Een rede van den Rijkscommissaris, Rijksminister Seyss-Inquart De Gouden Sleutel MAANDAG 25 NOVEMBER 1940 DE LE1DSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. A HET BEZOEK VAN DEN RIJKS COMMISSARIS AAN ZUID-LIMBURG, Tijdens het te Maastricht geheugen „richtfest" ter gelegenheid van de vol- tooiing van den bouw van het nieuwe dienstgebouw van zijn gevolmachtigde voor de provineie Limburg, heeft de rijkscommissaris een redevoering uitge sproken, waaraan h§t volgende is ent* leend: Wij houden een „richtfest". Het is een oud gebruik van onze voorvaderen. Wan neer een bouwwerk gereed was, kwamen npg eenmaal allen bij elkaar, foen later de kapitalistische orde kwam, is dit gebruik in vergetelheid geraakt. Want toen werd het werk niet meer ge daan om der wille van het werk, maar de arbeid was, zooalg iedere andere waar, te koop. De eene *=- dat is de ondernemer traentte zooveel mogelijk arbeid voor wei nig geld te koopen, de ander trachtte zijn arbeidskracht zoo duur mogelijk te ver- kopper. Het resultaat was de klassenstrijd. Geld niet het belangrijkste begrip voor den menpeh, Het essentieele begrip voor den mensch is de arbeid. De arbeid ia het groote „kapitaal", zooals wij het willen npemen. dat ons de natuur of de aehep® ping of God heeft geschonken. En daar om, kameraden, zooals ik u thans allen wil noemen, moeten wij anders gaan denken, onze gedachten moeten zich van het geld afkeeren, Wij in Wuitsehland doen dat. Wij stellen den arbeid van den mensch en den arbeidenden mensch in het middel punt van ons geheple leven. Thans zult gij welljeht begrijpen, waar om wij juist in de werkloosheid een onge- luk zien, Niet omdat men dan uit de be groeting van den staat ondersteuning meet betalen, maar omdat dit bijzondere goed van den mensch niet wordt gebruikt. Dit is de belevenis die wij thans in Dujtschland nebben. Ik zeg dit op dat ook gij, Nederlanders, deze belevenis zult krij gen. Het is bij ons niet zoo, dat wij de goede repepten, die wij hebben, alleen voer ons zelf willen houden. Tegenover u in ieder geval niet. Tegenover u geven wij de beste recepten rustig, want wij wen- schen dat p ,k gij een ?eer hecht aaneen gesmeed geineenschapsvolk zult worden, waarbij de eer van den arbeid en ook de eer van het bloed op den voorgrond zal staan. Wij, het Duitsehe volk, hebben ons her* vonden. Wh willen nooit meer iets als het internationalisme. Wy hebben 1914 be leefd en 1918. Niemand is voor ons opge staan, toen na valsche voorspiegelingen het dictaat van Versailles werd gesloten en al les wat vroeger gesproken had over we reldverbroedering heeft zich op ons ge worpen. Wh waren uitgeleverd. Wh ston den aan den rand van den afgrpnd en toen heeft God ops een man gegeven, zij het ook den grpotsten, die ons Duitsehe volk ooit ter wereld heeft gebracht, onzen Fuehrer, Adolf Hitler. Teen hebben wij geleerd, dat het belang rijkste het volk is en de gemeenschap van het volk. Wij blijven niet in de gemeen schap staan. Wh weten, dat deze gemeen schap is ontsproten uit gemeenschappe lijk bloed en wij weten dat dit bloed een nog groptere ruimte vult, dat is de ruim* te der germaansche volkeren. En wh voe* len de bijzondere verantwoordelijkheid voor deze volkeren van germaansch bloed. Wij willen onze ervaringen niet voor ons zelf houden. Of gij er gebruik van wilt maken is uw zaak, maar wij willen, wat wij aan erva ring verworven hebben, u ter beschikking stellen, daar wij niet willen, dat ook gij dezen bitteren weg moet