NIEUWS Weerbericht WELKE BONS? WOtixSDAG 16 OCTOBER 1940 DE LEIDSCHE COURANT EERSTE BLAD - PAG. Z ZONS OP- EN ONDERGANG Zon onder 6.45 uur Woensdagavond. Zon op 8.08 uur Donderdagmorgen. MAANSTANDEN. 16 October 8.03 onder, 18.56 op. (Volle maan). UI October 9.06 onder, 19.23 op. 18 October 10.08 onder, 19.52 op. 19 October 11.09 onder, 20.27 op. 20 October 12.07 onder, 21.08 op 21 October 13.onder, 21.57 op 22 October 13.49 onder 22.52 op HOOG WATER. Te Katwijk aan Zee op Donderdag 17 Oct. voorm. 4.50 en nam. 5.15 uur. IIO IICD IIO IICD 110 IIO IIO IIO IICL Verduisteringstijden Er Is bepaald, dat er verduisterd cnoet worden tusschen zonsonder gang en zonsopkomst Deze tijden zijn voor hedenavond en morgenochtend: ZONSONDERGANG 6.45 uur. ZONSOPKOMST Tusschen deze beide tijden dient er dus verduisterd te worden. -311CDII Oil Oil CDII Oil OII Oil Oil CD INLAGEN EN TERUGBETALINGEN OP DE RIJKSPOSTSPAARBANK. In verband met de deviezenverordening 1940 en de verordening betreffende de behandeling van vijandelijke vermogens wordt met betrekking tot inlagen en te rugbetalingen op de rijkspostspaarbank met 1 intrekking van vroegere regelingen terzake het volgende medegedeeld: a. op spaarbankboekjes ten name van niet-ingezetenen (personen die niet binnen het bezette Nederlandsche gebied hun woonplaats hebben, niet gewoonlijk daar verblijven, noch aldaar kantoor houden) kan alleen worden ingelegd, indien deze boekjes, benevens hun stamkaarten, voor zien zijn van een aanteekening in rood „geblokkeerd ten gunste van het clearing- instituut"; b. terugbetaling op boekjes van niet-in gezetenen (al of niet geblokkeerd ten gun ste van het Ned. clearinginstituut) vindt alleen plaats ook voor bedragen beneden 100 nadat een aanvraag hiertoe is inge diend bij den directeur van de rijkspost spaarbank te Amsterdam en daarop gun stig is beslist, welke aanvraag eveneens noodig is ten behoeve van overschrijving op een postrekening. c. Geen terugbetaling vindt plaats aan houders van boekjes, wier tegoed als vijan delijk vermogen moet worden beschouwd t.w.: zij die onderdaan zijn van of hun woonplaats of verblijf hebben in Groot- Brittannië en Noord-Ierland met de over- zeesche bezittingen, koloniën, protectoraten en mandaatsgebieden. evenals de domi nions Canada, Australische bond, Nieuw- Zeeland en Zuid-Afrikaansche Unie met hun mandaatsgebieden. Frankrijk, met in begrip van zijn bezittingen, koloniën, pro tectoraten en mandaatsgebieden, Egypte, Soedan, Irak en Monaco. Indien de beschikking van het tegoed noodig is binnen het kader van het be stuur van een bedrijf of onroerend goed of ter voortzetting van een huishouding, kan een aanvraag om terugbetaling tot den di recteur van de rijkspostspaarbank worden gericht. Dit laatste moet eveneens geschieden als men op dergelijke boekjes wenscht in te leggen. d. Op boekjes ten name van gehuwde vrouwen van Nederlandsche nationaliteit en verblijf houdend binnen het bezette Ne derlandsche gebied mag worden terugbe taald, ook al verblijft haar echtgenoot in een vijandelijk land. VERKOOP VAN IN DEN TREIN ACHTERGELATEN GOEDEREN. Ongelooflijke vergeetachtigheid. Onder zeer veel belangstelling heeft gis teren in het notarishuis achter de St. Pie- ter te Utrecht de verkooping plaats gehad van diverse voorwerpen, die door reizi- 'gers in de treinen der Ned. Spoorwegen werden achtergelaten en niet worden op gevraagd. De collectie was ook ditmaal zeer groot. Honderden en nog eens hon derden parapluies en wandelstokken gin gen in bosjes van tien stuks gelijk van de hand; winterjassen en regenjassen, waar voor deze keer veel belangstelling was, daar er geen punten voor noodig waren; damesmantels, heerencostuums, w.o. trouw- costuum (hoe kan men zooiets vergeten?), damescostuums, avondtoiletten, van