3iet Shiematyend& u&ubtag. Verklaringen van de drie landen Clctafl&ctnaafid België op nieuwe wegen Duitschland en het Vaticaan Aanvallen op Engeland voort gezet Bomaanslag te Sjanghai ZATERDAG 28 SEPTEMBER 1940 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 5 1 Dinsdag begint de Rozenkrans-maand. Gezelle heeft gedicht over die maand, waarin wij moeten „boeten allen", waarin wij moeten ter hand nemen het wapen, dat „wint des vijands volk en stee", waarin wy ons als „koninklijk omhangen" moeten, met „de keten" van „Gods vrye kinderen": de rozenkrans. „De blaren vallen", want ,,'t is de kranke Octobermaand", maar ook zullen vallen „bij duizendtallen" „de beiers van mijn bedesnoer", de gebeden van den rozenkrans. October, een kranke maand in de natuur, een leven-wekkende maand in de zielen! OCTOBERMAAND. Roozenkrans! De blaren vallen, laat ons, zoo 't de Paus vermaant, beevaart doen, en boeten allen: 't Is de kranke Octobermaand! Roozenkrans! 't Onmisbaar wapen, wint des vjjands volk en stêe: mannen, meiskes, vrouwen, knapen, brengt des Heeren bidsnoer mee! 't Is de keten, die geen slaven, idie Gods vrye kindéren al, heeren, burgers, knechten, graven koninklijk omhangen zal. Roozenkrans! Bij duizendtallen, onder 't biddend stemgeroer valt, alzoo de blaren vallen, beiers van mijn bedesnoer! Is het Rozenkransgebed niet een gebed van schoone woorden zonder meer? Och, we bekennen het: 't kan zyn een aaneenrijging van woorden schoone woorden wel is waar, doch slechts woor den en niet meer. Maar de christen, de katholiek móet lee- ren en móet kennen de kunst van het bidden, bidden met geest en hart, die aan het „hert" schenkt, „blad en blommen, vrede en vreugde", zooals de onsterfelijke dichter van Vlaanderen,-een der grootste van de groot-Nederlandsche dichters, Guide Gezelle het zoo wonder-schoon zingt in zijn vers: „Velen bidden schoone woorden". Och baden we eens, en we zouden „on dervinden", „welk een schat" ,,'t bidden en 't gebed bevat!" Men leze en her leze en vatte de schoon heid van dit gedicht: VELEN BIDDEN SCHOONE WOORDEN. Baden ze eens, ze zouden leven, en niet altijd weer in 't graf hunner schande zijn gedreven, onder 's vijands herderstaf. Baden ze eens, de tranen vloden uit den grond huns herten wêer, als gewenschte zegeboden, over schuld en schande, neer. Baden ze eens, ze zouden spreken, spreken zoo de snare doet, die, geslagen zynde, breken ofte wederdeunen moet Baden ze eens, him hert verheugde; groeizaam weerde 't weer, en 't gaf blad en blommen, vrede en vreugde, nu, een nooit meer groenend graf! Baden ze eens, ge zaagt ze werken wêer ten bronnenhoofde, en niet drijven, lêeg en lam van vlerken, altijd neerwaarts,. met den vliet. Baden ze eens, ze zouden weten hoe 't brood des biddens smaakt dat, hoe meer het wordt geëten hoe 't den honger scherper maakt Baden ze eens, ze zouden vonken als een vier, en immer niet naast den aschhoop bitten pronken daar men vier noch vlammen en .ziet Baden ze eens, ze zouden vliegen en niet dood aan de eerde, meer zeggen ,,'k bidde" en immer liegen, want ze 'n bidden niet o Heer! Baden ze eens.en, of ze mochten ondervinden welk een schat 't bidden, daar ze 't nooit en zochten, 't bidden en 't gebed bevat. Men smake Hugo Verriest zou zeggen in het sappige Vlaamsch: men smekke de schoonheid van dit schoone gedicht! Katholiek Comité van actie „Voor God" ALLEEN DOOR GOD Alleen de inwerking van God kan het hart van den mensch en het aanschijn van de aarde vernieuwen. Wereldvrede als doel DE ONDERTEEKENING. De onderteekening van het drie-mogendhe- den-verdrag in de groote ontvangzaal der nieuwe rijkskanselarie te Berlijn en de daarop volgende plechtigheid, waarbij de Fuehrer tegenwoordig was, werden bijge woond door een groot aantal