verliest een voor treffelijk man, een edel patriot, een vurig christen, een groot geleerde, maar vooral een toonbeeld van moed in beproeving." RIJSTGRIES OP BON 43. De secretaris-generaal, wnd. hoofd van het departement van Landbouw en Vis- scherij, deelt het volgende mede met be trekking tot de distributie van grutters waren. In den vervolge zal rijstgries uitsluitend onder afgifte van een bon en wel den voor rijst aangewezen bon (thans bon „43"), verkocht mogen worden. De met „43" genummerde bon van het algemeen distributiebonboekje geeft dus tot en met 27 December a.s. recht op het koopen van 250 gram rijst of rijstemeel of rijstgries of rijstebloem of gruttenmeel (gemengd meel). De aandacht wordt er op gevestigd, dat rijstgries derhalve niet verkocht mag wor den tegen inlevering van den bon, welke ter verkrijging van maizena en pudding poeders is aangewezen. DUITSCHE MINISTER RUST SPRAK IN AMSTERDAM. Inzichten ontvouwd omtrent confessioneel onderwijs, ras, lichamelijke opvoeding etc. Het A. N. P. zond ons den letterlijken tekst van de rede, welke Dr. Rust, de Duit- sche Rijksminister voor Wetenschap, Op voeding en Volksonderwijs te Amsterdam heeft gehouden bij de opening der nieuwe Deutsche Oberschule te Amsterdam. Hij heeft daarin uiteengezet, hoe de spli. sing van de middelbare school in de huma nistische en de „practische" opleidings richting bleef bestaan. Hij stelde echter voor alle Oberschulen het onderwijs in het Latijn verplicht. Het onderwijs in vreemde talen begint echter met het Engelsch en wel op 10-jarigen leeftijd. Twee jaar later komt daar Latijn bij en dit vormt dan den grondslag voor het onderricht in de Romaansche talen en wel facultatief Fransch, Spaansch of Ita- liaansch. Voor den bovenbouw, dus voor de laatste drie jaar, is de splitsing in een wiskundig- natuurwetenschappelijke, en in een taal kundig-geesteswetenschappelijke af deeling ingevoerd. Zuiver confessioneele scholen afgeschaft. Minister Rust zette uiteen, dat hij de zuiver confessioneele scholen heeft afge schaft en opgenomen in gemengde scholen. Met godsdienstige kwesties heeft dit in het geheel niets uitstaande", aldus de Duitsche Rijksminister. „Wij stellen er zeer veel prijs op, de uniformiteit van het onderwijs te waarborgen. Zoodra ik gelegenheid geef voor het oprichten van afzonderlijke instel lingen, heb ik de wilsvorming niet meer in de hand. Dan beginnen ongeluk en ver snippering opnieuw. Daarom hebben wij de volksschool en al het andere onderwijs op uniforme wijze van staatswege geregeld en wij staan niemand toe, daarover met ons te discussieeren. Voor ieder kind, dat de vereischte hoe danigheden bezit, komt op grond van een verplichte selectie na de eerste vier leer jaren der volksschool de weg Voor een hoogere opleiding vrij. Het ras. Minister Rust weidde uitvoerig uit over de erkenning der beteekenis van het ras en ook over de waarde der lichamelijke op voeding. Van alles, wat de natuur voortbrengt, houdt zich altijd slechts het sterke staan de, aldus het betoog. Zoo is het ook onder volken en menschen. Geen bezit is door God gewaarborgd, al acht zich een volk nog zoo gelijk aan God en uitverkoren. Dat zal Engeland thans leeren. Alle goederen dezer aarde zijn als wisselbekers. De sterke neemt ze, de zwakke geeft ze over. Dat is de wil van den Schepper, waaraan wij ons onderwerpen en dien wij tot uitvoering trachten te brengen, wanneer wij onze jeugd bij de sportwedstrijden opvoe den tot dapperheid en moed, stoerheid en taaiheid. De Genius van het volk. De beteekenis van de opvoeding tot den moed van de waarheid en van de kunst opvoeding stelde Minister Rust ook in het licht, om aan het slot o.m. het volgende op te merken: De genius van het volk, belichaamd in Adolf Hitler, bracht ons tot bezinning op de eeuwige wetten van het leven. Het is ons vast besluit aan die wetten trouw te blijven. Daarom voeden wij onze jeugd op tot strijdbaarheid, maar ook tot deelne ming aan de levende gemeenschap, dat wil zeggen tot kameraadschap en leiden en gehoorzamen. En wanneer wij over de grenzen van het Duitsche Rijk heenzien, dan weet gij, dat het niet onze bedoeling is, den volken van Europa mindere rechten te geven dan wij zelf bezitten, maar zij moeten de nieuwe ordening ook zelf wil len. Ik ben ervan overtuigd, dat wij in de toekomst in Europa vrede zullen hebben, omdat de leiding dan niet meer belang heeft bij onrust, maar bij vrede. Het is het Engelsche noodlot geworden, dat Engeland geloofde, zijn rijk slechts te kunnen regee- ren, indien de andere volken van Europa elkander kort hielden. Engeland was dan ook bij de Europeesche tweedracht ge ïnteresseerd. Wij zullen dit vraagstuk op lossen. Niet alleen het Vertrouwen, ook het heldere inzicht marcheert hier met den Fuehrer op. Katholiek Comité van actie MVoor God" ALLEEN DOOR GOD Alleen de inwerking van God kan het hart van den mensch en het aanschijn van de aarde vernieuwen. Lezen is zóó in dubbel opzicht .hoofd werk". Een practische