3iet Shiematyend&
u&ubtag.
Verklaringen van de drie landen
Clctafl&ctnaafid
België op nieuwe
wegen
Duitschland en het
Vaticaan
Aanvallen op
Engeland voort
gezet
Bomaanslag te
Sjanghai
ZATERDAG 28 SEPTEMBER 1940
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD - PAG. 5 1
Dinsdag begint de Rozenkrans-maand.
Gezelle heeft gedicht over die maand,
waarin wij moeten „boeten allen", waarin
wij moeten ter hand nemen het wapen, dat
„wint des vijands volk en stee", waarin wy
ons als „koninklijk omhangen" moeten,
met „de keten" van „Gods vrye kinderen":
de rozenkrans.
„De blaren vallen", want ,,'t is de kranke
Octobermaand", maar ook zullen vallen
„bij duizendtallen" „de beiers van mijn
bedesnoer", de gebeden van den rozenkrans.
October, een kranke maand in de natuur,
een leven-wekkende maand in de zielen!
OCTOBERMAAND.
Roozenkrans! De blaren vallen,
laat ons, zoo 't de Paus vermaant,
beevaart doen, en boeten allen:
't Is de kranke Octobermaand!
Roozenkrans! 't Onmisbaar wapen,
wint des vjjands volk en stêe:
mannen, meiskes, vrouwen, knapen,
brengt des Heeren bidsnoer mee!
't Is de keten, die geen slaven,
idie Gods vrye kindéren al,
heeren, burgers, knechten, graven
koninklijk omhangen zal.
Roozenkrans! Bij duizendtallen,
onder 't biddend stemgeroer
valt, alzoo de blaren vallen,
beiers van mijn bedesnoer!
Is het Rozenkransgebed niet een gebed
van schoone woorden zonder meer?
Och, we bekennen het: 't kan zyn een
aaneenrijging van woorden schoone
woorden wel is waar, doch slechts woor
den en niet meer.
Maar de christen, de katholiek móet lee-
ren en móet kennen de kunst van het
bidden, bidden met geest en hart, die
aan het „hert" schenkt, „blad en blommen,
vrede en vreugde", zooals de onsterfelijke
dichter van Vlaanderen,-een der grootste
van de groot-Nederlandsche dichters,
Guide Gezelle het zoo wonder-schoon
zingt in zijn vers: „Velen bidden schoone
woorden".
Och baden we eens, en we zouden „on
dervinden", „welk een schat" ,,'t bidden
en 't gebed bevat!"
Men leze en her leze en vatte de schoon
heid van dit gedicht:
VELEN BIDDEN SCHOONE
WOORDEN.
Baden ze eens, ze zouden leven,
en niet altijd weer in 't graf
hunner schande zijn gedreven,
onder 's vijands herderstaf.
Baden ze eens, de tranen vloden
uit den grond huns herten wêer,
als gewenschte zegeboden,
over schuld en schande, neer.
Baden ze eens, ze zouden spreken,
spreken zoo de snare doet,
die, geslagen zynde, breken
ofte wederdeunen moet
Baden ze eens, him hert verheugde;
groeizaam weerde 't weer, en 't gaf
blad en blommen, vrede en vreugde,
nu, een nooit meer groenend graf!
Baden ze eens, ge zaagt ze werken
wêer ten bronnenhoofde, en niet
drijven, lêeg en lam van vlerken,
altijd neerwaarts,. met den vliet.
Baden ze eens, ze zouden weten
hoe 't brood des biddens smaakt
dat, hoe meer het wordt geëten
hoe 't den honger scherper maakt
Baden ze eens, ze zouden vonken
als een vier, en immer niet
naast den aschhoop bitten pronken
daar men vier noch vlammen en .ziet
Baden ze eens, ze zouden vliegen
en niet dood aan de eerde, meer
zeggen ,,'k bidde" en immer liegen,
want ze 'n bidden niet o Heer!
Baden ze eens.en, of ze mochten
ondervinden welk een schat
't bidden, daar ze 't nooit en zochten,
't bidden en 't gebed bevat.
Men smake Hugo Verriest zou zeggen
in het sappige Vlaamsch: men smekke de
schoonheid van dit schoone gedicht!
Katholiek Comité van actie
„Voor God"
ALLEEN DOOR GOD
Alleen de inwerking van God
kan het hart van den mensch
en het aanschijn van de aarde
vernieuwen.
Wereldvrede als doel
DE ONDERTEEKENING.
