HUrlita 3tet g&ótag& tuchtaffenóief Duitsch-Roemeensche samenwerking i'Hiiirs ONDANKS WOLKEN EN NEVEL Helpen is goed, maar... £en OlaemeztiAxJï tienjcvtetiplan Voedselproblemen in België DONDERDAG 5 DECEMBER 1940 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD rAG. 5 WAAROM MIJN LAMP KEUKENLAMP IS ERUIT GFORAAID?j(^^,g mampen Stroom bezuiniging behoeft niet te leiden tot een «omber, slecht verlicht hui». Vervang Uw lampen door Philipslampen en U bespaart ter stond tot 20% op Uw stroom, zonder dat U zichzelf aan licht tekort doet! Honderdmaal luchtalarm AANVALLEN OP ZUID-ENGEL AND De zware grondnevel, die'boven het En- gelsche eiland hing, alsmede het zware wol kendek dat op verschillende hoogten een dichten sluier legde over het landschap en het kanaal, hinderden het Duitsche lucht- wapen slechts irn beperkende mate bij de gebruikelijke groote aanvallen in den afge- loopen nacht op de Engelsche industrie- en havencentra. De van Duitsche zijde in actie zijnde vliegtuigen konden hun doelen in Zuid- en midden-Engeland zonder uitzon dering bereiken en vooral, zooals reeds ge meld, in Londen en Birmingham opnieuw zware schade aanrichten. De Engelsche luchtdoelartillerie en de afweer door mid del van nachtjagers, kwamen in het geheel niet in actie. Op 3 December en in den nacht van 3 op 4 December leed het Duitsdhe ludhtwapen geen enkel verlies. In den loop van gisteren vielen de Duit- gche gevechtsvliegtuigen een aantal voor den oorlog belangrijke doelen in Zuid-En- geland aan. In de eerste plaats werden ver- keersinstallaties, vliegvelden en industrieele gebouwen door de Duitsche vliegtuigen ge bombardeerd. De belangrijke spoorweg van de Southern Railway, DoverCalais, werd bij Town- bridge door zware treffers op de spoorbaan omgewoeld en voor het verkeer onbruik baar gemaakt. Op een andere spoorlijn werd een naar Midden-Engeland rijdende troe- pentrein, die reeds van groote hoogte uit aan zijn zware bepantsering te herkennen was, in een duikvlucht dusdanig goed ge troffen, dat de drie laatste wagons uit de rails werden geslingerd en het voorste ge deelte van den trein in brand geraakte. Fabrieken bij Brighton en Gratham wer den eveneens door goed gemikte bomtref- fers gedeeltelijk vernield en in brand ge stoken. Ook verscheidene vliegvelden wa ren het doel van andere golven Duitsche bommenwerpers. Op een van deze vlieg velden kon een aantal bommen midden in de hangars geworpen worden. Twee voor de hangars staande vliegtuigen werden hier bij vernield. FRONTBERICHT VAN HET D.NJB. Het frontbericht van het D.N.B. luidt als volgt: De Duitsdhe tegenblokkade, die de Brit sche oorlogvoering sinds lang moeilijkhe den berokkent, maakte snelle vorderingen. Het weermachtbericht, dat gisteren nog pas het tot zinken brengen van ruim 160.000 ton scheepsruimte der vijandelijke koop vaardij kon melden, kan vandaag reeds het in den grond boren bekend maken van nog zes gewapende koopvaardijschepen van in totaal 31.500 ton. De Duitsche serie-succes sen bij het tot zinken brengen van Engel sche koopvaardijtonnage vermeerderen zich. In de nachten op 19 en 20 October brach ten twee gezamenlijke aanvallen van Duit sche duikbooten alleen 44 koopvaardijsche pen met een inhoud van 327.000 ton tot zin ken. Op 8 November brachten Duitsche op pervlakte strijdkrachten een vernietigende slag toe aan een Britsch convooi op den Atlantischen Oceaan, die den Engelschen 36.000 ton met waardevolle lading koste. Nu komen gisteren en vandaag berichten over nieuwe groote successen in den strijd tegen de'Britsche scheepvaart, welke den uiterst gespannen revitailleeringstoestand van Engeland nog moeilijker maken. Ook het Duitsche luchtwapen was op 3 December bij een aanval op Engelsche scheepsdoelen succesvol. Bij de actie van den Duitschen