Corporatieve organisatie van
het bedrijfsleven
f Mamentje
VJ
WOENSDAG 13 NOVEMBER 1940 32tte Jaargang No. 9796
Bureaus Papengracht 32.
Te^o..,: Redaea.op,». Adn,u,Wra«. 80935. DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Giro 103003. Postbus 11.
Ned.-Indië
De interneeringskwestie
Wij hebben reeds eenigen tüjd geleden in
een artikel gewezen op de dringende wen-
schelijkheid, de noodzakelijkheid, dat de
regeering in Indië begrijpt, open oog heeft
voor, zich realiseert de positie, waarin het
bezette Nederland verkeert.
Over deze zelfde kwestie ontleenen wjj
nu aan de T ij d van gisteravond een arti
kel, waarin wij ook enkele feitelijke mede-
deelingen aantroffen, die ook onze lezers
zullen interesseeren.
„Het bericht, dat de autoriteiten in Ned.
Indië het besluit hebben kunnen nemen, de
aldaar geïnterneerde Duitsche vrouwen en
kinderen vrij te laten, waarop van Duitsche
zijde de vrijlating van Nederland iche vrou
wen is gevolgd, heeft hier een groote vol
doening gewekt. Doch niet alleen voldoe
ning, ook nieuwe verwachtingen zijn ont
staan, verwachtingen, welke hun grond vin
den in bepaalde andere feiten en geruchten
van feiten.
In de eerste plaats dan mogen wij er de
aandacht op vestigen, dat kort nadat het
feit van de vrijlating der Nederlandsche
vrouwen bekend werd, ook bleek, dat een
aar.tal vooraanstaande Nederlanders, wier
vertrek voor eenige weken als represaille
werd gemeld, in ons midden uit het gijze
laarschap is teruggekeerd. In wijde krin
gen heeft dat zelfs vreugde verwekt, zoo
als men zich zeer gemakkelijk kan" voor
stellen. Maar er zijn meer verschijnselen,
die tot vreugde stemmen. Er bestaat n.l.
reden om aan te nemen, dat de Gouverneur-
Generaal in Indië zijn door ons ook reeds
onbegrijpelijk geachte houding wil herzien.
In hoever hij tot concessie lereid is, hebben
wij niet kunnen vernemen, evenmin als
•talrijke andere bijzonderheden, die in dit
opzicht van belang zouden kunnen zijn,
maar dat doet momenteel ook weinig ter
zake, daar de bewindsman thans in prin
cipe bereid schijnt tot datgene, waarop wij
hebben aangedrongen.
Er is tenslotte nog iets anders. Alhoewel
wij niet over voldoende gegevens beschik
ken om de juistheid der geruchten te con-
trcleeren en men van bevoegde Duitsche
zijde ook niet het oogenblik gekomen acht,
den sluier over de geheimzinnigheid weg te
nemen, lykt toch ook het vermoeden gewet-
tied, dat er dra een nauwer en mogelijk
zelfs een persoonlijk contact zal ontstaan
tusschen den G. G. en eenige vooraanstaan
de Nederlanders, die de stemming van het
Moederland uit eigen ervaring kennen. In
dien dit alles juist is, dan ligt het voor
de hand, dat wij binnen twee of urie weken
nauwkeuriger zullen weten, wat er eigen
lijk aan de hand geweest is en mogelijk
welke resultaten eventueel bereikt zullen
zijn.
Het verdient zeker aandacht, dat men van
officieele Duitsche zijde in dit stadium den
wensch heeft uitgesproken, dat spoedig ook
de vrijlating van de mannelijke Duitsche
onderdanen mag volgen. Immers, men
wenscht niets liever te zien, dan dat ook
spoedig de overige in Duitschland vertoe
vende, onschuldige Nederladners naar hun
woonstede nterugkeeren. Men verzekerde
ons, dat dit zeker zal geschieden, zoodra
uit Batavia bericht is ontvangen, dat de in
Nederlandsch-Indië geïnterneerde burgers
vrü hun arbeid kunnen hervatten, zooals
destijds uitdrukkelijk was geëischt.