vertegenwoor digers der drie mogendheden, Duitschland, Italië en Japan. Von Ribentrop las na een korte begroe ting den tekst van het driemogendheden- verdrag voor. Daarna lazen leden van de Italiaansche en de Japansche ambassade de Italiaansche en Japansche teksten voor. Vervolgens werd het verdrag ondertee kend. Na dit historische oogenblik betrad de Fuehrer de zaal. Von Ribbentrop, Ciano en Koeroesoe legden achtereenvolgens de navolgende verklaringen af. VERKLARING VAN v. RIBBENTROP. De verklaring van den Duitschen rijks minister van buitenlandsche zaken von Rib bentrop luidde als volgt: „Sedert de nationale en socialistische re volutie in het jaar 1933 was het het doel van de Duitsche rijksregeering om langs den weg van vreedzame overeenkomsten die herzieningen tot stand te brengen, die niet alleen de ongerechtigheden van het verdrag van Versailles wegnemen, maar ook zouden bijdragen tot 'n nieuwe en blij vende ^samenleving van de Europeesche volken. Het Duitsche volk had er recht op, om evenals de andere groote landen, zijn deel te hebben aan het genot van de goederen dezer aarde en deze vooral, in zooverre zy zijn bezit vormen, ook zelf te bestu ren. De strijd der volkeren voor een inwen dige sociale gerechtigheid en daarmede voor een evenwicht in de levensomstandig heden en levensmogelijkheden van de af zonderlijke individuen, vereischt en gelijke ordening in de betrekkingen van de volke ren tot elkander. Dit streven van het Duitsche volk naar een vrij optreden in de levensruimte welke het toekomt krach tens zijn aardrijkskundige ligging, zijn his torisch verleden en zijn nationale groot heid, alsmede krachtens de economische mogelijkheden, beteekende geen inbreuk op vreemde levensbelangen maar was integen deel slechts in overeenstemming met een buitengewone beperking, die het zichzelf oplegde. De nationaal-socialistische regee ring was echter vastbesloten om in een tijd, waarin andere kleinere volkeren reeds sinds eeuwen geheele werelddeelen voor zich meenden te kunnen opeischen, het be staansrecht van het Duitsche volk in de levensruimte, welke het toekomt, onder alle omstandigheden te waarborgen. Zij sloot zich daarmede aan bij de pogingen van andere landen, bij wie op gelijke wijze als bij het Duitsche volk gepoogd was, zijn levensmogelijkheden te beperken en het recht op eigen levensruimten te betwisten. Nadat het na vele jaren arbeid reeds was gelukt om door vreedzame overeenkom sten een groot deel van het Duitschland aangedane onrecht goed te maken, slaag den eindelijk de georganiseerde oorlogs ophitsers van de Joodsch-kapitalistische de mocratieën er in, om Europa te storten in een nieuwen strijd, welken Duitschland niet heeft gewild. Daarmede wordt echter de herziening van de onhoudbaar geworden Europeesche toestand niet verhinderd, doch slechts bespoedigd. Een onhoudbaar geworden status van deze wereld stort onder de militaire sla gen van de aangevallen volken ineen. Groo te naties, aan wie tot dusverre de deelne ming als gelijkgerechtigde leden van de menschelijke maatschappij aan het genot van de goederen dezer aarde was gewei gerd, zullen op grond van het hoogste van alle aardsche rechten om haar gelijkgerech- tigheid definitief strijden. Deze strijd is derhalve niet tegen andere volken gericht, maar tegen het bestaan van een internatio nale samenzwering, die het reeds eenmaal heeft klaargespeeld de aarde in een Moe digen oorlog te storten. Het driemogend- hedenpact, dat ik zoo juist in opdracht van den Fuehrer met de gevolmachtigden van Italië en Japan heb onderteekend, is de plechtige afkondiging der eeneensluiting van Duitschland, Italië en Japan tot een blok, dat de hoogste gemeenschappelijke belangen vertegenwoordigt, temidden van een wereld, welke een nieuwe