DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
Momentje
ZATERDAG 5 OCTOBER 1940
32ste Jaargang No. 9764
Bureaus Papengracht 32.
Telefoon: Redactie 20015, Administratie 20935.
Giro 103003. Postbus 11.
V Waardeering
Te kunnen waardeeren woorden en
daden, gesproken en gesteld door perso
nen, die niet behooren tot den kring van
geestverwanten van gelijk-denkenden
is een eisch van cultuur, van Christelijke
cultuur.
Feitelijke waardeering te schenken
in zulke gevallen moet ons altijd een
aangename taak zijn.
Gaarne constateeren wij dan ook, dat
wij met waardeering hebben kennis geno
men van woorden, gesproken door den
nieuwen burgemeester van Hilversum, jhr.
mr. E. J. B. M. von Bönninghause bij de
aanvaarding van zijn burgemeestersambt.
De nieuwe burgemeester zeide in de rede,
gehouden bij deze officieele plechtigheid:
Er zijn verschillen, het zou dwaas
zijn ze te ontkennen. Van onze werk
zaamheden mogen ze ons echter niet
afhouden. Evenmin als ik mijn overtui
ging voor u verberg en zal verbergen,
behoeft gij uw opvattingen voor mij te
bemantelen. Wie recht door zee gaat,
kan van mijn volle waardeering ver
zekerd zijn.
Deze bekende N.S.B.'er verklaar! hier,
dat een overtuiging, afwijkende van of
staande tegenover die van de N.S.B.
als deze „recht door zee" gaat verzekerd
kan zijn van zijn „volle waardee-
r i n g".
Als allen zich in woord en daad naar
deze oplossing zouden gedragen!....
Als hij „recht door zee" wil gaan, zal
ieder ons moeten toegeven, dat men niet
gewoon is, dat van de zijde der N.S.B. op
een dergelijke waardeerende wijze wordt
gesproken over de overtuiging van eerlijke
tegenstanders, andersdenkenden!
En verder in zijn rede, zich richtend tot
Raadsleden en burgerij, zeide de nieuwe
burgemeester tot den Raadsleden:
„Dat allen zich van de huidige toe
standen onder het volk op de hoogte
moeten houden. Het is niet mijn bedoe
ling, ieder voor te lichten, doch zooveel
mogelijk te sturen op het kompas der
ervaring van deskundige raadsleden".
En tot de burgerij:
„En ook uit de gemeente moeten
steeds nieuwe plannen tot mij komen.
Alle krachten moeten worden inge
schakeld".
De inschakeling in het gemeentebestuur
van alle krachten uit de burgerij, van des
kundigen op verscheiden terrein
't Is een denkbeeld onzerzijds herhaalde
lijk speciaal voor Leiden bepleit en dat
hier, in Leiden, onlangs een verwerkelij
king heeft gevonden in de z.g. contact
commissies.
De „Volkskrant" merkt bij de rede van
Hilversum's nieuwen burgemeester op:
„Indien de N.S.B. zich in woord en daad
naar de richtlijnen, die de nieuwe burge
meester van Hilversum voor zijn houding
getrokken heeft, wilde gédragen, zou de
samenwerking ook in breeder verband
dan het bestuur van een gemeente niets te
wenschen behoeven te laten".
WAT ANDERE BLADEN
Gezonder inzicht?....
Zou 't misschien waar zijn, dat bij
de N. S. B. langzamerhand een an
dere geest begint te leven wij druk
ken ons nog heel voorzichtig uit een
geest, die is ontstaan uit een gezonder in
zicht in de feitelijke verhoudingen onder
het Nederlandsche volk, en in den waren
aard van het Nederlandsche volk?
In een artikel, dat de redactie van het
N. S. B.-blad dezer dagen aan de nota
van dr. Fischböck in zake de economische
richtlijnen voor Nederland wijdde, lazen
wij het volgende:
Teleurstellend is natuurlijk, dat dit
economisch beleid niet door een Ne
derlandsche nationaal-socialistische re
geering kan worden aangekondigd en
ingeluid. De N. S. B. stond te popelen,
om eindelijk aan den slag te gaan en
wat zij in theorie verkondigd had in de
daad om te zetten. Wij hebben echter
een goede hoop, dat wij althans een
werkzaam aandeel zullen hebben in de
tenuitvoerlegging van het door den
heer Fischböck met zooveel duidelijk
heid en logica ontwikkelde toekomst
plan.
Zou het te vermetel zijn, te veronder
stellen, dat hier ook aan anderen de moge
lijkheid wordt gelaten voor hun „aan
deel" op te komen? vraagt de „Maas
bode" naar aanleiding van deze passus.
Wij herhalen: zou misschien een gezon
der inzicht doorbreken?