verre-afstandsbommenwer per, die een koopvaardijschip van 4900 ton, welke in een beveiligd convooi voer, tot zinken bracht, is het tooneel der stoutmoe dige gevechtshandelingen bijzonder opmer kelijk. Dit ligt 400 K.M. ten Noord-Westen van Ierland, dus midden in den Atlantischen Oceaan, zoodat de geweldige actieradius van Duitsche verre-afstandsbommenwerpers op nieuw drastisch bewezen is. Ook Bristol heeft een nieuwen grooten aanval van het Duitsche luchtwapen be leefd. De eerste massale aanval van Duit sche gevechtsvliegtuigen was pas acht da- gne geleden, in den nacht van 24 op 25 November ondernomen. Tusschendoor wer- dnchepzonasttoriotercaliqk Ztiders antgcrt den er verscheidene afzonderlijke aanvallen gedaan, waarvan alleen herinnerd moge worden aan de bombardementen op de Spitfirefabrieken en op de voorhaven van Bristol, Avonmouth. Bristol is dus sindsdien niet meer tot rust gekomen. Opmerkelijk zijn de verwijzingen in het weermachtbericht naar de aanvalstactiek, die door de in den strijd geworpen forma ties is toegepast. De weersomstandigheden waren over het algemeen slecht. Toch nam men niet zijn toevlucht tot het hulpmiddel der koppelnavigatie volgens radio-peiling. De vleigtuigen daalden integendeel door de onderste wolkenlaag heen tot zij zicht op den grond kregen en daardoor kon de beste positie voor de treffers op de opgedragen doelen verkregen worden. Talrijke waarne mingen beevstigen de verschrikkelijke ge volgen. Twee brandhaarden van elk een vierkanten kilometer omvang konden in de havenwijken gezien worden. Daartusschen brandden lange reeksen pakhuizen en ander afzonderlijke objecten. HET LUCHTALARM TE LONDEN. De Londensche correspondent van een Zweedsoh dagblad, die een statisitek heeft bijgehouden van de keeren, dat luchtalarm is gemaakt in de Engelsche hoofdstad, komt tot het resultaat, dat in November het cen trale Londen ongeveer 100 maal luchtalarm heeft beleefd met in totaal ruim 300 uur, d.w.z. 12 tot 13 volle dagen luchtalarm. Het aantal malen, dat in October luchtalarm werd gemaakt, was nog veel grooter, aan gezien in November de aanvallen van het Duitsche luchtwapen zich over Engeland hebben vertakt. WEER BRITSCH CONVOOI AANGEVALLEN. Een groot convooi, waarvan de schepen onderling op grooten afstand voeren, be staande uit achttien koopvaardijschepen en beschermd door verscheidene torpedojagers is, naar het D.N.B. verneemt, door Duitsche lange-afstandsbommenwerpers met succes aangevallen. Het convooi, dat zich ongeveer op 400 kilometer ten Noord-Westen van Ierland in den Atlantischen Oceaan bevond en in de richting van de Schotsche kust voer, werd door den aanval van de Duit sche bommenwerpers uiteen geslagen en voor een deel zwaar beschadigd. Een koop vaardijschip van 4900 b.r.t. kreeg een vol treffer en werd tot zinken gebracht. RADIOREDE VAN ELLIOTT. De Britsche oud-minister van gezondheid, sir Walter Elliott, heeft Woensdagavond voor de Engelsche radio gesproken. Naar hij verklaarde, had hem bij de jongste Zondagsche radiotoespraak van den Britschen schrijver Priestley vooral de op merking van Priestley getroffen, dat het Britsche volk op het oogenblik innerlijk een groote verandering ondergaat. Dat is waar, zoo zeide Elliott, doch men mag niet vergeten, dat een volk, waarop zulk een last drukt, niet eeuwig en ook niet voor langen tijd in een toestand van geestdrift kan blijven. Aan den anderen kant is het ook verkeerd, wanneer er thans lieden in Engeland rondloopen, die in gesprekken met bekenden en vrienden al datgene neer halen, wat Engeland vroeger heilig geweest is. Deze menschen zeggen volkomen open lijk, dat datgene, wat Engeland zich van dezen oorlog gedroomd heeft, niet in ver vulling is gegaan. De houding van deze Engelschen, verklaarde Elliott, is niet slechts verwerpelijk, zij