ordening te gemoet gaat. Het pact heeft tot taak om de nieuwe ordening van de deelen van Europa, welke zich in oorlog bevinden, onder de gemeenschappelijke leiding van Duitsch land en Italië, alsmede de nieuwe orde ning in de Groot-Aziatische ruimte onder de leiding van Japan te waarborgen. Zijn grondslag berust niet slechts op de vriend schap, doch vooral op de belangenmeen- schap der drie jeugdige voorwaarts stre vende volkeren, die dezelfde sociale doel einden nastreven. Dit pact is dus tegen geen ander volk gerioht, doch uitsluitend tegen die oorlogsophitsers en onverantwoor delijke elementen in een overige we reld, die naar een verdere verlenging of uitbreiding van dezen oorlog tegen de werkelijke belangen van alle volke- keren streven. Met deze doelstelling van het pact heb ben de drie mogendheden dientengevolge zoowel bij haar onderhandelingen, als ook in het pact zelf tot-haar groote bevredi ging kunnen constateeren, dat deze nieuwe overeenkomsten de reeds bestaande of nog komende betrekkingen tusschen hen en Sovjet-Rusland op geen enkele wijze be- invloeden. Het onderteekende pact is een militair bondgenootschap tusschen drie der machtigste staten der aarde. Het moet die nen om een rechtvaardige ordening te ver krijgen, zoowel in de Europeesche als in de Groot-Aziatische ruimte. Het moet ech- ter in de eerste plaats er toe bijdragen om de wereld zoo spoedig mogelijk den vrede weer te geven. Daarom zal elke staat, die met de bedoeling de vreedzame betrekkin gen tusschen de volken te herstellen tegen over dit pact staat, oprecht en dankbaar verwelkomd en tot medewerking aan de po litieke en economische hervorming wor den uitgenoodigd. Elke staat echter, die het voornemen zou hebben zich in de eind- phase der oplossing van deze vraagstukken in Europa of Oost-Azië te mengen en een staat van dit driemogendheden pact aan te vallen zal het hoofd hebben te bieden aan de totale vereende kracht der drie volke ren, van ruim 250 millioen zielen. Daar mede zal dit pact in elk geval dienen tot herstel van den wereldvrede. VERKLARING GRAAF CIANO. De verklaring van den Italiaanschen minister van buitenlandsche zaken, graaf Ciano, luidt als volgt: Het verdrag, dat heden Italië, Duitsch land en Japan verbindt, bezegelt en be krachtigt in de plechtige verplichting eener politieke, economische en militaire samenwerking de gemeenschappelijkheid der belangen en doeleinden, die in deze jaren, waarin de nieuwe geschiedenis der wereld wordt gesmeed, tusschen de drie landen heeft bestaan. Italië, Duitschland en Japan zijn de dragers van deze ontwik keling geweest, hebben de actieve en scheppende krachten daarvan vertegen woordigd en zijn er in geslaagd aan hun roemvolle overleveringen in oorlog en vrede die deugden en krachten te ontlee- nen, waarmede zij de vormen van een nieuwe cultuur bij zichzelf tot stand heb ben gebracht, zooals zij het thans in de wereld doen. Bij dit grootsche vernieu- wingswerk zijn onze drie volken voortdu rend op denzelfden hardnekkigen en duis teren tegenstand, hetzelfde wanbegrip en dezelfde vijandigheid gestuit. Zij moesten alle drie kunnen ademen om te leven, had den werk noodig. voor-hun zonen en ruim te voor hun voj^en. Deze adem, deze ruim te en dit werk werden hun ontzegd door die geweldige rijken, welke onder mono poliseering van de hulpbronnen der wereld het voornemen hadden deze af te sluiten voor de meest dringende elementaire le vensbehoeften. De solidariteit, welke zich in deze jaren tusschen Italië en Japan heeft ontwikkeld en welke heden onze drie landen in een bondgenootschap vereenigt, vindt haar oorsprong en haar kracht in den strijd, dien wij evenals totdus ver ook in de toekomst moeten voeren. ~Zy is niet het gevolg van een voorloopige diploma