Nu dit alles nog eens zoo openhartig is
gezegd, nu ook reeds de daad bij het woord
is gevoegd, zooals blijkt uit de vrijlating
van Nederlandsche geïnterneerden uit Bu-
chenwalde, nu zal ook zeker een nieuwe
stap gezet kunnen worden in de richting
van de loyale samenwerking, die van beide
kanten wordt gewenscht. Want men behoeft
zich niet te ontveinzen, dat het voor ons,
Hollanders, toch wel dubbel zwaar werd
eenerzij ds tot een loyale samenwerking te
worden uitgenoodigd, doch aan der. ande
ren kant de besten onder ons als gijzelaars
te zien weggevoerd, wegens handelingen,
waaraan zij part noch deel hadden.
Deze steen van aanstoot kan nu spoedig
verwijderd zijn en de weg weer geheel ge
ëffend. Want het is een geheel natuurlijk
verschijnsel, dat tenslotte de gewenschte
samenwerking, wei door wederzij dsche da
den van tegemoetkoming, doch zeer slecht
door straffen en dwang tot stand komt.
Er zal bij den huidigen stand van zaken
wel geen Nederlander meer in het bezette
gebied te vinden zijn, die niet wenscht, dat
de kwestie der interneering spoedig door
een voor beide partijen bevredigend ac-
coord volkomen van de baan wordt gehol
pen".
REICHSLEITER BOUHLER IN ONS
LAND.
Naar wij vernemen, vertoeft de chef van
de kanselarij van den Führer, SS-Ober-
gruppenführer Bouhler op het oogenblik
voor een bezoek van eenige dagen aan den
rijkscommissaris voor het bezette Neder
landsche gebied in ons land.
Erkende
bedrijfschappen
Het verordeningenblad bevat een be
sluit van den secretaris-generaal van
het Departement van Handel, Nijver
heid en Scheepvaart betreffende den
opbouw van een zelfstandige organi
satie ter ontwikkeling van het bedrijfs
leven.
Artikel 1 van dit besluit bepaalt, dat
de secretaris-generaal van het genoemde
departement de voorschriften uitvaardigt
en de maatregelen treft, welke voor den
opbouw van een zelfstandige organisatie
ter ontwikkeling van het bedrijfsleven
noodig zijn. Voor zoover tot dit doel be
drijfsorganisaties worden opgericht, er
kend, ontbonden of vereenigd en het daar
bij organisaties van ondernemingen be
treft, waarvoor het departement van Han
del, Nijverheid en Scheepvaart niet of niet
uitsluitend bevoegd is, neemt de secretaris
generaal van het departement van Handel,
Nijverheid en Scheepvaart zijn maatrege
len in overeenstemming met den secreta
ris-generaal van het bevoegde departe
ment.
De secretaris-generaal van het departe
ment van Handel, Nijverheid en Scheep
vaart kan zijn uit lid 1 voortvloeiende be
voegdheden overdragen.
Artikel 2 luidt: Veranderingen in de
rechtsverhoudingen, welke als uitvloeisel
van dit besluit en de ter uitvoering daar
van uitgevaardigde voorschriften en be
schikkingen ontstaan, geven geen aan
spraak op schadevergoeding.
Voorts bevat het besluit regelen om
trent straffen op overtredingen.
Het besluit treedt in werking op den
dag zijner afkondiging.
UITVOERINGSBESLUITEN.
Bij dit besluit behooren twee uitvoe
ringsbesluiten van den secretaris-generaal
van Handel, Nijverheid en Scheepvaart,
welke in de Nederlandsche Staatscourant
van heden zijn opgenomen.
Het eerste uitvoeringsbesluit bepaalt:
ARTIKEL 1.
1. Voor den opbouw van een zelf
standige organisatie ter ontwikkeling
van het bedrijfsleven, wordt een orga
nisatiecommissie ingesteld.
2. De leden en de voorzitter worden
door den secretaris-generaal van het
departement van Handel, Nijverheid
en Scheepvaart uit de kringen van het
bedrijfsleven benoemd en door hem
ontslagen. Zij genieten geen bezoldi
ging. Zij .oefenen hun taak uit met in
achtneming van de belangen van het
geheele economische leven.
