DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
Sdleep&tampMi "ui dm ótawi
Momentje
ZATERDAG 7 DECEMBER 1940
32ste Jaargang No. 9817
S)e &2icbcli£(Boii/fca/nt
Bureaux Papengracht SS.
Telefoon: Redactie 20015, Administratie 20935.
Giro 103003. Poetbus 11,
DM nummer bestaat alt vijt
bladen, w.o. geïllustreerd
Zondagsblad.
Een beschouwing over
het lijden.
Lectuur over den oorlog, over wat er
aan is vooraf gegaan, en wat er op zal vol
gen, over den uitslag van den strijd, zooals
men dien kan vinden in den loop der hemel
lichamen, getallenraadsels, cabalistiek en
zelfs in de meest onschuldige egyptische
pyTamiedenteksten, waarvan het hierogly-
phenschrift den onwetende imponeert
zulke lectuur is er in voldoende mate en,
speciaal wat de laatste soort betreft, in te
overvloedige hoeveelheid.
Wij willen vandaag de aandacht vestigen
op een ander soort lectuur lectuur, die
In verband met den wereldoorlog, met de
groote gebeurtenissen, die over ons zijn
heengegaan, en met de groote omwentelin
gen, die bezig zijn zich te voltrekken, den
blikrichtop God.
De nieuwe 28ste jaargang van het
tijdschrift ,,'t H. Land", opent heden met
een dubbel nummer, waarin pater drs.
J. Eyckeler, Montfortiaan, een beschouwing
geeft over het lijden, in verband met dézen
tijd.
Hij waarschuwt met nadruk voor „een
soort onbescheidenheid, die den ongeduldi-
gen mensch ertoe brengt, Gods verborgen
plannen in het huidige geweldige wereld
gebeuren te willen voorzien. De mensch
wil God waarlijk in de kaart kijken"!
Met een schat van teksten uit de H. Schrift
toont pater Eyckeler aan, dat God nooit
heeft laten profeteeren „ten dienste van de
menschelijke nieuwsgierigheid", doch lou
ter en alleen, om de menschen ernstig te
waarschuwen.
En dan geeft htf een zóó leerrijke ver
handeling over het lijden, gegrond op
Schriftuurteksten, dat wij na de lezing er
van zeer verheugd waren over de mededee-
ling, dat deze verhandeling afzonderlijk
zal worden uitgegeven. Dat is inderdaad
verblijdend. Behalve de vele lezers van het
interessante tijdschrift -,,'t .Heilig Land"
moeten ook anderen hun nut kunnen doen
met deze beschouwing, wier bijzondere ver
dienste het is, dat zij is doortrokken van de
wijsheid uit de H. Schrift, dat zij zulk een
klare logische redeneering opbouwt uit de
lessen van den Bijbel, „lessen van het Chris
tendom, een kostbare gave voor alle tijden",
en dus ook in het bijzonder voor dézen tijd.
Als de schrijver heeft verklaard, dat de
berusting in het lijden tenslotte alleen
wordt gevonden in het inzicht in het hier
namaals: „Hij zal alle tranen van hun oogen
efwisschen. De dood zal er niet meer zijn,
noch geschrei, noch leed!" (Openbaring
21, 4) dan laat hij twee voortreffelijke
slot-hoofdstukken volgen over „Hemel en
aarde" en over „Practisch Christendom".