gaan, en daar wij wenschen, dat gij deel zult hebben aan deze greote inzichten, die wij in den bitter- sten strijd hebben verworven. Daarom zeg ik u: ook vepr U geldt de per van het bloed en de eer van den arbeid. Ik bekend volkomen open, d?t wat wjj u vooreerst brengen, beperkingen zijn, Het is yolkpmen jyigt, dat gij vroeger voor September 1939 en ook voor Mei 1940 uiter-. Jiik hater hebt geleefd, Maar gij weet ook dat wy opi ons bestaan strijden en daarom rr.ag ons de duur van dezen strijd niet Si" schrikken. Wij" stellen ons er daarom op in, dat deze oorlog neg jarenlang kan duren, Maar wij zullen nooit meer toegeven, De geschiedenis heeft ons slechts eenmaal zwak gezien in 1918. Daarom schakelen wij ons thans om op deze levenshouding, ppdat wjj volhouden, hoelang de oorlog ppk moge duren. Dat beeft tengevolge dat wij juist u, den arbeiders, niet datgene kun nen brengen, wat wij willen, maar dat wij zeggen moeten: deze lotsgemeengchap be gint met beperkingen. Wanneer gij terugdenkt aan do jaren 1917 en 1918, zult gij constgteeren, dat gij toen onder nog veel moeilijker omstandigheden hebt geleefd dan thgn§ en toen waart gij niet betrokken in deze groote gebeutenis. Gij hebt toen den tijd doorstaan en ik ge loof dat d§ nuchtere nadenkende Nederlan der zich in zijn houding niet door deze uiterlijkheden zal laten beïnvloeden, Gh kunt er echter verzekerd van gijn, dat gij op geen enkele wijze Slechter guit leven dan het Duitsehe volk, dat het pp zich neemt te strijden voor een betere toekomst- Het gaat er om, of de 85 mil- lioen Duitschers in de toekomst kunnen leven en niet afhankelijk zijn van de wil lekeur van anderen. Wanneer in dezen strijd om het bestaan het lot zich ook tot u gewend heeft, moet gij dit voor oogen houden; het gaat hier om het bestaan van een volk van 85 millioen menschen, die natuurlijk niet zullen ondergaan in dezen strijd, omdat de Nederlanders niet betrok ken willen worden in de wereldgeschiede nis. Dat kunt gij van ons niet verwachten, Dat gij dit lot, dat deze 85 millioen Duit sehe menschen voor zich bevechten, ka* meraadschappelijk guit deelen, dat ver klaar ik en dat is ook de opdracht, die ik van den Fuehrer gekregen heb. Wij hebben hier uitstekende menschen gevonden, die van germaansch bloed zijn. Zij gijn thans in hun leidende lagen voor een deel tegen ons en voor Engeland. Dat staat hiermede in verband, dat gij een groot koloniaal rijk hebt, dat gij zelf met uw negen millioen niet kunt verde digen en voor welks verdediging gjj meen de u te moeten verlaten op de Engelsehe vloot. Maar het volk is een germaansch volk en daarop letten wij. Waar het gaat om de belangen van het Duitsehe rijk, moet ik hard blijven en daar moogt gij ook in de toekomst mij geen verwijten van maken, Het is echter opdracht van den Fuehrer, zorg te dragen voor het Nederlandsche volk en daarmede is alles gezegd. Een opdracht van den Fuehrer is voor ons het hoogste gebod maar deze zelf is voor ons ook een harte- wensch. Wij willen de groote lotsgemeen- schap der germaansche volkeren opbou wen, opdat onze kinderen eenmaal geluk kig zullen kunnen leven. Het is volkomen verre van mij, poli tieke propaganda te maken. Welk politiek besluit gij neemt, is uw eigen aangelegen heid. Wij moeten ons daartegenover ons stan.dpunt voorbehouden. Toestanden die den lOen Mei konden doen ontstaan, zul len wij niet dulden. Hoe gij overigens han delt, is uw zaak. Wat v/lj willen is u een levend voorbeeld geven van de gemeen