3. Het bureau der organisatiecom
missie is gevestigd te 's-Gravenhage.
De organisatiecommissie kan bedrijfs
organisaties en andere organisaties van
het bedrijfsleven doen bijdragen in de
kosten van het bureau.
ARTIKEL 2.
1. De organisatiecommissie heeft tot
taak alle voorbereidende maatregelen te
treffen, geschikt en noodig om een zelf
standige organisatie van het bedrijfsleven
op te bouwen. Zij is met name bevoegd:
a. bedrijfsorganisaties in te stellen, als
uitsluitende vertegenwoordiging van de
betrokken takken van bedrijf te erkennen
en te bepalen, voor welk gebied van het
bedrijfsleven zij bevoegd zijn; b. bedrijfs
organisaties te ontbinden, te vereenigen
en voorschriften omtrent het beheer en
het gebruik van haar vermogen te geven;
c. het statuut van bedrijfsorganisaties te
wijzigen en aan te vullen; d, voorzitters
en directeuren, alsmede andere functiona
rissen van bedrijfsorganisaties aan te stel
len en te ontslaan; e. voor ondernemers en
ondernemingen het lidmaatschap van een
bedrijfsorganisatie verplicht te stellen;
f. overeenkomstige maatregelen voor an
dere organisaties van het bedrijfsleven te
treffen.
2. bedrijfsorganisaties zijn die organi
saties en vereenigingen van organisaties,
welke de behartiging van de bedrijfsbe
langen van ondernemers en ondernemingen
tot taak hebben. In geval van twijfel be
slist de organisatiecommissie of van een
-bedrijfsorganisatie sprake is.
3. De organisatiecommissie treft de in
lid 1, onder b en f bedoelde maatregelen
in overeenstemming met den secretaris
generaal van het departement van Handel,
Nijverheid en Scheepvaart.
ARTIKEL 3.
Ter uitvoering van haar taak kan de
organisatiecommissie, in het bijzonder in
verband met de in het eerste lid van arti
kel 2, onder a tot en met f genoemde maat
regelen:
a. Commissies voor afzonderlijke tak
ken van bedrijf of vakken, alsmede vcor
andere organisaties van het bedrijfsleven
instellen en haar taak en bevoegdheden
bepalen, voor zoover deze niet vallen on
der de in artikel 2 aan de organisatiecom
missie voorbehouden bevoegdheden.
b. Aan bedrijfsorganisaties en andere
organisaties van het bedrijfsleven opdrach
ten en instructies geven, met bindende
kTacht ook voor haar leden. De hieruit
voortvloeiende kosten komen ten laste \an
de bedrijfsorganisaties en de andere orga
nisaties van het bedrijfsleven.
ARTIKEL 4.
De organisatiecommissie kondigt be
schikkingen van algemeenen aard in over
eenstemming met den secretaris-generaal
van het departement van Handel, Nijver
heid en Scheepvaart in de Nederlandsche
Staatscourant af.
ARTIKEL 5.
De bedrijfsorganisaties en andere orga
nisaties van het bedrijfsleven, alsmede on
dernemers en ondernemingen zijn verplicht
de organisatiecommissie, zooveel in hun
vermogen ligt, te steunen, gevraagde in
lichtingen te verstrekken en de voorge
schreven aangiften te doen.
ARTIKEL 6.
De leden der organisatiecommissie, even
als alle andere personen, die door haar bij
de uitoefening van haar taak worden be
trokken, zijn verplicht tot geheimhouding
van alle zaken- en bedrijfsgeheimen, waar
van zij bij de uitoefening van hun functie
kennis krijgen. De plicht tot geheimhou
ding blijft ook na beëindiging van de uit
oefening der functie bestaan.
ARTIKEL 7.
Dit besluit kan worden aangehaald: als
„Eerste uitvoeringsbesluit organisatie be
drijfsleven 1940."
ARTIKEL 8.
Dit besluit wordt afgekondigd in de Ne
derlandsche Staatscourant en treedt in
werking op den dag zijner afkondiging.
ORGANISATIES.
Het tweede uitvoeringsbesluit luidt als
vclgt:
ARTIKEL L
1. Het bedrijfsleven wordt naar den
aard der bedrijven in door de organisa
tiecommissie ingestelde en erkende be
drijfsorganisaties georganiseerd.
