NIEUWS
Weerbericht
WELKE BONS?
WOtixSDAG 16 OCTOBER 1940
DE LEIDSCHE COURANT
EERSTE BLAD - PAG. Z
ZONS OP- EN ONDERGANG
Zon onder 6.45 uur Woensdagavond.
Zon op 8.08 uur Donderdagmorgen.
MAANSTANDEN.
16 October 8.03 onder, 18.56 op.
(Volle maan).
UI October 9.06 onder, 19.23 op.
18 October 10.08 onder, 19.52 op.
19 October 11.09 onder, 20.27 op.
20 October 12.07 onder, 21.08 op
21 October 13.onder, 21.57 op
22 October 13.49 onder 22.52 op
HOOG WATER.
Te Katwijk aan Zee op Donderdag 17
Oct. voorm. 4.50 en nam. 5.15 uur.
IIO IICD IIO IICD 110 IIO IIO IIO IICL
Verduisteringstijden
Er Is bepaald, dat er verduisterd
cnoet worden tusschen zonsonder
gang en zonsopkomst
Deze tijden zijn voor hedenavond
en morgenochtend:
ZONSONDERGANG
6.45 uur.
ZONSOPKOMST
Tusschen deze beide tijden dient
er dus verduisterd te worden.
-311CDII Oil Oil CDII Oil OII Oil Oil CD
INLAGEN EN TERUGBETALINGEN OP
DE RIJKSPOSTSPAARBANK.
In verband met de deviezenverordening
1940 en de verordening betreffende de
behandeling van vijandelijke vermogens
wordt met betrekking tot inlagen en te
rugbetalingen op de rijkspostspaarbank
met 1 intrekking van vroegere regelingen
terzake het volgende medegedeeld:
a. op spaarbankboekjes ten name van
niet-ingezetenen (personen die niet binnen
het bezette Nederlandsche gebied hun
woonplaats hebben, niet gewoonlijk daar
verblijven, noch aldaar kantoor houden)
kan alleen worden ingelegd, indien deze
boekjes, benevens hun stamkaarten, voor
zien zijn van een aanteekening in rood
„geblokkeerd ten gunste van het clearing-
instituut";
b. terugbetaling op boekjes van niet-in
gezetenen (al of niet geblokkeerd ten gun
ste van het Ned. clearinginstituut) vindt
alleen plaats ook voor bedragen beneden
100 nadat een aanvraag hiertoe is inge
diend bij den directeur van de rijkspost
spaarbank te Amsterdam en daarop gun
stig is beslist, welke aanvraag eveneens
noodig is ten behoeve van overschrijving
op een postrekening.
c. Geen terugbetaling vindt plaats aan
houders van boekjes, wier tegoed als vijan
delijk vermogen moet worden beschouwd
t.w.: zij die onderdaan zijn van of hun
woonplaats of verblijf hebben in Groot-
Brittannië en Noord-Ierland met de over-
zeesche bezittingen, koloniën, protectoraten
en mandaatsgebieden. evenals de domi
nions Canada, Australische bond, Nieuw-
Zeeland en Zuid-Afrikaansche Unie met
hun mandaatsgebieden. Frankrijk, met in
begrip van zijn bezittingen, koloniën, pro
tectoraten en mandaatsgebieden, Egypte,
Soedan, Irak en Monaco.
Indien de beschikking van het tegoed
noodig is binnen het kader van het be
stuur van een bedrijf of onroerend goed of
ter voortzetting van een huishouding, kan
een aanvraag om terugbetaling tot den di
recteur van de rijkspostspaarbank worden
gericht.
Dit laatste moet eveneens geschieden als
men op dergelijke boekjes wenscht in te
leggen.
d. Op boekjes ten name van gehuwde
vrouwen van Nederlandsche nationaliteit
en verblijf houdend binnen het bezette Ne
derlandsche gebied mag worden terugbe
taald, ook al verblijft haar echtgenoot in
een vijandelijk land.
