RECHTZAKEN Faillissementen BIOSCOPEN TE LEIDEN DONDERDAG 19 SEPTEMBER 1940 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 8 Het verblijf van de Nederlandsche kinde ren in de Ostmark. De valkenier Wedde op den Pöstlingberg toont den kinderen zijn adelaar. (Foto Schimmelpenningh). HAAGSCH GERECHSHOF EEN VèRSTREKKEND VISCHPARTIJTJE TE ALKEMADE. Van een getuige a décharge, die verrassende mededeelingen deed. Het geval liet zich zoo eenvoudig aan zien, maar tot ieders verrassing volgde de eene verbluffende wending na de andere. De watermolenaar G. P. te A1 k e m a d e was op 24 April, wegens vischstrooperij door den Politierechter, veroordeeld tot een geldboete van ƒ50 subs. 50 dagen, en van dit vonnis was hij in hooger beroep geko men bij het Haagsch Gerechtshof. President: „Waarom bent u eigenlijk in hooger beroep gekomen?" „Omdat ik niet gevischt heb", was het antwoord van verdachte. President: „Ze hebben anders in een schuur op uw erf een teil visch, wegende vijftig pond gevonden". Volgens de dagvaarding zou verdachte deze visch op 23 Januari met een raamnet gevangen hebben in den Molentocht, zijn de water van den polder of het water schap. Als getuige a charge werd eerst gehooid de rijksveldwachter Commandeur uit Oud- Ade. Deze had de teil met vijftig pond visch bij verdachte aangetroffen. Daarna werd als eerste getuige a décharge ge hoord v. d. V. uit Oud-Ade en toen kwa men de verrassingen los Hij begon met te verklaren, dat mei ver dachte, maar hij zelf gevischt had. Boven-' dien had bij daar vergunning voor zooals hij thans verklaarde. President: „Maar wat heeft verdachte dan gedaan." Getuige: „Deze heeft den molen stil ge zet President: hebt u daa-- alleen gevischt" Getuige: „Wel nee, wel met z'n achten." Procureur-generaal: „Noem die acht menschen dan maar eens op." Waarna verdachte een heel lijstje na men begon op te noemen van deelnemen de visschers. President: „Maar een vergunning had u toch niet, want u bent naar iemand, zeke ren van Leeuwen, van het polderbestuur gegaan om een vergunning te gaan vragen." Getuige: „Nooit om een vergunning ge vraagd om te visschen. Ik heb niet in ver boden water gevischt. De eene kant van het water is verboden vischterrein, maar de andere zijde niet." Procureur-generaal: „Ik wist reeds voor deze terechtzitting, dat v. d. V. zelf ge vischt had, zoodat hij zich gelukkig kan prijzen het plotseling bekend te hebben." De tweede getuige k décharge, v. d. G. uid Oud Ade, zorgde op zijn beurt ook voor een verrassing door te zeggen, dat verdach te P. wel meegevisch t had en wel op ver zoek van v. d. V. De zoon van verdachte kwam verklaren, dat er gevischt was met zijn raamnet en dat zijn vader meegeholpen had. Het woord was vervolgens aan den P.-G. die van meening was, dat verdachte in eer ste intantie gedacht had „dat zaakje knap ik wel op." Daarbij kwam nog, dat de getuigen in hun verklaringen naar voren gebracht had den, dat verdachte niet gevischt had, zon der er evenwel bij te zeggen, wie er dan wel gevischt zou hebben. Het is een beetje al te naief geweest. Inmiddels zijn er dusdanige verklaringen afgelegd, dat de zaak opnieuw naar de in structie gewezen zal moeten worden om van a tot z uitgezocht te worden. De verdediger, mr. Somani, uit Leiden, was het daarmede niet eens. Volgens pleiter is er in deze zaak zoo'n beetje kiekeboe gespeeld, maar vast staat toch wel, dat niet verdachte, maar