KATWIJKSCHE MOTORLOGGER IN
MIJNENVELD GERAAKT
ZATERDAG 2 NOVEMBER 1940
DE LE1DSCHE COURANT
VIERDE BLAD - PAG. 13
Qemengde^Be^icfitm
DOODELIJK ONGEVAL TE GILZEN.
Gisteravond omstreeks negen uur vond
men op den rijksstraatweg BredaTilburg,
ter hoogte van het perceel de stad Parijs
het lijk van een man, dat in een grooten
bloedplas lag. Aangezien men een eind
verderop een geheel vernielde fiets vond,
vermoedt men, dat de man door een auto
si aangereden. Bij identificatie bleek het
de arbeider Hoogenbosch uit Tilburg te
zijn.
VRACHTAUTO MET ACHT PERSONEN
IN HET WATER GEREDEN.
Donderdagmorgen om kwart over zeven
is. een vrachtauto waarin acht personen za
len, in de vestinggracht te Naar den gere
den. De inzittenden, bloemisten, kwamen
uit de richting Laren en waren op weg
om inkoopen te doen. Te Naarden zouden
zij nog een collega afhalen. Door de duis
ternis misleid sloeg de bestuurder te
vroeg links af en reed door de leuning in
den Kapitein Meijer weg. De leuning kon
den auto niet tegenhouden, waardoor de
wagen in de gracht stortte. Twee inzitten
den konden zich zwemmende redden. De
overigen wisten op het dak van den auto
te klimmen. De politie, bijgestaan door
burgers, slaagde er, met veel moeite, in
door middel van planken de inzittenden op
liet droge te brengen.
ONVOORZICHTIGHEID MET DEN DOOD
BEKOCHT.
Gisteravond omstreeks zeven uur is een
63-jarige bewoner van de Hoefkade te Den
Haag, C. v. d. W., het slachtoffer gewor
den van eigen onvoorzichtigheid. Hij stak
plotseling en onoplettend de Vaillantlaan
over en werd zoodoende door lijn twaalf
gegrepen. Met een schedelbasisbreuk en
een gebroken dijbeen is de ongelukkige
naar den Zuidwal gebracht, waar hij kort
na aankomst overleed.
LIJKJE OPGEHAALD VAN VERMIST
JONGETJE.
Een schipper zag gistermorgen in het
Noord-Hollandsch Kanaal het lijkje drijven
van een kleinen jongen. Politie en G.G.D.
werden gewaarschuwd, waarna het stoffe
lijk overschot werd overgebracht naar het
Binnengasthuis.
Bij nader onderzoek is gebleken, dat het
slachtoffer de zeven-jarige J. B. uit de
Leeuwerikstraat te Amsterdam is, die sinds
eenige weken werd vermist en vermoedelijk
bij het spelen in het kanaal is geraakt.
SLACHTOFFERS VAN DE DUISTERNIS.
Donderdagavond omstreeks acht uur zijn
twee vrouwen uit het woonwagenkamp te
Zwolle nabij het R. K. Ziekenhuis aldaar
te water geraakt. Op het hulpgeschreeuw
sprong een taxi-chauffeur te water, terwijl
een schipper in een roeiboot te hulp schoot.
Ondanks de diepe duisternis slaagden de
redders er in de echtgenoote van G. be
wusteloos op te halen. De andere vrouw
echter, een moeder van drie kinderen,
werd levenloos op den wal gebracht. De
bewustelooze vrouw is naar het R. K. Zie
kenhuis overgebracht. Ook het stoffelijk
overschot van de verdronkene is daarheen
vervoerd.
Te Middelburg is Donderdagnacht een
32-jarige koopman door de duisternis mis
leid in het voormalige Dok geloopen. Na
dat de drenkeling op het droge was ge
bracht hebben twee dokters getracht, de
levensgeesten weer op te wekken, echter
zonder het gewenschte resultaat.