schaadt ook het geheele land. H. Schokker is benoemd commissar» voor de prijzenregeling (Foto Schimmelpenningh) WAAR BLIJFT DE BETALING? Van toonaangevende zijde te Washington verneemt Associated Press, dat de minis terconferentie van Dinsdag betrekking had op de kwestie der financiering van de Engelsche inkoopen in de Vereenigde Sta ten. De beraadslagingen betroffen niet cre- dieten voor Engeland, maar het Engelsche te goed in de Vereenigde Staten en de vraag, voor hoever dit te goed het vol gend jaar een dekking zou vormen voor de toeneming van de waarde der Engel sche bestellingen, die op IK milliard dol lar geschat wordt. De geheele kwestie is een vervolg op de uitlatingen van lord Lothian over Enge- lands behoefte aan crediet. Men vermoedt ook, dat de regeering der Ver. Staten voornemens is, aan de door de Engelschen aangekondigde financieele missie, die zal worden belast met een onderzoek naar het Britsche tegoed in Amerika, een Ameri kaansche missie toe te voegen, vooral om dat een aantal Congresleden inlichtingen over dit onderwerp heef^ verlangd. Ook de Amerikaansche industrie heeft na de verklaringen van Lothian groote belang stelling voor den werkelijken financieelen toestand van Engeland. In het bijzonder de vliegtuigfabrikanten willen gaarne weten, of de millioenen, welke in de nieuwe fabrieken belegd zou den worden, loonend zullen zijn en of het aannemen van nieuwe bestellingen verant woord is. Bij de bevolking, die zich de on betaalde Engelsche schulden herinnert, be staat nog altijd tegenzin tegen nieuwe leeningen. Ook vraagt menigeen Zich af, wat er van den Amerikaanschen uitvoer zal worden, indien Engeland, zooals men heeft laten doorschemeren, den invoer van Amerikaansche goederen, welke niet van belang voor den oorlog zijn, met 60 procent zou beperken. „International News Service" meldt, uit gewoonlijk betrouwbare bronnen te Was hington vernomen te hébben, dat de En gelsche regeering besloten heeft, haar po gingen om credieten in de Ver. Staten te verkrijgen, voorloopig althans op te geven. Dit besluit zou aan twee factoren zijn toe te schrijven: 1. De koele ontvangst der voorstellen voor credieten te Washington, en 2e. de bezorgdheid een slechten indruk op het Amerikaansche volk te maken. Ook andere overwegingen hebben tot het be sluit der Engelsche regeering,bijgedragen, n.l. het onvermogen, de regeeringsambte- naren in Washington van de noodzakelijk heid der credietverleening te overtuigen zoolang Engeland weigert investeeringen in de Ver. Staten en Zuid1-Amerika te li quideeren. De voornaamste oorzaak der Britsche moeilijkheden in Washington is de schuld uit den wereldoorlog en de enorme waarde van het Engelsche bezit in Noord- en Zuid-Amerika. DUITSCHLAND EN DE ARABISCHE LANDEN. Den laatsten tijd heeft Engeland in de Arabische landen de bewering in omloop gebracht, dat de spilmogendheden het voor nemen hebben de Arabische landen te be zetten en te houden. Om deze propaganda tegen te gaan en de Arabische landen op heldering te geven omtrent de Duitsche politiek jegens hen, heeft de Duitsche re geering per radio in de Arabische taal de volgende verklaring doen verspreiden: „Duitschland, dat steeds vervuld is ge weest van gevoelens van vriendschap voor de Arabieren en den wensch heeft, dat zij gedijen en gelukkig worden en de plaats zullen innemen onder de volkeren der aarde, welke in overeenstemming is met hun historische en natuurlijke beteeken is, heeft van oudsher den strijd der Arabische landen tot verwerving van him onafhan kelijkheid met belangstelling gevolgd. De Arabische landen kunnen ook in het ver volg bij hun streven om dit doel te berei ken, op de volle sympathie van Duitsch land rekenen. Bij het afleggen van deze verklaring is Duitsohland in volkomen overeenstemming met