alles kwam op tafel. Ontelbare kisten heeren- hoeden, w.o. hooge hoeden, bevattende ruim 400 stuks en een kist dameshoeden, fototoestellen en filmtoestellen, damas- tasehjes met poederdonsjes en lippenstif ten er nog in. De gewone handschoenen gingen per mand en per.... liter, terwijl de mooie FRIESCHE DRABBELKOEK (Uit de nieuwe bus). ZOO ZUN DE FRIEZEN. Een nieuwe bus met drabbelkoek, vol gens het beproefde recept van Boukje Bok- stra uit Lutjelollum. Het is een presen tje van een tweede reis naar het hooge Noorden, naar den kop van den Nedcr- landschen Leeuw. Zulke versnaperingen, die iemand van de reis meesleept, zijn meestal bestemd voor de naaste bloedver wanten en vrienden, doch deze drabbel- koek wordt gulhartig te grabbel gegooid, voor ieder die bukken en graaien wil. Deze brosse koek de eters uit de vorige bus weten er alles van vertoont eenige overeenkomst met een liefdadigheidspre dikatie. Men luistert gedwee, doch den pre dikant kan het niet zoo heel veel schelen of de schare luistert, als de schaal slechts goed gevuld wordt. En zoo interesseert het ook ons betrekkelijk weinig, of iemand deze drabbelkoek lekker vindt en met zijn tong smakt, als er maar belangstelling wordt gewekt voor Friesland en de Frie zen. Er waren eenige maanden verstreken sinds wij ons vorige bezoek aan de B-pro vincie afstaken, en sedertdien was er uiter lijk veel veranderd de aardappelen wa ren gerooid en het vlas geroot doch in nerlijk niets, of in ieder geval niet veel. Dat hadden we ook niet verwacht, en dat is ook niet de verwachting. Nog menig seizoen zullen in de Friesche gouwen de aardappelen en de bieten gerooid worden, vóórdat de Kerk met een bescheiden voer- tje naar huis kan rijden. Wie graag wonderen meemaakt, kan deze overal verhopen, behalve in Fries land. De Friezen in zooverre zij niet geloo- vig-Protestant of Katholiek zijn ma ken zich niet heet of koud over gods dienstige vraagstukken. Met de stugge nuchterheid, waarmee zij van nature zijn begaafd, hebben zij in een rechten logi- schen lijn voortgeredeneerd en, gevolgtrek king uit gevolgtrekkingen makend, zijn zij gekomen tot vrijzinnigheid, en wel tot de uiterste vrijzinnigheid, welke in vele ge vallen nauwelijks onderscheiden is van on geloof. Gestaag doordenken is natuurlijk een prachtige eigenschap, mits aan één kleine voorwaarde is voldaan: dat het begin punt van de redeneering juist is, en dit was bij de meeste Friezen niet het ge val. De hoopvolle verwachting is nu en daaruit blijkt reeds, welk een langzaam groeiproces het zal worden dat de nuchter-doordenkende Friezen (over 't ge heel genomen een schrander en uitgesla pen volk) tot de ervaring zullen komen, dat hun uitgangspunt niet al te stevig ge grondvest was. En indien zij dat in de ga ten hebben De Kerk, praalvol gekleed in cappa mag na en gouden stiksels, omstuwd door wiérookwolken en meerstemmig koorge zang, wordt door menig buitenstaander be schouwd als een middeleeuwsch sprookje vol romantiek, of als een droefgeestige sage, opgevroolijkt met de bakerpraatjes van Maria Monk. Maar het zou niet de eerste maal zijn, dat stevig-denkende geesten tot de verba zingwekkende ontdekking kwamen, dat deze Kerk, die zich'zoo romantisch voor doet met bloemetjes en kaarsenvlamme tjes, de draagster en behoedster is van een ijskoude, onontkoombare logica de eenvoudige logica van de waarheid. Het is bijna zeker, dat een echte Fries, indien hij, zijn uitgangspunt herziende, kalm doordenkt, even recht de Kerk bin nen zal wandelen, als hij er eens uitge wandeld is. Voor de Friezen zouden er aanknoo- pingspunten genoeg zijn voor een nieuw vrij onderzoek. Eens was dit land bizon der rijk aan kloosters, doch deze liggen tegenwoordig onder den grond, en je loopt er zoo gemakkelijk overheen. Daarom