De onderteekening van het drie-mogendhe-
den-verdrag in de groote ontvangzaal der
nieuwe rijkskanselarie te Berlijn en de
daarop volgende plechtigheid, waarbij de
Fuehrer tegenwoordig was, werden bijge
woond door een groot aantal vertegenwoor
digers der drie mogendheden, Duitschland,
Italië en Japan.
Von Ribentrop las na een korte begroe
ting den tekst van het driemogendheden-
verdrag voor. Daarna lazen leden van de
Italiaansche en de Japansche ambassade de
Italiaansche en Japansche teksten voor.
Vervolgens werd het verdrag ondertee
kend. Na dit historische oogenblik betrad
de Fuehrer de zaal. Von Ribbentrop, Ciano
en Koeroesoe legden achtereenvolgens de
navolgende verklaringen af.
VERKLARING VAN v. RIBBENTROP.
De verklaring van den Duitschen rijks
minister van buitenlandsche zaken von Rib
bentrop luidde als volgt:
„Sedert de nationale en socialistische re
volutie in het jaar 1933 was het het doel
van de Duitsche rijksregeering om langs
den weg van vreedzame overeenkomsten
die herzieningen tot stand te brengen, die
niet alleen de ongerechtigheden van het
verdrag van Versailles wegnemen, maar
ook zouden bijdragen tot 'n nieuwe en blij
vende ^samenleving van de Europeesche
volken.
Het Duitsche volk had er recht op, om
evenals de andere groote landen, zijn deel
te hebben aan het genot van de goederen
dezer aarde en deze vooral, in zooverre
zy zijn bezit vormen, ook zelf te bestu
ren.
De strijd der volkeren voor een inwen
dige sociale gerechtigheid en daarmede
voor een evenwicht in de levensomstandig
heden en levensmogelijkheden van de af
zonderlijke individuen, vereischt en gelijke
ordening in de betrekkingen van de volke
ren tot elkander. Dit streven van het
Duitsche volk naar een vrij optreden in de
levensruimte welke het toekomt krach
tens zijn aardrijkskundige ligging, zijn his
torisch verleden en zijn nationale groot
heid, alsmede krachtens de economische
mogelijkheden, beteekende geen inbreuk op
vreemde levensbelangen maar was integen
deel slechts in overeenstemming met een
buitengewone beperking, die het zichzelf
oplegde. De nationaal-socialistische regee
ring was echter vastbesloten om in een
tijd, waarin andere kleinere volkeren reeds
sinds eeuwen geheele werelddeelen voor
zich meenden te kunnen opeischen, het be
staansrecht van het Duitsche volk in de
levensruimte, welke het toekomt, onder
alle omstandigheden te waarborgen. Zij
sloot zich daarmede aan bij de pogingen
van andere landen, bij wie op gelijke wijze
als bij het Duitsche volk gepoogd was, zijn
levensmogelijkheden te beperken en het
recht op eigen levensruimten te betwisten.
Nadat het na vele jaren arbeid reeds was
gelukt om door vreedzame overeenkom
sten een groot deel van het Duitschland
aangedane onrecht goed te maken, slaag
den eindelijk de georganiseerde oorlogs
ophitsers van de Joodsch-kapitalistische de
mocratieën er in, om Europa te storten in
een nieuwen strijd, welken Duitschland
niet heeft gewild. Daarmede wordt echter
de herziening van de onhoudbaar geworden
Europeesche toestand niet verhinderd, doch
slechts bespoedigd.
Een onhoudbaar geworden status van
deze wereld stort onder de militaire sla
gen van de aangevallen volken ineen. Groo
te naties, aan wie tot dusverre de deelne
ming als gelijkgerechtigde leden van de
menschelijke maatschappij aan het genot
van de goederen dezer aarde was gewei
gerd, zullen op grond van het hoogste van
alle aardsche rechten om haar gelijkgerech-
tigheid definitief strijden. Deze strijd is
derhalve niet tegen andere volken gericht,
maar tegen het bestaan van een internatio
nale samenzwering, die het reeds eenmaal
heeft klaargespeeld de aarde in een Moe
digen oorlog te storten. Het driemogend-
hedenpact, dat ik zoo juist in opdracht van
den Fuehrer met de gevolmachtigden van
Italië en Japan heb onderteekend, is de
plechtige afkondiging der eeneensluiting
van Duitschland, Italië en Japan tot een
blok, dat de hoogste gemeenschappelijke
belangen vertegenwoordigt, temidden van
een wereld, welke een nieuwe ordening te
gemoet gaat. Het pact heeft tot taak om de
nieuwe ordening van de deelen van Europa,
welke zich in oorlog bevinden, onder de
gemeenschappelijke leiding van Duitsch
land en Italië, alsmede de nieuwe orde
ning in de Groot-Aziatische ruimte onder
de leiding van Japan te waarborgen. Zijn
grondslag berust niet slechts op de vriend
schap, doch vooral op de belangenmeen-
schap der drie jeugdige voorwaarts stre
vende volkeren, die dezelfde sociale doel
einden nastreven.
