32ste Jaargang j. 9794 DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN St. Willibrord, de groote apostel van Nederland Momentje V MAANDAG 11 NOVEMBER 1940 o^sie Jaargang o. VIM S)e Qeid&<iïw(2<yu/iwnX Bureaus Papengracht 32. Telefoon: Redactie 20015. Administratie 20935. Giro 103003. Postbus 11. Gistermorgen werd in alle R.K. kerken alsmede in kapellen waarover een rector is aangesteld een schrijven voorgelezen van het Episcopaat van Nederland, in verband met de verheffing van den H. Willibrord door Z.H. Paus Pius XII tot den voornaam- sten patroon van de Utrechtsche kerk provincie. Den 7den November van het vorig jaar is, aldus het herderlijk schrijven, op luisterrijke wijze gevierd het twaalf de eeuwfeest van het zalig afsterven van den H. Willibrord, den grooten apostel van Nederland. Ook onze anders-denkende medebroe ders hebben zich niet onbetuigd gelaten en uiting gegeven aan hun vereering voor den man, aan wien ons vaderland zooveel te danken heeft voor de prediking van het Evangelie en voor den opbloei der be schaving, die een der schoonste vruchten is van het Christendom. Onze H. Vader Paus Pius XII heeft aan dit eeuwfeest een blijvende bekroning wil len geven en den H. Willibrord verheven tot den voornaamsten patroon, patronum primarium, van de Utrechtsche Kerk provincie, dus van geheel ons vaderland. Dit behoeft niets af te doen aan onze liefde en vereering voor andere heiligen. Doch is het niet billijk, dat wij, gedachtig aan het woord van S. Paulus: „gedenkt uwe leids lieden, die U het woord Gods hebben ver kondigd, let op het einde van hun leven en volgt hun geloof na", een zeer bij zondere plaats in onze vereering geven, aan den H. Willibrord, die geheel zijn leven ge wijd heeft aan de bekeering van ons vaderland? Dat hij ons steeds als een lichtend voorbeeld en als een machtige voorspreker..voor oogen sta. Zoo ooit, dan hebben wij in onze dagen zulk een voorbeeld en zulk een voorspreker noodig. Want, als ten tijde van S. Willi brord, staat in dengeweldigen geestesstrijd onzer dagen het christelijk geloof op het Spel. Laten wij, in dit ernstige uur in ons zei ven keeren en ons hart tot God verheffen en onze trouw toonen aan Jezus Christus in een oprecht en levendig geloof. Het geloof, dat Willibrord heeft gepredikt, is een kostbare gave, substantia sperandarum rerum, een vaste grond van hetgeen wij hopen, argumentum non apparentium, de overtuiging van dingen, die wij niet zien. Het geeft vastheid en richting aan ons leven. Het schenkt ons de zekerheid, dat wy niet aan een blind toeval zijn overgeleverd, doch dat er een God bestaat, dien wij met onze licha melijke oogen niet kunnen zien, doch di,e de wereld geschapen heeft en haar nog immer leidt en bestuurt. Die God is het plechtanker van onze hoop. Gelijk alles wat kostbaar is, vraagt ook het geloof offers om het te bewaren en te beleven: zelfbeheersching, zelfverloo chening, moed en kracht. S. Willibrord is een heilige geworden, doch daartoe heeft hij ook alles moeten verlaten, wat hem dierbaar was, om onder een barbaarsch volk te midden van duizenderlei ontberin gen en gevaren het Evangelie te verkon digen,. steeds bereid zijn leven zelfs te offeren. Christus vraagt van zijn volge lingen heldenmoed. Er kunnen oogenblik- ken in ieders leven komen, dat er van tran- sigeeren geen sprake kan zijn, dat wij een keuze moeten doen. Want „wie niet met Mij is, is tegen Mij". Doch het Christen dom schenkt ook heldenmoed: „Tot alles ben ik in staat door Hem, die mij sterkt". Verzekerd van den bijstand van Christus zullen wij nooit kleinmoedig zijn en ons angstig terugtrekken. Behalve het geloof, d.w.z. de waarheden, die strikt ter zaligheid noodig zijn, heeft S. Willibrord ons nog een ander erfdeel nagelaten, de christelijke beschaving. Thans nog heeft de Kerk tallooze instel lingen: scholen en inrichtingen voor de opvoeding der jeugd, instellingen van lief dadigheid, sociale organisaties. Zij zijn van den eenen kant uitingen van ons ge loof, dat zich immers in de werken open baart, van den