32ste Jaargang No. 9760
DAGBLAD VOOR LEIBEN EN OMSTREKEN
Momentje
DINSDAG 1 OCTOBER 1940
3)e
Bureaus Papengracht 32.
Telefoon: Redactie 20015, Administratie 20935.
Giro 103003. Postbus 11.
V Tegen het kapitalisme
Onomstootelijk vast moet staan, dat In
de nieuwe maatschappij het kapitalisme
geen grond onder de voeten zal vinden.
Klaar en doelbewust moet zijn ons aller
streven, om in de nieuwe maatschappij het
kapitalisme te vernietigen in zijn wortels,
in zijn bestaansmogelijkheden.
Tegen het kapitalisme!
Nu moet allereerst een verheldering van
het begrip kapitalisme worden gegeven
voorzoover noodig.
Als wij zeggen, dat wij tegenstanders
zijn van het kapitalisme, dan bedoelen wij
natuurlijk niet, dat wij tegenstanders zijn
van het privaat bezit van goederen, van
productie-goederen, van kapitaal. Wij er
kennen het recht, het natuurrecht, van den
mensch, zich eigendom, zich kapitaal te
verschaffen in persoonlijk bezit.
Als wij zeggen, dat wij tegenstanders zijn
van het kapitalisme, dan bedoelen wij na
tuurlijk nóg veel minder, dat wij ons zou
den keeren tegen de bezitters van kapitaal,
als zoodanig. Onder hen kennen wij voor
treffelijke personen, uitnemende Christe
nen, van wie wij het zéér zouden betreu
ren, indien zij geen „kapitalisten", d.w.z.
geen kapitaalbezitters zouden zijn, omdat
zij zooveel goed doen met hun kapitaal,
niet alleen onder charitatief opzicht, maar
ook sociaal-economisch bezien, of omdat
zij, dank zij hun kapitaal-bezit, meer tijd,
meer intellect en toewijding belangeloos
kunnen schenken aan anderer belangen,
aan de publieke zaak, aan velerlei werk op
maatschappelijk terrein.
Als wij zeggen, dat wij tegenstanders
zijn van het kapitalisme, dan verstaan-wij
onder kapitalisme niet menschelijke heb
zucht, menschelijke geldzucht, ongeregelde
begeerte naar goed en geld. Als pastoor
Möller verleden week in het Haagsche
blad „De Zaaier" schrijft: „Als mentaliteit
is het kapitalisme zoo oud als de in Adam
gevallen menschheid", dan verstaat hij on
der die mentaliteit blijkbaar wel de hier
aangeduide zondige neigingen; wij meenen
onder de mentaliteit van het kapitalisme
iets anders te moeten verstaan.
Wat is kapitalisme? Onder kapitalisme,
dat wij bestrijden willen en moeten, ver
staan wij het stelsel, dat de rechten van
den arbeid miskent ten bate van die van
het kapitaal; dat de beteekenis van den
arbeid onderschat en die van het kapi
taal o v e rschat; dat bij de productie als
norm heeft, alleen en uitsluitend, winst, en
niet sociale nuttigheid; dat voor de winst
van de kapitaal-gevers geen grenzen
kent, terwijl het voor het loon van dege
nen, die hun arbeid geven, de norm van
vraag-en-aanbod stelt, waarbij het loon zoo
veel mogelijk naar omlaag wordt gedrukt;
dat aan het kapitaal niet alleen in het eco
nomisch leven, maar ook in het staatkun
dige leven, ook in takken van het cultu-
reele en soms zelfs in het uiterlijk-gods-
dienstige leven een invloed toekent, die
het redelijkerwijze niet toekomt en dien
het niet hebben mag.
De kapitalistische mentaliteit is die gees
tesgesteldheid, waardoor de menschen al
les goed vinden, als er maar mee verdiend
wordt; waardoor de menschen denken in
geld en goud, alles waardeeren, ook hun
mede-menschen, naar de norm van geld
en goud.
Tegen dat kapitalisme, tegen die kapi
talistische mentaliteit moet onze stijd ge
richt zijn.
Dat kapitalisme moet in de nieuwe
maatschappij worden vernietigd.
Is er tot op heden niets gedaan tegen
dat, op een heidenschen mammon-dienst
gebaseerde, kapitalisme? Natuurlijk wel!
