De Korenbond „De Rijnstreek'
viert feest
iZJe hennen, die 11 ne-adig. heeft
r ZATERDAG 7 DECEMBER 1940
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD - PAG. 7
ONTHULLINGEN UIT EEN NOTULEN-BOEK
Ga zoö voort, Korenbond 1
Dignum et justum est de Koren
bond „De Rijnstreek" te prijzen bij de vol
tooiing en voleinding van zijn vierde
kroonjaar. Wat in een menschenleven als-
normaal, in het vereenigingsleven als
doodgewoon mag gelden het bereiken
van den twintig jarigen leeftijd is voor
een Korenbond uitzondering en bizondere
onderscheiding. Het meerendeel van de
Korenbonden heeft op zijn eerste lustrum
grijze haren en wankele tanden en op het
tweede lustrum vallen de samenstellende
botten rammelend en kletterend uit elkaar.
De Korenbond „de Rijnstreek" echter heeft
stand en voet-bij-stuk gehouden; hij was
er, hij is er en voelt er voorloopig nog
niets voor tot de staat van ontbinding
over te gaan.
Het levens-elixir, dat onzen Jubilaris
telkens weer verjongde en versterkte was
een begeerenswaardige cocktail van ge
moedelijkheid en godsvrucht. Deze zang
koren van de „Rijnstreek", die zich met
elkaar vereenigden, om vereenigd, elkaar
in edelen wedkamp uit te dagen, hebben
dit gemeen, dat zij wars zijn van opgebla
zenheid en opschepperij. Wat de koren en
ieder lid daarvan op zich in hun koren
bond zoeken, is niet betweterij, doch gede
gen voorlichting, niet de drang om als
haantje de voorste triomfantelijke solo's
uit te kraaien, doch het samenspannen in
onderling overleg, hoe de koorzang ver
edeld en verbeterd kan worden.
Twintig jaar heeft deze Korenbond ge
duldig, maar gestadig gearbeid aan de ver
fijning en vervolmaking van den kerk
zang. Ik maak me sterk, dat de aangeslo
ten koren zelf zich geen vooruitgang be-
wust zijn. Wanneer zij op hun jaarlijk-
schen zangwedstrijd bijeenkomen en iedere
parochie meent de kroon der lofprijzing
voor zich in de wacht te hebben gesleept,
komt de bedillaar, die, zeer zeker, aan al
len een pluim op den hoed geeft, aan al
len zonder onderscheid, doch, na deze
loftuiting, welke als een flauwe hartver
sterking is bedoeld, overvloedig stof vindt
tot critiek en snedige aanmerkingen. Dat
de koren zich door deze berispingen toch
niet van de wijs laten brengen, en, mee-
nend dat er in hun moeizame prestaties
geen schot of voortgang zit, zich de moed
zouden laten ontzinken! Verscheidene ma
len hebben wij, dan weer in deze, dan
weer in gene parochie, het gezang afge
luisterd; het was steeds weer een verkwik
king en verademing in een kerk te komen,
aangesloten bij „De Rijnstreek". Je be
hoefde dat niet te weten, je kon het on
middellijk hóóren. De onderlinge, vriend
schappelijke naijver, om steeds welluiden-
der, soepeler de liturgische gezangen uit
te voeren, heeft zijn doel niet gemist
dank zij de j aarlij ksche zetterij van de
puntjes op de i's.
Hoe weldadig de uitwerking is van twin
tig jaar Korenbond, daarvan kan ieder, die
„ooren heeft om te hooren" zich dus ge
makkelijk overtuigen. Met welk een ernst
en toewijding dit verblijdende resultaat
veroverd werd, dat kan slechts hij beoor-
deelen, die kennis draagt van alles, wat
zich in den boezem van het bestuur en van
de ledenbijeenkomsten heeft voorgedaan.
Ter gelegenheid van het heuglijke jubi
leum is het zeker gerechtvaardigd deze
boezem eens te ontboezemen en een boek
je open te doen van het inwendig leven
van den Korenbond.