schap van een volk. Dat een deel van het Nederlandsche volk niet begrijpt waarom het gaat, moge de tijd goedmaken. Eén ding kunnen wij echter niet vergeten en dat is dat de Fuehrer in uw Nederland sche dagbladen is bespot. Dat heeft ons pijn gedaan en dat kunnen wij niet dulden, want wij staan in voor onzen Fuehrer. Gij zelf echter hebt niet kunnen inzien wat voor Radio-programma DNSDAG 26 NOVEMBER 1940. HILVERSUM I, 415 RL Nederl. program ma. AVRO. 8.00 Nieuwsberichten ANP-, gramofoonmuziek 10.00 Morgenwijding 10,15 Gramofopnmuziek 10.30 V§0? de V?ouw 10.35 Ensemble Amende 11,00 Wenken VQOP de huishouding 11,20 En semble Amende en gramofoonmuziek 12.15 De jonge acht en soliste -*-* 12.45 Nieuws- en eoonpmisehe berichten ANP. =- Cyclus „Uw hond en de mijne" 1.05 AVRQ-Salonorge§t 2.00 Cyclus „In de schijnwerper" 2.15 Pianoveordraoht 2.40 Cellovoordracht (gr.pl.) 3.00 Caba- retprogramma 4.00 Omroeporkest en so list5.15 Njeuws- en economische en beursberichten ANP, 5.30 AVRO-Amuse mentsorkest en solist 6.15 Gramofoonmu ziek met toelichting 6,45 Lezipff ,,Onze opdracht" 7.007.15 Vragen van den dag en nieuwsberichten ANP., sluiting. HILVERSUM II, 801 M, KRO. 8 00 Nieuwsberichten ANP. 8.15 Wij beginnen de dag 8,30 Gramofoonmuziek 11.30 Godsdienstig halfuurtje 12,00 Gramo foonmuziek "=-= 12.15 Geza Kjss en zijn Hoïl- garseh orkest -=» 12.45 Nieuws- en econo mische berichten ANP, l.QQ Gram of en- muziek 1.15 Geza Kiss en zijn Bon- gaarsch orkest 1.45 Gramofoonmuziek 2.00 Vrouwenuurtje 3,oo Pianovear- dracht 3,15 Gramofoonmuziek 3.30 Pianovoordracht 3.45 Gramofoonmuziek -** 4.00 KRO-Bymphonie-orkest -* 4,45 „Wij en on2e tijd: Economisch-sociale verhou dingen", vraaggesprek. 5.00 VPRO: Jeugduitzending 5.15 Nieuws-, econo mische* en beursberichten ANP. 5.30 Gramofoonmuziek 5,45 Cabaretprogram ma 6.45 Lezing „Onze opdracht" 7.00- 745 Vragen van den dag ên nieuwsberich ten ANP,, sluiting, KOOTWIJK, 1875 M. NCRV. 7.00 Be richten (Duitsch) 745 Gramofoonmu- zoek 7.30 Berichten (Engelsch) 7,45 Gramofoonmuziek 8.00 Nieuwsberichten ANP. 8.10 Schriftlezing en meditatie 8.25 Gewijde muziek (gr.pl.) 9.00 Be richten (Duitsch) 945 Gramofoonmuziek - 10.00 Amsterdamsch Salonorkest en gramofoonmuziek 11.30 Berichten (En gelsch) 11.45 Gramofoonmuziek 12.00 Berichten 1245 Gramofoonmuziek 12.30 Berichten (Duitsch) 12.45 Nieuws* en economische berichten ANP. l.QO Gra mofoonmuziek 1.30 Berichten (Engelsch) 1,45 Gramofoonmuziek 2.00 Berichten (Duitsch) 2,15 Gramofoonmuziek =-* 2.30 Berichten (Engelsch) 2.45 Gramofoon muziek 3.30 Berichten (Engelsch) 3.43 Gramofoonmuziek -*• 4.00 Zang, orgel en gramofoonmuziek 5.00 Berichten (Duitsch) 5.1, Nieuws-, economische en beursberichten ANP. 5,30 RVU.; Cyclus „Hoofdstukken uit de geschiedenis van de lach" 6.00 Berichten 6.05 Gramofoon muziek 6.30 Berichten (Engelsch) 0.45 Gramofoonmuziek 7.007.15 Vra gen van den dag en nieuwsberichten ANP., sluiting. een man onze Fuehrer is en ik heb daar om besloten een brochure te laten samen stellen, waarin de Fuehrer is afgebeeld. Gij ziet hoe de Fuehrer werkelijk is. Ik wil alleen een beeld geven van den mensch, dezen oneindig goeden en grooten, maar wanneer dat noodig is, ook harden menseh. Dat is onze Fuehrer. Wanneer gij deze heelden verstaat, zult gij ons ver staan en dan zult gij het huidige Puitseh- land begrijpen. Op den tweeden dag van zijn bezoek aan Zuid-Limburg bezocht de rijkscommis saris Duitsehe scholen in Spekholzerheide, Heerlerheide en Hoensbroek, waar