„Het is waarlijk slechts een kleine kunst,
om uit de Heilige Schriften dér christen
heid een bloemlezing te verzamelen, waar
uit blijkt, dat, hoezeer deze litteratuur ook
naar den hemel georiënteerd is, zij volko
men medewerkt aan den opbouw van onze
aardsche menschelijke samenleving". Al
dus pater Eijckeler, die dan verder met
verscheidene teksten zijn bewering demon
streert. Wij citeeren mede ter illustratie
van wat wij gisteren schreven over de ge
hoorzaamheid aan het gezag waarmede
de'schrijver zijn vele aanhalingen uit de
H. Schrift begint:
„De christen is geen slecht burger, wan
neer hij de lessen van St. Petrus ter harte
neemt:
„Weest onderdanig aan ieder menschelijk
gezag om 's Heeren wil: aan den koning als
opperheer, aan de landvoogden als zijn ge
zanten. Doet het als vrije menschen, niet
als menschen, die de vrijheid als dekmantel
gebruiken voor het kwaad.... Houdt alle
menschen in eere, hebt de gemeenschap
lief; vreest God, eert den koning". (I Pe
tri 2, 13)".
„Daar de mensoh niet weet, wat hij op
aarde verlangen moet of vreezen, moet hij
ook in zijn verlangens tegenover God be
scheiden zijn" aldus de schrijver in een
hoofdstuk „Geen onbescheidenheden". En
wij willen uit dat hoofdstuk het volgende
citeeren:
„Wie in zijn samenspraken met God het
zenuwachtig druk heeft over honderd en
DE „DORUS RIJKERS"
TROTSEERT DE
ELEMENTEN
Bemanning van Zweedsch
schip en drie vlsschers
gered
Op de reede van Den Helder is het
Zweedsche stoomschip „Ossian" aangeva
ren en in zinkenden toestand op den Zuid-
wal gezet. Gistermiddag werden noodsei
nen geheschen, waarop de motorredding
boot „Dorus Rijkers" van de Noord- en
Zuidhollandsche redding maatschappij bij
vliegend stormweer er stond een orkaan
uitvoer onder schipper Koen Bot. Men
slaagde er in de geheele bemanning van
22 koppen aan wal te brengen.
Nader wordt vernomen dat het voor
schip van het Zweedsche stoomschip „Os
sian" lek is geslagen, zoodat dit onder wa
ter zit en de schroef is te zien. Het water
reikt van den voorsteven af tot aan de
brug. Het schip, dat eigendom is van een
reederij te Helsingborg, werd in 1892 ge
bouwd en meet circa 1600 ton.
OP ZOEK NAAR VISSCHERS-
VAARTUIGEN.
Onderstboven liggende boot ontdekt.
Gistermiddag werd de motorreddingboot
„Dorus Rijkers" van de Noord- en Zuid-
Hollandsche Redding Maatschappij in Den
Helder gealarmeerd voor een aantal vis-
schersvaartuigen, die benoorden Wieringen
in nood verkeerden. Tijdens vliegend
stormweer voer de „Dorus Rijkers" uit om
haar gevaarlijken plicht boven de gronden
van de Waddenzee te gaan vervullen. De
stormwind, welke de kracht van een or
kaan had, zwiepte de golven hoog op en
joeg het stuivende water door de lucht.
Nog voor het invallen der duisternis
slaagde de bemanning van de reddingboot
er in, drie man van een in nood verkee-
rend visschersvaartuig over te nemen, het
geen met levensgevaar en zeer groote
moeilijkheden ging gepaard.
Het was inmiddels half donker gewor
den, hetgeen het zoeken naar de andere in
nood verkeerende vaartuigen zeer be
moeilijkte. Na eenigen tijd werd een on
derstboven liggend visschersvaartuig ont
dekt. Schipper Bot achtte het wegens de
een ding van deze wereld, wie naar de kerk
trekt met lijsten van vragen, wie God las
tig valt over wat er morgén en overmorgen
moet gebeuren, die moge zijn ongeduld tem
peren met de gedachte, dat God beter weet
dan hij zelf, wat hij noodig heeft.
Dat wij wenschen en verlangens hebben,
is natuurlijk!
Dat die wenschen en verlangens den
stempel dragen van ons beperkt inzicht, is
vergeeflijk!
Dat wij die wenschen en verlangens
openhartig uitspreken voor God, kan een
bewijs zijn van onze oprechte overtuiging
en ons oprecht vertrouwen in de voorzie
nigheid!