„Liber scriptus proferetur in quo totum
continetur", en uit het notulenboek van
den secretaris (ofschoon de bescheidenheid
ons daarbij eenige beperking oplegt!):
„quodquod latet apparebit".
Dat notulen-boek is een werk in twee
deelen, van de eerste tot de laatste blad
zijde volgeschreven door een en dezelfde
zorgvuldige hand. De gevolgtrekking ligt
dus voor het grijpen, dat de toegewijde se
cretaris, de heer N. P. Kaptein, te zamen
met den Korenbond jubileert, en, ofschoon
velen van stoeltjes zijn verwisseld, zijn ze
tel warm heeft gehouden tot op den hui-
digen dag.
Zooals reeds ter loop gezegd, de jour
nalistieke bescheidenheid (aan alle men-
schen bekend) vergt, dat wij met omzicht
en inzicht gaan grasduinen in deze onthul
lingen, waarop in minder feestelijke om
standigheden het bordje „verboden toe
gang" is geplaatst.
De bestuursvergaderingen, welke aan
vankelijk in café Van der Voort in de
Groenendijk, doch gedurende een onafge
broken reeks van jaren in de Meerburg-
pastorie zijn gehouden, kenmerkten zich
door groote eensgezindheid. Deze broeder
lijke verstandhouding belette niet, dat nu
en dan harde nootjes werden gekraakt,
wanneer dit of dat koor een eigen weg
wilde bewandelen, welke niet strookte met
den geest van den Korenbond. Deze mee-
ningsverschillen waren of van organisato-
rischen of van artistieken aard. Twee maal
b.v. kwam de uitspraak van de letter „e"
ter sprake, waarover een van de koren een
anders-luidend standpunt innam. En een
merkwaardige tegenstelling constateerden
wij tusschen het verslag van een zang
avond en de bestuursvergadering, welke
daarna gehouden werd. Op dien zangavond
had Zuster Hildegardis (daartoe uitgenoo-
digd, omdat de aangewezen bedillaar ver
hinderd was), „onbewimpeld", „een heele
reeks pittige, vaak geestige opmerkingen
gemaakt" gelijk het verslag meldde
die echter aan de bestuurstafel op hun
beurt aanleiding gaven tot een heele reeks
even pittige aanmerkingen. Het was na
melijk niet in de smaak gevallen, dat de
Zuster koor voor koor op zijn fouten ge
wezen had, wat wel amusant was voor de
clubs die nog onder het mes moesten ko
men, doch niet bevorderlijk geacht werd
voor den goeden geest. De koren zijn niet
beschroomd om hun fouten te weten en
in te zien, doch het is beter, dat de aan
merkingen, zooals tot dusver geschied was
en nadien ook weer in eere werd hersteld,
schriftelijk aan ieder koor afzonderlijk
worden ter kennis gebracht.
Meermalen kwam in het bestuur ook het
uitdijen van den „Lebensraum" ter spra
ke. De pogingen echter in 1925 er 1926 om
ook Leiden binnen den kring te trekken,
liepen op niets uit. De Leidsche koren wa
ren misschien van meening, dat in hun
voordracht niets te verbeteren viel....
Daar tegen-over staat, dat toelating van
Alphen en Monster, welke het verzocht
hadden, weliswaar niet werd afgewezen,
doch ontraden, omdat beide koren op an
dere centra waren aangewezen. De koren
echter van Reeuwijk (1928) en Zoetermeer
(1938) werden broederlijk omhelsd, en de
zelfde hartelijke ontvangst viel ten deel
aan de Kruisheeren, die in 1926 het' getal
der uitverkorenen kwamen versterken. Een
niet geringe aanwinst, en een onverdacht
compliment voor de werkwijze van den
Korenbond. Behalve de hierboven vermel
de zijn aangesloten vanaf de oprichting de
drie koren van Hazerswoude, de twee ove
rige koren van Zoeterwoude en Hoogmade.
Het mag overbodig heeten, het besprokene
en uitgevoerde op de j aarlij ksche Grego-
rius-avonden te releveeren. Wat op de al-
gemeene bijeenkomsten ter tafel en te berde
kwam, was tevoren in de bestuursverga
deringen met kennis van zaken bekokstoofd.