hij de klassen binnenging en zich met de kinde ren onderhield. Tot slot bezocht hij met zijn begeleiding het „Deutsche Helm" in Hoensbroek. Qemetigde ffivdcfitm NOODLOTTIGE AANRIJDING. Jongen door auto doodelijk gewond. Zaterdagavond em ze§ uur werd een 17- jarige jongen te Naarden, die uit het zwem- stadion terugkeerde, ter hoogte van de melkfabriek Gooiland bij het oversteken van den weg door een zandaute uit Laren gegrepen en overreden, De jongen, die een bloedende hoofdwonde en een zware her senschudding had opgeipopen, is naar het diaconessenziekenhuis vervoerd, alwaar hij enkele uren later is overleden. De oorzaak meet vermoedelijk gezoeht worden in hét feit, dat het slachtoffer, in gedachten verzonken, geen aandacht heeft besteed_aan het verkeer. Den chauffeur treft dan POk geen sehuld, KNAAP DOODELIJK GEWOND. Door pmsfortende paal. Vrijdagmiddag is de 11-jarige H. Bps, die in de Meidoornlaan te Winschoten speelde, door een neerstortende paal van de rad^Q- centrale getroffen. Ernstig gewond is de knaap naar het R. K. ziekenhuis vervoerd alwaar hij "gistermiddag ia overleden, IN DE DUISTERNIS VERDRONKEN. Te 'g-Gravenhage is uit het water aan de Lijnbaan opgehaald het lijk van den 38-ja- rigen J, J. M- W, uit de Rembrandtstraat aldaar. Deze is op 2 November, waarschijn lijk door de duiaternig misleid, te water geraakt. Te Middelharnig is door de duisternis misleid de 77-jarjge echtgenoote van den pud-brugwachter 3. in de nabijheid der op haalbrug te water geloopen en verdronken. Voorbijgangers vonden gistermorgen op het water van de Zuid Willemsvaart te Veghel een klomp drijven. Toen even la ter een stoomboot passeerde, kwam door de zuiging van het water ook een fiets naar boven. Men waarschuwde de gemeen tepolitie, die onmiddellijk daarop begon te dreggen. Korten tijd, nadat het rijwiel was opgehaald, werd het lijk van een drenke ling geborgen. Het slachtoffer bleek te zijn de 59-jarige landbouwer J. Franssen uit Veghel, Uit het door de politie ingestelde onderzoek kwam vest te staan, dat de ver ongelukte in deij vorigen nacht niet thuis was geweest. Hij was Zaterdagavond naar den notaris gegaan, waarna hij met eenige bekenden een café had bezocht. Daarop is hij per rijwiel op weg naai' huis gegaan en ter hpogte van de brug bij sluis 4 te water gereden. KIND SCHROEFDE EE£ GRANAAT LOS Doch liep hard weg. Een dochtertje van den heer W. te St. Geertruiden vond dezer dagen in de bos- schen een voorwerp, dat zij niet kende. Het was een handgranaat, In haar onwetend heid schroefde het kind de dop van het projectiel af en trok aan den slinger. Op het sissend geluid, dat ontstond, vluchtte het meisje ijlings, Dat is haar behoud ge weest, want kort daarop sloeg de granaat met een geweldige slag uit elkaar; het meisje kreeg geen letsel. „Tel," LOCOMOTIEF OP STILSTAANDEN TREIN GEREDEN. Zaterdagmiddag is op het station Muider- poort te Amsterdam een rangeerende loco motief op een stilstaanden personentrein geloopen, welke uit de richting Amstelsta- tion was gekomen. De bagagewagen van den personentrein werd uit de rails gelicht, waarbij de buffers eenigszins werden be schadigd. De hoofdconducteur en twee rei zigers liepen door wegspringende glasscher ven eenige schrammen op. Het treinverkeer had eenige vertraging. AANVARING OP HET IJSELMEfR. Ketel gesprongen. Zaterdagnacht is op het IJselmeer, ter hoogte van Broekerhaven, een ernstige aanvaring geschied tusschen het geladen motorschip „Bertha", schipper