2. De industrie (waaronder begre
pen de krachtbedrijven), het ambacht,
de handel (waaronder begrepen het
hotel-, café-, restaurant- en pension-
bedrijf), het bankwezen, het verzeke
ringswezen, alsmede het verkeerswe
zen worden elk in een afzonderlijke
organisatie ondergebracht.
3. Het onderbrengen in centrale or
ganisaties kan ook op andere wijze ge
schieden.
ARTIKEL 2.
1. De centrale organisaties worden on
derverdeeld in hoofdgroepen en zoonoodig
in vakgroepen.
2. De centrale organisaties kunnen
plaatselijke afdeelingen instellen.
3. De hoofd- en vakgroepen kunnen
plaatselijke en gewestelijke afdeelingen in
stellen.
ARTIKEL 3.
1. De organisatiecommissie bepaalt bij
algemeene beschikking, in overeenstem
ming met den secretaris-generaal van het
departement van Handel, Nijverheid en
Scheepvaart, indeeling en grenzen van het
gebied van het bedrijfsleven, waarvoor
de bedrijfsorganisaties bevoegd zijn. Door
zoodanige beschikking worden onderne
mers en ondernemingen (natuurlijke en
rechtspersonen), die op het betrokken ge
bied van het bedrijfsleven werkzaam zijn,
dan wel zoodanig werkzaamheid aanvan
gen, bij de bevoegde centrale organisatie
aangesloten. Onder ondernemingen worden
ook de bedrijven van publiekrechtelijke li
chamen verstaan.
2. De verdeeling van de leden over de
lagere organisaties geschiedt door de cen
trale organisatie. Is een onderneming werk
zaam op het gebied van meer dan één be
drijfsorganisatie, dan wordt zij als hoofd
lid in die bedrijfsorganisatie ingedeeld, op
het terrein waarvan het voornaamste deel
harer werkzaamheid ligt In andere orga
nisaties wordt zij als vaklid of, in geval
van onbelangrijke resp. slechts in hulpbe-
drijf plaatsvindende werkzaamheid, als
niet-betalend bijzonder lid ingedeeld.
3. Het lidmaatschap van een bedrijfs
organisatie houdt op met het blijvend stop
zetten van de werkzaamheid, welke den
grondslag van dat lidmaatschap vormt.
ARTIKEL 4.
Dit besluit kan worden aangehaald als:
„Tweede uitvoeringsbesluit organisatie
bedrijfsleven 1940."
ARTIKEL 5.
Dit besluit wordt afgekondigd in de
Nederlandsche Staatscourant en treedt in
werking op den dag zijner afkondiging.
DE COMMISSIE.
In de Nederlandsche Staatscourant is een
beschikking verschenen van den Secretaris-
Generaal van Handel, Nijverheid en Scheep
vaart, waarbij de Organisatie-commissie
voor den opbouw van een zelfstandige or
ganisatie ter ontwikkeling van het bedrijfs
leven wordt ingesteld. Deze commissie is
genoemd in het eerste uitvoeringsbesluit
„Organisatie Bedrijfsleven 1940". De com
missie is als volgt samengesteld:
Mr. H. L. Woltersom, directeur van de
Rotterdamsche Bankvereeniging, 's Gra-
venhage, voorzitter; H.» C. van Maasdijk,
directeur van de N.V. Nederlandsche Bank
instelling, lid tevens secretaris;
leden: F. B. J. Gips, directeur van
Gips' Houthandel N.V., 's Gravenhage; J.
M. Honig, directeur van Heinekens' Bier-
trouwerij Maatschappij, Amsterdam; dr. L.
P. Krantz, directeur van de N.V. J. J.
Krantz en Zn., Leiden; mr. K. P. van der
Mandele, voorzitter van de Kamer van
Koophandel en Fabrieken, Rotterdam; W.
H. de Monchy, directeur van de Holl.-Ame-
rika Lijn, Rotterdam; mr. B. J. M. van
Spaendonck, secretaris van de Algemeene
Katholieke Werkgeversvereniging, Til-
hurg; T. J. Twijnstra, directeur van U.