tieke berekening, maar de uitdrukking van een historischen toestand. In dezen toe stand vindt zij haar oorzaken en haar doel einden, die, doordat zij beantwoorden aan de innerlijke behoeften der drie volken, aan hun bondgenootschap het kenmerk van een niet te ontbinden verbondenheid der geesten, der krachten en der voorne mens geven. Het gaat hier om een permanente soli dariteit, waarin de drie volken zich thans hebben vereenigd, een solidariteit, die niet alleen in het heden bestaat, doch welker scheppende kracht ook van invloed zal zijn op de toekomst. Wij strijden thans voor het scheppen der grondslagen en voor waarden eener nieuwe ordening, welke het gedijen en het welzijn der volken, moet bevorderen en waarborgen. De eindover winning, waarnaar wij met onwrikbare vastberadenheid streven, en die onder het bevel van de groote leiders van onze vol ken met zekerheid zal worden behaald, is voor alle volken der aarde de veiligste waarborg voor een toekomst van gerech tigheid en vrede. VERKLARING VAN JAPANSCHEN AMBASSADEUR. De verklaring van den Japanschen am bassadeur na de onderteekening van het driemogendhedenpact luidt: Het verheugt mij van harte, dat heden het historische en waarlijk belangrijke driemogendhedenverdrag met de bevrien de landen Duitschland en Italië, is onder teekend. Met het oog op de omstandigheid, dat onze drie volken in hun traditie en hun volkskarakter kunnen wijzen op vele verwante en gemeenschappelijke eigen schappen en'dat ieder onzer thans arbeidt voor den opbouw van een nieuwe orde in Groot-Oost-Azië en in Europa, zijn tus schen ons reeds een sterk wederkeerig be grip en een sterke sympathie tot stand ge- kpmen. Wij zijn door den sterken band der vrienschap vereenigd. Dat deze vriend schap thans vaste vormen aanneemt en leidt tot het driemogendhedenpact, dat deze volken met gemeenschappelijke doeleinden hun kracht vereenigen en besloten zijn voor hun ideaal op te marcheeren, dat is waarlijk een historische en groote gebeur tenis. Daarom wil ik Hierbij als vertegen woordiger der keizerlijk Japansche regee ring myn gelukwenschen uitspreken voor de hoopvolle toekomst der-samenwerking Dr. Borms, de Vlaamsche Vaandeldrager DE OMMEKEER IN DE BELGISCHE SOCIALISTISCHE PARTIJ. (Van onzen V.P.D. correspondent). BRUSSEL, 27 September. Evenals in Nederland kennen we in Vlaanderen de politieke verdeeldheid in een aantal kleinere en grootere groepjes, dat met den dag aangroeit, groepen en groepjes, die alle gericht zijn op het nieuwe, op een heid, concentratie- en bundeling van krach ten. Het resultaat is.... een groote wan orde. Toch is het niet moeilijk, de dingen te vereenvoudigen, wanneer men in het oog houdt, dat twee groote elementen die schijnbare wanorde in zekeren zin toch ordenen. Die elementen zyn de volgende: 1. Die groote groepeering, welke men vooral in het Vlaamsche land aan het werk ziet en die als het belangrijkste punt in haar pro gramma voert: de nationale gemeenschap VlaanderenNederlandFransch Vlaande ren, of wat men, duidelijker en concreter, uitdrukt onder de benaming Groot-Neder land of Dietschland. 2. De gemengde groep, die aanhangers heeft zoowel in Vlaanderen, Brussel als in Wallonië in tegenstelling met de vorige groep, die uitsluitend in Vlaanderen aanhangers heeft en die aanstuurt op een herstel van "België als na- tionaliteitenstaat, maar bevrijd van het de mocratisch parlementarisme en zoowel eco nomisch als sociaal gericht op de hegemo nie van Duitschland in Europa. De eerste groep zou men kunnen symbo- liseeren in de figuur van een dr. Borms. De tweede in die van koning Leopold III, al moet men er dadelijk aan toevoegen, dat de vorst, als krijgsgevangene, zich van alle politieke actie onthoudt. Politiek agitator van de tweede groep is