Dit pact is dus tegen geen ander
volk gerioht, doch uitsluitend tegen
die oorlogsophitsers en onverantwoor
delijke elementen in een overige we
reld, die naar een verdere verlenging
of uitbreiding van dezen oorlog tegen
de werkelijke belangen van alle volke-
keren streven.
Met deze doelstelling van het pact heb
ben de drie mogendheden dientengevolge
zoowel bij haar onderhandelingen, als ook
in het pact zelf tot-haar groote bevredi
ging kunnen constateeren, dat deze nieuwe
overeenkomsten de reeds bestaande of nog
komende betrekkingen tusschen hen en
Sovjet-Rusland op geen enkele wijze be-
invloeden. Het onderteekende pact is een
militair bondgenootschap tusschen drie der
machtigste staten der aarde. Het moet die
nen om een rechtvaardige ordening te ver
krijgen, zoowel in de Europeesche als in
de Groot-Aziatische ruimte. Het moet ech-
ter in de eerste plaats er toe bijdragen om
de wereld zoo spoedig mogelijk den vrede
weer te geven. Daarom zal elke staat, die
met de bedoeling de vreedzame betrekkin
gen tusschen de volken te herstellen tegen
over dit pact staat, oprecht en dankbaar
verwelkomd en tot medewerking aan de po
litieke en economische hervorming wor
den uitgenoodigd. Elke staat echter, die het
voornemen zou hebben zich in de eind-
phase der oplossing van deze vraagstukken
in Europa of Oost-Azië te mengen en een
staat van dit driemogendheden pact aan te
vallen zal het hoofd hebben te bieden aan
de totale vereende kracht der drie volke
ren, van ruim 250 millioen zielen. Daar
mede zal dit pact in elk geval dienen tot
herstel van den wereldvrede.
VERKLARING GRAAF CIANO.
De verklaring van den Italiaanschen
minister van buitenlandsche zaken, graaf
Ciano, luidt als volgt:
Het verdrag, dat heden Italië, Duitsch
land en Japan verbindt, bezegelt en be
krachtigt in de plechtige verplichting
eener politieke, economische en militaire
samenwerking de gemeenschappelijkheid
der belangen en doeleinden, die in deze
jaren, waarin de nieuwe geschiedenis der
wereld wordt gesmeed, tusschen de drie
landen heeft bestaan. Italië, Duitschland
en Japan zijn de dragers van deze ontwik
keling geweest, hebben de actieve en
scheppende krachten daarvan vertegen
woordigd en zijn er in geslaagd aan hun
roemvolle overleveringen in oorlog en
vrede die deugden en krachten te ontlee-
nen, waarmede zij de vormen van een
nieuwe cultuur bij zichzelf tot stand heb
ben gebracht, zooals zij het thans in de
wereld doen. Bij dit grootsche vernieu-
wingswerk zijn onze drie volken voortdu
rend op denzelfden hardnekkigen en duis
teren tegenstand, hetzelfde wanbegrip en
dezelfde vijandigheid gestuit. Zij moesten
alle drie kunnen ademen om te leven, had
den werk noodig. voor-hun zonen en ruim
te voor hun voj^en. Deze adem, deze ruim
te en dit werk werden hun ontzegd door
die geweldige rijken, welke onder mono
poliseering van de hulpbronnen der wereld
het voornemen hadden deze af te sluiten
voor de meest dringende elementaire le
vensbehoeften. De solidariteit, welke zich
in deze jaren tusschen Italië en Japan
heeft ontwikkeld en welke heden onze drie
landen in een bondgenootschap vereenigt,
vindt haar oorsprong en haar kracht in
den strijd, dien wij evenals totdus ver ook
in de toekomst moeten voeren. ~Zy is niet
het gevolg van een voorloopige diploma
tieke berekening, maar de uitdrukking van
een historischen toestand. In dezen toe
stand vindt zij haar oorzaken en haar doel
einden, die, doordat zij beantwoorden aan
de innerlijke behoeften der drie volken,
aan hun bondgenootschap het kenmerk
van een niet te ontbinden verbondenheid
der geesten, der krachten en der voorne
mens geven.