En 't is kortzichtig en onrechtvaardig, als
men niet erkent de successen, de resulta
ten, die in de bestrijding van het kapita
lisme onder het oude democratische stelsel,
onder het oude parlementaire regiem zijn
bereikt. Onze sociale wetgeving, in zoo
velerlei opzicht voorbeeldig, is een zéér
doeltreffende bestrijding van het kapita
lisme, hierboven geschetst.
Maar, dat alles blijde erkennend, zal
toch niemand beweren, dat het kapitalisme
is vernietigd, zooals het vernietigd worden
kan en dus vernietigd worden moet.
Daarheen daadwerkelijk te streven, is
een christelijk ideaal.
WAT ANDERE BLADEN
SCHRIJVEN
DUITSCHLAND EN
NEDERLAND.
Naar aanleiding van de jongste rede van
den Rijkscommissaris Rijksminister dr.
Seyss Inquartschrijft de Maasbode o.m.:
„Van meetaf heeft onze redactie zich be
reid verklaard tot loyale samenwerking.
Wanneer de Duitsche overheid de oogen
goed open heeft en daaraan twijfelen wij
geen moment zal zij moeten toegeven, dat
die bereidheid tot samenwerking gestadig
groeit; waarvoor alleen reeds getuigt het
onverpoosd aanwassen van het ledental,
zoowel bij „Nationaal Front" als bij de „Ne
derlandsche Unie", twee bewegingen, die
zich beijveren de eischen van den nieuwen
tijd te begrijpen en dienovereenkomstig
den volkswil te organiseeren.
Wanneer haar voorkeur uit gaat naar een
derde groep, nog altijd ver in de minder
heid blijvende, moeten wij dat respectee
ren; het is psychologisch ook alleszins ver
klaarbaar.
Alleen reeds het immense verschil ech
ter tusschen de wijze, waarop deze groep
het Nederlandsche volk haar eigen volks-
genooten dus tegemoet treedt en de hou
ding door de Duitsche overheid bij herha
ling ten opzichte van Öe Nederlandsche be
volking aangenomen, zal het de bezettende
macht duidelijk kunnen maken, waarom de
groote meerderheid van ons volk langs an
dere wegen contact met haar zoekt Het is
geen kwestie van onwil tot samenwerking.
Met groote waardeering namen wij ten
slotte kennis van dr. Seyss Inquart's verkla
ring, dat van de zijde der Duitsche over
heid ons volk de tijd zal worden gelaten.
Wij zijn er van overtuigd, dat voor het tot
-stand komen eener echte kameraadschap in
den waren, door den redenaar zoo juist om
schreven, zin des woords, de elementen
in ons volk ruimschoots aanwezig zijn.
Maar dan zou men toch wel op een ver
andering van inzicht moeten hopen in de
rijen van die volksgenooten, wier monopo
lie van vaderlandsliefde de oprechte gezind
heid der overgroote meerderheid schijnt te
miskennen".
Het Nederlandsch Dagblad (Na
tionaal Front) merkt bij deze rede ojn. het
volgende op:
„Het verheugt ons door dr. Seyss Inquart
herhaald te hooren, wat wij zoo dikwijls op
vergaderingen en in artitkelen gezegd heb
ben: vriendschap kan slechts tusschen
zelfstandige, vrije, volkomen verantwoor
delijke menschen bestaan.
Moge het Nederlandsche volk deze woor
den goed gaan beseffen, en er uit leeren,
dat de officieele Duitsche bezettingsoverhe
den van ons geen slaafsche of knechtenhou
ding verwachten. De Duitschers wenschen
vriendschap en geen knechtschap. Vriend
schap kan alleen bloeien op den bodem van
vrijheid en wederzijdsche achting.
Uitdrukkelijk bevestigde de spreker nog
maals niets liever te willen dan „een echt
volksch Nederlandsch cultureel leven", het
geen een verrijking beteekent voor het cul-
tureele leven van beide volkeren.
Tusschen het Duitsche en het Nederland
sche volk wenschte de spreker kameraad
schap; wij wenschen met hem niets lever
dan dat! Wij hebben dit verlangen steeds
naar voren gebracht; wij hebben ons steeds
verzet tegen een star naar het Westen ge
keerde houding. Hoe zullen wij niet volledig
bereid zijn de toegestoken hand te aanvaar
den".
Uit een driestar in de V ol k s k r a n t:
„Het is ongetwijfeld een hoogst belang
rijke bijeenkomst geweest, dié den rijks
commissaris gelegenheid heeft gegeven, de
plaats van ons land in de nieuwe orde
te bepalen.