dr. Herman de Man, de voorzitter van de Belgische Werkliedenpartij. Dr. Borms, de Vlaamsche vaandeldrager Het is nuttig in te gaan op beide groepee ringen en haar nevengroepjes en op haar vooraanstaande figuren. Vooropgesteld dient, dat de Duitsche be zetting een grooten eerbied heeft voor den persoon van koning Leopold. Generaal von Falkenhausen, neef van den bezettingsgouverneur uit den wereld oorlog, heeft, als hoofd van het militair en civiel bestuur in één persoon vereenigd tal van 'Belgische vooraanstaande menschen, zoowel Walen als Vlamingen, in audiëntie ontvangen om kennis te nemen van de ge dachten, die zij koesteren ten opzichte van de nieuwe oriënteering. Den sterksten indruk schijnt op hem ge maakt te hebben de eenvoudige en oprech te, openhartige dr. Borms, de oud-activist van 191418, die tien jaar in de gevangenis heeft doorgebracht en gedurende Mei en Juni van dit jaar gedeporteerd werd naar een Fransch concentratnekamp te St. Cy- prien. Dr. Borms is de „Vlaamsche vaandeldra ger", zooals hij zichzelf noemt, niet een lei der. Nog altijd verklaart hij, dat hij bij geen der vele Vlaamsche groepeeringen is aangesloten, al beweren sommigen, dat hij lid zou zijn geworden van het Vlaamsch Nationaal Verbond, en dat hij vrij wil staan boven de partijen. „Ineenstorting van het parlementarisme is geen ramp". Dr. Hendrik de Man, voorzitter van de voormalige Belgische Werkliedenpartij, opende zijn activiteit enkele weken na de bezetting van België, met het uitgeven van een manifest, waarin hij verklaarde, dat de Duitsche overwinning moet worden aan vaard en beschouwd als het punt van uit gang voor een nieuwen maatschappelijken vooruitgang. Zijn overtuiging is, dat dé in eenstorting van het parlementarisme en kapitalisme geen ramp is, maar een verlos sing voor de arbeidende klasse en voor het socialisme. De weg is nu vrij voor den Euro- peeschen vrede en de sociale rechtvaardig heid. De vrede, die niet kon ontstaan bij een slechte verstandhouding tusschen souverei- ne naties en wedijverende imperalismen, waarin de geldmachten en de beroepspoli tici heerschten, zal geboren worden uit een door de wapenen eensgezind gemaakt Euro pa, waarin de economische grenzen geni velleerd zullen zijn. De sociale rechtvaardigheid is niet kun nen ontstaan uit een regiem, waarin het gezag van den staat sterk genoeg is om de voorrechten van de bezittende klassen te ondermijnen en de werkloosheid te ver vangen door de verplichting voor allen, om te werken. Dr. de Man zegt, dat dit regiem de klasse verschillen heel wat doelmatiger heeft doen afnemen dan de z.g. democra tieën, waarin het kapitaal de wet bleef stellen. Het hoogere moreel van het Duitsche le ger, zegt hij, is voor een groot deel te danken aan de grootere sociale eenheid van de natie en aan het gezag, dat er uit voort vloeit voor haar overheden. Voor dr. de Man is de uitspraak van den oorlog duidelijk: In de wereld zal de ge meenschap zegevieren over de klassezelf zucht en de arbeid zal de eenige bron zijn van waardigheid en macht. De socialistische orde zal er zich in verwezenlijken, niet als de zaak van een klasse of partij, maar als het goed van allen, in het teeken van een nationale solidariteit, die weldra vaste- landsch, zoo niet universeel zal zijn. tusschen onze drie landen. Het laatste doel van dit pact is het tot stand brengen van den algemeenen en blij- venden wereldvrede, welks kern de ge rechtigheid is. KARDINAAL INNTTZER BIJ DEN PAUS. V.P.B. meldt ons uit Berlijn: Kardinaal Innitzer zal binnenkort op uitnoodiging van den Paus naar Rome reizen. Naar wij vernemen, «al kardinaal Innitzer eeniga weken in het Vaticaan verblijven. Bijzon derheden over de reden van deze uitnoodi ging zyn op het oogenblik nog niet be kend, doch in