DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Nederlandsche arbeiders Duitschland r Momentje DONDERDAG 5 SEPTEMBER 1940 31ste Jaargang No. 9738 S)e Êelcbefie0oii^atit Bureaus Papengracfat S3. Telefoon: Redactie 20015, Administratie 20935. Giro 103003. Postbus 11. in De eerste ervaringen De werkloosheid is niet alleen een euvel, omdat zij voor den staat en daar mede voor de gemeenten een belangrijke oeconomische en sociale belasting met zich medebrengt, maar voor alles, omdat zij op den duur de oorzaak van het zedelijke en moreele verval van een geheele generatie kan worden. De werkloosheid zoo wordt ons van bevoegde zijde medegedeeld kan zoodoende de grondoorzaak zijn van veel kwaad. Wanneer men dit overweegt, kan er slechts een parool zijn, namelijk: de werkloosheid zoo spoedig mogelijk uit den weg te ruimen. Op het oogenblik is het Nederlandsche oeconomische leven niet in staat de vele duizenden mannen en vrouwen, die reeds jarenlang gedoemd waren zonder arbeid en zonder voldoende inkomsten te moeten leven, wederom in het arbeidsproces op te nemen. Dit behoeft niet te verwonderen, daar ook in normale tijden een niet ge ring aantal Nederlanders zonder werk was. Niettegenstaande dezen ongunstigen oeconomischen toestand in Nederland is het niettemin mogelijk loonenden arbeid te vinden en daardoor wederom tot geor dende sociale en oeconomische verhoudin gen te komen. Duizenden Nederlandsche arbeiders hebben reeds door bemiddeling van de Nederlandsche arbeidsbeurzen, waar thans ook Duitsche deskundigen werkzaam zijn, hun weg naar Duitschland gevonden en een hun passende arbeid ter hand genomen. Zij werken in streken, die •niet ver van hun land liggen met Duit sche arbeiders samen, die hun in wezen verwant zijn. Hun sociale en oeconomische positie is in Duitschland precies dezelfde als die van de Duitsche arbeiders. De Ne derlandsche arbeiders en employe's, die in Duitschland werkzaam zijn, kunnen hun geheele loonoverschot naar hun land overmaken en ontvangen in het kader van de desbetreffende bepalingen ook een va- qantie met behoud van loon. Het is bekend, dat juist de Nederlander niet gaarne zijn familie en zijn land ver laat, daar juist hij de behagelijkheid en de sfeer van een eigen woning zeer waar deert. In het Duitsche rijk is er echter voor gezorgd, dat den Nederlandschen ar beiders goede werkplaatsen met in de meeste gevallen goede woningen ter be schikking staan en verder smakelijke maaltijden, die in vele arbeiderskampen door Nederlandsch keukenpersoneel wor den toebereid. De verzorging van de Ne derlanders, die in Duitschland in handen is van de arbeidsbeurzen en het Duitsche Arbeidsfront, wordt nog bevorderd door dat dikwijls Nederlandsch kamppersoneel, dat tegelijkertijd als tolk dienst doet, aan wezig is. Het is maar al te goed bekend, dat ze kere elementen, wien het nietsdoen blijk baar aangenaam is en die er zich niet van bewust zijn hoe zij door een zoodanige houding hun volk in zijn geheel schaden, hun vrije tijd benutten om over Duitsch land kletspraatjes rond te bazuinen. Deze geruchten worden echter op wel zeer on dubbelzinnige wijze weerlegd door talrijke waardeerende brieven en dankbetuigin gen, die van de Nederlandsche arbeiders in Duitschland bij de arbeidsbeurzen zijn binnengekomen en ook door familieleden zijn ontvangen en waaruit duidelijk blijkt, dat de Nederlandsche arbeidskrachten het geod maken en dat zij zelfs andere werk- looze vrienden er toe aansporen zoo spoe dig mogelijk hun voorbeeld te volgen. Ver scheidene van deze Nederlandsche arbei ders hebben reeds bij hun echtgenoote erop aangedrongen, dat ook zij zoo spoedig mogelijk overkomen zoodra voor hen een beschikte woning gevonden én ingericht is. Den inhoud van eenige dezer brieven, welke de arbeidsbeurzen ons toezonden, laten wij hier volgen: Lieve vrouw, Als zwakstroomtechnicus ben ik thans in Politz aan het werk. Het is een heel goede betrekking en ik verdien ook flink. Het gaat mij uitstekend, alles is goed. Je behoeft je om mij geen zorgen te maken. Het is in Duitschland beter dan in Neder land. Vriendschap ziet men