oplossing voor gebruik binnenshuis (Foto Schimmelpenningh) VERMISSING VAN DISTRIBUTIE BESCHEIDEN MEN ZIJ GEWAARSCHUWD Men schrijft ons van bevoegde zijde: Ieder hedendaagsch burger is even ver trouwd geraakt met zijn stamkaart en andere distributiebescheiden als met zijn papieren van den burgerlijken stand, spaarbankboekje en arbeidskaart. En toch is er verschil in behandeling waar te nemen. Hoe zorgvuldig wordt b.v. het trouwboekje bewaard, welke voorzorg neemt men in acht als men het trouw boekje noodig heeft en hoe voor zichtig bergt men het weer weg na ge bruik. Deze vereischte voorzichtigheid nu, wordt niet altijd betracht met brood-, vleesch-, bloem-, textielkaarten en derge lijke bescheiden. Tot nu toe werden, als geen kwade trouw kon worden aangetoond, nieuwe exemplaren uitgereikt, indien deze kaarten werden vermist of in het onge- reede waren geraakt. Deze welwillende houding bleek echter al heel weinig ge schikt om het publiek de waarde van zijn distributiekaarten onder het oog te bren gen. Men nam dikwijls niet eens de moeite zijn verlies behoorlijk aan de politie op te geven, maar vervoegde zich zonder meer bij het distributiekantoor. Het feit, dat men zyn kaarten voor niets krijgt en zijn geld meestal in het zweet zijns aanschijns moet verdienen, heeft te Geinig de oogen er voor geopend, dat distributiebescheiden veelal nog belangrijker zijn dan geld. Zon der distributiekaarten zijn immers de eer ste levensbehoeften momenteel niet te ver krijgen. Toch zal de waarde van deze papieren de bevolking duidelijk voor oogen moeten staan. Dat de overheid de zaak ernstig op vat, blijkt wel uit de bekendmaking van den secretaris-generaal van de departe menten van Handel, Nijverheid en Scheep vaart en van Landbouw en Visscherij, waarin er op wordt gewezen, dat alleen bij absolutie overmacht, zooals brand of berooving, nieuwe kaarten worden afge geven. Kan men geen overmacht aantoonen dan zal op vervanging van de verloren ge- gane kaarten niet kunnen worden ge rekend. Van brandstoffen- textiel- en bloemkaarten zal men o.m. verstoken blij ven. Welke gevolgen dit meebrengt is zonder EEN SNERT-SLAGER. De slagers maken in deze dagen groote moeilijkheden door en ik kan mij indenken, dat zij wel eens ver zuchten: e'est difficile de contenter tout le monde et sa bellemere. Wat zoo ongeveer beteekent, dat het een heele toer is je schoonmoeder tevreden te stellen. Mijn slager is een dikke slager, een blozende slager en die verkoopt, be halve 'n weinig vleesch-met-been, ook vriendelijkheid en tevredenheid. En dat is meer waard dan het vetste var ken, al zal een nurks ook zeggen: daar sop je niet vet van. Maar Nurks heeft een schrale ziel. Mijn slager doet dus niet als andere slagers, die eenvou dig vijf dagen van de week de deur in het slot werpen en gaan visschen. Hoe zou hij dan zijn vriendelijkheid moeten slijten zyn blozende lach, zijn rondborstigheid en zijn gezelligheid? Bovendien, hij zegt: ik verkoop al leen gehakt. Ik maal alles door elkan der, zelfs de fijnste biefstuk, en dan dan kunnen al mijn klanten een bal letje krijgen. Graag of niet Niet de een biefstuk en de ander beenen. Allemaal gehakt. Ik vind dit een Salo mon's oplossing. Maar toch voel ik nóg meer voor het idee van dien slager uit Amsterdam, die het geluk heeft gehad in de mobilisatie korporaal-kok te zijn geweest en die een matador moet zijn in het snertkoken. Die kookt alleen maar snert. En wat voor een snert. Als ik de kranten mag gelooven een snert om U tegen te zeggen, een snert, die er nog niet uitvalt als je de pan ondersteboven houdt. De productie moet nu al gestegen zyn tot 5000 liter per dag. Blozende slager, wat zeg je daarvan? Ik eet al drie weken gehakt. Toe, ;eef mij nou eens een bordje snert. Vj WINTERHULP NEDERLAND Wij maken er belanghebbenden op attent, dat op veler verzoek de giro nummers van de Winterhulp Nederland eiken dag op een vaste plaats in ons blad te vinden zijn. Alle gelden van de W.H.N. kunnen dus aan de plaatselijke banken of financieele instanties op deze giro-nummers worden overgemaakt. Postgiro-no's van de Winterhulp Neder land. Winterhulp Nederland, Den Haag, no. 5553. Als bank der Winterhulp Nederland is aangewezen de Kasvereeniging N.V., Amsterdam no. 877. Stort op 5553 of 877 Ge brengt geluk in veler leven. meer duidelijk. En toch in welke benarde positie gij ook komt te verkeeren, geen distributiedienst mag u helpen. De over heid zorgt met de uitreiking van de distri-j butiebescheiden voor een rechtvaardig^ verdeeling. Wie hij zijt, oud of jong, rijkj of arm, man of vrouw, allen krygt gij uw: evenredig deel van de gedistribueerde goederen. Weest secuur met deze zoo be langrijke en waardevolle papieren. Men zij gewaarschuwd. Het water gaat over den dijk tusschen het Meppelerdiep en den polder van het waterschap Hasselt en Zwartsluis, waar door den hoogen waterstand veel schade werd aangericht (Foto Pax-Holland)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1940 | | pagina 1