VERKOOP VAN IN DEN TREIN
ACHTERGELATEN GOEDEREN.
Ongelooflijke vergeetachtigheid.
Onder zeer veel belangstelling heeft gis
teren in het notarishuis achter de St. Pie-
ter te Utrecht de verkooping plaats gehad
van diverse voorwerpen, die door reizi-
'gers in de treinen der Ned. Spoorwegen
werden achtergelaten en niet worden op
gevraagd. De collectie was ook ditmaal
zeer groot. Honderden en nog eens hon
derden parapluies en wandelstokken gin
gen in bosjes van tien stuks gelijk van de
hand; winterjassen en regenjassen, waar
voor deze keer veel belangstelling was,
daar er geen punten voor noodig waren;
damesmantels, heerencostuums, w.o. trouw-
costuum (hoe kan men zooiets vergeten?),
damescostuums, avondtoiletten, van alles
kwam op tafel. Ontelbare kisten heeren-
hoeden, w.o. hooge hoeden, bevattende
ruim 400 stuks en een kist dameshoeden,
fototoestellen en filmtoestellen, damas-
tasehjes met poederdonsjes en lippenstif
ten er nog in.
De gewone handschoenen gingen per
mand en per.... liter, terwijl de mooie
FRIESCHE
DRABBELKOEK
(Uit de nieuwe bus).
ZOO ZUN DE FRIEZEN.
Een nieuwe bus met drabbelkoek, vol
gens het beproefde recept van Boukje Bok-
stra uit Lutjelollum. Het is een presen
tje van een tweede reis naar het hooge
Noorden, naar den kop van den Nedcr-
landschen Leeuw. Zulke versnaperingen,
die iemand van de reis meesleept, zijn
meestal bestemd voor de naaste bloedver
wanten en vrienden, doch deze drabbel-
koek wordt gulhartig te grabbel gegooid,
voor ieder die bukken en graaien wil. Deze
brosse koek de eters uit de vorige bus
weten er alles van vertoont eenige
overeenkomst met een liefdadigheidspre
dikatie. Men luistert gedwee, doch den pre
dikant kan het niet zoo heel veel schelen
of de schare luistert, als de schaal slechts
goed gevuld wordt. En zoo interesseert het
ook ons betrekkelijk weinig, of iemand
deze drabbelkoek lekker vindt en met zijn
tong smakt, als er maar belangstelling
wordt gewekt voor Friesland en de Frie
zen.
Er waren eenige maanden verstreken
sinds wij ons vorige bezoek aan de B-pro
vincie afstaken, en sedertdien was er uiter
lijk veel veranderd de aardappelen wa
ren gerooid en het vlas geroot doch in
nerlijk niets, of in ieder geval niet veel.
Dat hadden we ook niet verwacht, en
dat is ook niet de verwachting. Nog menig
seizoen zullen in de Friesche gouwen de
aardappelen en de bieten gerooid worden,
vóórdat de Kerk met een bescheiden voer-
tje naar huis kan rijden.
Wie graag wonderen meemaakt, kan
deze overal verhopen, behalve in Fries
land.
De Friezen in zooverre zij niet geloo-
vig-Protestant of Katholiek zijn ma
ken zich niet heet of koud over gods
dienstige vraagstukken. Met de stugge
nuchterheid, waarmee zij van nature zijn
begaafd, hebben zij in een rechten logi-
schen lijn voortgeredeneerd en, gevolgtrek
king uit gevolgtrekkingen makend, zijn zij
gekomen tot vrijzinnigheid, en wel tot de
uiterste vrijzinnigheid, welke in vele ge
vallen nauwelijks onderscheiden is van on
geloof.
Gestaag doordenken is natuurlijk een
prachtige eigenschap, mits aan één kleine
voorwaarde is voldaan: dat het begin
punt van de redeneering juist is, en dit
was bij de meeste Friezen niet het ge
val.