werd een klooster boven den grond gesticht: het Franciscanerklooster in Drachten en de „uithof daarvan te St. Ja- cobi-parochie. De vrijzinnige of geheel ongeloovige Friezen maken zich, gelijk wij reeds op merkten, niet heet of koud om godsdiens tige vraagstukken. Maar zulke kloosters prikkelen de nieuwsgierigheid. Er wordt over gepraat, en in de wijde uitgestrekt heid van het eenzame land wordt erover nagedacht. Op z'n FrieschEn dat is alles, wat van Friezen wordt verlangd. De rest komt vanzelf, als „de Heer wasdom geeft", LJIEWE. van wildleer en bont apart verkocht wer den. Daarop volgden doozen met koop waren, muziekinstrumenten w.o. gramo- foon, diverse romans, dictaten en studie boeken op allerlei gebied. Voor de vitri nes, gevuld met diamanten gouden en zilveren voorwerpen, horloges en trouw ringen enz., was veel belangstelling, even als voor de diverse vulpennen, vulpotloo- den, verrekijkers enz. Verder werden ver kocht halssieraden, schoenen (zonder bon) rijwielonderdeel en en diverse reiskoffers en mandjes. Onwillekeurig denkt men, als leze arti kelen verkocht worden, hoe kan men zoo iets vergeten, en er geen navraag meer naar doen. Of: heeft men dót ook verge ten? BROOD. Broodbon 10 (broodkaart) Geldig tot en met 13 October, redht- gevende op 2500 gram roggebrood of 2000 gram ander brood. Wat men overhoudt geldt tot en met 22 October; echter niet in hotels. THEE OF KOFFIE. Bon 114 (algem. distributieboekje). Geldig tot en met 8 November, reohtgevende op 250 gram koffie of 75 gram thee. BLOEM OF BAKMEEL. Bon 78 (algemeen distributieboekje) Geldig tot en met 1 Nov., recht- gevende op 2J4 ons tarwebloem of tarwemeel of boekweitmeel ol roggebloem of roggemeel of zelf rijzend bakmeel. SUIKER. Bon 109 (alg. distributieboekje). Geldig tot en met 25 Oct., recht- gevende op één k.g. suiker. PETROLEUM. Petroleumzegel „Periode 6" voor ben, die over geen andere kookgelegenheid oeschikken dan petroleum. Geldig tot en met 3 Nov., rechtgevende op 2 liter. Petroleumzegel „Periode A" voor hen, die petroleum voor ver lichting noodig hebben en over geen andere lichtbron beschikken. Geldig tot en met 10 Nov., rechtgevende op 2 liter. BOTER EN VET. Bon 05 tot en met 12 (boterkaart) Geldig tot en met 18 October. Op eiken bon een half pond boter. Bons 05 tot en met 07 (vetkaart). Geldig tot en met 18 October. Op elke bon een half pond margarine of boter. Bon 08 (vetkaart). Geldig tot en met 18 October. Een half pond gesmolten vet of boter. Bons 09 tot en met 12. (vetkaart). Geldig tot en met 18 October. Op elke bon half pond boter met 10 cent reductie per half pond. RIJST OF RIJSTEMEEL. Bon 76 (algemeen distributieboekje) Geldig tot en met 1 November, rechtgevende op half pond rijst of rijstemeel. HAVERMOUT, ENZ. Bon 77 (algemeen distributieboekje) Geldig tot en met 1 November, rechtgevende op half pond haver mout. of havervlokken of gort of grutten. MAÏZENA, ENZ. Bon 28 (algemeen distributieboekje) Geldig tot en met 1 November, recht gevende op 1 ons maizena of griesmeel of puddingpoeder. MACARONI, ENZ. Bon 15 (algemeen distributieboekje) Geldig tot en met 1 November, rechtgevende op 1 ons macaroni of vermicelli. ZEEP Bon 104 (alg. distributieboeke) Geldig tot en met 18 October, recht gevende op'150 gram toiletzeep, of 120 gram huishoudzeep, of 200 gram zachte zeep, of 250 gram zeep poeder, of 125 gram zeepvlok ken, of 250 gram zelfwerkend waschmiddel of 200 gram vloeibare zeep. Bon 116 is tot en met 31 December geldig voor mannelijke personen boven de 15 jaar. recht gevende op 50 gram scheerzeep of of één tube scheercrême of één pot scheerzeep. VLEESCH Bon 04 (vleeschkaart). Geldig tot en met 20 October. Elk der met 04 gemerkte bonnen der vleeschkaart geeft recht op 100 gram vleesch, (been irub.) óf 75 