Everardus, op weg van Keulen naar Delfzijl, en de sleepboot „Johanna", schipper Auke§ van Groningen. De „Bertha" liep boven op de plotseling uit de duisternis te voorschijn komende „Johanna" en wel met zoo'n kracht, dat de ketel van de sleepboot sprong §n alle stoomleidingen braken. De machinist, die zigh aan dek bevond, werd op de „Bertha" geslingerd. De boot, met den kapitein er op, heeft daarna nog eenigen tijd rondgedreven en is later, toen de schipper der „Bertha" bemerkte, dat zijn vaartuig er nog betrekkelijk goed was af gekomen en drijvènde bleef, opgepikt en te Enkhuizen binnengesleept. Kapitein Aukes, die ?ioh tijdens de botsing in de stuurhut bevond, heeft slechts lichte ver wondingen opgeloopen. „De Crt." OOGST POOR BRAND VERLOREN. gaterdagmiddag is te Princenhage brand uitgebroken in een schuur van een tuinder in da Heylaarstraat. Het vuur greep zoo snel om zich heen, dat aan blusschen niet meer te denken viel, Echuyr en stalling gingen geheel verleren, terwijl van de wo ning de bovenverdieping geheel uitbrand de; het benedenhuis leed veel waterschade. De geheele oogst ging verloren. Verzeke ring dekt de schade. RUIM 3000 K.G. ZEEP EN 700 K.G. KAAS IN BESLAG GENOMEN, Ambtenaren van den crisisopsporings dienst hebben bij een grossier te Bennekom een onderzoek ingesteld, omdat het ver moeden was gerezen, dat hij onjuiste yoo?- raadopgaven had gedaan- De vermoedens bleken juist te gijn. Men vond aanleiding 3200 kilo toiletzeep in beslag te nemen, Ook te Venlo hadden de crisisambtena ren succes. Bij de firma J. S. daar ter plaat se werd een onderzoek ingesteld, aangezien de firma van overtreding der landbouw- Orisiswet werd verdacht. Een partij van ze venhonderd K.G, kaas werd gevonden en in beslag genomen omdat de firma in ver zuim was gebleven opgave van dezen voor raad te doen. PARTIJ GOUD EN EDELSTEENEN VERKOCHT VOOR VIJFTIEN GULDEN. In de ouderlijke woning te Den Haag is aangehouden de 18-jarige kantoorbediende P. R., die in een pension te Vaals een partij sieraden had gestolen. Hij Rad thuis voor gegeven, dat hij naar Duitschland ging om werk te zoeken. Met verschillende auto's was hij doorgereisd naar Vaals en daar had hij zijn intrek genomen in een hotel. Ten nadeele van den pensionhouder ont vreemdde hij een gouden dameshorloge, een ring met briljanten, een gouden ring, een gouden armband met gouden vijfje, een paarien halsketting, een gouden hals ketting, een barnsteen collier met oorbel len, een ivoren halsketting met oorbellen, een parelsnoer armband, oorbellen van Ja- vaparels, een zilveren sigarettenkoker, een zilveren vulpen en een dito potlood, Het spoor, dat de politie naging, leidde al spoedig naar Den Haag en de Haagsche politie werd dan ook in de zaak gemengd, Juist toen de recherche het eerste bezoek aan de ouders van R. bracht, kwam er een expresse brief, waarin R. mededeelde, dat hij werk in Duitschland had gekregen. Den brief had hij aan een kennis meegegeven, die hem in Maastricht zou posten. Het ver dere onderzoek heeft echter uitgewezen, dat R. heelemaal niet in Duitschland is ge weest. Hij is direct naar Maastricht gereisd en heeft daar zijn intrek in een hotel ge nomen. Bij twee opkoopers verkoeht hij den geheelen buit van zijn diefstal voer 15, Daar heeft hij zijn hotel van betaald en toen is hij naar huis gegaan, waar hij gearresteerd werd, FEUILLETON (Nadruk verboden). HOOFDSTUK I. Het ongeluk. Miles Harding, de dokter met de groot ste practijk in het dorp Grantley en om