De 66-jarige gehuwde vrouw W., wo
nende in de Lindenstraat te Utrecht is
Donderdagmorgen in de duisternis, op weg
naar de vroegmis, in het water van den
Minstroom geloopen en verdronken. Het
lijk is eenige uren later drijvende gevon
den in den Maliesingel.
Bij explosie werden vier ol
vijl opvarenden gedood
Donderdag is de Katwijksche motor-
logger K.W. 55 op een mijn geloopen,
waarbij de bemanning, bestaande uit
vier of vijf koppen, het leven verloor.
Het ongeval is te wijten aan het feit,
dat de schipper, hoewel van de aanwe
zigheid van het mijnenveld op de hoog
te, zoo onvoorzichtig was, zich in de
gevaarlijke zone te begeven.
De ramp werd gezien door de bemanning
van den Scheveningschen logger Sch. 69,
die in de nabijheid, vischte, doch alle po
gingen om opvarenden van de K.W. 55 te
redden, bleven zonder resultaat.
Het A.N.P. had Vrijdagmorgen aan boord
van de Sch. 69, welke weer gereed lag om
uit te varen, een onderhoud met den schip
per D. Pronk. Deze vertelde, dat zij Don
derdagmiddag om ongeveer 12 uur 40 doen
de waren het vischtuig uit te zetten, toen
op een afstand van ongeveer 400 meter de
K.W. 55 in een mijnenveld terecht kwam.
De bemannir.g van de K.W. 55 was bene-
dendeks. Het schip had de boei gepasseerd,
waardoor het mijnenveld wordt aangege
ven.
Dadelijk daarop weerklonk een ont
zettende explosie. De voormast en het
zeil alsmede de achtermast van de
K.W. 55 vlogen in de lucht, terwijl het
schip totaal werd vernield. Onmiddel
lijk sneed de bemannig van de Sch. 69
het vischtnig af om, indien mogelijk,
hulp te bieden. Dit kon echter niet
meer baten. In anderhalve minuut was
alles gebeurd. Er was op de plaats des
onheils riets meer te zien. Slechts een
groote olievlek getuigde van de ramp,
die hier was geschied.
De bemanning van de Sch. 69 stelde alles
in het werk om nog te redden, wat er te
redden was. Ruim anderhalf uur bleef zij
zoeken, zonder acht te slaan op het ge
vaar, dat zij hierbij zelf liep. Van de po
gingen, om een sloep uit te zetten, moest
worden afgèzien in verband met de ruwe
zee. Tweemaal kwam de Sch. 69 nog terug
op de plaats van de ramp, doch alles was
tevergeefsch, van de bemanning van de
verongelukte K.W. 55 werd niets meer ge
vonden.
Een tragische bijzonderheid is nog, dat
de K.W. 5, welker schipper was G. Guit uit
Katwijk aan Zee, eerst een week geleden
begon deel te nemen aan de visscherij. Eén
lid van de bemanning, dat eenige dagen
geleden ten gevolge van een ongeval in een
ziekenhuis moest worden opgenomen, heeft
het hieraan te danken, dat ook hij niet
slachtoffer van deze ramp is geworden.
Ook Den Haag heeft een doode te be
treuren, naar ons blijkt uit het volgende,
laat binnengekomen bericht:
Gisterochtend om zeven uur ir de 83-jari-
ge A. J. P. uit de Van Ravesteinstraat van
huis gegaan. Vermoedelijk "misleid door de
duisternis is hij, zonder dat iemand het
merkte, in het water van de Dunne Bier
kade terechtgekomen en verdronken. Voor
bijgangers zagen omstreeks acht uur zijn
lichaam drijven. Het is door de politie ge
borgen.
Uit Zwartsluis: Donderdagavond is
de 69-jarige A. Brouwer tengevolge van de
duisternis over een hekje gestruikeld. Hij
is aan de bekomen verwondingen overle
den.
De Rotterdamsche politie heeft gister
morgen omstreeks tien uur uit de Schie na
bij de Aelfbrechtskade het lijk opgehaald
van den 59-jarigen J. C. P. Theunis, zon
der vaste woonplaats te Rotterdam ver
toevende. Men vermoedt, dat de man ten
gevolge van de duisternis te water is ge
raakt en verdronken.