SCHRIJVEN
ARBEIDSDIENST
Zooals gemeld, zal or van de mannen,
die in de Opbouwdienst zijn, een kern
overblijven, welke zal gaan vormen de
Arbeidsdienst.
Wat zal de Arbeidsdienst practisch zijn?
De Nieuwe Dag schrijft er als volgt
over:
„Wij weten nog niet welken vorm deze
arbeidsdienst zal aannemen, maar dat hij
niet enkel als werkloosheidsbestrijding be
doeld is, staat vast. Dit is ook juist, want
de arbeidsdienst kan en moet onder de
huidige omstandigheden een veel bree-
dere taak vervullen. Hij moet het jonge
geslacht het inzicht inprenten, dat het
verrichten van arbeid niet slechts een
individueele noodzaak is om een behoor
lijk bestaan te veroveren, maar ook en
vooral een dienen van de gemeenschap. Hij
moet het besef van de Nederlandsche saam-
hoorigheid van alle rangen en standen aan-
kweeken en versterken en een geest schep
pen van samenwerking in belang van
gansch het volk, een geest, die levend blijft,
90k nadat men den arbeidsdienst verlaten
heeft om in de maatschappij zijn defini
tieve bestemming en plaats te bereiken.
Het zou ons het eenvoudigste en ook meest
logische lijken, indien de beraamde arbeids
dienst in de plaats zou treden van den mili
tairen dienstplicht, terwijl de geestelijke
verzorging van de arbeidsdienstvervullen
den op dezelfde wijze geregeld zou kunnen
worden als vroeger bij het Nederlandsche
leger, n.l. door middel van speciaal daar
voor aangewezen geestelijken. Bij den
opbouwdienst is die geestelijke verzor
ging niet geregeld geweest. Wel werd
ieder vrijgelaten zijn godsdienstplichten te
vervullen. Was deze toestand onbevredi
gend bij den opbouwdienst, hij zou be
paald onaanvaardbaar zijn bij een alge-
meenen arbeidsdienstplicht. Hoe voornaam
en belangrijk het opvoeden tot tucht en
orde en lichamelijke paraatheid ook moge
zijn, de godsdienstige en geestelijke op
voeding en verzorging is van een hoogere
orde en grootere noodzakelijkheid, zooals
de Rijkscommissaris dr. Seyss-Inquart te
recht en met onze volle instemming ver
klaarde: de godsdienst is de hoogste gees
telijke uiting van alles om ons heen."
Vereenigingen en
stichtingen zonder
economisch doel.
TWEE SOORTEN VRAGENLIJSTEN.
NOG VEEL BLUFT ONDUIDELIJK.
De Haagsche redacteur van de „Tijd"
schrijft aan zijn blad:
„Op 21 September verscheen een veror
dening van den Rijkscommissaris houden
de bepalingen ter verkrijging van een over
zicht (Erfassung) van vereenigingen van
personen en stichtingen zonder econo
misch doel. Volgens deze bepalingen moe
ten alle vereenigingen van personen (ver
eenigingen, bonden, organisaties en soort
gelijke instellingen), alsmede alle stichtin
gen in het bezette Nederlandsche gebied,
zonder economisch doel, binnen 20 dagen na
het in werking treden van deze verorde
ning worden opgegeven bij den bevoeg
den procureur-generaal, fungeerend direc
teur van Politie.
Er zijn ten aanzien van deze verorde
ning reeds de eerste dagen vragen gere
zen, waarop noch de betrokkenen, noch de
bevoegde instantie een juist antwoord kon
den geven.
In het algemeen heeft men een houding
van afwachten aangenomen, .in de hoop,
dat óf een nadere toelichting zou verschij
nen óf de uit te geven formulieren helder
heid in deze zaken zouden brengen.
Thans zijn ten parkette de formulieren
ontvangen, welke aan de gegadigden, die
zich hebben opgegeven, zullen worden toe
gezonden. De vragenlijsten worden in twee
soorten onderscheiden en wel die voor ver
eenigingen en voor stichtingen.
Nauwkeurig dient te worden omschre
ven naam en adres van de vereeniging,
bond of stichting, alsmede aard en doel
stelling van de organisatie of stichting.
Speciaal voor de vereenigingen moet
worden opgegeven of zij rechtspersoonlijk
heid bezitten, of zij erkend zijn en wat
het aantal leden was per 1 Januari 1940 en
■per 1 September 1940
Voor beide categorieën dienen te wor
den opgegeven de namen van den voor
zitter en de overige bestuursleden met hun
volledige adressen,
j Zeer uitvoerig en gedetailleerd zijn de
vragen, welke den vermogenstoestand van
de vereenigingen aangaan. Alle cijfers, die
hier moeten worden ingevuld, moeten be
trekking hebben op den toestand per 1 Ja
nuari 1940 en per 1 September 1940. Van
het tegoed bij banken enz. moeten bank en
rekeningnummers worden vermeld, van de
effecten de plaats van bewaring. Ook de
vorderingen op organisaties, bankinstellin-
f5wED.J.P.vaNIEK6EHeneg0!i>'.CN
21762 leiden
gen en particulieren buiten het bezette
Nederlandsche gebied moeten vermeld wor
den.
