Een rede van den Rijkscommissaris,
Rijksminister Seyss-Inquart
De
Gouden Sleutel
MAANDAG 25 NOVEMBER 1940
DE LE1DSCHE COURANT
TWEEDE BLAD - PAG. A
HET BEZOEK VAN DEN RIJKS
COMMISSARIS AAN ZUID-LIMBURG,
Tijdens het te Maastricht geheugen
„richtfest" ter gelegenheid van de vol-
tooiing van den bouw van het nieuwe
dienstgebouw van zijn gevolmachtigde
voor de provineie Limburg, heeft de
rijkscommissaris een redevoering uitge
sproken, waaraan h§t volgende is ent*
leend:
Wij houden een „richtfest". Het is een
oud gebruik van onze voorvaderen. Wan
neer een bouwwerk gereed was, kwamen
npg eenmaal allen bij elkaar,
foen later de kapitalistische orde kwam,
is dit gebruik in vergetelheid geraakt.
Want toen werd het werk niet meer ge
daan om der wille van het werk, maar de
arbeid was, zooalg iedere andere waar, te
koop. De eene *=- dat is de ondernemer
traentte zooveel mogelijk arbeid voor wei
nig geld te koopen, de ander trachtte zijn
arbeidskracht zoo duur mogelijk te ver-
kopper. Het resultaat was de klassenstrijd.
Geld niet het belangrijkste begrip voor
den menpeh, Het essentieele begrip voor
den mensch is de arbeid. De arbeid ia het
groote „kapitaal", zooals wij het willen
npemen. dat ons de natuur of de aehep®
ping of God heeft geschonken. En daar
om, kameraden, zooals ik u thans allen wil
noemen, moeten wij anders gaan denken,
onze gedachten moeten zich van het geld
afkeeren, Wij in Wuitsehland doen dat.
Wij stellen den arbeid van den mensch en
den arbeidenden mensch in het middel
punt van ons geheple leven.
Thans zult gij welljeht begrijpen, waar
om wij juist in de werkloosheid een onge-
luk zien, Niet omdat men dan uit de be
groeting van den staat ondersteuning
meet betalen, maar omdat dit bijzondere
goed van den mensch niet wordt gebruikt.
Dit is de belevenis die wij thans in
Dujtschland nebben. Ik zeg dit op dat ook
gij, Nederlanders, deze belevenis zult krij
gen. Het is bij ons niet zoo, dat wij de
goede repepten, die wij hebben, alleen voer
ons zelf willen houden. Tegenover u in
ieder geval niet. Tegenover u geven wij
de beste recepten rustig, want wij wen-
schen dat p ,k gij een ?eer hecht aaneen
gesmeed geineenschapsvolk zult worden,
waarbij de eer van den arbeid en ook de
eer van het bloed op den voorgrond zal
staan.
Wij, het Duitsehe volk, hebben ons her*
vonden. Wh willen nooit meer iets als het
internationalisme. Wy hebben 1914 be
leefd en 1918. Niemand is voor ons opge
staan, toen na valsche voorspiegelingen het
dictaat van Versailles werd gesloten en al
les wat vroeger gesproken had over we
reldverbroedering heeft zich op ons ge
worpen. Wh waren uitgeleverd. Wh ston
den aan den rand van den afgrpnd en toen
heeft God ops een man gegeven, zij het ook
den grpotsten, die ons Duitsehe volk ooit
ter wereld heeft gebracht, onzen Fuehrer,
Adolf Hitler.
Teen hebben wij geleerd, dat het belang
rijkste het volk is en de gemeenschap van
het volk. Wij blijven niet in de gemeen
schap staan. Wh weten, dat deze gemeen
schap is ontsproten uit gemeenschappe
lijk bloed en wij weten dat dit bloed een
nog groptere ruimte vult, dat is de ruim*
te der germaansche volkeren. En wh voe*
len de bijzondere verantwoordelijkheid
voor deze volkeren van germaansch bloed.
Wij willen onze ervaringen niet voor ons
zelf houden.
Of gij er gebruik van wilt maken is uw
zaak, maar wij willen, wat wij aan erva
ring verworven hebben, u ter beschikking
stellen, daar wij niet willen, dat ook gij
dezen bitteren weg moet gaan, en daar
wij wenschen, dat gij deel zult hebben aan
deze greote inzichten, die wij in den bitter-
sten strijd hebben verworven.