Zonder zich met politiek te willen inla
ten verklaarde dr. Seyss Inquart, dat
der alle omstandigheden dé invloed van het
Duitsche rijk ter beschikking van Neder
land zou staan en dat het dus niet ging om
vrijheid, zelfstandigheid en onafhankelijk
heid.
Dit kan derhalve niets anders beteekenen
dan dat de zelfstandigheid en onafhanke
lijkheid van ons land zijn gewaarborgd: an
ders toch heeft het ter beschikking stellen
van den Duitschen invloed geen zin.
Uiteraard gaat de rijkscommissaris bij
zijn toezegging van de veronderstelling uit,
dat het Nederlandsche volk bereid is in het
Duitsche volk een kameraad te zien en be
reid is in het nieuwe Europa de plaats in te
nemen aan de zijde van den grooten Ger-
maanschen kameraad.
Een plaats met zijn eigen Nederlandsch
cultureel leven".
DE NEDERLANDSCHE UNIE
OVER DE N.S.B.
In het jongste nummer van De Unie,
het weekblad van „De Nederlandsche
Unie", wordt er op gewezen, dat „sommi
ge Duitsche bladen niet goed geslaagd zijn
in hun streven naar een duidelijk overzicht
van den tegenwoordigen politieken toe
stand in Nederland". Dei halve wordt in
De Nederlandsche Unie
houdt appel
In alle lagen der bevolking werd
de oproep voor een nieuwe
Nederlandsche volksge
meenschap verstaan.
Van de zijde van De Nederlandsche Unie
deelt men ons mede:
Toen eind Juli jongstleden de trompet
stoot van de jonge „Nederlandsche Unie"
door onze lage landen klonk, verwekte dat
signaal „verzamelen" een spontane volks
beweging, zooals ons land er in zijn lange
historie nog nimmer een gekend heeft.
Ja, dit willen wij, dit is het al zoo lang
verbeid geluid zoo spraken in enkele
dagen tijds honderdduizenden Nederlan
ders zich uit, Nederlanders van allen rang
en stand. En een ware vloedgolf van aan
meldingen stroomde het hoofdkwartier van
De Nederlandsche Unie te 's-Gravenhage
binnen.
Om dat enthousiasme te registreeren en
op lidmaatschapskaarten vast te leggen
daar was eenvoudig geen enkel admi
nistratief apparaat in enkele weken tijds
tegen opgewassen; Want waar een andere
organisatie, welke dan ook, jaren over
deed, kwam hier in enkele dagen tot stand.
Twee maanden zijn wij, wij van de Ne
derlandsche Unie, nu aan het werk en als
wij thans, na twee maanden, een oogenblik
„algemeen appèl" houden, dan kunnen wij
met groote voldoening nü reeds concludee-
ren, dat wij onze volgelingen vermochten
te verwerven in alle Jagen der bevolking
en in alle politieke kampen, (zooals wij
die vóór 10 Mei kenden).
„Vroeger" was het immers zoo: Bij ver
kiezingen kregen de twee groote protes-
tantsch-christelijke partijen ongeveer 25
pet. van de stemmen; de katholieken *30
pet.; de soc.-democraten tezamen met de
deze groep sociaal-economisch zeer na-
staande Chr. Dem. Uni?, circa 25 pet. en de
twee humanistische g/oepen, Vrijz. Dem.
Bond en de Liberalen, samen 10 pet. Daar
naast waren er dan n>ig o.m. de N.S.B. (4
pet.) en de Communhten (3 pet.).
Aan de hand van d- ze groepeering kun
nen wij uitmaken. t r»e Nederlandsche
Unie inderdaad op haar eigen nieuw pro
gram, waarin de Nederlandsche volksge-
méénschap voorop staat, reeds vele, vele
honderdduizenden uit vrijwel alle kringen
en kampen achter zich mocht vereenigen.
Gezien de zoo juist geschetste partij-ver
deeling van vóór 10 Mei is dat gemakkelijk
na te gaan.
Een kort overzicht moge hier volgen:
Prot.-christelijken: De adviezen
van mannen als dr. Colijn en prof. Slote-
maker de Bruine hebben uiteraard de toe
treding uit dit kamp aanzienlijk geremd.