De Rotterdamsche politie heeft uit de
Schie nabij de Aelbrachtkade het lijk op-
gevischt van den 59-jarigen J. C. P. Theu
nis, zonder vaste woonplaats, te Rotterdam
vertoevende. Men vermoedt, dat de man
ten gevolge van de duisternis te water ge
raakt en verdronken is.
Donderdagavond omstreeks half negen
verliet de 36-jarige mej. G. van N. uit Bols-
ward het hotel van den heer F. H. P., waar
zij als dienstbode werkzaam is. Daar het
meermalen voorkwam, dat zij den nacht bij
familie doorbracht, wekte het geen ver
wondering, dat zij dezen nacht niet terug
keerde.
Toen zij Vrijdag niet verscheen, werd de
politie gewaarschuwd. Uit het onderzoek
bleek, dat de dienstbode niet bij haar fami
lie was aangekomen. De politie dregde
daarop het water langs den weg, welken de
vermiste- vermoedelijk had gevolgd, af en
bij de bocht van het Hooiblok en de Ha-
rinxmakade haalde zij de fiets van mej. N.
uit het water op.
Het stoffelijk overschot van de dienst
bode is in den loop van den dag gevon
den.
Te Groningen zijn niet minder dan
zeven menschen Donderdag in duisternis
en regen te water geraakt. Eén hunner is
jammerlijk verdronken.
Verder is Donderdagavond de 69-jarige
A. Brouwer, te Zwartsluis, tengevolge van
de duisternis over een hekje gestruikeld.
Hij is aan de bekomen verwondingen over
leden.
Tenslotte is in Delft de heer Van der
Ei de, wonende te Delft, in de gracht aan
de Voorstraat te water geraakt. In bewus-
teloozen toestand werd hij op het droge
gebracht. Het toepassen van kunstmatige
ademhaling en het toedienen van zuur
stof mochten echter niet meer baten.
EEN DIEFACHTIG MEISJE.
Op een atelier in Den Haag werkten twee
meisjes, een 19-jarige jongedame uit Was
senaar en een 20-jarige collega uit Hille-
gersberg. Veertien dagen geleden miste de
laatste uit haar taschje een bankbiljet van
tien gulden. Ze dacht het te hebben ver
loren en deed dus geen aangifte bij de
politie.
Woensdag echter vermiste zij 20 gulden
uit haar taschje en nu deed zij wel aan
gifte. Het onderzoek bracht aan het licht,
dat het meisje uit Wassenaar zoowel de
10 gulden als de 20 gulden had gestolen.
Het meirje had de tien gulden gebruikt ter
betaling van een mantelpakje, dat zij van
het meisje uit Hilligersberg, de bestolene,
voor tien gulden had overgenomen.
NOG STEEDS JOHANNA DE NIGTERE.
Nieuw spoor voert wederom tot
verdenking van Haagsch koopman.
Naar de „Tel." verneemt volgen justi
tie en politie te Amsterdam een nieuw
spoor inzake de geheimzinige verdwijning
van Johanna de Nigtere.
Naar aanleiding van een anoniemen
brief was in den afgeloopen zomer een be
rucht lid uit de onderwereld der hoofd
stad voor deze zaak aangehouden. Hij is
een veertigjarige Haagsche koopman, die
sinds één jaar te Amsterdam woonachtig
is, een berucht smokkelaar, die reeds her
haaldelijk veroordeeld werd. Destijds was
hij er zelfs in geslaagd uit de gevangenis
te Haarlem te ontsnappen. Men zou hem
met Johanna de Nigtere op de Pier te
Scheveningen hebben gezien.
Wegens gebrek aan bewijs kon tot dus
ver den man niets ten laste gelegd wor-
N.B. In deze week dagelijks Gloria en
Credo. Behalve Zondag de gewone Prefa-
tia.