gr. gerookt of gekookt vleesch óf een rantsoen vlëeschwaren. De met 04 gemerkte bon voor „worst, vleeschwaren" geeft recht op een rantsoen vleeschwaren. Een rantsoen vleeschwaren bestaat uit 75 gram gerookt of gekookt vleesch, ham, spek, carbonade, rookvleesch of gerookte worst of 100 gram gekookte worst of 125 gram leverworst e.d. of 150 gram bloedworst. Niet gebruikte bonnen 03 blijven geldig tot 20 October, maar niet in restaurants. BRANDSTOFFEN Bon 01, 02 en 03 (haarden en kachels). Bon 01 tot en met 06 (centrale verwarming). Brandstoffen, een eenheid, le periode. Cokes, een eenheid, le periode Geldig tot en met 31 October, recht gevende op een eenheid vaste brandstoffen. Agenda LEIDEN. De avond-, nacht- en Zondagdienst der apotheken te Leiden wordt van Zater dag 12 October 20 uur tot Zaterdag 19 Oct. 8 uur, waargenomen door de apo theken: D. C. Kok, Rapenburg 9, tel. 24807 en Tot Hulp der Menschheid, Hooigracht 48, tel. 21060. Te Oegstgeest: Oegstgeestsche Apotheek, Wilhelminapark 8, tel. 26274. R.K. STUD. VER. „SANCTUS AUGUSTINUS" Voor behoud van het eigen karakter der vereeniging De R.K. Studentenvereeniging „Sanctus Augustinus" hield haar algemeene leden vergadering in het „Eigen Huis" onder voorzitterschap van den heer H. J. A. Niemer. De praeses deed eenige mede deelingen, waarna een tweetal dames candidaat-leden werden binnengeleid, wier inaugaratie thans volgde. Uitgebracht wordt het jaarverslag van den quaestor en het verslag daarop van de kascommissie, waaromtrent uitvoerig van gedachten werd gewisseld. Na rondvraag werd de vergadering ge schorst tot het houden der congregatie in de kapel van het St. Elisabeth zieken huis. Daarna werd de vergadering hervat, waarbij-'als eerste punt op de agenda stond: de bestuurswiseling. Het nieuwe bestuur werd als volgt sa mengesteld: J. Mulders praeses, H. Dolk, vice-praeses, mej. T. Koemans ab actis Ia, E. Hermans quaestor, P. v. Doorn ab actis H, P. de Graaf assessor. De nieuwe praeses aanvaardde zijn func tie met een rede, waarin hij begon met erop te wijzen, dat er thans door de harten en gemoederen der leden een ongekende be wogenheid vaart, die in nog ietwat vage en duistere trekken, in besluiteloosheid doch ook in onderdacht radicalisme, al tastend en zoekend naar concretisatie streeft. Al heeft zich een dergelijke gemoeds gesteltenis thans van vele vaderlanders meester gemaakt, het blijft desalniettemin waar, dat een gemeenschap, waar bij voor keur vitaliteit en dynamiek zich- een uit weg trachten te scheppen om tot volle ont plooiing te komen, toch wel zeer sterk den weerslag zal moeten ondervinden van den geest van bezinning en vernieuwing, die thans door dit ondermaansche vaart. Spr. achtte dan, om zioh een juiste voor stelling te maken van de aan te nemen gedragshouding, het meest logische uit te gaan van de grondvraag, n.L hoe dienen wij, als levende menschen, te staan tegen over de situatie, die ons is voorgelegd? Deze vraag is dus drieledig, n.l.: wat is die situatie, hoe sluit zij zich aan bij het verleden en vervolgens: wat zijn onze plichten en rechten en waarop zijn wij gericht en hoe is de verhouding tusschen ons en die situatie. Spr. betuigt dan, dat de grondslag van de Katholieke Studentengemeenschap wat zij vroeger was ook thans nog is: eenzelfde katholieke levensovertuiging. In het verwarde conglomeraat der diver- geerende levensovertuigingen was tot het einde der vorige eeuw het geestelijk libe ralisme het bindend element, dat door zijn scheiding van natuur en geest, door den tweespalt in leven en denken, door het identiek stellen van inhoud en vorm, een vormelijke eenheid ook in studentenkrin gen in stand wist te houden. Uit het zich emancipeerend Katholicisme ontsproot een natuurlijke splitsing, teneinde eigen vor ming en