overal en de menschen hier zijn voor ons heel goed. Het eten is ook zeer goed. In geen geval te weinig. Hetgeen ik krijg kan ik zelfs niet in een keer opeten. Je moet met Jo- han in Frankfurt komen, dan kan ik je het geld daarheen zenden. Je kunt er daar dan iets mee beginnen, meer dan in Rot terdam. Er worden hier nieuwe mooie steenen woningen voor ons gebouwd. Wanneer ze klaar zijn, kan je bij me ko men en hier wonen. Je kunt nu naar Lize gaan en je zult er zeker geen spijt van hebben. Schrijf je mij het even als je gaat? Ik heb Dirk ook reeds geschreven, dat je zult komen. Hartelijke groeten van je liefhebbenden man Jan. Lieve jongen, Je vader gaat het goed. Het is hier best. Ga naar je tante. Brief en geld volgen. Je vader, (J. W. M. van Dijk). Mühlheim-Ruhr, 8740. Lieve ouders, broer en zuster, Hierbij wil ik jullie even schrijven, dat het ons nog altijd goed gaat en dat wij allen goed gezond zijn. Ik hoop, dat het ook met jullie allen goed is. Het werk hier bevalt ons goed. De tweede week be gint nu. Wat het eten betreft, daarover kunnen wij niet klagen. Ook de huisves ting is goed. Het spijt me, dat ik mijn hengelstokken niet heb meegenomen, want deze zijn hier namelijk duur. Vijf en zes rijksmark voor een gewoon bamboestok, dat is niet goed koop nietwaar? Wanneer jij hier ook komt Bul, moet je je hengelstokken niet verge ten mee te nemen. Hier in de omgeving is prachtig vischwater. Wij zijn van plan de in de omgeving liggende steden, als Dort mund, Duisburg, Essen en Oberhausen, eens spoedig te bezoeken. Al deze plaatsen liggen niét ver van Mülhheim. Zoodra we ons eerste loon zullen hebben gekregen, zullen wij jullie het geld toesturen. Wij verdienen circa 50 Rijksmark in de week, met verpleging en huisvesting. Dat is best dus. Hartelijke groeten, Jullie Jan. Aan mej. Joh. te Boekhorst, p/a. van Krimpen, Taanderstraat 74d. Wesseling, 13740. Beste Jo, Wij hebben een heel prettige reis gehad, in Duitschland zelfs in tweede klasse-wa gons. Je weet, ik heb nooit alle kletspraatjes van Duitschland geloofd, maar tot nu toe is nog geen enkele bewaarheid. B.v. krij gen wij geen zwart brood, maar gewoon brood en zelfs meer dan in Nederland. Ook krijgen wij rijkelijk genoeg boter. Het spijt me, dat ik niet reeds eerder naar Duitschland ben gegaan. De eetzaal op het terrein van de fabriek is prachtig. Een bediening als in een ho tel: aardige vriendelijke meisjes met sneeuwwitte schorten voor. Ik vind alles nog-veel beter, dan ons destijds bij de ar- beidsbeuren is verteld. Menschen, die an- Iders vertellen, zijn luiaards of lijntrek kers, die liever steuntrekken en niet van hun moeder weg willen. Wij worden op dezelfde wijze behandeld als de Duitsche arbeiders en zijn volkomen vrij. Wij zijn in nieuwe steenen gebouwen gehuisvest, waar douches met heet en koud water aanwezig zijn. Deze kaart mag je bij de afdeeling bouwvakken van de arbeidsbeurs toonen. Zoodra ik hoor, dat je deze kaart gekregen héb, zal ik je uit voerig schrijven. Wij hebben hier van den oorlog niets gemerkt. Hoe bestaat het, niet? Met hartelijke groeten, Johan. (Ongecorrigeerd) EEN VERKLARING VAN CORDELL HULL. WASHINGTON, 5 Sept. (D.N.B.) De Amerikaansche minister van buitenland- sche zaken, Cordell Huil, heeft een ver klaring gepubliceerd, waarin hij o.a. zegt, dat de regeering der Vereenigde Staten, alsmede die- van verscheidene andere sta ten, waaronder Japan, de laatste maanden uitdrukking gegeven hebben aan haar wensch, dat in den Stillen Oceaan en in zonderheid in Nederlandse h-I n d i en Fransch Indo-China het beginsel van den status quo behouden blijft. In het licht van het feit, dat een offi- cieele bevestiging van bepaalde geruchten omtrent een zoogenaamd Japansch ulti matum aan Fransch Indo-China ontbreekt, heeft de Amerikaansche regeering er be zwaar tegen aan deze geruchten geloof te hechten. De politieke situatie en het voor werp van deze geruchten zijn evenwel een aangelegenheid, waaraan de Amerikaan sche regeering beteekenis toekent. Het is duidelijk, dat indien" 'deze geruchten ge grond mochten blijken, de uitwerking op de openbare meening