anderen kant machtige mid delen om het geloof te beschermen. In jarenlangen arbeid, met eindelooze moeite en onder zware offers hebben onze katho lieken dat alles opgebouwd. Het is onze dure plicht, het in stand te houden, voor zoover het in ons vermogen ligt. Die katholieke instellingen hebben zon der twijfel ook op maatschappelijk gebied zegenrijk gewerkt. Moeten wij nog ant woorden op de zoo dikwijls geuite be schuldiging, dat wij daardoor verdeeldheid zouden verwekken of minder trouwe vaderlanders zouden zijn? Niet in de ver vlakking van ieders levens- en wereld beschouwing kan de kracht liggen van een volk, doch slechts in eendrachtig samen werken tot welzijn van het vaderland, met eerbieding van elkanders diepste overtuigingen. En in liefde voor het vader land doen wij voor niemand onder. Ja, wij mogen zeggen, dat wij beter het vaderland dienen,naarmate wij betere Christenen zijn. Want niet om zuiver menschelijke motieven, doch uit godsdienstige overtuiging betoo- nen wij gehoorzaamheid aan onze over heden, beoefenen wij de rechtvaardigheid en liefde ten opzichte van elkander en ver vullen allen hun plichten, met name die Vein het huwelijk, waardoor een volk ge zond en krachtig wordt. Ook wij werken mede aan den opbouw van ons vaderland, doch Christus is ons fundament. Want „niemand mag een ander fundament plaatsen, dan wat gelegd is en dat is Jezus Christus". Laten wij doen, wat christenplicht vordert ieder in eigen kring, eenvoudig, zoo noo dig tot offers bereid, omdat Christus het van ons vraagt. Dan zullen wij niet alleen in onze eigen omgeving werken aan den opbouw op Christus, ons fundament, doch dan zullen ook zooveel anderen die het goede willen, doch den weg niet weten, zien, dat alleen Christus is het heil der wereld. „Zoo moet uw licht schijnen voor de menschen, opdat zij uw goede werken zien en uw Vader verheerlijken, die in den hemel is". En moge de H. Willibrord ons vaderland, dat hem tijdens zijn leven zoo aan het hart lag, thans vanuit den hemel met zijn machtige voorbede beschermen. V Wij zijn hel met elkander eens Als we spreken over de nieuwt economie, die er komen moet, dan zijn wij het met elkander eens. De strekking en bedoeling van die nieuwe economie, geeft ir. von der Nahmer in het „Nederlandsch Dagblad" van Zaterdag avond aldus aan: „In plaats van den „prijs" komt als regulator het „plan", dus doelbewuste planmatige leiding van alle gebieden van het economische leven. Dit beteekent dus o.m. geen vrije prijsvorming, maar prijszetting (dus ook loonzetting); dirigeering van ar beidskracht en kapitaal; vaststelling van productie en verbruik; creatie van crediet en kapitaal; dit alles van „bo- venaf" geregeld. De voorwaarden voor de doeltreffen de werking van het plan. zijn een door kennis en wijsheid gedragen gezag der Overheid en de stoere arbeid van een volk met zelf-discipline. Het goud en het geld zullen niet meer heerschen, maar het volk alleen dienen. In plaats van een „geldeconomie" zul len wij krijgen een „arbeidseconomie" met arbeid voor iedereen en door iedereen tot welvaart voor allen. Zóó is de „nieuwe" economie". Wie wil de hier geschetste nieuwe eco nomie eigenlijk niet? N.S.B., Nationaal Front, Nederlandèche Unie kunnen het over dit nieuwe ongetwijfeld volkomen met el kander eens worden, als zij het niet reeds geheel en al met elkander eens zouden zijn! En ook velen van hen, die buiten de drie genoemde groepen staan. Enkele „captains of industrio" staan nog op de oude beginselen van ongebonden vrij heid, absoluut vrije concurrentie, vraag- en aanbod-theorie, e.d. De maatschappij wil van de medewer king van die „captains of industrie", van hun rijke kennis en rijpe ervaring gaarne profiteeren. Maar als zij doen, alsof er niets is veranderd, dan z a 1 de vernieuwing van de economie buiten hen om moeten gaan en ook feitelijk, zonder de medewer king van de hier bedoelde leidende per soonlijkheden, tot stand komen. De nieuwe economie, zooals in het hier boven geciteerde artikel juist omschreven, heeft, gelijk gezegd, de