Desniettegenstaande blijft het aanmeldin
gen stroomen uit de kringen van hen, die
vroeger A.R. en C.H. stemden. Men moet
daarbij niet uit het oog verliezer» (en dit
geldt ook voor de andere politieke forma
ties), dat slechts een gering percentage van
een artikel in „De Unie" deze politieke si
tuatie nader belicht.
Allereerst wordt daarbij de nadruk ge
legd op het feit, dat de sociaal-economische
programma's der verschillende groepeerin
gen, welke vernieuwing voorstaan, nage
noeg geheel met elkaar overeenstemmen.
Was er dus uitsluitend het sociaal-econo
mische vraagstuk en verder niets, dan zou
den de moeilijkheden voor volkseenheid
niet groot zijn. Wel zijn er enkele groe
pen, welke nog vasthouden aan de oude
economie, en welke het sociale vraagstuk
meer zien als plicht tot het verbeteren van
economische tekortkomingen dan als plicht
tot het aaneensmeden van het volk tot één
geheel, doch hun beteekenis op dit gebied
wordt met den dag geringer.
Maar, zoo gaat het artikel verder, de po
litiek omvat nu eenmaal meer dan dit. Zij
is vooral een zaak van geestesgesteldheid,
van sfeer. En daarin bestaan groote ver
schillen.
„Daarin ligt ook de ftlgemeene ontstem
ming over de houding van de N.S.B., waar
over het Driemanschap reeds zijn zienswij
ze gaf. Want ons volk verdraagt het niet
en zal het nimmer verdragen, dat één
groep spreekt van machtsovername en zich
voortdurend te buiten gaat in dreigemen
ten en bedreigingen aan andersdenkenden,
zooals de N.S.B. dat steeds deed en ook
na de oorlogsdagen in nog sterkere mate
is gaan doen. Dan komt ons volk op een
kookpunt, dan verzet het zich, gelijk wij
ons hebben verzet.
„Wie niet bereid is zijn mede-Nederlan
ders tegemoet te treden met verdraag
zaamheid, verliest het spel, ook al zou zijn
macht nog zoo groot worden. Een dreigen
de N.SB. vindt een gesloten front tegen
over zich, hoezeer de rest van het volk
dan ook onderling verschillend moge den
ken Dit is een zuiver binnenlandsche aan
gelegenheid, die los staat van ons stand
punt tegenover Duitschland of het Duit
sche Nationaal Socialisine en geldt louter
en alleen de politieke methode, de manie
ren van de N.S.B.",
het totèal bij verkiezingen behaalde aantal
stemmen van de leden van de partij-zélve
kwam.
Katholieken: Deze volksgroep, die
vroeger al in eigen kring zooveel gedaan
had voor de verbreiding van de gemeen
schapsgedachte, vond voor een belangrijk
deel, van ondernemer tot arbeider en boer
tot middenstander, haar weg naar de Ne
derlandsche Unie. Bestaat niet twee-derde
van de Brabantsche leden uit boeren en ar
beiders?
Soc.-Democraten en C. D. U.: Aan
vankelijk brachten de gebeurtenissen van
na 14 Mei een algeheele terneergeslagen
heid en gevoel van onmacht teweeg in het
socialistische kamp. Geleidelijk aan keer
den echter ook daar de levensmoed en de
daadkracht terug en parallel daarmee
groeit, vooral de laatste weken, in steeds
sneller tempo het aantal modern georga
niseerde arbeiders, dat, met het oude ge
meenschapsideaal voor oogen, in de Neder
landsche Unie mee willen bouwen aan:
een ware volksgemeenschap, een in daden
zich uitende sociale rechtvaardigheid voor
allen en een verzoening van Kapitaal en
Arbeid in aller belang. Ook vele voorman
nen van de oude S.D.A.P. geven reeds zon
der een ig voorbehoud het goede, moedige
voorbeeld. Ook de C.D.U.-ers van vroeger
gaven thans dagelijks te kennen, dat de
N.U. waarlijk d i e christelijke staatkunde
brengen wil, waarnaar in die kringen reeds
zoolang werd uitgezien.
Liberalen en Vrijz.-Dem.: De toe
vloed uit het V. D.-kamp is eveneens ver
rassend groot. Er zijn liberalen, die zich
nog op advies van professor Telders mee
nen te moeten onthouden, doch tegelijk
zijn er gelukkig reeds vele liberalen, on
der wie tallooze werkgevers, die inzien en
erkennen, dat eveneens in he economische
leven de tijd van het ongebonden indivi
dualisme voorbij is en dat ook het kapitaal
den arbeid moet dienen, zooals ook in de
zen kring reeds vóór den lOden Mei wel
betoogd werd.