het verbonden Italië." ONGEREGELDHEDEN OP MARTINIQUE Volgens een bericht uit Fort de Fransche hebben zich in verschillende plaatsen op het eiland Martinique ernstige ongeregeld heden voorgedaan als gevolg van het stij gende broodgebrek. De bevolking bestorm de bakkerswinkels, zoodat militairen tus- schenheide moesten komen om de orde te herstellen. Het gebrek aan brood is veroor zaakt, doordat de uit de Ver. Staten ver wachten meelleveranties uitgebleven zijn. PROTOCOL GISTEREN ONDERTEEKEND WAT HET BEHELST. De laatste weken zijn te Berlijn om vangrijke Duitsch-Roemeensche ceono- mische onderhandelingen gevoerd, waarbij de richtlijnen getrokken zijn voor de economische samenwerking na de hervorming der politieke verhou ding tusschen beide staten. De getroffen regelingen zijn gisteren onderteekend. Van deze overeenkomsten is het belang rijkst een protocol nopens de Duitsch-Roe meensche samenwerking bij de uitvoering van een Roemeensch tienjaar-plan. Dit luidt als volgt: Met het doel, door een veelomvattend tien jaar-plan den economischen opbouw van Roemenië te bewerkstelligen, heeft de koninklijke Roemeensche regeering zich tot de Duitsche regeering gewend om haar on dersteuning en medewerking bij de uitvoe ring van dit plan. De Duitsche regeering verklaart zich be reid, haar technischen en financieelen steun voor den opbouw van Roemenië op alle ter reinen van het economisch leven te ver schaffen. Voor de practische uitvoering van deze overeenkomst zijn de beide regeerin gen voorloopig het volgende overeen geko men: 1. Duitschland stelt voor den duur van het tienjaarplan doorloopend op bijzondere voorwaarden en op langen termijn de om vangrijke credieten beschikbaar, die voor de uitvoering van het plan noodzakelijk zijn. 2. De reeds bestaande samenwerking op het gebied van land- en boschbouw ter in- tensiveering en verbetering der productie wordt voortgezet. Duitschland zal tot dit doel in het kader van de toegestane cre dieten aanzienlijke leveranties van werk tuigen en machines voor de ontwikkeling van den Roemeenschen landbouw doen en de noodzakelijke installaties voor droogleg ging en bevloeiing van landbouwgebieden beschikbaar stellen. 3. Om de industrieele productie van Roe menië in het kader van de economische re organisatie van Europa volgens een vast plan te bevorderen zal Duitschland in sa menwerking met de Roemeensche nijver heid en in overeenstemming met het tien jaren-plan zijn technischen en financieelen steun beschikbaar stellen. 4. In het kader van het tienjarenplan zal Roemenië het Roemeensche verkeerswezen, te weten zoowel het spoorweg- en wegen net als de olieleidingen uitbreiden in over eenstemming met de natuurlijke afzet. Duitschland zal in het kader van de be doelde credieten de omvangrijke leveran ties verzorgen, die voor de uitvoering van dit plan noodig zijn. 5. Duitsohland verklaart zich bereid, om boven en behalve de credieten op langen termijn na voorafgaande overeenkomst met de Roemeensche regeering en op de in deze overeenkomst vastgestelde voorwaarden nopens de samenwerking van Duitsch en Roemeensch kapitaal ook kapitaal beschik baar te stellen voor uitbreiding van de Roemeensche industrie en het bank- en credietwezen op den grondslag van econo mische samenwerking tusschen particulie ren. 6. De Duitsche regeering stelt agrarische, industrieele en andere deskundigen op ver zoek van de Roemeensche regeering tot haar beschikking. 7. De beide regeeringen zullen er bij de organisatie van de handelspolitieke betrek kingen tusschen de beide landen op bedacht zijn, dat de Duitsche markt verzekerd blyft als een veilig afzetgebied voor de Roemeensche producten met behoorlijke prijzen, die onafhankelijk zijn van econo mische crises en dat de beteekenis van de Roemeensche markt voor het handelsver keer met Duitschland verder uitgebreid wordt. 