instemming van de overgroote meerderheid van het Neder- landsche volk. En daarom zou het zoo bij zonder jammer, zoo tragisch zijn, als er geen practische eenheid zou zijn te bereiken! Wij willen hierbij echter een tweetal op merkingen maken. Ten eerste, dat men zich niet moet voor stellen, in een zeer onredelijke door gemis aan menschen-kennis gevormde overdrij ving, dat de nieuwe economie als 't ware een hemeltje op aarde zal scheppen! Deze TEXTIEL-DISTRIBUTIE. BEPERKING VAN DEN VERKOOP VAN DEKENS EN LAKENS. Het jongste nummer van „De Manufac- turier" vermeldt uitvoerige nieuwe distri butiemaatregelen, waarvan de volgende het belangrijkst zijn: De verkoop van wollen en halfwollen de kens, alsmede van ka:oenen beddelakens op de textielkaart is verboden. Deze artike len mogen door de detaillisten allen wor den afgeleverd op speciale vergunningen. Evenals dweilen zijn katoenen dekens, welke niet meer dan 10 pet. katoen bevat ten en voor de rest van afvalstoffen zijn vervaardigd, vrijgesteld van puntenwaar- deering. Dit artikel zal door den fabrikant gemerkt worden met K.A. en bij den ver koop kenbaar zijn als een vrijgesteld pro duct met de vermelding van het nummer der vergunning van het Rijks Textielbu- reau. Glasgordijnen (vitrages), indien geheel vervaardigd uit kunstzijde en/of cel wol, zijn vrijgesteld voor den verkoop zonder punten. Het artikel dweilen is voor den verkoop zonder punten aan den consument vrijge geven. Voor den verkoop van dweilen door kleine winkeliers en venters en in het al gemeen door niet-textielhandelaren is geen erkening of vergunning van het Rijksbu reau noodig. Niet erkende textielhandelaren. Er zijn textielproducten, welke in het algemeen niet door erkende textielhande laren worden verkocht, zooals: rijwielhan delaren (voor fietstaschjes, handbescher mers e.d.), electriciteitsv/inkels (isolatie band), carrosseriebouwers (bekleeding), lampekappenv/inkels, kappers- en parfu meriezaken (haarnetjes e.d.), galanterie- zaken (voor theemutsen en kinderwagens enz.), tokohouders (kleine bazars e.d.), speelgoedwinkels enz., handelaren in ver bandmiddelen «enz. Deze handelaren zijn niet verplicht een bedrijfsvergunning aan te vragen bij het Rijksbureau en behoeven aldaar niet inge schreven te zijn. Zij moeten zich echter be perken tot den verkoop van die vrijgestel de artikelen, welke zij ook vóór 10 Mei 1940 hebben verkewni. Nijverheidsonderwijs. Huishoudscholen, industriescholen en naaicursussen moeten aanvragen voor tex tielproducten richten tot de Hoofdinspec tie, die volgens de gestelde richtlijnen zal aangeven, hoe de voorziening zal plaats vinden. Men mag voor dit doel geen spe ciale vergunningen aanvragen of verlee- nen. Matrassen. Kapokmatrassen zullen slechts op spe ciale vergunningen verkrijgbaar worden gesteld in de volgende gevallen. Ie. voor personen, die in het huwelijk treden; 2e. aan geëvacueerden en door het oor logsgeweld getroffenen; 3e. in bijzondere gevallen ter beoordee ling van het Rijksbureau van de Distribu tie van Textielgoederen door den handel. Voor het derde geval dient de aanvrage vergezeld te gaan van een doktersattest, gecontroleerd door den vertrouwens-arts. In gevallen, die niet ondergebracht kun nen worden bij die welke genoemd zijn on der 1 en 2 kan men, indien aanschaffing inderdaad noodzakelijk is, b.v. door slijtage of noodzakelijke uitbreiding, een speciale vergunning ontvangen voor een wolvlok vlasbaard-zeegras, z.g. gezondheidsmatras of veeren matras. Als sierkleedjes mogen verkochi worden alle kunstzijden, katoenen en linnen kleed jes, waarvan de oppervlakte beneden 1 vierkanten meter ligt. Alle schorten, zooals bretel- en band- schorten, dienster- of serveerschorten, half- schorten. kunnen, indien zij gemaakt zijn van kunstzijde, op de helft worden gewaar deerd van de waardeering van katoenen schorten. Zeil j oppers, olie jassen en olie jekkers kunnen worden gewaardeerd als sportjas, dus 37 punten voor mannen, 32 punten voor vrouwen en 25 punten voor jongens en meisjes. Engelsche bommen