waarden voorop te stellen. Deze reactie tegen het ideologische libe ralisme, dat ons maatschappelijk bestel meer had ondermijnd dan het economische liberalisme, was geen tijdelijk terugtrek ken in een verstard isolement, alhoewel moet worden toegegeven, dat het in som mige perioden dezen vorm sterk benaderde. Het Leitmotiv dezer reactie was het vol gende. Doordat zy uitging van de natuur lijk gegeven en onverbrekelijke eenheid der persoonlijkheid, was het onjuist, een split sing hierin aan te brengen, temeer, waar het er om ging deze persoonlijkheid te vor men. En bezien in de supra-nationale waar de van onze levensbeschouwing was het noodzaak, alereerst het accent te leggen op de vorming van ons eigen katholiek ge loofsleven. Daarop moest de geheele persoon met al zijn facetten gericht worden, daartoe moes ten alle middelen, die konden ontwikke len, worden aangewend. En mogen wij thans zeggen, dat wij hierin in absoluten zin geslaagd zijn? Neen. Als men vooropstelt, dat de student van thans voor alles vorming van noode heeft, dan is het onjuist te beweren, dat hij over eenigen tijd geen vorming meer noodig heeft, tenzij ondergeschikt aan apologeti sche doeleinden. Juist de jaren van het student-zijn zijn een voorbereiding voor het latere leven, waar de student van thans eens, gevormd naar geest, ziel en lichaam, zelfstandig katholiek zal moeten denken en handelen. Naast dit alles staat ongetwijfeld de plicht om rscds nu contact te zoeken met andersdenkenden, want men bedenke: ook apologie geeft vorming. Bovendien hebben de studenten zich thans bewust te maken, dat ook de natio nale verbondenheid met andere studenten en volksgroepen in zekeren zin ook een grondslag voor de gemeenschap zal dienen te zyn. Zoo was de situatie en de vraag is thans: in hoeverre is deze veranderd? Door de gebeurtenissen van het laatste half jaar is het reeds groeiend gemeen schapsbesef in alle lagen van ons volk tot leuze en motief van alle politiek optreden geworden. Eén voelden wij ons in de slagen, die ons troffen; één in het verlies van en den rouw om hen, die als helden het hoogste offer, dat van hun leven, gaven voor de toekomst van Nederland; één voelden wij ons ook in de capitulatie. En thans voelen wij een tastbare eenheid van wil, om de fouten van het verleden uit te bannen en de oude, onveranderlijke prin cipes in solidere en meer gezonde vormen te gieten. De strijd tusschen liberalisme of egoisme en de gemeenschapsgedachte is in het voordeel van de laatste beslecht. Allerwege is men doordrongen van het feit, dat een beter en intensief besef van ons Nederlanderschap een natuurgegeven plicht is, die maar al te veel verwaarloosd is of onderschat. Wat de studentenorganisaties aangaat, uit dit alles meenden sommige groepeeringen zich het recht toe te kennen van de con clusie: één organisatie zal dit besef inten siever aankweeken en rijpere vruchten zullen voor een hernieuwd nationaal leven worden afgeworpen. Hierbij merkt spr. op, dat sommige katholieke groepeeringen in deze een ander doeleinde beoogden in den zelfden eenheidsvorm, ml. het uitdragen van het katholicisme, aldus de eenheids kwestie in zijn doelstelling een dubbel pro bleem-karakter gevende. Spr. weidt hierna uit over de idee van eenige oud- bestuursleden der vereeni ging, naar aanleiding van hetgeen zij in een rondschrijven betoogden: „De Univer siteit is één gemeenschap met als doel de beoefening der wetenschap. Deze beoefe ning heeft weer tot doel de persoonlijk heids ontwiMtelinig, in gemeenschapsver band opgevat." Men meent zich deze eene organisatie als volgt voor te stellen: Katholieke dispu ten op theologisch, philosophisch en vak- wetenschappelijk gebied; een comité voor katholieke lezingen en een katholieke mentor. In hoeverre nu wordt door