Daarom zeg ik u: ook vepr U geldt de per
van het bloed en de eer van den arbeid.
Ik bekend volkomen open, d?t wat
wjj u vooreerst brengen, beperkingen zijn,
Het is yolkpmen jyigt, dat gij vroeger voor
September 1939 en ook voor Mei 1940 uiter-.
Jiik hater hebt geleefd, Maar gij weet ook
dat wy opi ons bestaan strijden en daarom
rr.ag ons de duur van dezen strijd niet Si"
schrikken. Wij" stellen ons er daarom op in,
dat deze oorlog neg jarenlang kan duren,
Maar wij zullen nooit meer toegeven, De
geschiedenis heeft ons slechts eenmaal
zwak gezien in 1918. Daarom schakelen
wij ons thans om op deze levenshouding,
ppdat wjj volhouden, hoelang de oorlog ppk
moge duren. Dat beeft tengevolge dat wij
juist u, den arbeiders, niet datgene kun
nen brengen, wat wij willen, maar dat wij
zeggen moeten: deze lotsgemeengchap be
gint met beperkingen.
Wanneer gij terugdenkt aan do jaren 1917
en 1918, zult gij constgteeren, dat gij toen
onder nog veel moeilijker omstandigheden
hebt geleefd dan thgn§ en toen waart gij
niet betrokken in deze groote gebeutenis.
Gij hebt toen den tijd doorstaan en ik ge
loof dat d§ nuchtere nadenkende Nederlan
der zich in zijn houding niet door deze
uiterlijkheden zal laten beïnvloeden,
Gh kunt er echter verzekerd van gijn,
dat gij op geen enkele wijze Slechter guit
leven dan het Duitsehe volk, dat het pp
zich neemt te strijden voor een betere
toekomst- Het gaat er om, of de 85 mil-
lioen Duitschers in de toekomst kunnen
leven en niet afhankelijk zijn van de wil
lekeur van anderen. Wanneer in dezen
strijd om het bestaan het lot zich ook
tot u gewend heeft, moet gij dit voor oogen
houden; het gaat hier om het bestaan van
een volk van 85 millioen menschen, die
natuurlijk niet zullen ondergaan in dezen
strijd, omdat de Nederlanders niet betrok
ken willen worden in de wereldgeschiede
nis. Dat kunt gij van ons niet verwachten,
Dat gij dit lot, dat deze 85 millioen Duit
sehe menschen voor zich bevechten, ka*
meraadschappelijk guit deelen, dat ver
klaar ik en dat is ook de opdracht, die ik
van den Fuehrer gekregen heb.
Wij hebben hier uitstekende menschen
gevonden, die van germaansch bloed
zijn. Zij gijn thans in hun leidende lagen
voor een deel tegen ons en voor Engeland.
Dat staat hiermede in verband, dat gij
een groot koloniaal rijk hebt, dat gij zelf
met uw negen millioen niet kunt verde
digen en voor welks verdediging gjj meen
de u te moeten verlaten op de Engelsehe
vloot. Maar het volk is een germaansch
volk en daarop letten wij.
Waar het gaat om de belangen van het
Duitsehe rijk, moet ik hard blijven en
daar moogt gij ook in de toekomst mij
geen verwijten van maken, Het is echter
opdracht van den Fuehrer, zorg te dragen
voor het Nederlandsche volk en daarmede
is alles gezegd. Een opdracht van den
Fuehrer is voor ons het hoogste gebod
maar deze zelf is voor ons ook een harte-
wensch. Wij willen de groote lotsgemeen-
schap der germaansche volkeren opbou
wen, opdat onze kinderen eenmaal geluk
kig zullen kunnen leven.
Het is volkomen verre van mij, poli
tieke propaganda te maken. Welk politiek
besluit gij neemt, is uw eigen aangelegen
heid. Wij moeten ons daartegenover ons
stan.dpunt voorbehouden. Toestanden die
den lOen Mei konden doen ontstaan, zul
len wij niet dulden. Hoe gij overigens han
delt, is uw zaak. Wat v/lj willen is u een
levend voorbeeld geven van de gemeen
schap van een volk. Dat een deel van het
Nederlandsche volk niet begrijpt waarom
het gaat, moge de tijd goedmaken. Eén
ding kunnen wij echter niet vergeten en
dat is dat de Fuehrer in uw Nederland
sche dagbladen is bespot. Dat heeft ons pijn
gedaan en dat kunnen wij niet dulden, want
wij staan in voor onzen Fuehrer. Gij zelf
echter hebt niet kunnen inzien wat voor
Radio-programma
DNSDAG 26 NOVEMBER 1940.