8. De beide regeeringen constateeren met tevredenheid, dat de Duitsch-Roemeensche samenwerking op alle gebieden reeds be gonnen is. Zij zijn besloten de vruchtbare voortzetting van deze samenwerking in het belang van de beide volken te verzekeren. BROOD EN AARDAPPELEN HET VOORNAAMSTE Bij al onze eigen distributie-problemen is het interessant na te gaan hoe het elders is gesteld. Voor wat België betreft heeft de heer de Wintere sec.-gen. van het ministerie van Landbouw en Volksvoeding, in verschillende centra de burgemeesters der omliggende gemeenten bijeengeroepen en tot hen een rede gericht, waaruit wij het volgende overnemen: „Zooals u weet, hangt België, zelfs in normalen tijd, voor heel wat onontbeerlijke voedingsstoffen en goederen, van den vreemde af en meer bijzonder voor onze behoeften in graan, veevoeder, vetstoffen en oliehoudende producten. Op heden staan twee voedingsvraagstuk ken vooraan: namelijk brood en aard appelen. Hoe staan we ervoor wat broodgraan be treft? In normalen tijd verbouwden wij in het geheel ongeveer 900.000 ton tarwe en rogge. Daarbij voerden wij voor ons verbruik in: 1.200.000 ton tarwe en 250.000 ton rogge, deze laatste bestemd voor veevoeding. Dit jaar beschikken we uit eigen oogst voor broodbereiding over hoogstens 450.000 ton tarwe en rogge. Onze behoeften op grondslag der rantsoeneering bedragen echter 750.000 ton. Een tekort van onge veer 300.000 ton moet dus worden aan gevuld. Wij blijven uitsluitend, aangewezen op onzen eigen oogst. Aldus is het U duidelijk, waarom u nieu we onderrichtingen werden gegeven, om binnen den kortst mogelijken tijd het 2e derde van den broodgraanoogst in te leveren. De moeilijkheid met de voedergranen Js dezelfde als voor het broodgraan. De be hoeften waarin dient voorzien door de levering van haver en gerst, zijn al even dringend. Ook hier bestaat de invoer, waarop wij vroeger konden rekenen, practisch niet meer. Hoe staan we ervoor wat de aardappelen betreft? Wij, weten allen, dat de oogst van dit jaar, indien hij de drie millioen ton van een normaal jaar niet bereikt, nochtans voldoende is om de behoeften te dekken, die, rekening gehouden met de rantsoe neering, op 1.600.000 ton geschat worden. Dus op ongeveer de helft van een normale oogst. Het staat vast, dat de oorzaak van het tekort hoofdzakelijk dient gezocht bij de producenten, die him waar inhouden en weigeren ze ter beschikking van de aan genomen handelaars te stellen. Als jam merlijk gevolg van een ongerechtvaardig de paniekstemming onder de verbruikers, stellen wij vast, dat de aardappel thans het product is, waarvan wij het gemis het scherpst aanvoelen, terwijl het ongetwij feld het voedingsproduct is, dat wij het minst zouden ontbeerd hebben, indien de bevolking blijk had gegeven van meer ge zond verstand en koelbloedigheid. Zoowel voor het graan als voor de aard appelen, zal het pleit meteen gewonnen zijn, wanneer ieder van u krachtdadig alles in het werk stelt en de ontvangen onder richtingen toepast met den vasten wil het beoogde doel te bereiken. Onze behoefte aan graan diene aange- de behoeften van onze bevolking te voor zien. Onze behoefte aan graan dienen aange vuld door den invoer. Te dien einde zijn sedert ettelijke maanden onderhandelingen aan den gang. Wij kunnen slechts op den invoer rekenen voor zoover wij vooraf onzen eigen graan- en aardappeloogst op gehaald hebben. Thans moeten wij ons allen zonder uit zondering een grenzelooze krachtsinspan ning getroosten. Het hangt van u af, dat onze bevolking aardappelen heeft. Het hangt van u af, dat onze bevolking niet te weinig brood heeft. Het land vraagt u dat gij uw gezag en uw invloed zult aan wenden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1940 | | pagina 5