Aan de toelichting ontleenen wij nog en
kele bijzonderheden:
Het overzicht van den vermogenstoe
stand moet niet worden verward met de
balans, daar deze slechts de boekwaarde
aangeeft, welke in vele gevallen van de
werkelijke waarde afwijkt. In het over
zicht van den vermogenstoestand wordt de
werkelijke waarde opgegeven. De balans
blijft grondslag voor de samenstelling van
het overzicht van het vermogen.
De waarde der effecten, die ter beurze
verhandeld worden, moeten worden geno
teerd volgens den laatsten koers.
Bij de schulden worden niet gerekend
deelen van eigen vermogen, zooals reser
veeringen van verschillenden aard.
Wanneer wij nu de verordening nazien,
dan lezen wij:
„Een vereeniging van personen wordt
geacht geen economisch doel na te
streven, wanneer haar doel niet in de
eerste plaats gericht is op het verkrij
gen van op geld waardeerbare voordee-
len ten behoeve van de vereeniging of
van haar leden.
Dit is van overeenkomstige toepas
sing op de hiervoor genoemde stichtin
gen".
Nu is 't terstond duidelijk, dat sport- en
amusements-vereenigingen, zoomede cul-
tureele en wetenschappelijke vereenigin
gen onder deze bepalingen vallen. Even
eens schoolvereenigingen enz.
Maar onduidelijkheid rijst in tal van
punten, bij voorbeeld t.a.v. religieuze
vereenigingen als dames- en heeren
congregaties, waarbij noch een bestuur
optreedt, noch contributie wordt gehe
ven, waarbij de directeur z.g. de lei
ding heeft, hetgeen in werkelijkheid
wil zeggen predicaties houdt.
Daarnaast kennen wij in Nederland
talrijke vereenigingen, in welke geld
noch leiding een rol spelen, b.v. het
Apostolaat des Gebeds, het Zieken-
apostolaat en dergelijke.
Anders staat de kwestie ten aan
zien van de bisdommen en parochies,
om ons slechts bij enkele katholieke in
stellingen te houden. De staat toch er
kent de bisdommen en afzonderlijke
parochies als rechtspersoonlijkheden;
worden ook zij onder de verordening
van 21 September begrepen? En de re
ligieuze instellingen als congregaties
enz.? Meestal hebben zij in Nederland
een eigen rechtspersoonlijkheid. Wor
den zij dus eveneens onder de verorde
ning begrepen, dan kunnen zij zich ze
ker opgeven als stichtingen, maar hoe
gaat het dan verder met him afzonder
lijke huizen en kloosters? Dienen zij
ieder afzonderlijk zich te melden of is
het Moederhuis verplicht het geheel
der onderhoorige instellingen aan te
geven?
Een geheel ander aspect is dit. Volgt
men den tekst van de verordening met
ruime visie, dan zouden die bepalin
gen niet slaan op de R.-K. onderwijs
instellingen en R.-K. ziekenhuizen, die
door de religieuzen weliswaar uit an
dere dan economische motieven worden
gediend, doch die geheel als commer-
cieele ondernemingen zijn opgezet (al
of niet met steun van overheid). En
wat bijvoorbeeld te zeggen van de wo-
ningbouwvereenigingen, die toch zeker
ten doel hebben het financieel belang
van hun leden te behartigen, naast het
rustig en behoorlijk wonen?
Er zou, naar het ons voorkomt, nog heel
veel omtrent deze verordening dienen te
worden opgehelderd. Wij in Nederland ken
nen geen precedenten van dergelijke be
palingen en het wil ons dan ook voorko
men, dat zelfs hier en daar in de kringen
van hen, die met de uitvoering der veror
dening zijn belast, eenige onzekerheid be
staat over de wijze, waarop ze moet wor
den toegepast.
Hun evenwel, die twijfelen, of zij onder
de in de verordening getroffen bepalingen
vallen, wordt aangeraden in ieder geval
een verzoek om een formulier in te die
nen bij het parket van den procureur-ge
neraal, onder wiens ressort zij vallen. Zij
dienen die ten spoedigste te doen ook al
zou het niet mogelijk blijken nog voor 10
October deze lijsten evzntueel nog geheel
en juist in te vullen en weer te bevoegder
plaatse in te leveren."
DE ZOMERTIJD VOORALSNOG
GEHANDHAAFD.