ZONDAG 3 November. Vijf en twintig
ste Zondag na Pinksteren. Mis: Dicit Do-
minus. (als-op de 23e Zondag na Pinkste
ren. Maar gebeden, Epistel en. Evangelie
als op de 4de Zondag na Drie Koningen).
2e gebed v. h. octaaf van Allerheiligen; 3e
voor de vrede. Prefatie v. d. Allerheiligste
Drieëenheid. Kleur: Groen.
Vele en velerlei gevaren omringen ons
lichaam, maar meer nog onze ziel, bijzon
der wanneer de stormen van de hartstocht
onze ziel verontrusten. Aan ons zelf over
gelaten zullen wij vergaan. Daarom moe
ten wij naar het voorbeeld van de Apos
telen op de stormzee, gaan naar Christus
en te midden van de nooden (Alleluja-
vers, Offertorium) Hem aanroepen; „Heer,
red ons, wij vergaan" (Evangelie). Onze
aanroeping moet worden gedragen door
een groot, vertrouwvol geloof, want „Gij
zult Mij aanroepen en Ik zal u verhooren"
(Introitus). „Gelooft, dat gij verkrijgen
zult, wat gij vraagt" (Communio). Hij
zal gebieden en het zal kalm en rustig wor
den in onze ziel (Evangelie).
Door het heilig Offer van Jesus Chris
tus mogen wij hopen op de rverwinning.
(Stilgebed en Gebed).
MAANDAG 4 November. Mis v. d. Ca-
rolus Borromeüs, Bisschop en Belijder:
Statuit. 2e gebed v. h. octaaf van Aller
heiligen; 3e v. d. H.H. Vitalis en Agricola,
Martelaren; 4e voor de vrede. Kleur: Wit.
De heilige Carolus werd in Arona bij
Milaan geboren uit zeer aanzienijlke fami
lie. Op 23 jarigen leeftijd werd hij door
zijn oom Paus Pius IV benoemd tot Aarts
bisschop van Milaan en Kardinaal.
De benoeming bleek een gelukkige ge
weest te zijn. Want de jeugdige aartsbis
schop maakte zich voor zijn bisdom bui
tengewoon verdienstelijk. Hij trad n.l.
voortdurend op tegen de misbruiken en
zorgde voor de doorvoering van de beslui
ten van de Kerkvergadering van Trente.
Zijn aanzienlijk vermogen deelde hij uit
aan de armen en voor de verzorging van
de zieken, voor zich zelf slechts behoudend
het strikt noodzakelijke. Heldhaftig was
zijn gedrag, toen de pestziekte in Milaan
was uitgebroken. Terwijl allen vluchtten,
bleef hij in de stad en besteedde persoon
lijk zijn zorgen aan de arme lijders, hen
verplegend, bezoekend en eigenhandig de
den in verband met de mysterieuze ver
dwijning van het meisje. Thans zijn er
echter ernstige aanwijzingen, dat hij van
deze zaak meer afweet.
De man, in den goeden tijd bezitter van
een luxe-auto, maakt den indruk van een
levenslustige koopman. Zelfs in dezen
tijd maakte hij nog reizen naar Frankrijk.
Hij had door allerlei voorspiegelingen een
meisje trachten te verlokken, hem op dat
reisje te vergezellen. Dat kwam de politie
ter oore. En by zijn thuiskomst werd hij
wegens poging tot schaking gearresteerd
Bij het onderzoek kwam vast te staan,
dat in een der gesprekken, waarbij hij het
meisje trachtte mee te lokken naar Pa
rijs, zij hem had toegevoegd: ,,Je wil mij
meelokken, zeker net als Johanna de Nig
tere?"
Daarop zou de man geantwoord hebben:
Johanna de Nigtere is al lang dood, die
wou niet".
Van het feit, dat hij zich thans in voor-
loopige hechtenis bevindt, maken politie
en justitie gebruik na te gaan, in hoever
re hij met de verdwijning van Johanna de
Nigtere iets uitstaande kan hebben.