HILVERSUM I, 415 RL Nederl. program
ma. AVRO. 8.00 Nieuwsberichten ANP-,
gramofoonmuziek 10.00 Morgenwijding
10,15 Gramofopnmuziek 10.30 V§0? de
V?ouw 10.35 Ensemble Amende 11,00
Wenken VQOP de huishouding 11,20 En
semble Amende en gramofoonmuziek
12.15 De jonge acht en soliste -*-* 12.45
Nieuws- en eoonpmisehe berichten ANP.
=- Cyclus „Uw hond en de mijne" 1.05
AVRQ-Salonorge§t 2.00 Cyclus „In de
schijnwerper" 2.15 Pianoveordraoht
2.40 Cellovoordracht (gr.pl.) 3.00 Caba-
retprogramma 4.00 Omroeporkest en so
list5.15 Njeuws- en economische en
beursberichten ANP, 5.30 AVRO-Amuse
mentsorkest en solist 6.15 Gramofoonmu
ziek met toelichting 6,45 Lezipff ,,Onze
opdracht" 7.007.15 Vragen van den
dag en nieuwsberichten ANP., sluiting.
HILVERSUM II, 801 M, KRO. 8 00
Nieuwsberichten ANP. 8.15 Wij beginnen
de dag 8,30 Gramofoonmuziek 11.30
Godsdienstig halfuurtje 12,00 Gramo
foonmuziek "=-= 12.15 Geza Kjss en zijn Hoïl-
garseh orkest -=» 12.45 Nieuws- en econo
mische berichten ANP, l.QQ Gram of en-
muziek 1.15 Geza Kiss en zijn Bon-
gaarsch orkest 1.45 Gramofoonmuziek
2.00 Vrouwenuurtje 3,oo Pianovear-
dracht 3,15 Gramofoonmuziek 3.30
Pianovoordracht 3.45 Gramofoonmuziek
-** 4.00 KRO-Bymphonie-orkest -* 4,45 „Wij
en on2e tijd: Economisch-sociale verhou
dingen", vraaggesprek. 5.00 VPRO:
Jeugduitzending 5.15 Nieuws-, econo
mische* en beursberichten ANP. 5.30
Gramofoonmuziek 5,45 Cabaretprogram
ma 6.45 Lezing „Onze opdracht" 7.00-
745 Vragen van den dag ên nieuwsberich
ten ANP,, sluiting,
KOOTWIJK, 1875 M. NCRV. 7.00 Be
richten (Duitsch) 745 Gramofoonmu-
zoek 7.30 Berichten (Engelsch) 7,45
Gramofoonmuziek 8.00 Nieuwsberichten
ANP. 8.10 Schriftlezing en meditatie
8.25 Gewijde muziek (gr.pl.) 9.00 Be
richten (Duitsch) 945 Gramofoonmuziek
- 10.00 Amsterdamsch Salonorkest en
gramofoonmuziek 11.30 Berichten (En
gelsch) 11.45 Gramofoonmuziek 12.00
Berichten 1245 Gramofoonmuziek
12.30 Berichten (Duitsch) 12.45 Nieuws*
en economische berichten ANP. l.QO Gra
mofoonmuziek 1.30 Berichten (Engelsch)
1,45 Gramofoonmuziek 2.00 Berichten
(Duitsch) 2,15 Gramofoonmuziek =-* 2.30
Berichten (Engelsch) 2.45 Gramofoon
muziek 3.30 Berichten (Engelsch) 3.43
Gramofoonmuziek -*• 4.00 Zang, orgel en
gramofoonmuziek 5.00 Berichten
(Duitsch) 5.1, Nieuws-, economische en
beursberichten ANP. 5,30 RVU.; Cyclus
„Hoofdstukken uit de geschiedenis van de
lach" 6.00 Berichten 6.05 Gramofoon
muziek 6.30 Berichten (Engelsch)
0.45 Gramofoonmuziek 7.007.15 Vra
gen van den dag en nieuwsberichten ANP.,
sluiting.
een man onze Fuehrer is en ik heb daar
om besloten een brochure te laten samen
stellen, waarin de Fuehrer is afgebeeld.