op Nederland. Het A. N. P. meldt: In den nacht van Vrijdag op Zaterdag is weder een aantal aanvallen van Engelsche vliegers op een aantal plaatsen in ons land gepleegd. In het geheel zijn vijftien woonhuizen be schadigd. Ook zijn op verschillende plaat sen weer brandplaatjes gevonden. Perso nen hebben geen letsel gekregen. In de twee afgeloopen nachten zijn ver schillende bomaanvallen op Nederlandsche plaatsen gepleegd. Bijna alle bommen vie len op het vrije veld of in het water. Door luchtdruk en scherven zijn eenige huizen beschadigd. Een huis moest ontruimd wor den. Andere huizen kregen glasschade. Zoowel brandbommen als brisantbommen zijn geworpen. Personen hebben geen let sel bekomen. WINTERHULP NEDERLAND. De activiteit van de Wintèrhulp Neder land begint zich overal in den lande af te teekenen. Het voorbereidende werk gaat gestadig voort. De plaatselijke en provin ciale comité's worden overal snel gevormd, waarbij personen van alle richtingen wor den betrokken. Overigens kan worden vastgesteld dat de autoriteiten, in het bij zonder de commissarissen der provincies en de burgemeesters, alle medewerking verleenen. De thans ontwikkelde activiteit laat voor de toekomst een gunstig resultaat verwachten. Evenals in België wordt thans ook in Frankrijk een Winterhulpactie in grooten stijl opgezet. AARDAPPELEN MAG MEN NIET VERWERKEN. Tenzij men is aangesloten bij de Meelcentrale. Met ingang van 9 November 1940 is in de Nederlandsche Staatscourant een ver werkingsverbod voor aardappelen afgekon digd voor hen, die niet aangesloten zijn bij de Nederlandsche Aardappelmeelcentrale. Eveneens wordt een verbod uitgevaar digd van verwerking van aardappelmeel tot puddingpoeders, custard, geoxydeerd aardappelmeel, stijfsel, sago, vlokken be stemd voor menschelijke consumptie en ouwel, welk verbod geldt voor hen, die geen vergunning van de Ned. Meelcentrale hebben. Ontheffing voor georganiseerde aardappelmeelfabrieken. Bij beschikking van den secretaris-gene raal van het departement van Landbouw en Visscherij wordt ontheffing verleend van het verwerkingsverbod voor aardappe len voor wat betreft het bewerken, doen bewerken, verwerken en doen verwerken van aardappelen tot aardappelmeel door aardappelmeelfabrieken, die als georgani- seerden zijn toegelaten tot de Stichting Nederlandsche Aardappelmeelcentrale, ge vestigd te Veendam, met dien verstande, dat de fabrieken verplicht 'zijn, te voldoen aan de door de evengenoemde Centrale zoo noodig te stellen voorwaarden, en de door elk van de fabrieken bewerkte of ver werkte hoeveelheid aardappelen niet meer mag bedragen dan de aan die fabriek inge volge een overeenkomst van koop en ver koop of eenige coöperatiecontract dan wel door haar aandeelhouders geleverde of te leveren hoeveelheid aardappelen van den oogst 1940 verminderd met een door die stichting te bepalen hoeveelheid. meening zou tot een bittere teleurstelling leiden. Vervolgens, dat de denkbeelden, die aan de nieuwe econonjie ten grondslag liggen, niet nieuw zijn, maar reeds lang gepropa geerd. Dit is zeer verheugend. Omdat daar in ligt opgesloten, dat veler geestesgesteld heid rijp is voor de nieuwt economie, dat velen in breede kringen er naar verlangen. Als wij zóó nuchter de werkelijkheid on der de oogen zien, kunnen wij het heelemaal met elkaar eens zijn-over de nieuwe eco nomie wat betreft haar doelstelling en ook zeker in hoofdzaken 'vat betreft de middelen, om tot het doel te geraken. ER KOMT GEMACHTIGDE VOOR PRIJZEN. Naar aan het A. N. P. wordt mede gedeeld, kan binnenkort de afkondi ging van een besluit worden tegemoet- gezien, waarbij de functie van ge machtigde voor de prijzen in het leven wordt geroepen. Met dezen maatregel wordt beoogd de regeling en de handhaving van de prijzen te centraliseeren. De gemachtigde voor de prijzen zal zeer uitgebreide bevoegdheden krijgen. Hij zal belast zijn met de coördi natie van de verschillende maatregelen op het gebied van de prijsvorming, welke door de departementen zullen worden uit gevaardigd en te dien einde de