Slechts zij vermeld, dat deze Gregorius-
avonden zich kenmerkten door een zeer
prettige stemming en door een vruchtbare
gedachtenwisseling. „Zoo'n avond is een
stuk paradijs voor een rechtgeaard kerk
zanger!" deze uitlating van een verslag
gever in 1927 geeft wel voldoende de goede
geest weer, die allen bezielde. Zelfs zou het
betreurd worden zooals in 1934 een an
dere verslaggever getuigde dat de vol
maaktheid ooit werd bereikt, want dan zou
den deze „heerlijke avonden" overbodig
worden.
Wat door het bestuur al zoo bekokstoofd
werd, en later zijn beslag kreeg, is van zeer
uiteenloopenden aard. Vooreerst was het
college van de vertrouwensmannen er steeds
op uit, afwisseling te brengen in het pro
gramma van de bonds-avonden. Telkens
werden nieuwe deskundigen uitgenoodigd
om te oordeelen en vonnis te vellen, de
Ward-methode werd gedemonstreerd en
gramofoon-platen gedraaid van Gregoriaan-
schen zang, terwijl ook de Kruisheeren een
vergelijking gaven, hoe het wel en hoe het
niet moest. Ook werden liederen in de
volkstaal als toegiftje uitgevoerd, waarbij
bleek, dat zelfs het lijzig-uitgehaald „Knielt
Christenschaar", wanneer het, door ge
oefende mannenkoren, wordt aangeheven,
aan schoonheid won, wat het aan lijzig
heid verloor.
De vorming van nieuwe zangers was
eveneens een voorgetrokken kindje bij de
heeren bestuurderen. In 1926 werd van de
kansels der aangesloten parochies een op
roep gedaan tot jongens boven 16 jaar, die
met een goede stem waren begaafd. In
ieder koor afzonderlijk werd met ilefde de
opleiding der nieuwe lichting ter hand ge
nomen. Ongeveer 150 jonge zangers be
haalden in de afgeloopen twintig jaar het
diploma.
De geestelijke gezondheid van de zangers
op het kerkelijk-godsdienstige karakter
van het ambt werd herhaalde malen gewe
zen probeerde men te bevorderen door
retraites, doch dat werd geen succes. Wel
werd uitvoerig besproken, dat aan de koor
zangers toch te voren zou worden uitge
legd, wèt zij zouden zingen. Nederlandsche
vertalingen, door Borking, werden aan alle
koren toegezonden, en een keer werd het
plan geopperd een cursus in het Latijn te
geven, doch daar is niets van gekomen.
Het behoeft niet te verbazen, dat In dezen
Korenbond, die aangesloten is bij de St.
Gregoriusvereeniging, het Gregoriaansch op
de handen gedragen en vertroeteld wordt.
In 1934 besloot het bestuur, dat de koren
zou worden aangeraden eens per maand
een Gregoriaansche mis te zingen. De secre
taris teekende daarbij aan, dat dit besluit
„door vele zangers met tegenzin zal worden
ontvangen". En hij vervolgde: „toch juichen
we het van harte toe, niet omdat wij de
verschillende schoone muziekmissen zou
den willen missen, maar wel omdat daar
door meer liefde zal worden gekweekt voor
den Gregoriaanschen zang. Bij vele zan
gers, wij moeten het tot onze spijt consta-
teeren, is van liefde voor het Gregoriaansch
nog zoo weinig te bespeuren. Wat baat het
om te hooren en stilzwijgend te erkennen
dat de Gregoriaansche zang het kind, en
de gefigureerde muziek het aangenomen
kind is der Kerk, wanneer daar niet naar
gehandeld wordt. Te weinig zorg aan het
Gregoiaansch besteed is oorzaak, dat het
door vele koren niet best gezongen wordt".