geving, trok zijn stoel dichter naar het venster, stak een pijp aan en nam het laat ste tijdschrift van een tafeltje op. Het raam van de kamer stond wijd open, de atmosfeer van den Juli-avond was vol van den geur der rozen, waarom de tuin van den dokter in de heele streek beroemd was. Niet dat er menschen in dien tuin ge duld werden, uitgezonderd de enkelen die zelf buitengewone liefhebberij in tüinieren hadden; want Harding was een eenzelvig man en behalve zijn patiënten kwamen er zelden of nooit bezoekers op de „Four Corners". Hij was een knap medicus, die met zijn tijd mee ging en het was hieraan ook te danken dat hij mijlen in den omtrek de. drukste practijk had; maar kennissen of vrienden had hij in de drie jaren dat hij in Grantley woonde nagenoeg niet gemaakt. Zijn gezicht had strenge trekken; zijn blauwe oogen waren koel en rustig; de lij nen om zijn mond verrieden een heergch- zuchtige natuur, dikwijls glimlachte hij sarcastisch en meer dan eens had zijn scherpe tong hem vijanden bezorgd. De Juli-avond was stil en drukkend heet, Zware donderwolken hingen aan den ho rizon, geen blaadje bewoog en alle gelui den, die van den stoffigen weg kwamen, waren in den tuin duidelijk hoorbaar. Een blaffende hond, een schreiend kind, het hobbelen van een kar het drong alles tot den vredigen rozentuin door: en zoo nu en dan klonk het rollen van den don der van over de verre heuvelen. Goddank, dat ik met m'n werk klaar ben, peinsde de dokter. We krijgen zwaar weer en ik ben zoo moe als een hond. Behagelijk vlijde hij zich in zijn leuning stoel en wilde zich juist in zijn tijdschrift verdiepen, toen het zoemen van een mo tor het gerommel van den verren donder een oogenblik overstemde; even daarna hoorde hij een auto voor zijn deur stilhou den. Mevrouw Derfield wil een oogen blik spreken, meneer, zeide Andrew, zijn bediende en manusje-van-alles. Ik moest u zeggen, dat zij de zuster is van Sir Luke Framley. Zal ik haar hier bin nenlaten? Weieen, was het korte antwoord, - ik zal haar in de spreekkamer ontvangen, net als iedere andere patiënt. En toen An drew de deur achter zich sloot zei de dok ter voor zich heen; Wat moet die hier? Ik kan die verwaande vrouwen niet uit staan. Er was een ongenaakbare uitdrukking in zijn gezicht, toen hij een oogenblik later zijn spreekkamer binnenkwam, waar een kleine, smaakvol gekleede dame vlug op hem toe kwam. Wilt u alstublieft dadelijk meegaan, hijgde ze, zonder hem te begroeten. Ik ben met mijn auto gekomen en zou u liefst direct mee terug nemen. Ik geloof niet dat we een minuut hebben te verlie zen; het is een kwestie van leven en dood. Zij sprak geagiteerd en in haar opwin ding legde zij haar hand op zijn linkerarm; haar gezicht was bleek er was een be zorgde uitdrukking in haar oogen. Is het een dringend geval?, vroeg Har ding kortaf. Is er iemand ziek op het Huis? Er is een ongeluk gebeurd. Op den weg van het station kwam een huurrijtuig aan en het paard schrok voor de auto van mijn broer. Er volgde een vreeselijke bot sing en de dame, die in het wagentje zat, is gewond. Ik ben bang, dat zij er heel slecht aan toe is. Gaat u alstublieft dade lijk mee. En die gekwetste dame?, vroeg Har ding. Is zij op het Huis? Ja, ja, zij ia op het Huis, antwoordde zijn bezoekster ongeduldig. Ze hebben mij gezegd, dat u de dichtstbijzijnde dok ter was en ik ben dadelijk weggereden. Misschien hebt u Sir Luke wel eens ont moet, ik ben zelden hier; ik logeer op het Qogenblik op het Huis. Ik ken Sir Luke oppervlakkig. Harding's toon was koel. Zijn kennisma king met Sir Luke Framley was niet van aangenamen aard geweest, daar de beide heeren sterk van meening bleken te ver schillen over slechtgebouwde huisjes, waar van Sir Luke eigenaar was. Dus die dame in het huis van uw broer is zwaar gewond? Ik geloof, dat ze stervende is. 