Twijnstra's Oliefabrieken N.V., Maarssen.
DE BROODPRIJZEN.
Limiet gesteld voor verhooging.
Volgens een in de Ned. Staatscourant
opgenomen besluit van den Secretaris-Ge
neraal van het Departement van Land
bouw en Visscherij, is het verhandelen of
afleveren van tarwebrood, voor zoover het
betreft witbrood, slechts toegestaan tegen
een prijs, welke niet meer dan een cent
hooger is dan de orijr. waartegen soortge
lijk wittebrood vóór 21 October 1940 door
denzelfden verkooper werd of moest wor
den verhandeld of afgeleverd.
Van tarwebrood, voor zoover het betreft
bruinbrood, mag deze prijs niet meer dan
twee cent hooper zijn dan <die van vóór
21 October 1940.
GEVAREN DER DUISTERNIS
Den Haag neemt maatregelen tegen het te
water raken
Op 2 September besloot de Haagsche ge
meenteraad, op sommige punten houten
hekken langs grachten te plaatsen, om on
gelukken door het te water raken "'ij duis
ternis zooveel mogelijk te voorkomen.
De getroffen voorziening bleek niet vol
doende te zijn, zoodat de eisch werd gesteld,
dat langs het water gelegen voet- en rij-
w'elpaden geheel zouden worden afgezet.
Hiermede was spoedshalve reeds een begin
gemaakt en 5 km. hekken waren reeds ge
plaatst, toen de algemeen gemachtigde voor
den Wederopbouw tegen het gebruik van
hout protesteerde, in verband met de
schaarschte.
Besloten is nu, deze afrasteringen te ma
ken van betonnen palen en glad ijzerdraad.
Deze voorziening zal moeten worden aan
gelegd, over een lengte van 19 km., waarvan
de kosten worden begroot op 24.300. De
5 km. houten hekken kostfen 4.600. In
verband hiermede wordt voorgesteld de be
grooting te wijzigen door verhooging van de
uitgaven in verband met den luchtbescher
mingsdienst met 28.900 en onvoorziene
uitgaven met 21.000, waartegenover staat
een verlaging van de post „onderhoud der
lantaarns en verdere kosten der verlich-*
ting" met 50.000.
DE OPGAVE VAN DE VOORRADEN
MELKPOEDER
Het Centraal Bureau voor het Bakkers
bedrijf meent reden te hebben om aan te
nemen, dat de voorraden melkpoeder niet
op de juiste wijze door de bakkerij zijn op
gegeven. Dit is waarschijnlijk te wijten aan
een verkeerd begrijpen van het enquête
formulier, waardoor o.a. mogelijk niet zijn
aangegeven de voorraden melkpoeder die
men elders, hetzij in eigen pakhuis, hetzij
bij leveranciers, heeft opgeslagen.
In verband hiermede adviseert het Cen
traal Bureau allen, die meenen, gezien deze
publicatie, een niet volledige opgave te
hebben verricht, dringend ten spoedigste
bij de Nederlandsche meelcentrale een ver
beterde opgave te doen. De gevolgen eener
onjuiste opgave kunnen zeer onaangenaam
zijn.
BOMMEN PER FIETS.
In een oorlog als deze wordt men
vertrouwd met gevaren en eerst dan
blijkt het zeer groote aanpassingsver
mogen van den mensch.
De eerste 'bommenwerper, die iboven
onze hoofden vlogen, hebben ons bleek
van angst en vreeze en sidderend aan
tafel zien zitten. Nu mogen wij al eens
mopperen, als zij ons wekken uit onzen
slaap, maar zoolang er geen bommen
boven op ons vallen, blijft het daarbij.
Maar men kan in den gezclligen om
gang met bommen en wat dies meer zij
ook tè ver gaan.
Zoo heb ik gelezen van dat jeudige
echtpaar op Texel, dat een bom tegen
kwam. De jeugdige echtgenoot stapte
van zijn fiets, laadde het projectiel op
zijn bagagedrager en toog vervolgens
met zijn jeugdige gade welgemoed naar
huis. Van de gevolgen hebt U kunnen
kennis nemen in de krant. Maar ik heb
mij verbaasd afgevraagd, welke vreem
de gedachten een mensch ertoe kunnen
brengen. Zoo luchthartig met iets als
een bom rond te fietsen. Men kan des
noods een taart per fiets vervoeren, of
een kind of een ander breek- of kwets
baar gebruiksartikel. Maar een bom!