Zoo groeien wij gestadig, ook nu nog
steeds met duizenden per dag. Wij weten
het, er is nog veel kaf onder dit koren.
Maar ons „koren", onze hechte kern dus,
is nog altijd quantitatief en qualitatief ont
zaglijk veel belangrijker dan elke andere
groep, welke „het nieuwe
Intusschen blijft de Unie onvermoeid
verder werken, bereid om een ieder de
hand te reiken, die. met ons, het „nieuwe"
en het Nederlandsche evenzeer als een on
verbrekelijke eenheid ziet.
Maatregelen in verband
met den
aardappelhandel
De directeur-generaal voor de voedsel
voorziening ir. S. L. Louwes, heeft in een
gisteren gehouden persconferentie enkele
mededeelingen gedaan in verband met de
maatregelen, die getroffen zijn en nog ge
troffen zullen worden met betrekking tot
den aardappelhandel. Het doel van deze
maatregelen zoo zeide hij is er voor te
zorgen, dat er voldoende aardappelen voor
de bevolking beschikbaar blijven en te
voorkomen, dat er aardappeldistributie
komt. De reden, dat wij rantsoeneering wil
len voorkomen is deze, dat de aardappel
een aanvullingsvoedsel is, vooral voor hen,
die het siet zoo goed kunnen betalen. Men
denkt wel eens, dat maatregelen ten aan
zien van den aardappelhandel niet noodig
zijn, omdat er geen aanleiding is. In nor
male jaren immers bedraagt de uitvoer 250
millioen kilogram en de hoeveelheid, die
tot veevoeder wordt verwerkt, is normaal
ongeveer 500 millioen kilogram. Toch is er
wel degelijk aanleiding om tot maatregelen
over te gaan. We zien, dat wanneer ver
schillende artikelen worden .gedistribueerd,
het gebruik van een bepaald, nog niet ge
distribueerd artikel sterk toeneemt. Zoo is
het ook in dit geval. Gedurende den we-
reldoorog zag men hetzelfde gebeuren en
kon het gebeuren, dat maar één kilogram
aardappelen per persoon en per week kon
worden verstrekt. Bij normaal verbruik is
dat drie kilogram. Er is dus een heele ruim
te in deze aardappelen, een ruimte, die
zeker boven de 50 pet. gaat, mits we er
voor zorgen, dat de aardaoelen een goede
bestemming krijgen. Om daarvoor te zor
gen, zijn diverve maatregelen genomen. In
de eerste pleats een serie maatregelen, die
den verbouwer aangaan Voorkomen moet
worden, dat de voor menschelijke consump
tie geschikte aardappelen aan het vee ge
voerd worden. Derhalve is afgekondigd een
veevoerverbod van voor menschelijke con
sumptie geschikte aardappelen. Voor vee
voer mogen gebruikt worden aardappelen,
die te klein" zijn, die rotte plekken vertoo-
nen en die door hun slechte kwaliteit niet
voor menschelijke consumptie geschikt
zijn. De beoordeeling is niet aan den boer
overgelaten. Om haar goed in de hand te
houden is een afleveringsverbod* afgekon
digd,waardoor de aardappelhandel langs be
paalde kanalen wordt geleid. Voorts komt
er een prijsdaling. De aardappel, een volks-
voedsel bij uitnemendheid, mag niet te
duur worden. Terwijl aan den anderen kant
EEN SLAGZIN.
U en ik en wij allemaal hebben in
de krant het uitvoerige stuk gelezen
van de directie der Nederlandsche
Spoorwegen, waarin allen, die vrach
ten ter vervoer hebben aan te geven,
worden opgewekt dit te doen met
moed, beleid en trouw. Dat is zoo on
geveer het heele verhaal van meer
dan één kolom !n drie woorden sa
mengevat.
Het gaat erom met een zoo klein
mogelijke hoeveelheid benzine zoo
veel mogelijk te presteeren, en dat is
natuurlijk zeer prijzenswaardig. En
het parool: Gebruikt onzen goederen
wagen niet als pakhuis laadt en
lost snel, kan natuurlijk iedereen on
derschrijven.