Het gaat hier om een permanente soli
dariteit, waarin de drie volken zich thans
hebben vereenigd, een solidariteit, die niet
alleen in het heden bestaat, doch welker
scheppende kracht ook van invloed zal zijn
op de toekomst. Wij strijden thans voor
het scheppen der grondslagen en voor
waarden eener nieuwe ordening, welke het
gedijen en het welzijn der volken, moet
bevorderen en waarborgen. De eindover
winning, waarnaar wij met onwrikbare
vastberadenheid streven, en die onder het
bevel van de groote leiders van onze vol
ken met zekerheid zal worden behaald, is
voor alle volken der aarde de veiligste
waarborg voor een toekomst van gerech
tigheid en vrede.
VERKLARING VAN JAPANSCHEN
AMBASSADEUR.
De verklaring van den Japanschen am
bassadeur na de onderteekening van het
driemogendhedenpact luidt:
Het verheugt mij van harte, dat heden
het historische en waarlijk belangrijke
driemogendhedenverdrag met de bevrien
de landen Duitschland en Italië, is onder
teekend. Met het oog op de omstandigheid,
dat onze drie volken in hun traditie en
hun volkskarakter kunnen wijzen op vele
verwante en gemeenschappelijke eigen
schappen en'dat ieder onzer thans arbeidt
voor den opbouw van een nieuwe orde in
Groot-Oost-Azië en in Europa, zijn tus
schen ons reeds een sterk wederkeerig be
grip en een sterke sympathie tot stand ge-
kpmen. Wij zijn door den sterken band der
vrienschap vereenigd. Dat deze vriend
schap thans vaste vormen aanneemt en
leidt tot het driemogendhedenpact, dat deze
volken met gemeenschappelijke doeleinden
hun kracht vereenigen en besloten zijn
voor hun ideaal op te marcheeren, dat is
waarlijk een historische en groote gebeur
tenis. Daarom wil ik Hierbij als vertegen
woordiger der keizerlijk Japansche regee
ring myn gelukwenschen uitspreken voor
de hoopvolle toekomst der-samenwerking
Dr. Borms, de Vlaamsche
Vaandeldrager
DE OMMEKEER IN DE BELGISCHE
SOCIALISTISCHE PARTIJ.
(Van onzen V.P.D. correspondent).
BRUSSEL, 27 September.
Evenals in Nederland kennen we in
Vlaanderen de politieke verdeeldheid in een
aantal kleinere en grootere groepjes, dat
met den dag aangroeit, groepen en groepjes,
die alle gericht zijn op het nieuwe, op een
heid, concentratie- en bundeling van krach
ten. Het resultaat is.... een groote wan
orde. Toch is het niet moeilijk, de dingen te
vereenvoudigen, wanneer men in het oog
houdt, dat twee groote elementen die
schijnbare wanorde in zekeren zin toch
ordenen.
Die elementen zyn de volgende: 1. Die
groote groepeering, welke men vooral in
het Vlaamsche land aan het werk ziet en
die als het belangrijkste punt in haar pro
gramma voert: de nationale gemeenschap
VlaanderenNederlandFransch Vlaande
ren, of wat men, duidelijker en concreter,
uitdrukt onder de benaming Groot-Neder
land of Dietschland. 2. De gemengde groep,
die aanhangers heeft zoowel in Vlaanderen,
Brussel als in Wallonië in tegenstelling
met de vorige groep, die uitsluitend in
Vlaanderen aanhangers heeft en die
aanstuurt op een herstel van "België als na-
tionaliteitenstaat, maar bevrijd van het de
mocratisch parlementarisme en zoowel eco
nomisch als sociaal gericht op de hegemo
nie van Duitschland in Europa.
De eerste groep zou men kunnen symbo-
liseeren in de figuur van een dr. Borms.
De tweede in die van koning Leopold III,
al moet men er dadelijk aan toevoegen, dat
de vorst, als krijgsgevangene, zich van
alle politieke actie onthoudt.
Politiek agitator van de tweede groep is
dr. Herman de Man, de voorzitter van de
Belgische Werkliedenpartij.