van de V. S. ongeluk kig zou zijn. Werktijden-regeling tijdens verduistering Verloren uren mogen op Zaterdag worden ingehaald De waarnemend secretaris- generaal, waarnemend hoofd van het Departement van Sociale Zaken, heeft bepaald: a. Aan hoofden of bestuurders van ondernemingen in alle gemeenten des Rijks, in wier fabrieken of werkplaatsen in verband met de bestaande verduisterings- voorschiften moeilijkheden worden onder vonden, toe te staan, dat in die fabrieken of werkplaatsen: 1. In het tijdvak van Zaterdag 7 Decem ber 1940 tot en met Zaterdag 11 Januari 1941 in afwijking van het bepaalde in artikel 23 der Arbeidswet 1919 door arbei ders op Zaterdag arbeid mag worden ver richt tusschen 1 uur des namiddag en zoras- ondergang; 2. In het tijdvak van Zaterdag 2 Novem ber 1940 tot en met Zaterdag 30 November en in het tijdvak van Zaterdag 18 Januari 1941 tot en met Zaterdag 22 Februari 1941 in afwijking van het bepaalde in artikel 23 der Arbeidswet 1919 door arbeiders op Zaterdag arbeid mag worden verricht tus schen zonsopgang en 51/2 uur na zons- zonsopgang of, indien de arbeid op Zater dag wordt onderbroken door een rusttijd van ten minste een half uur, tusschen zons opgang en ten hoogste zes uren na zons opgang; 3. In het tijdvak van Maandag 16 Sep tember 1940 tot en met Maandag 31 Maart 1941, in afwijking van het bepaalde in arti kel 24 der Arbeidswet 1919 door arbeiders van 16 jaar of ouder; voor zoover door hen in dit tijdvak tengevolge van de ver duisteringsvoorschriften een aantal weken minder dan48 uren per week wordt ge werkt, in de overblijvende weken de op deze wijze verloren uren worden ingehaald tot een maximum van ten hoogste 38 uren, waarbij de werktijd voor de mannen niet meer mag bedragen dan ten hoogste 11 uren per dag en 60 uren per week en de werktijd voor de jeugdige personen en vrouwen niet meer dan 10 uren per dag en 55 uren per week, een en ander onder her innering aan het bepaalde in artikel 70, tweede lid, van het werktijdenbesluit voor fabrieken of werkplaatsen 1936, krachtens hetwelk, zoolang van de vergunning wordt gebruik gemaakt, naast de arbeidslijst of den rooster een door het hoofd of den be stuurder der onderneming of een door dezen daarmede belast persoon, als bedoeld in artikel 75 der Arbeidswet 1919, onder teekend geschrift is opghangeen, dat de op grond der vergunning 'te volgen werktijdregeling aangeeft. Hoofden of bestuurders van onder nemingen wordt er aan herinnerd, dat in gevolge artikel 31, eerste lid, der Arbeids wet 1919, bij het volgen van een normale werktijdregeling de na 4 1/2 urn- arbeid te geven rusttijd niet meer dan 1/2 uur be hoeft te bedragen en dat, indien krachtens deze vergunning langer dan 8 1/2 uur per dag wordt gewerkt, ingevolge het bepaal de in artikel 63, le lid, van het werktijden besluit voor fabrieken of werkplaatsen 1936, volstaan kan worden met het geven van een half uurrust telkens na ten hoog ste 5 uren arbeid. VOOR HEN, DIE VIELEN. Monument voor 8 R.L bij den Grebbeberg. Ter nagedachtenis van hen, die op den Grebbeberg hun leven voor het vaderland lieten, zal over eenigen tijd in de nabij heid van de plaats, waar zij vielen, een monument worden onthuld, meer speciaal voor hen, die ingedeeld waren bij het acht ste regiment infanterie-. Het monument, dat belangeloos door den heer W. Chr. Jens, architect te Arnhem, is ontworpen, wordt vervaardigd in de steen houwerij van den heer J. H. Hofhuis te Enschede, waar de heer Anneveld meer speciaal met de afwerking is belast. Zoo wel de heer Hofhuis als de heer Anneveld zijn Grebbestrijders. Het monument is uitgevoerd in Ober- kirchner zandsteen en vermeldt op de zes kanten de namen van 160 gesneuvelden. Aan den voet van het monument ligt een steen, waarop vermeld staat: „8 R. I. Onze onbekende kameraden". De ronde steen boven op het morïument, waarop een helm is geplaatst, draagt het opschrift: „Den Vaderlant ghetrouwe". Om het monument zal een muurtje wor den geplaatst, waarvoor de steenen ter be schikking zijn gesteld door „de blauwe Ka mer" te Rhenen. Getuigd mag worden dat het monumen taal en sierlijk