v. d. V. gevischt had. Zoodoende is hij niet straf baar aan het ten laste gelegd en zal moe ten worden vrijgesproken. Het Hof ging daarmede niet accoord en stelde vast, dat. er een diepgaand onder zoek zal worden ingesteld en wees de stuk ken terug naar den rechter-commissaris en zal op een nader te bepalen datum deze zaak opnieuw behandelen. ZE MAAKTEN 'N PRAATJE OP DEN AUTOWEG.... Drie jongens uit Lisse tot geldboetes veroordeeld. De 32-jarige taxi-chauffeur G. van O. moet wel erg geschrokken zijn, toen hij in de donkere avond van de vierde Augustus het was bijna middernacht over de Rijksstraatweg te Bennebroek in de rich ting Haarlem reed en plotseling, slechts op enkele meters afstand van zijn wagen, drie gestalten ontdekte, die rustig op de rijweg een praatje stonden te maken. Blik semsnel reageerde de man en aan zijn routine dankte hij net, dat hij hand- en voetrem tegelijkertijd in werking kon stel len en slechts een paar rijwielen omver reed en niet de bezitters er van. Deze drie jeugdige heeren, allen uit Lis- se, moesten gisteren voor den kantonrech ter verschijnen. Twee van hen werden er van beschuldigd, zich zonder noodzaak op den rijweg te hebben opgehouden, terwijl aan een van hen bovendien nog dronken schap ten laste was gelegd. Slechts deze dubbele zondaar was verschenen, zoodat de zaak tegen de twee andere verdachten bij verstek werd behandeld. Ik begrijp niet, wat jullie daar op den rijweg deden, constateerde de kantonrech ter. „Er is aan beide zijden van den weg een rijwielpad." Ik weet het óók niet goed, edelacht bare, voerde verdachte aan. Voor den Utrechtschen kantonrechter geleid. Eenige tijd geleden kreeg en landbou wersknecht L. K., die in dienst was bij den landbouwer v. D. uit B od e gr a v e n, ont slag. L. K. achtte zich ten onrechte ontslagen en „maakte er werk van", daartoe in de gelegenheid gesteld door de bekende ont slag-voorschriften. Dientengevolge moest v. D. Woensdag voor den Utrechtschen kantonrechter ver schijnen, om de redenen, die hem tot het ontslaan van L. K. uit zijn dienst hadden bewogen, toe te lichten. Verdachte zeide, dat L. K., die niet was verschenen, ontslagen was, omdat hij om te beginnen 's ochtends steeds te laat op zijn werk kwam, verder weinig of niets uitvoerde en bovendien zeer ruw was zoo wel in woorden als in daden. Zelfs had hij een ander lid van het personeel, v. B., mis handeld. Dat hij zijn werk niet naar be- hooren kon verrichten, zou gebleken zijn uit het feit, dat het paard, dat voor een wagen was gespannen en door K. werd geleid, op hol was geslagen, waardoor hij gewond werd. Een collega van K„ die gedurende 3 we ken met hem bij van D. had gewerkt, vond, dat K. best werkte; hij moest echter toegeven, dat hij „wel eens" te laat kwam. Daar tegenover stond, dat K. dan ook later weg ging. Iets anders zeiden de volgende getuigen, zooals de mishandelde v. B. uit Mijdrecht. Hoewel er werk genoeg was, ging hij soms gewoon liggen slapen. Toen dit een paar keer gebeurd was, heeft getuige den baas hiervan in kennis gesteld, waarop hij door v. D. onder vier oogen werd geno men. De ontslagene is een driftig persoon en „ruw in den mond". Op zekeren dag verweet hij getuige ten onrechte schuld aan het op hol slaan van het paard en sloeg hem toen met een zweep. Getuige erkende echter, dat het paard in kwestie „moeilijk" was. De laatste van de getuigenreeks was een veehouder uit