De verdachte ontkent hardnekkig, doch
daar voor de tweede maal het spoor leidt
naar dit berucht type uit de onderwereld,
wordt een diepgaand onderzoek noodzake
lijk geacht.
laatste H.H. Sacramenten toedienend. De
heilige Aartsbisschop stierf in het jaar
1584, 46 jaren oud.
DINSDAG 5 November. Mis van de 5e
dag onder het Allerheiligen octaaf: Gau-
deamus (als op 1 Nov.) 2e gebed tot den
H. Geest; 3e voor Kerk of Paus; 4e voor
de vrede. Kleur: Wit.
„Een kroon van schoonheid heefl de
Heer geplaatst op de hoofden van de Hei
ligen."
WOENSDAG 6 Nov. Mis v. d. 6e dag oiv-
der het Allerheiligen octaaf. Alles als gis
teren. „Gij, Heiligen, die als vorsten
heerscht in de hemel, luistert welwillend
naar de beden van hen, die om de genade
des hemels smeeken."
DONDERDAG 7 November. Feestdag
van den H. Willibrordus, bisschop en be
lijder, patroon van de geheele Neder-
landsche Kerkprovincie, eerste patroon
van ons bisdom. Mis: Statuit. (Zie in het
feesteigen v. h. Bisdom).' Kleur: Wit.
Na een 10-jarige voorbereiding voor
Apostolische arbeid in de Abdij van Rath-
melsigi, landde in 690 de 33 jarige Willi
brordus met elf gezellen naby het tegen
woordige Katwijk. Na zich de steun van
Pepijn van Herstal, Hofmeier der Franken,
te hebben verzekerd, predikte de heilige
missionaris eerst beneden, later boven de
Rijn het ware geloof. Op verlangen van
Pepijn liet hij zich te Rome wyden tot
Aartsbisschop van de Friezen, om aldus
nuttiger te kunnen arbeiden. Als zetel
stad koos hij Utrecht, waar hij, in zijn ijver
voor de vestiging van het ware geloof en
de wetenschap een Kathedrale Kerk bouw
de ter eere van de H. Martinus en daar
naast een kloosterschool. Te Vlaardingen,
Petten, Oegstgeest, Velsen en Heiloo
bouwde hij kerken. Den 7en November
stierf de heilige in 739 te Echternach
(Luxemburg), waar zijn lichaam begra
ven is in de door hem gestichte Abdijkerk.
VRIJDAG 8 November. Octaafdag van
het Allerheiligenfeest. Mis: Gaudeamus.
2e gebed v. d. octaaf v. d. H. Willibrordius;
3e v. d. vier heilige gekroonde Broeders;
4e voor de vrede. Kleur: Wit.
„O, hoe glorievol is het Rijk, waarin
alle Heiligen zich met Christus verheu
gen! Gekleed in witte kleederen volgen
zij het Lam, overal, waar Het gaat! Alle
Heiligen Gods roept ook ons naar het Va
derland."
ZATERDAG 9 November. Wijdingsfeest
van de Aartsbasiliek van den Allerheilig
sten Verlosser. Mis: Terribilis. 2e gebed!
(alleen in stille H.H. Missen) v. d. H. Theo-
dorus, soldaat en Martelaar; 3e (2e) voor
de vrede. Kleur: Wit.
De kerk v. d. Allerheiligsten Verlosser is
de eerste geweest, welke te Rome open
baar mocht worden gebouwd en gewijd
onder de regeering van, keizer Constan-
tijn de Groote. Zij is ook onder de naam
„St. Jan van Lateranen", omdat zij oor
spronkelijk geweest is 'het Lateraansch Pa
leis van Constantijn.
IN DE KERKEN VAN DE
E.E. P.P. FRANCISCANEN:
Alles als in bovenstaande kalender v.
h. Bisdom, behalve:
ZONDAG. 2e gebed v. d. Z. Raynerius,
Belijder; 3e v. h. Allerheiligen octaaf; 4e
voor den vrede.
DINSDAG. Feest van de heilige Reli-
(juieën, die in de kerken van de Serafijn-
sche orde bewaard worden. Mis: Multae
tribulationes. 2e gebed v. h. Allerheiligen
octaaf; 3e voor de vrede. Kleur: Rood.