Gij ziet hoe de Fuehrer werkelijk is. Ik
wil alleen een beeld geven van den
mensch, dezen oneindig goeden en grooten,
maar wanneer dat noodig is, ook harden
menseh. Dat is onze Fuehrer. Wanneer gij
deze heelden verstaat, zult gij ons ver
staan en dan zult gij het huidige Puitseh-
land begrijpen.
Op den tweeden dag van zijn bezoek
aan Zuid-Limburg bezocht de rijkscommis
saris Duitsehe scholen in Spekholzerheide,
Heerlerheide en Hoensbroek, waar hij de
klassen binnenging en zich met de kinde
ren onderhield. Tot slot bezocht hij met
zijn begeleiding het „Deutsche Helm" in
Hoensbroek.
Qemetigde ffivdcfitm
NOODLOTTIGE AANRIJDING.
Jongen door auto doodelijk gewond.
Zaterdagavond em ze§ uur werd een 17-
jarige jongen te Naarden, die uit het zwem-
stadion terugkeerde, ter hoogte van de
melkfabriek Gooiland bij het oversteken
van den weg door een zandaute uit Laren
gegrepen en overreden, De jongen, die een
bloedende hoofdwonde en een zware her
senschudding had opgeipopen, is naar het
diaconessenziekenhuis vervoerd, alwaar hij
enkele uren later is overleden.
De oorzaak meet vermoedelijk gezoeht
worden in hét feit, dat het slachtoffer, in
gedachten verzonken, geen aandacht heeft
besteed_aan het verkeer. Den chauffeur
treft dan POk geen sehuld,
KNAAP DOODELIJK GEWOND.
Door pmsfortende paal.
Vrijdagmiddag is de 11-jarige H. Bps, die
in de Meidoornlaan te Winschoten speelde,
door een neerstortende paal van de rad^Q-
centrale getroffen. Ernstig gewond is de
knaap naar het R. K. ziekenhuis vervoerd
alwaar hij "gistermiddag ia overleden,
IN DE DUISTERNIS VERDRONKEN.
Te 'g-Gravenhage is uit het water aan de
Lijnbaan opgehaald het lijk van den 38-ja-
rigen J, J. M- W, uit de Rembrandtstraat
aldaar. Deze is op 2 November, waarschijn
lijk door de duiaternig misleid, te water
geraakt.
Te Middelharnig is door de duisternis
misleid de 77-jarjge echtgenoote van den
pud-brugwachter 3. in de nabijheid der op
haalbrug te water geloopen en verdronken.
Voorbijgangers vonden gistermorgen
op het water van de Zuid Willemsvaart te
Veghel een klomp drijven. Toen even la
ter een stoomboot passeerde, kwam door
de zuiging van het water ook een fiets
naar boven. Men waarschuwde de gemeen
tepolitie, die onmiddellijk daarop begon te
dreggen. Korten tijd, nadat het rijwiel was
opgehaald, werd het lijk van een drenke
ling geborgen. Het slachtoffer bleek te zijn
de 59-jarige landbouwer J. Franssen uit
Veghel, Uit het door de politie ingestelde
onderzoek kwam vest te staan, dat de ver
ongelukte in deij vorigen nacht niet thuis
was geweest. Hij was Zaterdagavond naar
den notaris gegaan, waarna hij met eenige
bekenden een café had bezocht. Daarop is
hij per rijwiel op weg naai' huis gegaan en
ter hpogte van de brug bij sluis 4 te water
gereden.
KIND SCHROEFDE EE£ GRANAAT LOS
Doch liep hard weg.
Een dochtertje van den heer W. te St.
Geertruiden vond dezer dagen in de bos-
schen een voorwerp, dat zij niet kende. Het
was een handgranaat, In haar onwetend
heid schroefde het kind de dop van het
projectiel af en trok aan den slinger. Op
het sissend geluid, dat ontstond, vluchtte
het meisje ijlings, Dat is haar behoud ge
weest, want kort daarop sloeg de granaat
met een geweldige slag uit elkaar; het
meisje kreeg geen letsel. „Tel,"
LOCOMOTIEF OP STILSTAANDEN
TREIN GEREDEN.