De secretaris-generaal, wnd. hoofd
van het departement van binnenland-
sche zaken, heeft aan de gemeentebe
sturen bericht, dat de zomertijd in Ne
derland vooralsnog zal worden gehand
haafd.
VERVREEMDING VAN DOMEINEN
Het heden verschenen verordeningenblad
bevat een verordening van den rijkscom
missaris voor het bezette Nederlandsche ge
bied betreffende de vervreemding van do
meinen en het aangaan van dadingen over
domaniale zaken.
Deze verordening luidt als volgt:
Artikel 1. (1) In afwijking van het be
paalde in lid 2 tot en met 4 van artikel 1
van de wet van 29 Augustus 1848 (Staats
blad no. 39), zooals deze wet laatstelijk is
gewijzigd bij de wet van 8 April 1937
(Staatsblad no. 403), kunnen de daar ge
noemde onroerende goederen van den
Staat door den Secretaris-Generaal van het
departement van Financiën onder door hem
vast te stellen voorwaarden ondershands
werden vervreemd.
(2) In afwijking van het bepaalde in ar
tikel 1 van de wet van 22 December 1850
(Staatsblad no. 99), zooals deze wet is ge
wijzigd bij de wet van 21 Juni 1927 (Staats
blad no. 259), kunnen ten aanzien van rech
ten op onroerende goederen, waarbij de
Staat betrokken is, door den Secretaris-Ge
neraal van het departement van financiën
dadingen worden aangegaan.
(3) Wanneer de waarde van het te ver
vreemden goed of van de zaak in verschil
meer dan vijftig duizend gulden bedraagt,
wordt de goedkeuring van den rijkscommis
saris voor het bezette Nederlandsche gebied
vereischt.
Artikel 2. De in artikel 1 bedoelde ver
vreemdingen en dadingen, die onder voor
behoud van eenigerlei goedkeuring hebben
plaats gevonden of zijn aangegaan en tot
nu toe nog geen rechtsgeldigheid hadden
verkregen, kunnen overeenkomstig dein
artikel 1 geregelde bevoegdheid door den
commissaris voor het bezette Nederlandsche
gebied of door den secretaris-generaal van
het departement van Financiën bekrachtigd
worden. Door deze bekrachtiging wordt de
voorbehouden goedkeuring beschouwd als
te zijn verleend.
Artikel 3. Deze verordening treedt in
werking op den dag harer afkondiging.
Oil nummer bestaat uit vijl
bladen, w.o. geïllustreerd
Zondagsblad.
SIGARETTEN.
Mijn sigarettenleverancierster is een
vriendelijke dame. Zij was altijd voor
komend en hulpvaardig, als ik bij
haar mijn dagelijksch rantsoen aan
sigaretten kwam halen. Dan kon ik
uitzoeken wat ik wenschte zij ken
de mijn smaak en wij maakten een
praatje over het weer en over de kin
deren. En het meest trok mij in haar
aan, haar onverwoestbaar goede hu
meur. Zij had een vierkant bruin no
titieboekje, daarin schreef zij mijn
inkoopen op. En ik moest haar dikwijls
om de rekening manen en als ik die
dan eindelijk kreeg, geschiedde dat
met de meeste verontschuldiging, als
of zij eigenlijk een misdaad had be
gaan aan mijn huis en mijn eer.
Nu zijn de zaken veranderd. Er zijn
nu bijna geen sigaretten meer, maar
mijn leverancierster is voor haar klan
ten dezelfde gebleven. Zij fluistert mij
in het oor, dat zij iets voor mij apart
heeft gelegd of als er andere menschen
in de winkel zijnr, die zij neen ver
koopt, weet ik aan een knipoog al, dat
ik er beter aan doe even te wachten,
tot de andere klanten verdwenen zijn.
Zij zorgt voor haar trouwe klanten,
zonder de ééndagsvliegen al te zeer
voor het hoofd te stooten.
En nu was ik deze week in een res
taurant. Vanwege de koffie. En ik zei
tegen een piccolo: Boy, haal eens wat
sigaretten voor mij.
Ik dacht, dat hij zijn schouders zou
ophalen, minachtend zooveel onver
stand. Maar hij zei: alstublieft, me
neer!
Toen ging ik een stapje verder en
zei: Maar Dubec, alsjeblieft, andere
rook ik niet.
De boy klapte met zijn hakken, ging
en kwam terug met een doosje Dubec.
Alsof het de gewoonste zaak der we
reld was. En ik dacht: dat móet be
slist familie van mijn sigarettendame
zijn.
Ik zal het haar eens vragen.
In den nacht van Woensdag op Donderdag hebben, zooals bekend,
Engelsche vliegers een aanval ondernomen op Haarlem. De burger
bevolking had zeer zwaar te lijden van dit bombardement op niet-
militaire doelen. Een beeld van de droeve gevolgen van weerzin
wekkende oorlogsdaden.