WOENSDAG. Mis v. d. Z. Margarita van
Lotharingen, Weduwe: Cognovi. 2e gebed
v. h. Allerheiligen octaaf; 3e tot den H.
Geest; 4e voor de vrede.
DONDERDAG. 2e gebed (alleen in stille
H.H. Missen) v. d. Z. Helena Enselmini,
Maagd.
Amsterdam. ALB. M. KOK, pr.
FEUILLETON
(Ziine Qxafiam
in het
ncuiw
Naar het Amerikaansch
van
MALCOLM HOWES.
Nadruk verboden
20)
Dempster schoof de portière vaneen. Hij
gaf de lantaarn aan Donnell terug en zei
tegen Holbrook:
Wel wat denk jij er van?
Lijkt me een eenvoudige zaak!, ant
woordde de kapitein luchtigjes.
Laat eens kijkenbegon de chef.
Geld op tafel dus geen diefstal!
meende de kapitein.
Juist!
Zijn eigen vouwbeen! voegde Hol
brook er aan toe.
Maar hoe weten we dat?, vroeg Demp
ster.
Het monogram op het handvat!
Dat is zoo, gaf de chef toe.
In de borst gestoken! Iemand die hem
aangevallen heeft, zou hem in den rug
hebben gestoken. Het lykt meer op zelf
moord.
Maar Dempster schudde het hoofd.
Dacht jy van niet?, vroeg Holbrook,
alsof hij verbaasd was dat iemand een an
dere theorie voor mogelijk hield.
Kijk hoe hij dat vouwbeen vasthield!
antwoordde Dempster. Als hij zich zelf
doodgestoken had, zou hij het steviger bij
het handvat hebben moeten houden.
Misschien heeft hij de houding van
zijn hand veranderd toen hij het er uit ge
trokken heeft, theoretiseerde Holbrook.
Hij trok het er uit maar iemand
anders heeft het er in gestooten, hield de
chef vol.
Misschien is hij er op gevallen.
Dempster keek hem verbaasd aan.
Wel, er heeft hier een worsteling
plaats gehad! Kijk maar naar den vloer!
Papieren! Dat komt waarschijnlijk
door de tocht!
De wind door dat raam zou de papie
ren naar die richting hebben doen waaien.
Dempster wees naar de deur, terwijl de
papieren in tegenovergestelde richting la
gen. Het oog van den chef viel op de ver
trapte roos. Hij nam haar op.
Zie deze roos eens, kapitein! Verschei
dene keeren opgetrapt!
Met eén trap van je hiel komt die in
denzelfden toestand.
Holbrook scheen yastbesloten om ieder
bewijs dat zijn vriend meende te vinden,
aan te tasten. Maar Dempster gaf geen
kamp. Dat was zijn gewoonte; het was een
van de redenen waarom hij hoofd van de
geheime politie was geworden. Hij liet de
roos peinzend vallen.
Roep dien jongen! zei hij tegen Don
nell.
De agent ging de kamer uit.
Tommy! Kom hier; riep hij.
Ja, meneer! antwoordde Tommy Gil
bert.
Kapitein Holbrook keek Dempster een
beetje beschermend aan, terwijl hij zijn
onderzoek voortzette.
Jullie beroeDS-detectives maken van
alles iets geheimzinnigs als het jullie niet
direct duidelijk voorkomt!
Dempster gaf geen antwoord .Hij was be
zig de gesloten linkerhand van Flagg te
onderzoeken, toen Donnel Tommy Gilbert
in de kamer bracht.
Plotseling stond Dempster op. Hij had
iets ontdekt, dat hem, óm het zacht uit te
drukken, onaangenaam was.
Wie heeft die hand bewogen?, vroeg
hU.
Ik niet, chef! ontkende Donnell on
middellijk.
Kom hier! zei de chef op bruusken
toon tegen Tommy. Heb je iets aange
raakt vóór de politie hier kwam?
Neen, meneer.