Zaterdagmiddag is op het station Muider-
poort te Amsterdam een rangeerende loco
motief op een stilstaanden personentrein
geloopen, welke uit de richting Amstelsta-
tion was gekomen. De bagagewagen van
den personentrein werd uit de rails gelicht,
waarbij de buffers eenigszins werden be
schadigd. De hoofdconducteur en twee rei
zigers liepen door wegspringende glasscher
ven eenige schrammen op. Het treinverkeer
had eenige vertraging.
AANVARING OP HET IJSELMEfR.
Ketel gesprongen.
Zaterdagnacht is op het IJselmeer, ter
hoogte van Broekerhaven, een ernstige
aanvaring geschied tusschen het geladen
motorschip „Bertha", schipper Everardus,
op weg van Keulen naar Delfzijl, en de
sleepboot „Johanna", schipper Auke§ van
Groningen. De „Bertha" liep boven op de
plotseling uit de duisternis te voorschijn
komende „Johanna" en wel met zoo'n
kracht, dat de ketel van de sleepboot
sprong §n alle stoomleidingen braken.
De machinist, die zigh aan dek bevond,
werd op de „Bertha" geslingerd. De boot,
met den kapitein er op, heeft daarna nog
eenigen tijd rondgedreven en is later, toen
de schipper der „Bertha" bemerkte, dat zijn
vaartuig er nog betrekkelijk goed was af
gekomen en drijvènde bleef, opgepikt en
te Enkhuizen binnengesleept. Kapitein
Aukes, die ?ioh tijdens de botsing in de
stuurhut bevond, heeft slechts lichte ver
wondingen opgeloopen. „De Crt."
OOGST POOR BRAND VERLOREN.
gaterdagmiddag is te Princenhage brand
uitgebroken in een schuur van een tuinder
in da Heylaarstraat. Het vuur greep zoo
snel om zich heen, dat aan blusschen niet
meer te denken viel, Echuyr en stalling
gingen geheel verleren, terwijl van de wo
ning de bovenverdieping geheel uitbrand
de; het benedenhuis leed veel waterschade.
De geheele oogst ging verloren. Verzeke
ring dekt de schade.
RUIM 3000 K.G. ZEEP EN 700 K.G. KAAS
IN BESLAG GENOMEN,
Ambtenaren van den crisisopsporings
dienst hebben bij een grossier te Bennekom
een onderzoek ingesteld, omdat het ver
moeden was gerezen, dat hij onjuiste yoo?-
raadopgaven had gedaan- De vermoedens
bleken juist te gijn. Men vond aanleiding
3200 kilo toiletzeep in beslag te nemen,
Ook te Venlo hadden de crisisambtena
ren succes. Bij de firma J. S. daar ter plaat
se werd een onderzoek ingesteld, aangezien
de firma van overtreding der landbouw-
Orisiswet werd verdacht. Een partij van ze
venhonderd K.G, kaas werd gevonden en
in beslag genomen omdat de firma in ver
zuim was gebleven opgave van dezen voor
raad te doen.
PARTIJ GOUD EN EDELSTEENEN
VERKOCHT VOOR VIJFTIEN GULDEN.
In de ouderlijke woning te Den Haag is
aangehouden de 18-jarige kantoorbediende
P. R., die in een pension te Vaals een partij
sieraden had gestolen. Hij Rad thuis voor
gegeven, dat hij naar Duitschland ging om
werk te zoeken. Met verschillende auto's
was hij doorgereisd naar Vaals en daar had
hij zijn intrek genomen in een hotel. Ten
nadeele van den pensionhouder ont
vreemdde hij een gouden dameshorloge,
een ring met briljanten, een gouden ring,
een gouden armband met gouden vijfje,
een paarien halsketting, een gouden hals
ketting, een barnsteen collier met oorbel
len, een ivoren halsketting met oorbellen,
een parelsnoer armband, oorbellen van Ja-
vaparels, een zilveren sigarettenkoker, een
zilveren vulpen en een dito potlood,
Het spoor, dat de politie naging, leidde
al spoedig naar Den Haag en de Haagsche
politie werd dan ook in de zaak gemengd,
Juist toen de recherche het eerste bezoek
aan de ouders van R. bracht, kwam er een
expresse brief, waarin R. mededeelde, dat
hij werk in Duitschland had gekregen. Den
brief had hij aan een kennis meegegeven,
die hem in Maastricht zou posten. Het ver
dere onderzoek heeft echter uitgewezen,
dat R. heelemaal niet in Duitschland is ge
weest. Hij is direct naar Maastricht gereisd
en heeft daar zijn intrek in een hotel ge
nomen. Bij twee opkoopers verkoeht hij
den geheelen buit van zijn diefstal voer
15, Daar heeft hij zijn hotel van betaald
en toen is hij naar huis gegaan, waar hij
gearresteerd werd,
FEUILLETON
(Nadruk verboden).