't Is vree- selijk zoo wit als haar gezicht is en zoo moeilijk de ademhaling gaat. Ik heb nog nooit iemand zien sterven. Goed, antwoordde Harding op grim- migen toon. Ik zal met u mee gaan. Hij pakte vlug enkele benoodigdheden in een zwarte tasch en zwijgend opende hij de deur en liet het dametje uit; zwijgend volgde hij haar naar de lichtblauwe auto die voor zijn deur stond. Evenals de bezit ster was de auto klein en smaakvol en de kleur paste bij het zachte blauw van haar japon en het blauw van haar oogen. De opmerkingen, die zijn begeleidster gedu rende den rit maakte, beantwoordde hij zoo kort mogelijk en Anstrice Derfield, die een dergelijk gebrek aan aandacht niet gewend was van een heer, besloot verder maar te zwijgen; het bleek onmogelijk met zoo'n brombeer een gesprek te voeren. Harding moest overigens zijns ondanks erkennen, dat het kleine dametje naast hem, niette genstaande het feit, dat zij er uit zag als een beeldje van fijn porcelein, haar auto voorbeeldig bestuurde en toen zij de hek ken van het park inreden, dwong iets hem om te vragen: Waarom bent u mij zelf komen ha len? Omdat ik, toen zij die arme stakker binnengedragen hadden, juist kwam aan rijden en toen ben ik direct naar u toe gekomen. 't Was de vlugste manier! Even later stopte de auto voor de deur; de dokter stapte uit, belde en werd direct binnengelaten. Breng den dokter naar de dame, die stranks binnengebracht is, zei mevrouw Derfield tegen den bediende en Harding die den man door de hall volgde, werd in een rijk gemeubelde kamer gelaten, ver moedelijk het boudoir van een dame. Op. een rustbank tegenover de deur lag een stille gestalte; daarnaast stond een oudere dame, in wie de dokter juffrouw Crotch herkende, de huishoudster van Sir Luke; een uitdrukking van groote opluchting op haar gezicht toen zij Harding zag binnen komen. Goddank, dat u er bent, dokter, zei ze. Ik was bang dat u te laat zou zijn. Ze is al ver heen. En héél ver ook, was Harding's ge dachte. Hij boog zich over de bewusteloo- ze gedaante heen en legde zijn vingers om haar pols, terwijl zijn scherpe blik op het aschgrauwe gezicht rustte. De schaduw van den dood was er al overheen getrok ken; droppels zweet stonden op het voor hoofd van de patiënte, de adem kwam moeilijk en slechts met tusschenpoozen over de bloedlooze lippen. Ze hebben haar hier neergelegd om dat dit het gemakkelijkste was, fluisterde juffrouw Crotch. Zij durfden haar niet naar boven te brengen. Misschien schrok de gewonde op door de fluisterende stemmen; misschien ook was er iets anders dat haar uit de bewuste loosheid deed ontwaken. Zij opende de oogen en vestigde die op Harding's ge zicht. Ik ben gekomen, hijgde ze om,... kwaad.te herstellen Toen sloten haar oogen zich weer, haar ademhaling werd nog benauwder en Har ding schudde zijn hoofd toen zijn blik dien van de huishoudster ontmoette. Nadat hij de patiënte een injectie had gegeven boog hij zich weer over haar heen en sprak met langzame en duidelijke stem: Wilt u ons vertellen wat u op het hart hebt? Is er iets wat wij voor u kunnen doen? (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1940 | | pagina 6