De hoopvolle verwachting is nu en
daaruit blijkt reeds, welk een langzaam
groeiproces het zal worden dat de
nuchter-doordenkende Friezen (over 't ge
heel genomen een schrander en uitgesla
pen volk) tot de ervaring zullen komen,
dat hun uitgangspunt niet al te stevig ge
grondvest was. En indien zij dat in de ga
ten hebben
De Kerk, praalvol gekleed in cappa mag
na en gouden stiksels, omstuwd door
wiérookwolken en meerstemmig koorge
zang, wordt door menig buitenstaander be
schouwd als een middeleeuwsch sprookje
vol romantiek, of als een droefgeestige
sage, opgevroolijkt met de bakerpraatjes
van Maria Monk.
Maar het zou niet de eerste maal zijn,
dat stevig-denkende geesten tot de verba
zingwekkende ontdekking kwamen, dat
deze Kerk, die zich'zoo romantisch voor
doet met bloemetjes en kaarsenvlamme
tjes, de draagster en behoedster is van
een ijskoude, onontkoombare logica
de eenvoudige logica van de waarheid.
Het is bijna zeker, dat een echte Fries,
indien hij, zijn uitgangspunt herziende,
kalm doordenkt, even recht de Kerk bin
nen zal wandelen, als hij er eens uitge
wandeld is.
Voor de Friezen zouden er aanknoo-
pingspunten genoeg zijn voor een nieuw
vrij onderzoek. Eens was dit land bizon
der rijk aan kloosters, doch deze liggen
tegenwoordig onder den grond, en je loopt
er zoo gemakkelijk overheen.
Daarom werd een klooster boven den
grond gesticht: het Franciscanerklooster in
Drachten en de „uithof daarvan te St. Ja-
cobi-parochie.
De vrijzinnige of geheel ongeloovige
Friezen maken zich, gelijk wij reeds op
merkten, niet heet of koud om godsdiens
tige vraagstukken. Maar zulke kloosters
prikkelen de nieuwsgierigheid. Er wordt
over gepraat, en in de wijde uitgestrekt
heid van het eenzame land wordt erover
nagedacht. Op z'n FrieschEn dat is
alles, wat van Friezen wordt verlangd. De
rest komt vanzelf, als „de Heer wasdom
geeft",
LJIEWE.
van wildleer en bont apart verkocht wer
den. Daarop volgden doozen met koop
waren, muziekinstrumenten w.o. gramo-
foon, diverse romans, dictaten en studie
boeken op allerlei gebied. Voor de vitri
nes, gevuld met diamanten gouden en
zilveren voorwerpen, horloges en trouw
ringen enz., was veel belangstelling, even
als voor de diverse vulpennen, vulpotloo-
den, verrekijkers enz. Verder werden ver
kocht halssieraden, schoenen (zonder bon)
rijwielonderdeel en en diverse reiskoffers
en mandjes.
Onwillekeurig denkt men, als leze arti
kelen verkocht worden, hoe kan men zoo
iets vergeten, en er geen navraag meer
naar doen. Of: heeft men dót ook verge
ten?
BROOD.
Broodbon 10 (broodkaart)
Geldig tot en met 13 October, redht-
gevende op 2500 gram roggebrood
of 2000 gram ander brood.
Wat men overhoudt geldt tot en
met 22 October; echter niet in
hotels.
THEE OF KOFFIE.
Bon 114 (algem. distributieboekje).
Geldig tot en met 8 November,
reohtgevende op 250 gram koffie of
75 gram thee.
BLOEM OF BAKMEEL.
Bon 78 (algemeen distributieboekje)
Geldig tot en met 1 Nov., recht-
gevende op 2J4 ons tarwebloem of
tarwemeel of boekweitmeel ol
roggebloem of roggemeel of zelf
rijzend bakmeel.
SUIKER.
Bon 109 (alg. distributieboekje).
Geldig tot en met 25 Oct., recht-
gevende op één k.g. suiker.
PETROLEUM.
Petroleumzegel „Periode 6"
voor ben, die over geen andere
kookgelegenheid oeschikken dan
petroleum. Geldig tot en met 3
Nov., rechtgevende op 2 liter.