Maar wij moeten in onze wenschen en
verlangens en gebeden nooit vergeten, dat
als wij wisten, wat God weet, wij waar
schijnlijk heel iets anders zouden vragen.
Geen gebed blijft onverhoord in zooverre
het de uitdrukking is van ons vertrouwen in
God.
Maar of God waarlijk zal laten gebeuren,
wat wij wenschen en vragen, daarover zal
Hij ons goddanks niet raadplegen. Daarin
moeten wij inderdaad bescheiden en eer
biedig zijn. Niet Hij zal zich voegen naar
onze inzichten. Maar wij moeten ons trach
ten te vereenigen met zijn aanbiddelijke
inzichten.
Wie trouwens eenige levenservaring
heeft, zal meer dan eens de gelegenheid
hebben gehad, God te bedanken voor het
feit, dat Hij niet gedaan heeft, wat wij vroe
gen, of gedaan heeft, wat wij zoozeer
vreesden".
Zóó populair in goeden zin is deze ge
heele verhandeling geschreven, welke Piet
Gerrits met teekeningen heeft verlucht.
duisternis en het vliegende stormweer
raadzaam, het zoeken naar de andere ver
miste visschersvaartuigen te staken tot het
aanbreken van den dag. Na een zware reis
over de Waddenzee, waarbij de „Dorus"
verscheidene malen in gevaarlijk water
kwam en op banken stootte, werd den
Helder bereikt.
Door deze en andere reddingen is de
dappere bemanning er in geslaagd in het
afgeloopen etmaal een groot aantal zeelie
den veilig aan wal te brengen.
AUTOBUS OP SCHIERMONNIKOOG IN
BENARDE POSITIE.
Auto met beide inzittenden tenslotte in
veiligheid gebracht.
Tengevolge van den hevigen Wester
storm, gepaard aan hoogen vloed, is bij
Schiermonnikoog de landingsdam, waar
de veerboot aanlegt, onder water komen
te staan. De veerboot „Brakzand" kon wel
aanleggen, doch de passagiers konden niet
te voet over den dam. Men is er in ge
slaagd met een autobus de ongeveer twin
tig passegiers van het schip te halen. Toen
men poogde op gelijke wijze de post en
vracht van het schip over te nemen, werd
de motor van de auto nat, zoodat deze af
sloeg en niet meer op gang gebracht kon
worden. De auto staat thans midden in
het water op den dam; in de cabine zitten
twee personen. De roeireddingboot is uit
gevaren om hen te halen, doch de roeiers
hebben een zware taak.
In den loop van den avond zijn eenige
mannen met een touw achter zich over den
landingsdam geloopen. Ondanks de zware
branding slaagden zij erin, het touw aan
de auto te bevestigen. Het voertuig kon
toen gemakkelijk op den wal worden ge
trokken, zoodat de roeireddingsboot verder
geen dienst behoefde te doen.
HOOG WATER TE ROTTERDAM.
DE BINNENSTAD KWAM BLANK TE
STAAN.
In Krallngen luidde de noodklok.
Gisteravond is door den feilen storm het
water in de rivier te Rotterdam zeer hoog
opgeloopen, waardoor de geheele binnen
stad blank kwam te staan. Het verkeer in
het gedeelte tusschen de rivier en de
Hoogstraat, Schiedamschedijk en Oostzee
dijk werd hierdoor onmogelijk gemaakt.
De verbinding tusschen linker en rechter
Maasoever verbrak, omdat het onmogelijk
was de ondergeloopen wegen in het ont
ruimde gebied te begaan. Dit was voor wie
den tocht waagde trouwens bepaald le
vensgevaarlijk omdat de afscheiding tus
schen weg en havens en evenzeer tusschen
de straten en de terreinen en langs de on
dergeloopen kelders onmogelijk te onder
scheiden viel.
In Kralingen heeft de noodklok geluid,
omdat langs den dijk geconstateerd werd,
dat het water 2 cm. boven het noodpeil
was gestegen.