Dr. Borms, de Vlaamsche vaandeldrager
Het is nuttig in te gaan op beide groepee
ringen en haar nevengroepjes en op haar
vooraanstaande figuren.
Vooropgesteld dient, dat de Duitsche be
zetting een grooten eerbied heeft voor den
persoon van koning Leopold.
Generaal von Falkenhausen, neef van
den bezettingsgouverneur uit den wereld
oorlog, heeft, als hoofd van het militair en
civiel bestuur in één persoon vereenigd
tal van 'Belgische vooraanstaande menschen,
zoowel Walen als Vlamingen, in audiëntie
ontvangen om kennis te nemen van de ge
dachten, die zij koesteren ten opzichte van
de nieuwe oriënteering.
Den sterksten indruk schijnt op hem ge
maakt te hebben de eenvoudige en oprech
te, openhartige dr. Borms, de oud-activist
van 191418, die tien jaar in de gevangenis
heeft doorgebracht en gedurende Mei en
Juni van dit jaar gedeporteerd werd naar
een Fransch concentratnekamp te St. Cy-
prien.
Dr. Borms is de „Vlaamsche vaandeldra
ger", zooals hij zichzelf noemt, niet een lei
der. Nog altijd verklaart hij, dat hij bij
geen der vele Vlaamsche groepeeringen is
aangesloten, al beweren sommigen, dat hij
lid zou zijn geworden van het Vlaamsch
Nationaal Verbond, en dat hij vrij wil staan
boven de partijen.
„Ineenstorting van het parlementarisme
is geen ramp".
Dr. Hendrik de Man, voorzitter van de
voormalige Belgische Werkliedenpartij,
opende zijn activiteit enkele weken na de
bezetting van België, met het uitgeven van
een manifest, waarin hij verklaarde, dat
de Duitsche overwinning moet worden aan
vaard en beschouwd als het punt van uit
gang voor een nieuwen maatschappelijken
vooruitgang. Zijn overtuiging is, dat dé in
eenstorting van het parlementarisme en
kapitalisme geen ramp is, maar een verlos
sing voor de arbeidende klasse en voor het
socialisme. De weg is nu vrij voor den Euro-
peeschen vrede en de sociale rechtvaardig
heid. De vrede, die niet kon ontstaan bij een
slechte verstandhouding tusschen souverei-
ne naties en wedijverende imperalismen,
waarin de geldmachten en de beroepspoli
tici heerschten, zal geboren worden uit een
door de wapenen eensgezind gemaakt Euro
pa, waarin de economische grenzen geni
velleerd zullen zijn.
De sociale rechtvaardigheid is niet kun
nen ontstaan uit een regiem, waarin het
gezag van den staat sterk genoeg is om
de voorrechten van de bezittende klassen
te ondermijnen en de werkloosheid te ver
vangen door de verplichting voor allen, om
te werken. Dr. de Man zegt, dat dit regiem
de klasse verschillen heel wat doelmatiger
heeft doen afnemen dan de z.g. democra
tieën, waarin het kapitaal de wet bleef
stellen.
Het hoogere moreel van het Duitsche le
ger, zegt hij, is voor een groot deel te
danken aan de grootere sociale eenheid van
de natie en aan het gezag, dat er uit voort
vloeit voor haar overheden.
Voor dr. de Man is de uitspraak van den
oorlog duidelijk: In de wereld zal de ge
meenschap zegevieren over de klassezelf
zucht en de arbeid zal de eenige bron zijn
van waardigheid en macht. De socialistische
orde zal er zich in verwezenlijken, niet als
de zaak van een klasse of partij, maar als
het goed van allen, in het teeken van een
nationale solidariteit, die weldra vaste-
landsch, zoo niet universeel zal zijn.
tusschen onze drie landen.
Het laatste doel van dit pact is het tot
stand brengen van den algemeenen en blij-
venden wereldvrede, welks kern de ge
rechtigheid is.
KARDINAAL INNTTZER BIJ DEN PAUS.
V.P.B. meldt ons uit Berlijn: Kardinaal
Innitzer zal binnenkort op uitnoodiging
van den Paus naar Rome reizen. Naar wij
vernemen, «al kardinaal Innitzer eeniga
weken in het Vaticaan verblijven. Bijzon
derheden over de reden van deze uitnoodi
ging zyn op het oogenblik nog niet be
kend, doch in doorgaans goed ingelichte
Katholieke kringen meent men te weten,
dat kardinaal Innitzer in een klooster in
de Oostmark, waarin hij zich voor eenige
jaren heeft teruggetrokken, een boek heeft
geschreven, dat hoofdzakelijk aan vraag
stukken van kerkelijken aard gewijd zou
zijn. Volgens een andere mededeeling zou
het in de bedoeling van den Paus liegen
om den kardinaal een nieuwe opdracht te
geven.