Deze opmerking, ons uit het hart gegre
pen, bewijst, dat de Korenbond haar oor
sprong en afstamming niet verloochende:
hij werd opgericht na een vier-daagschen
cursus in het Gregoriaansch,, gegeven door
dr. Cecilianus Huigens.
Waardeering voor het Grerogiaansch te
wekken, werd, behalve op de gemeenschap
pelijke avonden, nagestreefd door aan de
directeuren en organisten meermalen cur
sussen te geven, terwijl dooi deze „kopstuk
ken" ook een bezoek werd gebracht aan
de Muziekschool.
Veel is reeds ten goede veranderd, doch
het Gregoriaansch machtig te worden is een
groote kunst, waarvoor zangers, als die van
den Korenbond echter niet behoeven en
ook niet zullen terugdeinzen. Wie ééns het
Gregoriaansch heeft hooren zingen, zooals
het behoort, geeft gaarne alle muziekmissen
cadeau.
De veelvoudige werkzaamheid van het
bestuur is hiermede in grove lijnen, doch
zeker niet geheel volledig geschetst. Als
voorzitters van dit bestuui traden achter
eenvolgens op pastoor De Vetten, tot 1924,
pater Meckina, zoogenaamd vice-voorzit-
ter, tot 1928, pastoor Ruyter, tot 1939. Pas
toor Van Leeuwen, die was aangezocht en
had toegestemd, stierf voor hij zijn functie
kon uitoefenen. De nieuwe voorzitter is
pastoor Boin van ,,'t Zwaantje". Over deh
secretaris is reeds in den aanhef gesproken.
Penningmeester was in net stichtingsjaar
kapelaan J. Niekel; van 1922 tot 1936 pastoor
I. Meyer van „Meerburg", die tevens de
gulle gastheer was; zijn functie werd over
genomen door pastoor Vastenhoven, welke
het penningnmeesterschap thans heeft over
gedragen aan den heer J. Th. Wesselingh,
dcch als geestelijk bestuurslid is aangeble
ven. Ofschoon niec tot het bestuur behoo-
rend, mag niet worden verzuimd te melden,
dat de heer J. B. Wesselingh, die zich voor
het verwekken van een goeden geest in den
Bond, bizonder verdienstelij heeft ge
maakt, tot cerelid werd benoemd. Vice-
voorzitter van het tegenwoordig bestuur is
pater Stringa, die pastoor Vaessen opvolg
de; de overige bestuurleden zijn de heeren
W. Hoogzaad en J. Heemskerk (mede-jubi-
leerend met den Bond), A. Berg, N. van
Wieringen, H. G. Carlier en J. C. van den
Bosch.
Met dit bestuur aan boord gaat de Ko
renbond „De Rijnstreek" jubileeren, om na
het jubileum onverdrotei en met nieuwe
animo zijn taak voort te zetten. Deze Ko
renbond kan ervan verzekerd zijn, dat
iedereen, wien de ontwikkeling van den
kerkelijken zang ter harte gaat, zijn stre
ven met sympathie zal volgen er. van zijn
nieuwe succesen met groote waardeering
zal kennis r.emen. Korenbond! nog vele ja
ren in hou en trouw.
Reeds geplaatst in een gedeelte onzer
vorige oplage.
Handelsregister K. v. K.
W y z i g i n g: 295. A. Winnlnghoff.
Alphen aan den Rijn, van Mandersloo-
straat 7. Handel in Manufacturen, Meubi
leering, Bedrijfskleeding, Heeren- en Kin-
derconfectie. Bovengenoemde zaak is om
gezet in een vennootschap onder firma on
der den naam: Fa. A. Winninghoff. Venn.:
B. A. Winninghoff en C. J. Winninghoff,
Alphen aan den Ryn.
BINNENLAND.
Dr. H. W.E.MölIerf
Hedenmorgen is in het Sint Elisabeth-
ziekenhuis te Tilburg op 71-jarigen dr. Wil
lem Hendrik Evert Möller overleden.