Dempster was woedend. Die kwestie van
de hand ergerde hem. Hij wist zeker, dat
de hand niet op dezelfde plaats lag als
toen hij 't eerst de kamer binnen gekomen
was.
Lieg niet! beet hy hem toe.
Eerlijk niet, meneer! verzekerde de
jongen hem.
Wie is hier vanavond geweest?
Een kort oogenblik aarzelde Tommy.
Kapitein Holbrook ving zijn blik op en
keek hem, zonder dat Dempster het merk
te veelbeteekenend aan.
Tommy miste het advies van zijn oom
Jud, waarop hy anders in moeilijke geval
len steunen kon. Hij had Holbrook in 't
geheel tweemaal gezien en ofschoon zijn
oom hem by zijn tweede bezoek geweigerd
had te ontvangen, was er toch iets ir den
persoon van den kapitein, dat den hulpe-
loozen jongen vertrouwen inboezemde.
Iets in Holbrook's blik scheen hem te zeg
gen dat hij voor zich moest houden wat
hij maar eenigszins kon en hij besloot voor
zichtig te zijn.
Een man! vertelde hij den chef.
Hoe heet die?
Weer aarzelde Tommy.
Ik weet het niet, meneer, antwoord
de hij, nadat hij Holbrook weer aangeke
ken had.
Kwam hij vóórdat ik hier was of
daarna?, vroeg de kapitein tot groote ver
bazing van den politiechef aan den jongen,
want Holbrook had Dempster niet verteld,
dat hij den advocaat opgezicht had.
Een duur daarna, zei Tommy.
Ben j ij hier vanavond geweest?,
vroeg de chef.
Zeker, maar de jongen zei, dat Flagg
niet thuis was.
Waarom?
Zaken!
Wat voor zaken?
Personlijke zaken, was het prompte
antwoord. En tegen Tommy: En ik wil
wedden dat je loog, toen je zei, dat hij uit
was, nietwaar?
Hij wilde u niet meer ontvangen, sta
melde Tommy.
Maar wie was die ander, dien hij dan
wel ontving?
Ik weet het niet, meneer.
Jawel, dat weet je weL Vooruit er
mee! Zijn naam!
Dempster keek den jongen dreigend
aan. Tommy moest voor dergelijk geweld
wel zwichten. Zijn oom Jud had hem al
tijd kalm toegesproken.
Albert Jones! Het staat daar op de
blocnota!
Waarvoor kwam hij?
Hij merkte Tommy's aarzeling en keer
de zich tot Donnell.
Handboeien bij je, Donnell.
De ander knikte. Zeker, chef!
Deze kleine wenk had wel resultaat.
Alstublieft niet! Hij heeft een brief
aan mijn oom verkocht! Hij ging daar in
die la! Tommy stond te trillen op zijn bee-
nen.
Dempster opende de la, die de jongen
aangewezen had, en nam den brief, die
bovenop lag.
Deze?, vroeg hij.
Tommy knikte; en terwijl Dempster den
brief las, vroeg Holbrook aan den jongen:
Wat is er verder met dien man ge
beurd?
Hij is weggegaan voor ik naar bed
ging-
Dempster keek van den brief op.
Ik heb altijd wel gedacht dat afper
sing de hoofdbron van Flagg's inkomsten
vormde, constateerde hij, terwijl hij den
brief weer in de la sloot.
Wie heeft je oom gedood?, vroeg hy,
terwijl hij zich weer tot den verschrikten
jonger, wendde.
Ik weet het niet, meneer. Ik lag in
bed toen hij mij riep....
Hoe laat?
Ik denk, dat het zoowat elf uur was.
Ik deed mijn deur open en antwoordde.
Waar is je kamer?
Boven. Ik holde naar beneden en oom
waswas dood.
En toendrong de chef aan.
Toen opende ik het raam en riep de
politie.
Donnell grinnikte. Dat was waar, dat kon
hij getuigen.
U kon hem aan den anderen kant van
de Potomac wel hooren! bevestigde hy.,
'Wordt vervolgd.)