doorgaans goed ingelichte Katholieke kringen meent men te weten, dat kardinaal Innitzer in een klooster in de Oostmark, waarin hij zich voor eenige jaren heeft teruggetrokken, een boek heeft geschreven, dat hoofdzakelijk aan vraag stukken van kerkelijken aard gewijd zou zijn. Volgens een andere mededeeling zou het in de bedoeling van den Paus liegen om den kardinaal een nieuwe opdracht te geven. DUITSCHE BISSCHOPPEN NAAR ROME V.P.B. meldt ons uit Berlijn: In het ka der van de bezoeken van Duitsche kerk vorsten aan het Vaticaan zullen zich op 2 October wederom drie bisschoppen naar Rome begeven en wel de bisschoppen van Meissen, Johann Sproll van Rottenburg en Rudolf Bornewasser van Trier. Ook deze drie leidende figuren van de Katholieke Kerk in Duitschland zullen door den Paus in audiëntie worden ontvangen. GISTEREN EEN BIJZONDERE HEVIGE AANVAL. Het Duitsche luchtwapen (heeft ook gis termiddag bijzonder succesvolle aanvallen op Engeland gedaan. Te Londen werden hevige branden en ontploffingen veroor zaakt en in de haven verscheiden schepen tot zinken gebracht. In de bocht van de Theems werd een deel van de ikade- en op slagplaatsinstallaties aanzienlijk bescha digd. Andere sterke Duitsche formaties vielen industrieele doelen te Derby, Birmingham* Manchester en Bristol aan. In de Iersche Zee werden twee kon vooien, die te Liverpool wilden binnenloo- pen, door een enkele reeks Duitsche (bom menwerpers uiteengeslagen. Ook op een reeks belangrijke haven plaatsen vielen bommen van elk kaliber. Hull en Newcastle werden bijzonder hevig bestookt. De -v/eerstoestand vergemakke lijkte het optreden van het Duitsche lucht wapen, dat op vele plaatsen door sterke formaties jagens begeleid werd. Slechts weinige Engelsche jagers traden htm tege moet. Vooral in de Midlands viel nauwe lijks iets van afweer van Engelsche jagers te bespeuren. Naar uit de tot dusver binnengekomen berichten blijkt, is het aantal der neer geschoten toestellen weer verhoogd. Er werden 57 Britsche vliegtuigen neerge schoten. 23 Duitsche machines waren gis teravond nog niet op hun basis terugge keerd. Naar het D.N.B. voorts nog uit Berlijn verneemt hébben de -gisteren op Londen gerichte aanvallen een omvang aangeno men als sedert geruimen tijd by aanvallen tijdens daglicht niet is voorgekomen. In haven- en industriewijken ten Zuiden van de Theems flakkerden brandhaarden op en- stortten huizen in. Talrijk moet het aantal dooden en gewonden zijn, dat tijdens den arbeid in de fabrieken door deze aanval len is ontstaan. Boven Londen werden, eenige luchtgevechten geleverd, die weer bewezen, dat de Engelsche afweer zelfs niet bij dag in staat is de aanvallen der Duitschers op hun hoofdstad te verhinde ren. FINSCHE ZEEMANSKERK TE ANTWERPEN GETROFFEN. Het Finsohe ministerie van buitenland sche zaken deelt mede, dat de Finsche zee- manskerk te Antwerpen bij Engelsche luchtaanvallen ernstig beschadigd is. ONRUST IN FRANSCHE CONCESSIE In de Fransche concessie te Sjanghai ia een bomaanslag gepleegd op een tram, waarbij zestien personen werden gewond. De toestand van eenige der gewonden is levensgevaarlijk. Deze daad van terreur gold een tram, welke een nooddienst onderhield, nu het geheele verkeer door stakingen bij de tram- en autobusondernemingen vrijwel is stil gelegd. Deze stakingen zyn overgeslagen op de gemeente-werklieden en op de arbeiders van het waterleidingbedrijf en Sjanghai wordt bedreigd door een algemeene sta king. De oorzaken van de stakingen zyn van politieken aard, daar de pro-Japansche re geering van Wang Tsjing-wei door de on langs opgerichte arbeidersbeweging invloed tracht te krijgen op de arbeiders, die in de buitenlandsche concessies werken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1940 | | pagina 5