een derge lijke organisatie de nationale gedachte be vorderd? Dit zou alleen mogelijk zijn door de vorming van het nationale besef, de één-wormige representatie naar buiten en het gemeenschappelijk initiatief. Of de nationale vorming daardoor bevorderd zou worden, meende spr. ern stig in twijfel te moeten trekken, want daar zijn de sociale tegenstellingen ook in de studentenmaatschappij, maar daar zijn bovenal de principieele tegenstellingen op elk terrein, die nu eenmaal in feite aanwe zig zyn en die zich bovenal in initiatief- nemen zullen moeten uiten en aldus één vormige representatie tot een paradox van inhoudslooze vormen zullen degradeeren. Uitvoerig gaat spr. hierop nader in, toont de fouten aan, welke gemaakt wor den en betoogt ten slotte, dat het nieuwe bestuur, elke gedachte, die in bovenbe doelde richting gaat, verwerpt, ervan over tuigd "zijnde, dat in dezen het meerendeel der leden achter hen zal staan. Het bestuur acht het in het belang der vereeniging, wanneer het dengenen, die voor gedachten in bovenbedoelden ein pro paganda in welken vorm pok trachten te maken, thans een ernstige waarschuwing geeft, hun ongemotiveerde en onver antwoordelijke houding en werken te wil len herzien, daar dergelijke gedragingen in dezen uiterst labielen tijd ernstige gevol gen met zich zouden 'kunnen meebrengen. Het bestuur van zijn 'kant zou er niet voor terugdeinzen, indien noodzakelijk, zijn consequenties uit hun onzalige actie te trekken. Spr. hoopt, dat het resultaat van deze opgeworpen problemen moge zijn, dat alle leden tezamen in de verdediging der ver eeniging hun allereerst gemeenschappelijk doel zullen vinden. In het vervolg van zijn rede 'belicht de heer Mulders de wijze, waarop zich het doel der vereeniging laat veredelen en welke middelen daartoe noodig zijn en hij beantwoordt zulks met te zeggen, dat die vorming zal moeten omvatten: godsdien stige, wetenschappelijke, cultureele, licha melijke en maatschappelijke ontwikkeling. Over elk onderdeel van dit programma weidt spr. uitvoerig uit, hij pleit voor groo- ter contact met de Unie, grooter interaca demiaal contact en wijst tenslotte op den plicht, om in samenwerking niet de N. S. F. tot een actieve bestrijding van het fata le „nihilisme" over te gaan, teneinde ieder dienstbaar te maken voor kerk en maat schappij. Na deze rede werd de begrooting voor 19401941 behandeld en goedgekeurd. Nog enkele huishoudelijke zaken werden afgehandeld, waarna sluiting der vergade ring volgde. RECTIFICATIE. In het verslag van den Maandag j.l. ge houden gemeenteraad komen een paar hin derlijke zetfouten voor, welke een onjuist beeld geven van hetgeen wethouder Tepe gezegd heeft omtrent den luchtbescher mingsdienst. Op de eerste plaats heeft wet houder Tepe natuurlijk niet ontkend, dat den vrijwilligers geen blaam treft, doch in tegendeel heeft hij ontkend, dat er wel een blaam op hen geworpen zou zijn. Ver volgens zullen er geen 422 gedemobiliseer- den worden aangesteld doch slechts 122. Handelsregister K. van K. Wijzigingen: 3736. Eerste Koude- kerksche Rijwielhandel. Koudekerk, A 57. Overl. E.: L. J. Slingerland. 7536. A. Herfst. Voorschoten, Krimkade 33. Agenturen in kolen en assurantiën. Af komstig uit Breda. 5190. N.V. Bataafsche Import Maatschap pij, Verkoopkantoor van „Koninklijke „Shell"-Producten. Leiden, Hooge Morsch- weg 152. Hoofdz.: Den Haag, Carel v. By- landtlaan 16. Uittr. Beh. fil.: Leiden: J. v. d. Brandhof. N. Beh. fil. Leiden: H. P. Drenth, Wassenaar Het overzicht der Vervoersopbrengst van de Noord-Zuid-Hollandsche Tramweg Tramwegmaatschappij N.V. geduren ie September 1940 (ongecontroleerd) geeft de volgende cijfers: Totaalopbrengst 1940 278.267.—, 1939 284.792.—%

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1940 | | pagina 2