Dr. Möller werd op 8 November 1869 te
Amsterdam geboren. Hij studeerde in de
Nederlandsche Letteren en promoveerde op
proefschrift „Vondels heerlijckheit der
Kercke". In 1913 stichtte dr. Möller de
R.K. leergangen en was hiervan zelf rec
tor. Voorts was dr. Möller lid van den ge
meenteraad en oud-wethouder van Tilburg.
In 1916 stichtte hij „Ons Middelbaar Onder
wijs", vereeniging tot stichting en instand
houding van R.K. lycea, H.B.S. en handels
scholen, van welke vereeniging hij voor
zitter werd. Voorts was de overledene voor
zitter van den Bond van Gemeenten, Ver-
eenigingen en Stichtingen, die inrichtingen
tot het geven van handelsonderwijs in stand
houden. Dr. Möller was voorzitter van de
af deeling Tilburg van het K^n. Ned. Aard
rijkskundig Genootschap.
Sinds 1925 was dr. Möller als afgevaar
digde van de R.K. Staatspartij, lid van de
Tweede Kamer der Staten-Generaal.
Dr. Möller richtte verschillende tijdschrif
ten op. Vele artikelen van zijn hand ver
schenen in onderscheiden tijdschriften. Hij
was een gezaghebbend man op onderwijs
gebied. De overledene was ridder in de
Orde van den Nederlandschen Leeuw, of
ficier in de Orde van Oranje Nassau en
ridder in de Orde van den H. Gregorius
den Groote.
BUITENLAND.
HET DUITSCHE WEERMACHTS-
BERICHT.
BERLIJN, 6 December (D. N. B.). Het
opperbevel van de weermacht deel* mede:
In het Zuidelijk deel van den Atlanti-
schen Oceaan is, zooals reeds gemeld, een
zeegevecht ontstaan tusschen een Duitsch
18
WAREN
Brood
of Gebak
iBloemkaart)
Meel of bloem
of brood of gebak
20
20
21
16
11
81
49, 50,
62, 63
23
43
93
83
88
56
98
116
29
Periode 7
Periode b
(Boterkaart)
Boter of
Margarine
(Vetkaart)
Boter of
Margarine
(Boterkaart en
Vetkaart)
Slaolie
Vlecsch en
Vleeschwaren
Koffie of Thee
Rijst of Rijste-
meel of Rijste
bloem of
Gruttemeel
(gemengd meel)
Maïzena of
Griesmeel of Sago
of Aardappel
meel of Pudding
poeder of Pudding
sauspoeder
Havermout of
Havervlokken of
Haverbloem of
Aardappelmee-
vlokken
Gort of Gortmout
of Grutten
Macaroni of
Vermicelli of
Spaghetti
Van 9 tot 15 Dec.
eventueel t/m 22 Dec.
Bon 17 nog t/m 15 Dec.
niet in hotels.
Van 2 Dec. t/m 29 Dec.
Van 7 Dec. t/m 13 Dec.
eventueel t/m. 20 Dec.
Bon 19 nog t/m 13 Dec.
Zelfde als boterkaart.
Kan nu reeds bij den
winkelier worden in
geleverd ter verkrijging
van J4 flesch slaolie,
die mag worden afge
leverd gedurende het
tijdvak 14 Dec. tot en
met 31 Januari
Van 7 Dec. t/m 20 Dec.
Van 5 Dec. t/m 15 Dec.
eventueel t/m 18 Dec.
maar niet in hotels Bon
10 nog t/m 15 Dec.
Van 9 Nov. t/m 20 Dec.
Van 2 Dec. t/m 29 Dec.
Bon 24 t/m. 8 Dec.
Van 9 Dec. t/m 15 Dec.
eventueel t/m 22 Dec.
maar niet, in hotels
Bon 36 t/m 15 Dec.
maar niet in hotels
Van 30 Nov. t/m 27 Dec.
Van 2 Nov. t/m 27 Dec.
Van 2 Nov. t/m 27 Dec.
Van 2 Nov. t/m 27 Dec.
Van 19 Nov. t/m 16 Dec.
Van 2 Nov. t/m 27 Dec.
Van 31 Apg. t/m 31 Dec
Van 7 Dec. t/m 31 Dec.