Tot zoover dus kunnen wij de fris-
sche geest van de directie der Neder
landsche Spoorwegen slechts prijzen,
maar dat wordt anders als men de
oakkende spreuk leest: Haal uit den
wagen wat er in zit.
Dat is waarschijnlijk even goed be
doeld, maar mij slaat de schrik om
het hart, als dit wordt misverstaan.
Het is heel goed om vlug te zijn en
met zoo weinig weinig mogelijk mid
delen zooveel mogelijk te doen. Maar
er zijn altijd menschen, die iets ver
keerd begrijpen. En als die lezen, dat
zij uit de wagens van de Nederland
sche Spoorwegen moeten halen wat
er in zit, dan loopen wij kans, dat
onze goederen nimmer de plaats hun
ner bestemming zullen bereiken.
den producent een goede prijs moet wor
den gewaarborgd. De aardappelen zullen in
de toekomst gegeten worden in de volgorde
van hun houdbaarheid. Voor aardappelen,
die heel goed tot het vroege voorjaar be
waard kunnen blijven is een afleverings
verbod afgekondigd, zooals b.v. voor de
Bevelanders en voor de gekleurde soorten.
Vooral in verband met vervoermoeilijkhe-
den, die in de wintermaanden te verwach
ten zijn, is tevens een afleveringsverbod
afgekondigd voor aardappelen, die geteeld
zijn in de gebieden rond de groote steden.
Afgeleverd mogen thans worden de soor
ten, die het meest geschikt zijn om in den
herfst en in den vroegen winter geconsu
meerd te worden.
De aardappelproducenten ontvangen een
garantieprijs, die ook rekening houdt met
bewaarloon. Vergeleken bij vorige jaren is
deze prijs zeer goed.
Is. Louwes besloot zijn uiteenzettingen
met er met nadruk op te wijzen, dat de be
volking voor oorlogsprijzen van aardappe
len niet bang behoeft te zijn.
Vlcesch en brood in
restaurants op bonnen
In een gehouden persconferentie heeft de
dircteur van het centraal distributiekan
toor een uiteenzetting gegeven van de maat
regelen, die zijn afgekondigd ten aanzien
van de regeling voor het hotel- en restau
rantbedrijf, alsmede voor de z.g. broodjes
winkels. In het vervolg zoo zeide hij
zal het noodig zijn, dat men zijn bonnen
voor brood en vleesch naar een hotel, res
taurant of broodjeswinkel meeneemt.
Tot nu toe ontvingen deze zaken 50 pet.
van de hoeveelheid, die zij in dezelfde pe
riode van het vorige jaar kregen. Daar komt
nu verandering in. Er is een systeem van zg.
„wisselbons" ontworpen. Het is tweeledig.
Voor brood zijn er wisselbons, die ieder
recht geven op 50 gram en voor vleesch
ontvangt men wisselbons, die ieder recht
geven op 25 gram. Deze wisselbons zijn in
het gewone handelsverkeer niet geldig.
Voorts zijn in hotels, restaurants en brood
jeswinkels uitsluitend nieuwe bonnen
geldig. Dus niet die van een vorige week.
Deze maatregel houdt verband met de be
voorrading der hotels, restaurants en brood
jeswinkels, die hun voorraden uiteraard ook
slechts op bonnen kunnen krijgen. De z.g.
„weermachtsbonnen", bonnen, die vanwe
ge en voor de Duitsche weermacht worden
uitgegeven, zijn eveneens niet geldig in
het gewone verkeer. De winkels moeten
deze bonnen op de distributiekantoren in
wisselen voor Nederlandsche bonnen. Het
zelfde geldt ten aanzien van dé bonnen,
die Duitsche reizigers in Nederlandsche ho
tels en restaurants overhandigen, de z.g.
„Gaststaeppemarken".
Voor de maand October is een speciale
regeling getroffen, waardoor het mogelijk is
dat hotels, restaurants en broodjeswinkels
in de gelegenheid zijn voldoende voorraad
aan brood en vleesch te hebben, zoodat zij
niet in moeilijkheden komen. Suiker, thee,
boter, rijst en dergelijke artikelen zijn voor
den consument in hotels en restaurants vrij.
Zooals tot nu toe ook voo- brood en vleesch
gold, ontvangen de hotelhouders en restau
rateurs van al deze artikelen 50 pet. van de
hoeveelheid, die zij in dezelfde periode van
het vorige jaar ontvingen.