noodige richtlijnen vaststellen. Zijn bemoeiingen zullen zich uitstrekken tot de prijzen van roerende en onroerende goederen, tot diensten, huren, pachten, vervoerstarieven en renten. Verder zal zijn taak bestaan in een uitbreiding en ver scherping van de prijscontrole. Daarnevens verkrijgt hij nog bepaalde bevoegdheden ten aanzien van de berechting van over tredingen der prijsvoorschriften. Het A. N. P. verneemt nog, dat het in het voornemen ligt een Nederlandschen hoofd ambtenaar tot gemachtigde voor de prijzen te benoemen. VERTROUWEN Zeker is zeker. En ik vraag my af, waartegen wij ons zooal verzekeren. Tegen brand, tegen diefstal, tegen ziekte, tegen dood, tegen inbraak en tegen andere mogelijk komende on kosten. Maar bij al die verzekeringen is men van niets zoo zeker, als van het feit, dat men zeker premie moet betalen. Dat getuigt niet van vertrou wen, beter gezegd; dat getuigt van wantrouwen en dat is naar mijn er varing, ten minste hier in Leiden mis plaatst. Ik heb namelijk eenige dagen ge leden de deur laten openstaan. Dat kan wel eens gebeuren, als het slot terugspringt of zoo iets. Maar bij mij gebeurde dat 's avonds om 8 uur, toen er iemand het huis verliet, die 's avonds niet meer zou terugkomen. Ik dacht, dat er gesloten was en ik ging naar bed. En toen ik 's morgens om 8 uur beneden kwam stond de deur zoo wijd open als maar mogelijk was. Vriendelijk en uitnoodigend. Komt U binnen, vreemdeling, indien de donkere avond U benauwt. Hier zult U warmte en vriendschap vinden. En ik vond nadat ik mij over tuigd had, dat er niets vermist werd dat het zoo moest zijn. Maar ik werd mij daarna ervan bewust, dat distributie voor zulk een vriendschap niet bevorderlijk is. Meer vertrouwen zou er echter kunnen zijn. Dat bewees de nacht, toen wij allen bij vrij entree den slaap der rechtvaardigen sliepen. Men had mij slapend kunnen ontvpe- ren, want ik slaap vast. Maar niemand deed het. Wat heeft men ook aan een mensch zonder bon nen. Maar mijn inbraakverzekering heb ik opgezegd. BON 14 VOOR GEBAK. (Om uit te knippen). De secretaris-generaal, waarnemend hoofd van het departement van landbouw en visscherij deelt mede, dat elk der met „14" genummerde bonnen van het brood- bonboekje gedurende het tijdvak van Maandag 11 tot en met Zondag 17 Novem ber a.s. recht geeft op het koopen van een rantsoen gebak. Dit rantsoen bedraagt voor de verschillende hieronder genoemde soorten gebak ten minste het telkens daar achter genoemde gewicht: beschuit. 75 gram, biscuits en wafels 90 gram, speculaas 140 gram, ander? koekjes 200 gram, koek 160 gram, cake 300 gram, gevuld klein kortgebak (b.V. amandel broodjes) 400 gram. taart en gebakjes 600 gram. Voor geheel of ten deele alt meel of bloem gebakken artikelen, welke hierboven niet zijn genoemd, geldt, dat een rantsoen omvat een hoeveelheid, waarin 70 gram meel of bloem is verwerkt. De bonnen, welke op 17 November niet gebruikt zijn, blijven voorts nog geldig tot en met Zondag 24 November a.s. met dien verstande, dat zij gedurende de week van 18 tot en met 24 November a.s. niet ge bruikt mogen worden in hotels, restaurants en dergelijke. POST EN DUISTERNIS WEL AVONDBESTELLING Dezer dagen is bericht, dat de directeu ren der postkantoren aanwijzing zouden hebben ontvangen, indien de weersomstan digheden daartoe aanleiding gaven, de der de (avond)-bestelling niet te doen uitvoe ren. Dit bericht is onjuist. De directeuren hebben integendeel aanwijzing ontvan gen, om, waar dit slechts éenigszins mogelijk is, de avondbestelling te doen blijven uitvoeren, zoo noodig met in- dienststelling van extra personeel. VERBOD VAN SLACHTEN VAN SCHAPEN Bij besluit van den secretaris-generaal, waarn. hoofd van het departement van landbouw en visscherij, is bepaald, dat het slachten en doen slachten van schapen ver boden is. Dit "erbod geldt niet ten aanzien van schapen, waarvoor door of vanwege de stichting Nederlandsche Veehouderijcon- trale een slachtvergunning is verleend.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1940 | | pagina 1