Petroleumzegel „Periode A"
voor hen, die petroleum voor ver
lichting noodig hebben en over geen
andere lichtbron beschikken. Geldig
tot en met 10 Nov., rechtgevende
op 2 liter.
BOTER EN VET.
Bon 05 tot en met 12 (boterkaart)
Geldig tot en met 18 October. Op
eiken bon een half pond boter.
Bons 05 tot en met 07 (vetkaart).
Geldig tot en met 18 October. Op
elke bon een half pond margarine
of boter.
Bon 08 (vetkaart).
Geldig tot en met 18 October. Een
half pond gesmolten vet of boter.
Bons 09 tot en met 12. (vetkaart).
Geldig tot en met 18 October. Op
elke bon half pond boter met 10
cent reductie per half pond.
RIJST OF RIJSTEMEEL.
Bon 76 (algemeen distributieboekje)
Geldig tot en met 1 November,
rechtgevende op half pond rijst of
rijstemeel.
HAVERMOUT, ENZ.
Bon 77 (algemeen distributieboekje)
Geldig tot en met 1 November,
rechtgevende op half pond haver
mout. of havervlokken of gort of
grutten.
MAÏZENA, ENZ.
Bon 28 (algemeen distributieboekje)
Geldig tot en met 1 November,
recht gevende op 1 ons maizena of
griesmeel of puddingpoeder.
MACARONI, ENZ.
Bon 15 (algemeen distributieboekje)
Geldig tot en met 1 November,
rechtgevende op 1 ons macaroni
of vermicelli.
ZEEP
Bon 104 (alg. distributieboeke)
Geldig tot en met 18 October, recht
gevende op'150 gram toiletzeep, of
120 gram huishoudzeep, of 200 gram
zachte zeep, of 250 gram zeep
poeder, of 125 gram zeepvlok
ken, of 250 gram zelfwerkend
waschmiddel of 200 gram vloeibare
zeep.
Bon 116 is tot en met 31 December
geldig voor mannelijke personen
boven de 15 jaar. recht gevende op
50 gram scheerzeep of of één tube
scheercrême of één pot scheerzeep.
VLEESCH
Bon 04 (vleeschkaart).
Geldig tot en met 20 October.
Elk der met 04 gemerkte bonnen
der vleeschkaart geeft recht op
100 gram vleesch, (been irub.) óf 75
gr. gerookt of gekookt vleesch óf
een rantsoen vlëeschwaren. De
met 04 gemerkte bon voor „worst,
vleeschwaren" geeft recht op een
rantsoen vleeschwaren.
Een rantsoen vleeschwaren bestaat
uit 75 gram gerookt of gekookt
vleesch, ham, spek, carbonade,
rookvleesch of gerookte worst of
100 gram gekookte worst of 125
gram leverworst e.d. of 150 gram
bloedworst.
Niet gebruikte bonnen 03 blijven
geldig tot 20 October, maar niet in
restaurants.
BRANDSTOFFEN
Bon 01, 02 en 03 (haarden en
kachels).
Bon 01 tot en met 06 (centrale
verwarming).
Brandstoffen, een eenheid, le
periode.
Cokes, een eenheid, le periode
Geldig tot en met 31 October, recht
gevende op een eenheid vaste
brandstoffen.
Agenda
LEIDEN.
De avond-, nacht- en Zondagdienst der
apotheken te Leiden wordt van Zater
dag 12 October 20 uur tot Zaterdag
19 Oct. 8 uur, waargenomen door de apo
theken: D. C. Kok, Rapenburg 9, tel. 24807
en Tot Hulp der Menschheid, Hooigracht
48, tel. 21060.
Te Oegstgeest: Oegstgeestsche Apotheek,
Wilhelminapark 8, tel. 26274.