DUITSCHE BISSCHOPPEN NAAR ROME
V.P.B. meldt ons uit Berlijn: In het ka
der van de bezoeken van Duitsche kerk
vorsten aan het Vaticaan zullen zich op
2 October wederom drie bisschoppen naar
Rome begeven en wel de bisschoppen van
Meissen, Johann Sproll van Rottenburg en
Rudolf Bornewasser van Trier. Ook deze
drie leidende figuren van de Katholieke
Kerk in Duitschland zullen door den Paus
in audiëntie worden ontvangen.
GISTEREN EEN BIJZONDERE HEVIGE
AANVAL.
Het Duitsche luchtwapen (heeft ook gis
termiddag bijzonder succesvolle aanvallen
op Engeland gedaan. Te Londen werden
hevige branden en ontploffingen veroor
zaakt en in de haven verscheiden schepen
tot zinken gebracht. In de bocht van de
Theems werd een deel van de ikade- en op
slagplaatsinstallaties aanzienlijk bescha
digd.
Andere sterke Duitsche formaties vielen
industrieele doelen te Derby, Birmingham*
Manchester en Bristol aan.
In de Iersche Zee werden twee kon
vooien, die te Liverpool wilden binnenloo-
pen, door een enkele reeks Duitsche (bom
menwerpers uiteengeslagen.
Ook op een reeks belangrijke haven
plaatsen vielen bommen van elk kaliber.
Hull en Newcastle werden bijzonder hevig
bestookt. De -v/eerstoestand vergemakke
lijkte het optreden van het Duitsche lucht
wapen, dat op vele plaatsen door sterke
formaties jagens begeleid werd. Slechts
weinige Engelsche jagers traden htm tege
moet. Vooral in de Midlands viel nauwe
lijks iets van afweer van Engelsche jagers
te bespeuren.
Naar uit de tot dusver binnengekomen
berichten blijkt, is het aantal der neer
geschoten toestellen weer verhoogd. Er
werden 57 Britsche vliegtuigen neerge
schoten. 23 Duitsche machines waren gis
teravond nog niet op hun basis terugge
keerd.
Naar het D.N.B. voorts nog uit Berlijn
verneemt hébben de -gisteren op Londen
gerichte aanvallen een omvang aangeno
men als sedert geruimen tijd by aanvallen
tijdens daglicht niet is voorgekomen. In
haven- en industriewijken ten Zuiden van
de Theems flakkerden brandhaarden op en-
stortten huizen in. Talrijk moet het aantal
dooden en gewonden zijn, dat tijdens den
arbeid in de fabrieken door deze aanval
len is ontstaan. Boven Londen werden,
eenige luchtgevechten geleverd, die weer
bewezen, dat de Engelsche afweer zelfs
niet bij dag in staat is de aanvallen der
Duitschers op hun hoofdstad te verhinde
ren.
FINSCHE ZEEMANSKERK TE
ANTWERPEN GETROFFEN.
Het Finsohe ministerie van buitenland
sche zaken deelt mede, dat de Finsche zee-
manskerk te Antwerpen bij Engelsche
luchtaanvallen ernstig beschadigd is.
ONRUST IN FRANSCHE CONCESSIE
In de Fransche concessie te Sjanghai ia
een bomaanslag gepleegd op een tram,
waarbij zestien personen werden gewond.
De toestand van eenige der gewonden is
levensgevaarlijk.
Deze daad van terreur gold een tram,
welke een nooddienst onderhield, nu het
geheele verkeer door stakingen bij de tram-
en autobusondernemingen vrijwel is stil
gelegd.
Deze stakingen zyn overgeslagen op de
gemeente-werklieden en op de arbeiders
van het waterleidingbedrijf en Sjanghai
wordt bedreigd door een algemeene sta
king.
De oorzaken van de stakingen zyn van
politieken aard, daar de pro-Japansche re
geering van Wang Tsjing-wei door de on
langs opgerichte arbeidersbeweging invloed
tracht te krijgen op de arbeiders, die in de
buitenlandsche concessies werken.