Om 11 uur was het nog hoog water en
gelukkig werd reeds om 10 u. 55 een val
van 5 cm. geconstateerd, zoodat de hoop
gegrond was dat een overstrooming om
Kralingen zou uitblijven.
WINDHOOS TE HONDSELERSDIJK.
Zware glasschade in het West land
Gisternacht is Honselersdijk, gemeente
Naaldwijk, door een windhoos geteisterd.
Op een tuindersbedrijf stortte een waren
huis in en werden eenige kassen vernield,
waardoor aanzienlijke schade ontstond.
Ook elders in het Westland richtte de
storm schade aan en werden ruiten ver
nield en planten beschadigd.
Ook te Loosduinen is voor vele duizen
den guldens verwoest. Op de kweekerij
van den heer Franken gingen plm. duizend
éénruiters aan scherven; op die van den
heer J. D. de Kok geschiedde dit met plm.
zevenhonderd ruiten; bij den heer F. v. d.
Gaag vijfhonderd ruiten; bij den heer J.
van Bohemen eveneens plm. vijfhonderd
stuks.
In Monster werden óp de kweekerij van
den heer Thoen en op die van den heer
Van der Wel de kassen goeddeels vernield.
Er zullen in het Westland weinig kweeke
rij en zijn, waar de storm geen schade heeft
veroorzaakt.
Veel éénruiters waren reeds op stapels
gezet, doch zij werden in alle grilligheid
over de tuinen gestrooid.
Ook schade te St. Pancras.
De storm van den afgleloopen nacht
•heeft groote schade aangericht aan de kas
sen en warenhuizen te St. Pancras. Van
sommige kassen werd een groot aantal
ruiten vernield. De schade bedraagt vele
honderden guldens. Ook sChoorsteenen en
dakpannen moesten het ontgelden.
Maatregelen inzake
vleesch voorziening
Verplichting aflevering van
slachtvee.
Het rijksbureau voor voedselvoorziening
in oorlogstijd deelt mede:
Tengevolge van de vrees voor een even-
tueele vordering, is het aanbod van slacht
vee in de laatste weken zoodanig terugge-
loopen, dat het noodzakelijk is, maatrege
len te nemen om een regelmatige vleesch-
voorziening te verzekeren. Daartoe zal aan
de houders van rundvee de verplichting
worden opgelegd om door bemiddeling van
een handelaar volgens onderstaat schaal,
rundvee voor slachtdoeleinden aan te bie
den. Aanvankelijk zal bij de vaststelling
van het aantal stuks vee dat iedere vee
houder moet aanbieden, uitsluitend wor
den uitgegaan van het aantal stuks melk
en kalfkoeien, mestvee en stieren van één
jaar en ouder, dat volgens de gegevens,
vermeld op de registratiekaart in Novem
ber in zijn bezit was. Deze regeling zal van
kracht zijn tot 28 Februari 1941. Daarna
zal een definiiteve regeling worden inge
voerd waarbij tevens rekening wordt ge
houden met den aard van het bedrijf en
met het aantal dieren, dat in de periode
van 25 November tot 28 Februari gele
verd is. Onder de aan te bieden dieren be-
hooren niet kalveren, rundvee met een le
vend gewicht van minder dan 400 K.G. en
wrakke dieren. Wel zullen deze dieren ook
in het vervolg worden afgenomen. Ken
nelijk drachtige dieren worden niet over
genomen.
Voor de periode welke loopt tot 28
Februari 1941 moeten de navolgende
aantallen geleverd worden:
door veehouders met 59 runderen
.1 rund;
door veehouders met 1014 runderen
2 runderen;
door veehouders met 1519 runderen
3 runderen;
door veehouders met 2024 runderen
4 runderen.
door veehouders met 2529 runderen
5 runderen;
door veehouders met meer dan 29
runderen of gedeelte daarvan telkens
1 rund meer.