R.K. STUD. VER. „SANCTUS
AUGUSTINUS"
Voor behoud van het eigen karakter der
vereeniging
De R.K. Studentenvereeniging „Sanctus
Augustinus" hield haar algemeene leden
vergadering in het „Eigen Huis" onder
voorzitterschap van den heer H. J. A.
Niemer.
De praeses deed eenige mede deelingen,
waarna een tweetal dames candidaat-leden
werden binnengeleid, wier inaugaratie
thans volgde.
Uitgebracht wordt het jaarverslag van
den quaestor en het verslag daarop van
de kascommissie, waaromtrent uitvoerig
van gedachten werd gewisseld.
Na rondvraag werd de vergadering ge
schorst tot het houden der congregatie
in de kapel van het St. Elisabeth zieken
huis. Daarna werd de vergadering hervat,
waarbij-'als eerste punt op de agenda stond:
de bestuurswiseling.
Het nieuwe bestuur werd als volgt sa
mengesteld: J. Mulders praeses, H. Dolk,
vice-praeses, mej. T. Koemans ab actis Ia,
E. Hermans quaestor, P. v. Doorn ab actis
H, P. de Graaf assessor.
De nieuwe praeses aanvaardde zijn func
tie met een rede, waarin hij begon met erop
te wijzen, dat er thans door de harten en
gemoederen der leden een ongekende be
wogenheid vaart, die in nog ietwat vage en
duistere trekken, in besluiteloosheid doch
ook in onderdacht radicalisme, al tastend
en zoekend naar concretisatie streeft.
Al heeft zich een dergelijke gemoeds
gesteltenis thans van vele vaderlanders
meester gemaakt, het blijft desalniettemin
waar, dat een gemeenschap, waar bij voor
keur vitaliteit en dynamiek zich- een uit
weg trachten te scheppen om tot volle ont
plooiing te komen, toch wel zeer sterk den
weerslag zal moeten ondervinden van den
geest van bezinning en vernieuwing, die
thans door dit ondermaansche vaart.
Spr. achtte dan, om zioh een juiste voor
stelling te maken van de aan te nemen
gedragshouding, het meest logische uit te
gaan van de grondvraag, n.L hoe dienen
wij, als levende menschen, te staan tegen
over de situatie, die ons is voorgelegd?
Deze vraag is dus drieledig, n.l.: wat is
die situatie, hoe sluit zij zich aan bij het
verleden en vervolgens: wat zijn onze
plichten en rechten en waarop zijn wij
gericht en hoe is de verhouding tusschen
ons en die situatie.
Spr. betuigt dan, dat de grondslag van de
Katholieke Studentengemeenschap wat zij
vroeger was ook thans nog is: eenzelfde
katholieke levensovertuiging.
In het verwarde conglomeraat der diver-
geerende levensovertuigingen was tot het
einde der vorige eeuw het geestelijk libe
ralisme het bindend element, dat door zijn
scheiding van natuur en geest, door den
tweespalt in leven en denken, door het
identiek stellen van inhoud en vorm, een
vormelijke eenheid ook in studentenkrin
gen in stand wist te houden. Uit het zich
emancipeerend Katholicisme ontsproot een
natuurlijke splitsing, teneinde eigen vor
ming en waarden voorop te stellen.
Deze reactie tegen het ideologische libe
ralisme, dat ons maatschappelijk bestel
meer had ondermijnd dan het economische
liberalisme, was geen tijdelijk terugtrek
ken in een verstard isolement, alhoewel
moet worden toegegeven, dat het in som
mige perioden dezen vorm sterk benaderde.
Het Leitmotiv dezer reactie was het vol
gende. Doordat zy uitging van de natuur
lijk gegeven en onverbrekelijke eenheid der
persoonlijkheid, was het onjuist, een split
sing hierin aan te brengen, temeer, waar
het er om ging deze persoonlijkheid te vor
men. En bezien in de supra-nationale waar
de van onze levensbeschouwing was het
noodzaak, alereerst het accent te leggen op
de vorming van ons eigen katholiek ge
loofsleven.