HOOFDSTUK I.
Het ongeluk.
Miles Harding, de dokter met de groot
ste practijk in het dorp Grantley en om
geving, trok zijn stoel dichter naar het
venster, stak een pijp aan en nam het laat
ste tijdschrift van een tafeltje op. Het
raam van de kamer stond wijd open, de
atmosfeer van den Juli-avond was vol van
den geur der rozen, waarom de tuin van
den dokter in de heele streek beroemd
was. Niet dat er menschen in dien tuin ge
duld werden, uitgezonderd de enkelen die
zelf buitengewone liefhebberij in tüinieren
hadden; want Harding was een eenzelvig
man en behalve zijn patiënten kwamen er
zelden of nooit bezoekers op de „Four
Corners".
Hij was een knap medicus, die met zijn
tijd mee ging en het was hieraan ook te
danken dat hij mijlen in den omtrek de.
drukste practijk had; maar kennissen of
vrienden had hij in de drie jaren dat hij in
Grantley woonde nagenoeg niet gemaakt.
Zijn gezicht had strenge trekken; zijn
blauwe oogen waren koel en rustig; de lij
nen om zijn mond verrieden een heergch-
zuchtige natuur, dikwijls glimlachte hij
sarcastisch en meer dan eens had zijn
scherpe tong hem vijanden bezorgd.
De Juli-avond was stil en drukkend heet,
Zware donderwolken hingen aan den ho
rizon, geen blaadje bewoog en alle gelui
den, die van den stoffigen weg kwamen,
waren in den tuin duidelijk hoorbaar. Een
blaffende hond, een schreiend kind, het
hobbelen van een kar het drong alles
tot den vredigen rozentuin door: en zoo
nu en dan klonk het rollen van den don
der van over de verre heuvelen.
Goddank, dat ik met m'n werk klaar
ben, peinsde de dokter. We krijgen
zwaar weer en ik ben zoo moe als een
hond.
Behagelijk vlijde hij zich in zijn leuning
stoel en wilde zich juist in zijn tijdschrift
verdiepen, toen het zoemen van een mo
tor het gerommel van den verren donder
een oogenblik overstemde; even daarna
hoorde hij een auto voor zijn deur stilhou
den.
Mevrouw Derfield wil een oogen
blik spreken, meneer, zeide Andrew, zijn
bediende en manusje-van-alles. Ik
moest u zeggen, dat zij de zuster is van
Sir Luke Framley. Zal ik haar hier bin
nenlaten?
Weieen, was het korte antwoord, - ik
zal haar in de spreekkamer ontvangen,
net als iedere andere patiënt. En toen An
drew de deur achter zich sloot zei de dok
ter voor zich heen; Wat moet die hier?
Ik kan die verwaande vrouwen niet uit
staan.
Er was een ongenaakbare uitdrukking
in zijn gezicht, toen hij een oogenblik later
zijn spreekkamer binnenkwam, waar een
kleine, smaakvol gekleede dame vlug op
hem toe kwam.
Wilt u alstublieft dadelijk meegaan,
hijgde ze, zonder hem te begroeten. Ik
ben met mijn auto gekomen en zou u
liefst direct mee terug nemen. Ik geloof
niet dat we een minuut hebben te verlie
zen; het is een kwestie van leven en dood.
Zij sprak geagiteerd en in haar opwin
ding legde zij haar hand op zijn linkerarm;
haar gezicht was bleek er was een be
zorgde uitdrukking in haar oogen.
Is het een dringend geval?, vroeg Har
ding kortaf. Is er iemand ziek op het
Huis?
Er is een ongeluk gebeurd. Op den
weg van het station kwam een huurrijtuig
aan en het paard schrok voor de auto van
mijn broer. Er volgde een vreeselijke bot
sing en de dame, die in het wagentje zat,
is gewond. Ik ben bang, dat zij er heel
slecht aan toe is. Gaat u alstublieft dade
lijk mee.
En die gekwetste dame?, vroeg Har
ding. Is zij op het Huis?