Veehouders, die meer dan 1 rund moeten
aanbieden, moeten de helft van het aan
tal geleverd hebben vóór 20 Januari 1941.
Bij oneven aantallen moet daarbij naar bo
ven worden afgerond, zoodat van 3 run
deren vóór dezen datum, 2 runderen moe
ten zijn geleverd, van 5 runderen vóór de
zen datum, 3 runderen, enz. De veehou
ders met minder dan 5 runderen worden
voor de eerste periode vrijgesteld, hetgeen
dit den aard de zaak niet insluit, dat zulks
ook voor de volgende periode het geval
zal zijn. Met leveringen boven het aantal
in het hiervoren aangegeven schema ge
noemd, zal bij de definitieve regeling re
kening worden gehouden.
Ten bewijze dat de levering heeft plaats
gevonden, zullen de veehouders bij de
landbouw-crisis-organisaties de afrekenin
gen der Nederlandsche veehouderijcen
trale moeten inleveren. Afrekeningen van
vee, geleverd op of na 25 November, die
nen overeenkomstig hetgeen daaromtrent
reeds eerder is gepubliceerd als bewijs dat
levering heeft plaats gevonden, mits het
vee aan de bovenvermelde ieschen heeft
voldaan. Voor vee dat op of na 25 Novem
ber 1940 voor uitvoer geleverd is, zullen
door de Nederlandsche veehouderij-cen
trale leveringsbewijzen worden afgegeven.
Deze leveringsbewijzen hebben dezelfde
waarde als de rekeningsbewijzen.
De aandacht wordt er op gevestigd, dat
de thans geldende prijzen voor slachtvee
in geen geval verhoogd zullen worden bo
ven de thans geldende schaal, daar er een
regeling is getroffen, dat nu al het slacht
vee bij de centrale moet worden aangebo
den.
Een stipte uitvoering van dit leverings
plan is noodzakelijk, om het economische
gebruik van de aanwezige voedermiddelen
voor de melkverzorging in de wintermaan
den te verzekeren en om in de voorjaars
maanden als er weer voer beschikbaar is,
den veestapel te kunnen sparen.
Door het opheffen van de teeltregeling
en het niet bestemmen voor de slacht van
vrouwelijke graskalveren is de mogelijk
heid geschapen, om in het algemeen den
veestapel op peil te houden door toevoe
ging Vein jongvee.
BOTSING TUSSCHEN AUTOBUS EN
MILITAIRE AUTO.
NEW YORK, 7 Dec. (D. N. B.). Te Lan
caster (Californië) zijn bij een botsing tus
schen een militaire vrachtauto en een
autobus met schoolkinderen, drie soldaten
gedood. Drie andere soldaten en dertien
kinderen werden gewond.
BIOGRAFIE.
Wy lezen zoo nu en dan wel eens in
de krant de geschiedenis van een le
ven, bijvoorbeeld als er een mensch
gestorven is, wiens leven iets betee-
kend heeft in een kleiner of grooter
gedeelte onzer maatschappij.
Zoolang deze geschiedenis van een
leven bestaat uit het opsommen van
een aantal data is het een onschuldig
en zelfs niet al te hoovaardig bedrijf.
Maar zoo gauw men van de feiten af
stapt en overgaat tot het componee-
ren van een loflied, stemt het mij tot
nadenken.
Dan sla ik altijd aan het filoso
feeren.
Dan denk ik aan de beschreven en
luide geprezen grootheid van dezen
mensch; ik vraag mij af of hij waarlijk
in zijn diepste innerlijk wel zoo groot
was. Want ieder die diep in zijn bin
nenste ziet, moet zich wel klein voe
len. Al kan in die kleinheid, indien
zij oprecht is, weer grootheid schui
len. Menschelijke grootheid dan, wat
weer heel iets anders is dan grootheid
op zich.
Ik denk er dan aan, dat heel ons in
nerlijk leven niets anders is dan pro-
beeren een weinig goeds te bereiken.