Daarop moest de geheele persoon met al
zijn facetten gericht worden, daartoe moes
ten alle middelen, die konden ontwikke
len, worden aangewend. En mogen wij
thans zeggen, dat wij hierin in absoluten
zin geslaagd zijn? Neen.
Als men vooropstelt, dat de student van
thans voor alles vorming van noode heeft,
dan is het onjuist te beweren, dat hij over
eenigen tijd geen vorming meer noodig
heeft, tenzij ondergeschikt aan apologeti
sche doeleinden. Juist de jaren van het
student-zijn zijn een voorbereiding voor het
latere leven, waar de student van thans
eens, gevormd naar geest, ziel en lichaam,
zelfstandig katholiek zal moeten denken
en handelen.
Naast dit alles staat ongetwijfeld de
plicht om rscds nu contact te zoeken met
andersdenkenden, want men bedenke: ook
apologie geeft vorming.
Bovendien hebben de studenten zich
thans bewust te maken, dat ook de natio
nale verbondenheid met andere studenten
en volksgroepen in zekeren zin ook een
grondslag voor de gemeenschap zal dienen
te zyn.
Zoo was de situatie en de vraag is thans:
in hoeverre is deze veranderd?
Door de gebeurtenissen van het laatste
half jaar is het reeds groeiend gemeen
schapsbesef in alle lagen van ons volk tot
leuze en motief van alle politiek optreden
geworden.
Eén voelden wij ons in de slagen, die ons
troffen; één in het verlies van en den
rouw om hen, die als helden het hoogste
offer, dat van hun leven, gaven voor de
toekomst van Nederland; één voelden wij
ons ook in de capitulatie.
En thans voelen wij een tastbare eenheid
van wil, om de fouten van het verleden uit
te bannen en de oude, onveranderlijke prin
cipes in solidere en meer gezonde vormen
te gieten. De strijd tusschen liberalisme of
egoisme en de gemeenschapsgedachte is
in het voordeel van de laatste beslecht.
Allerwege is men doordrongen van het
feit, dat een beter en intensief besef van
ons Nederlanderschap een natuurgegeven
plicht is, die maar al te veel verwaarloosd
is of onderschat.
Wat de studentenorganisaties aangaat, uit
dit alles meenden sommige groepeeringen
zich het recht toe te kennen van de con
clusie: één organisatie zal dit besef inten
siever aankweeken en rijpere vruchten
zullen voor een hernieuwd nationaal leven
worden afgeworpen. Hierbij merkt spr. op,
dat sommige katholieke groepeeringen in
deze een ander doeleinde beoogden in den
zelfden eenheidsvorm, ml. het uitdragen
van het katholicisme, aldus de eenheids
kwestie in zijn doelstelling een dubbel pro
bleem-karakter gevende.
Spr. weidt hierna uit over de idee van
eenige oud- bestuursleden der vereeni
ging, naar aanleiding van hetgeen zij in
een rondschrijven betoogden: „De Univer
siteit is één gemeenschap met als doel de
beoefening der wetenschap. Deze beoefe
ning heeft weer tot doel de persoonlijk
heids ontwiMtelinig, in gemeenschapsver
band opgevat."
Men meent zich deze eene organisatie
als volgt voor te stellen: Katholieke dispu
ten op theologisch, philosophisch en vak-
wetenschappelijk gebied; een comité voor
katholieke lezingen en een katholieke
mentor.
In hoeverre nu wordt door een derge
lijke organisatie de nationale gedachte be
vorderd? Dit zou alleen mogelijk zijn door
de vorming van het nationale besef, de
één-wormige representatie naar buiten en
het gemeenschappelijk initiatief.
Of de nationale vorming daardoor
bevorderd zou worden, meende spr. ern
stig in twijfel te moeten trekken, want
daar zijn de sociale tegenstellingen ook in
de studentenmaatschappij, maar daar zijn
bovenal de principieele tegenstellingen op
elk terrein, die nu eenmaal in feite aanwe
zig zyn en die zich bovenal in initiatief-
nemen zullen moeten uiten en aldus één
vormige representatie tot een paradox van
inhoudslooze vormen zullen degradeeren.