Van 4 Nov. t/m 29 Dec.
Van 11 Nov. t/m 15 Dec.
HOEVEELHEID
125 gram roggebrood of 100 gram,
ander brood of een rantsoen
gebak
35 gram meel of bloem of 60 65
gram roggebrood of 50 gram witte
brood of 1/2 rantsoen gebak
half pond boter of half pond
margarine
1 ons vleesch m. been of vleesch
waren. Bon „vleeschwaren" 75,
100, 125 of 150 gram vleeschwaren.
half pond koffie of 75 gram thee
Elk der bonnen 100 gram kaas.
34 pond
1 ons. Op twee bonnen mag 1
pakje maïzena van 225 gram
worden gekocht, in verpakkin
gen welke vóór 22 Juli 1940 zijn
vervaardigd.
34 pond
34 pond
50 gram scheerzeep, of een tube
scheercrême, of kleine tubes, of
een pot scheerzeep
120 gram huishoudzeep, of 200
gram zachte zeep, of vloeibare
zeep, of 250 gram zeeppoeder,
of zelfwerkende waschmiddelen,
of 125 gram zeepvlokken, of 150
gram toiletzeep.
en een Britsch oorlogsschip, in het ver
loop waarvan het Britsche oorlogsschip
zware beschadigingen opliep. Een duikboot
heeft vier vijandelijke koopvaardijschepen
met een totalen inhoud van 13.300 b.r.t. tot
zinken gebracht. Hiervan werden twee
schept n uit een convooi weggeschoten.
In den nacht van 4 op 5 December vie
len gevechtsvliegtuigen Londen, Birming
ham en Southampton aan. In alle drie ste
den werden kleine en groote branden als
gevolg van de neergeworpen bommen
waargenomen.
In den loop van den dag bleef de bedrij
vigheid van het luchtwapen beperkt tot
afzonderlijke aanvallen op Londen en eeni
ge andere doelen in Zuid- en Midden-En-
geland
In den nacht van 5 op 6 December wa
ren opnieuw Londen en Portsmouth het
doe! van de Duitsche luchtaanvallen.
Het leggen van mijnen in Britsche ha
vens werd voortgezet. Ver dragend ge
schut van de marine en het leger heeft
een vijandelijk convooi ten Oosten van Do
ver doeltreffend beschoten.
Eenige Britsche vliegtuigen vlogen In
den nac.it van 5 op 6 December het Westen
van het Dnitsche Rijk binnen zonder bom
men neer te werpen. De totale verliezen
van den vijand bedroegen gisteren tien
vliegtuigen, waarvan zes in luchtgevech
ten.
Zeven eigen vliegtuigen worden ver
mist.
HET ITALLAANSCHE WEERMACHTS-
BERICHT.
ERGENS IN ITALIë, 6 Dec. (Stefani). In
zijn weermachtsbericht no. 182 maakt het
Italiaansche hoofdkwartier het volgende
bekend:
Gebruik makend van teruggetrokken
strijdkrachten, ook afkomstig van de an
dere grenzen, gaat de vijand in Albanië
voort met druk uit te oefenen, vooral op
onzeri linkervleugel. Onze troepen hebben
tegenaanvallen ondernomen.
Tijdens de geleverde gevechten hebben
de troepen van de divisies Arezzo en Ve-
nezia zich gedragen op een wijze welke
boven allen lof verheven is. Onze lucht
macht doet met succes aanvallen op de
Verbindingswegen en concentraties van
vijandelijke troepen door bombardemen
ten en beschietingen met machinegeweren.
Al onze vliegtuigen zijn teruggekeerd.
In Noord-Afrika ontstond op verschei
dene plaatsen een treffen tusschen afdee-
lingen verkenners in het gebied ten Zui
den van Sidi el Barrani. De vijand wierp
eenige bommen uit in de zone van Tobroek,
waarbij twee personen om het leven kwa
men en een persoon gewond werd. Bom
men in de gebieden van Solloem en Sidi
el Barrani maakten geen slachtoffers en
richtten geen schade aan.