Ja, ja, zij ia op het Huis, antwoordde
zijn bezoekster ongeduldig. Ze hebben
mij gezegd, dat u de dichtstbijzijnde dok
ter was en ik ben dadelijk weggereden.
Misschien hebt u Sir Luke wel eens ont
moet, ik ben zelden hier; ik logeer op het
Qogenblik op het Huis.
Ik ken Sir Luke oppervlakkig.
Harding's toon was koel. Zijn kennisma
king met Sir Luke Framley was niet van
aangenamen aard geweest, daar de beide
heeren sterk van meening bleken te ver
schillen over slechtgebouwde huisjes, waar
van Sir Luke eigenaar was. Dus die
dame in het huis van uw broer is zwaar
gewond?
Ik geloof, dat ze stervende is. 't Is vree-
selijk zoo wit als haar gezicht is en zoo
moeilijk de ademhaling gaat. Ik heb nog
nooit iemand zien sterven.
Goed, antwoordde Harding op grim-
migen toon. Ik zal met u mee gaan.
Hij pakte vlug enkele benoodigdheden in
een zwarte tasch en zwijgend opende hij
de deur en liet het dametje uit; zwijgend
volgde hij haar naar de lichtblauwe auto
die voor zijn deur stond. Evenals de bezit
ster was de auto klein en smaakvol en de
kleur paste bij het zachte blauw van haar
japon en het blauw van haar oogen. De
opmerkingen, die zijn begeleidster gedu
rende den rit maakte, beantwoordde hij zoo
kort mogelijk en Anstrice Derfield, die een
dergelijk gebrek aan aandacht niet gewend
was van een heer, besloot verder maar te
zwijgen; het bleek onmogelijk met zoo'n
brombeer een gesprek te voeren. Harding
moest overigens zijns ondanks erkennen,
dat het kleine dametje naast hem, niette
genstaande het feit, dat zij er uit zag als
een beeldje van fijn porcelein, haar auto
voorbeeldig bestuurde en toen zij de hek
ken van het park inreden, dwong iets hem
om te vragen:
Waarom bent u mij zelf komen ha
len?
Omdat ik, toen zij die arme stakker
binnengedragen hadden, juist kwam aan
rijden en toen ben ik direct naar u toe
gekomen. 't Was de vlugste manier!
Even later stopte de auto voor de deur;
de dokter stapte uit, belde en werd direct
binnengelaten.
Breng den dokter naar de dame, die
stranks binnengebracht is, zei mevrouw
Derfield tegen den bediende en Harding
die den man door de hall volgde, werd in
een rijk gemeubelde kamer gelaten, ver
moedelijk het boudoir van een dame. Op.
een rustbank tegenover de deur lag een
stille gestalte; daarnaast stond een oudere
dame, in wie de dokter juffrouw Crotch
herkende, de huishoudster van Sir Luke;
een uitdrukking van groote opluchting op
haar gezicht toen zij Harding zag binnen
komen.
Goddank, dat u er bent, dokter, zei
ze. Ik was bang dat u te laat zou zijn.
Ze is al ver heen.
En héél ver ook, was Harding's ge
dachte. Hij boog zich over de bewusteloo-
ze gedaante heen en legde zijn vingers om
haar pols, terwijl zijn scherpe blik op het
aschgrauwe gezicht rustte. De schaduw
van den dood was er al overheen getrok
ken; droppels zweet stonden op het voor
hoofd van de patiënte, de adem kwam
moeilijk en slechts met tusschenpoozen
over de bloedlooze lippen.
Ze hebben haar hier neergelegd om
dat dit het gemakkelijkste was, fluisterde
juffrouw Crotch. Zij durfden haar niet
naar boven te brengen.
Misschien schrok de gewonde op door
de fluisterende stemmen; misschien ook
was er iets anders dat haar uit de bewuste
loosheid deed ontwaken. Zij opende de
oogen en vestigde die op Harding's ge
zicht.
Ik ben gekomen, hijgde ze om,...
kwaad.te herstellen
Toen sloten haar oogen zich weer, haar
ademhaling werd nog benauwder en Har
ding schudde zijn hoofd toen zijn blik dien
van de huishoudster ontmoette. Nadat hij
de patiënte een injectie had gegeven boog
hij zich weer over haar heen en sprak
met langzame en duidelijke stem: Wilt
u ons vertellen wat u op het hart hebt? Is
er iets wat wij voor u kunnen doen?
(Wordt vervolgd).