Uitvoerig gaat spr. hierop nader in,
toont de fouten aan, welke gemaakt wor
den en betoogt ten slotte, dat het nieuwe
bestuur, elke gedachte, die in bovenbe
doelde richting gaat, verwerpt, ervan over
tuigd "zijnde, dat in dezen het meerendeel
der leden achter hen zal staan.
Het bestuur acht het in het belang der
vereeniging, wanneer het dengenen, die
voor gedachten in bovenbedoelden ein pro
paganda in welken vorm pok trachten te
maken, thans een ernstige waarschuwing
geeft, hun ongemotiveerde en onver
antwoordelijke houding en werken te wil
len herzien, daar dergelijke gedragingen in
dezen uiterst labielen tijd ernstige gevol
gen met zich zouden 'kunnen meebrengen.
Het bestuur van zijn 'kant zou er niet
voor terugdeinzen, indien noodzakelijk,
zijn consequenties uit hun onzalige actie
te trekken.
Spr. hoopt, dat het resultaat van deze
opgeworpen problemen moge zijn, dat alle
leden tezamen in de verdediging der ver
eeniging hun allereerst gemeenschappelijk
doel zullen vinden.
In het vervolg van zijn rede 'belicht de
heer Mulders de wijze, waarop zich het
doel der vereeniging laat veredelen en
welke middelen daartoe noodig zijn en hij
beantwoordt zulks met te zeggen, dat die
vorming zal moeten omvatten: godsdien
stige, wetenschappelijke, cultureele, licha
melijke en maatschappelijke ontwikkeling.
Over elk onderdeel van dit programma
weidt spr. uitvoerig uit, hij pleit voor groo-
ter contact met de Unie, grooter interaca
demiaal contact en wijst tenslotte op den
plicht, om in samenwerking niet de N. S.
F. tot een actieve bestrijding van het fata
le „nihilisme" over te gaan, teneinde ieder
dienstbaar te maken voor kerk en maat
schappij.
Na deze rede werd de begrooting voor
19401941 behandeld en goedgekeurd.
Nog enkele huishoudelijke zaken werden
afgehandeld, waarna sluiting der vergade
ring volgde.
RECTIFICATIE.
In het verslag van den Maandag j.l. ge
houden gemeenteraad komen een paar hin
derlijke zetfouten voor, welke een onjuist
beeld geven van hetgeen wethouder Tepe
gezegd heeft omtrent den luchtbescher
mingsdienst. Op de eerste plaats heeft wet
houder Tepe natuurlijk niet ontkend, dat
den vrijwilligers geen blaam treft, doch
in tegendeel heeft hij ontkend, dat er wel
een blaam op hen geworpen zou zijn. Ver
volgens zullen er geen 422 gedemobiliseer-
den worden aangesteld doch slechts 122.
Handelsregister K. van K.
Wijzigingen: 3736. Eerste Koude-
kerksche Rijwielhandel. Koudekerk, A 57.
Overl. E.: L. J. Slingerland.
7536. A. Herfst. Voorschoten, Krimkade
33. Agenturen in kolen en assurantiën. Af
komstig uit Breda.
5190. N.V. Bataafsche Import Maatschap
pij, Verkoopkantoor van „Koninklijke
„Shell"-Producten. Leiden, Hooge Morsch-
weg 152. Hoofdz.: Den Haag, Carel v. By-
landtlaan 16. Uittr. Beh. fil.: Leiden: J. v.
d. Brandhof. N. Beh. fil. Leiden: H. P.
Drenth, Wassenaar
Het overzicht der Vervoersopbrengst van
de Noord-Zuid-Hollandsche Tramweg
Tramwegmaatschappij N.V. geduren ie
September 1940 (ongecontroleerd) geeft de
volgende cijfers:
Totaalopbrengst 1940 278.267.—, 1939
284.792.—%