Mijdrecht, bij wien-K. 11/2 jaar in dienst was geweest. Den eersten tijd ging het goed, maar daarna niet meer. Zoodra de baas weg was, ging de aankla ger op zijn schop staan leunen of ergens in het land op zijn rug liggenDe vee houder wist niet, dat de brutale en on verschillige K. bij v. D. werkte, doch toen hij dezen op een kaasmarkt over K. sprak heeft hij gezegd: K. is onuitstaanbaar! Overigens zag hij K. des ochtends om 4 uur voorbij zijn woning fietsen. Hoe laat moest hij beginnen? vroeg de kantonrechter aan den verdachte. Om half vier. Toen hij weer eens een half uur te laat kwam heb ik hem ontsla gen. ITot zijn spijt, zeide verdachte, bij K.'s aanstelling niet naar getuigschriften ge- informeerd te hebben, omdat hij zich be Waschdag in Volendam. De wind doet in de straten van het typisch visschersdorp het werk, dat van dit element verlangd wordt (Foto Pax-Holland) Ir. S. L. Louwes, directeur-generaal voor de Voedsel voorziening, heeft heden te Hoogland den eersten steen gelegd voor den wederopbouw der boerderijen, die tijdens de oorlogsdagen werden ver nield. (Foto Pax Holland) Kantonrechter: „Ja, dat begrijp ik, je was lichtelijk onder de invloed." Verdachte: „Niet heelemaal, edelacht bare. Ik had slechts een extra glaasje bier op." Kantonrechter: „Hoeveel glaasjes waren dat?" Verdachte: „Vijf." Kantonrechter: „Dan was je onder de invloed van zwak-alcoholische drank". De chauffeur van de taxi verklaarde, dat hij zich „een aap geschrokken had". Hij was overigens blij, dat het zoo was afge- loopen. Die knapen hadden anders best wat meer verdiend, voegde hij er aan toe. En hij vond instemming bij de ambte naar van het O.M., die het optreden van den verdachten bijna misdadig noemde. „Dit is een roekeloosheid", aldus de amb ténaar, „die aan het ongeloofelijke grenst." Voor het „onder de invloed zijn" eischte hij een geldboete van tien gulden, subs, vijf dagen hechtenis en voor het rijden op de autoweg tegen alle verdachten een geld boete van zies gulden, suibs. drie dagen voor het tweede feit op. „Vooruit". leefd voordeed. De ambtenaar van het O. M., mr. Loviët Feisser, vond het ontslag gerechtvaardigd en eischte vrijspraak, waarmede verdach- tes verdediger en de kantonrechter in stemden. Uitgesproken: G. A. van der Drift, Kerkstraat Was senaar. Cur. Mr. H. Bogaardt, Den Haag. De 3 Codona's {Be né Deltgen, Lina Norman). Spion van den kei zer (Gustav Gründgens, Ma- Rianne Hopper). Butterfly (Maria Cebotari, Paul Kemp) Savoy Hotel 217 (Hans Albers, Bri gitte Horney). Alarm in Peking (Gustav Fröhlich, Peter Voss). Ber. variété met driedub bele salto Spionnage- intrige Naar de be kende opera Avontuurlijk 'Spanning lederen avond 7 uur Zondag van 26.30 uur. lederen dag matinée 2 uur. lederen avond 7.30 u. Zondag 2.30 en 4.30 uur. Woensdag en Zaterdag matinée 2.30 uur. lederen avond 7 uur Zondag 26.30 uur. lederen dag 2.15 uur matinée. lederen avond 7 uur Zondagmiddag 4 u. Woensdag en Zater dag matinée 2.30 u. lederen avond 7 uur Zondag van 26.30 uur. lederen dag matinée 2 uur. Lichtboeien worden aan boord van een der Duitsche Schnell-booten gebracht, om bij schietoefeningen met torpedo's de plaatsbepaling op zee te ver gemakkelijken (Foto Weltbild) Eet meer mosselen. Een rechtgeaard Amsterdammer weet deze tractatie op de juiste waarde te schatten (Foto Pax-Holland)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1940 | | pagina 8