Dat wij dien moeizamen weg begin
nen moeten met het vergaren
stukje voor stukje van wat zelf
kennis, voordat wij kunnen beginnen
aan zelfverbetering. Juist zooals de
abstracte wetenschap vooraf moet
gaan aan de toegepaste. Als ik een
biografie lees, een document van trots
soms, dan denk ik er wel eens aan,
dat iedere biografie feitelijk in vijf
woorden kan worden samengevat:
Video meliora proboque, deteriora se-
quor. Dat beteekent: Ik zie het goede
en streef daarnaar, maar ik volg het
kwade. Men kan het ook huiselijker
zeggen: de weg naar de hel ligt ge
plaveid met goede voornemens.
En soms denk ik daar wel eens over,
als ik de biografie lees van een doode.
DE VERGOEDING VAN OORLOGS
SCHADE.
Uitkeeringen bijdragen voor bedrijfs-
toerustingen en voorraden in contanten,
zonder verdere verplichtingen.
Naar aanleiding van vragen, welke voor
namelijk in handelskringen zijn gerezen
omtrent de wijze, waarop de vergoedingen
voor oorlogsschaden, voorzoover deze be
trekking hebben op bedrijfstoerustingen,
daaronder begrepen machines, toestellen en
gereedschappen, voertuigen enz., en op be-
drijfs- en handelsvoorraden, zullen worden
vergoed, vernemen wij van de zijde van het
departement van Financiën het volgende:
Het besluit op de materieele oorlogsscha
den stelt alleen voorwaarden ten aanzien
van de uitkeering der vergoedingen, voor-
zoover deze betrekking hebben op huisraad
en onroerende goederen. Met name zullen
bijdragen voor schaden aan gebouwde
eigendommen eerst worden uitbetaald,
naar gelang de besteding voor herbouw ver
zekerd is. Ten aanzien van bedrijfstoerustin
gen en bedrijfs- en handelsvoorraden bevat
het besluit zoodanige bepalingen niet. De
bijdragen voor verloren gegane of bescha
digde toerustingen en voorraden worden
derhalve, zonder dat daaraan verdere voor
waarden ten aanzien van heraanschaffing
worden verbonden, in contanten uitgekeerd.
De uitkeering zal evenwel eerst geleide
lijk kunnen plaats vinden, naar gelang de
onderzoekingen der schade-enquête-com
missies naar den omvang der schaden vor
deren.
Ten aanzien van bedrijfstoerustingen en
voorraden kan een dergelijk standpunt
worden ingenomen, omdat tot bedoelde her-
aanschaffing vanzelf zal worden overge
gaan, daar bedrijfspanden als fabrieken,
handelshuizen en winkels, welke moeten
worden herbouwd alvorens de bijdragen
wegens het verlies dier panden worden
uitgekeerd, zonder zoodanige uitrustingen
niet aan htm doel zouden beantwoorden.
Nu het besluit met betrekking tot de
vergoeding voor oorlogsschade is afgeko
men, wordt van bevoegde zijde de aan
dacht van het publiek er op gevestigd, dat
weliswaar de administratieve voorberei
dingen zich in een gevorderd stadium be
vinden, doch dat de voltooiing van dit zeer
omvangrijke werk nog eenigen tijd zal ver
gen. In verband hiermede wordt de mede
werking van het publiek ingeroepen de
taak van de schade-enquete-commissies
niet onnoodig te verzwaren door het doen
van verzoeken omtrent voorrang bij de be
handeling van schadegevallen, e.d. Men
kan zich er van overtuigd houden, dat te
bevoegder plaatse volledig begrip bestaat
voor de moeilijkheden, waarin een groot
deel van de getroffenen zich nog steeds
bevindt. Tenslotte wordt de aandacht er
op gevestigd, dat de arbeid der stichtin
gen en andere instellingen,-1 welke zich met
de verleening van credieten bezig houden,
onverminderd voortduurt.