Ik meen, dat hier het menschelijk
aanpassingsvermogen de grenzen van
het verstand verre hebben overschre
den. En wie grenzen overschrijdt, loopt
altijd gevaren. Maar dat wil nog niet
zeggen, dat men zoo roekeloos met
bommen moet omspringen.
Als ik een bom zie ga ik nog altijd
een straatje om. En dat zal ik blijven
doen, al duurt de oorlog nog tien jaren.
En U misschien zes straatjes.
U hebt nog gelijk.
SMEEROLIëN EN VETTEN.
De directeur van het Rijksbureau voor
aardolieproducten, daartoe gemachtigd
door den secretaris-generaal, waarnemend
hoofd van het departement van Handel,
Nijverheid én Scheepvaart, brengt het vol
gende onder de aandacht van verbruikers
en leveranciers.
Als tweede distributieperiode zal worden
vastgesteld het tijdvak van 1 Janufri 1941
t/m 31 Maart 1941.
Alle verbruikers en leveranciers zijn
verplicht, vóór 25 November 1940 een for
mulier, betreffende voorraden, verbruik,
afname en aflevering, bij hcc Rijksbureau
voor Aardolieproducten, Sectie 1, Zeestraat
IOC104 te 's-Gravenhage in te leveren.
De formulieren zijn verkrijgbaar bij ge
noemd bureau.
Schriftelijke aanvraag voor toezending
moet geschieden per briefkaart, waarop
vermeld, door verbruikers: „Verzoeke toe
zending verbruikersformulier minerale
smeeroliën en vetten", en door leveran
ciers: „Verzoeke toezending leveranciers
formulier minerale smeeroliën en vetten",
en naam en adres in blokletters zijn aan
gegeven.
Hiervan zijn uitgezonderd: ingeschreven
ondernemingen, ondernemingen, die perio
diek voorraden, ontvangsten en afleverin
gen moeten verantwoorden, alsmede
voorzoover betreft de door hen als zooda
nig aangeschafte hoeveelheden houders
van motorrijtuigen, 12-K.G.—afnemers en
houders van vergunningen, verleend door
den inspecteur-generaal van het verkeer,
door de Nederlandsche Visscherijcentrale
of door het Rijksbureau voor gene^- en
verbandmiddelen.
Medicinale, pharmaceutische of
cosmetische doeleinden.
Het verleenen van vergunningen voor
verkoop en aflevering van vaselines en pa-
raffine-oliën aan verbruikers én daarmede
gelijkgestelden ten behoeve van deze doel
einden geschiedt door het Rijksbureau voor
Genees- en Verbandmiddelen, Tesselscha-
destraat 6, Amsterdam.
Houders van motorrijtuigen in den zin
van de motorrijtuigenbelastingwet, al dan
niet voorzien van gasgeneratoren, kunnen
zonder oen vergunning smeerolie aanschaf
fen, mits de benoodigde hoeveelheid
smeerolie, al dan niet vermengd met ben
zine, wordt geschonken in de daarvoor be
stemde vulopening aan het motorrijtuig.
Scheepvaart en visscherij.
De bestaande regelingen voor binnen
scheepvaart, groote scheepvaart of kust
vaart. en visscherij, blijven ongewijzigd
van kracht.
DIENST NED. SPOORWEGEN
De persdienst der Nederlandsche Spoor
wegen deelt ons mede, dat het bericht, dat
dezer dagen in enkele dagbladen is versche
nen en volgens hetwelk op 17 November
een nieuwe dienst door de Nederlandsche
Spoorwegen zou worden ingevoerd, niet
juist is.
In dit verband vernemen wij wel, dat er
tegen 24 November een nieuwe uitgave van
het loopende spoorboekje verwacht kan
worden, waarin dan enkele wijzigingen tot
op dien dag verwerkt zullen zijn.