gedenkteeken op waardige wijze de herinnering aan onze dappere ge vallen militairen zal levendig houden. Ontbinding der Vrijmetselaarsloges Van bevoegde officieele zijde wordt ons medegedeeld, dat gisteren in ge heel Nederland de ontbinding der vrij metselaarsloges is bevolen, zulks in het raam van de herordening van het Ne derlandsche maatschappelijke en gees telijke leven Nadat in de laatste jaren bij de voltrek king van de staatkundige hervorming van een aantal Europeesche landen de vrij metselaarsloges, als zijnde organisatori sche en grootendeels ook geestelijke steun punten van het wereldliberalisme en van de geldheerschappij geliquideerd zijn, zijn in de afgeloopen weken verscheidene an dere staten er toe overgegaan, de vrijmet selaarsorganisaties in hun landen te ver bieden. Dat dit besluit genomen is in landen, waarin deze organisaties een buitengewo ne geestelijke en politieke macht uitoefen den, is te beschouwen als een verstrekkend politiek symptoom. Daartegenover is het, zoo luidt het in een ons verstrekte offi cieele mededeeling, teekenend voor de Ne derlandsche partijen en groepen, welke zich naar haar zeggen tot een herordening geroepen voelen, dat eenige groepen uitgezonderd nergens ook maar een poging wordt gedaan, om de loges als een product van de dwalingen van een voorbij tijdvak te brandmerken en er definitief mee af te rekenen. Het is de vrijmetselarij geweest, uit wel ker milieu eenmaal de leuzen van de Fransche revolutie van 1789 zijn opgeko men. Zij zelf was in haar later tot ont wikkeling gebrachte organisatie het poli tieke zij het onofficieele machtsmid del van die cosmopolitische liberale krin gen, die in politieke en economische sa menwerking het aanschijn van de parle menten van vele staten hun stempel op drukten. Het is teekenend voor den toe stand der laatste decenniën, dat het aan geen andere politieke macht gelukt is, de vrijmetselarij uit den zadel te werpen. Alle aanvallen van de zijde der Kerken tegen de loges leidden niet tot resultaat en eerst aan de nationaal-socialistische en fascistische revoluties bleef het voorbe houden, de organisatorische en grooten- deels geestelijke steunpunten van het we reldliberalisme en van de geldheerschap pij te overwinnen. Wanneer thans andere staten dit voor beeld gaan volgen of onder invloed van Duitschland den nieuwen koers vinden, dan is dit het resultaat van de nationaal- socialistische en fascistische omwenteling. Beslissend voor de toekomstige ontwikke ling is daarbij, of de onderwerping van een geesteswereld en van een politieke organi satie ontspruit aan een vooruitstrevenden gedachtengang, of dat zij slechts is te be schouwen als te danken aan het feit, dab oude politieke krachten, die op zichzelven tot een overwinning op de loges niet in staat waren, nu een gunstig oogenblik hebben gevonden om met hun tegenstan der af te rekenen, met geen ander doel dan verouderde instellingen opnieuw aan de macht te brengen. Bij al haar afwijzing van geest en methoden der vrijmétselarij denkt het na- tionaal-socialisme te zeer in historischen zin, om niet in het feit, dat de vrijmetse larij 150 jaar lang Europa in toenemende mate heeft beheerscht, meer te zien dan slechts een toeval of het uitsluitend re sultaat van duistere samenzweringen. Wij zien thans in de gedachten en de daaruit ontsproten daden van de Fransche revolutie een revolutionnaire breuk met de Middeleeuwen, waarmede echter ge paard ging de onbekwaamheid om in de plaats van de oude bindingen nieuwe an het leven te roepen. Het valt echter niet te betwisten, dat het tijdvak van het absolu tisme inwendig vermolmd en corrupt was geworden, en dat de krachten, die dit tijd vak droegen, onbekwaam waren gebleken uit ziohzelve tot een zuiverende evolutie te geraken. Door de geschiedenis, d.w.z. door het ver loop van het spel der krachten, is een on dubbelzinnig oordeel geveld over het ten val gekomen Fransche systeem van de achttiende eeuw. Daarom moest het als be denkelijk worden beschouwd, wanneer thans krachten, die tot nu toe uit zichzelve onmachtig waren, trachten in de plaats van overleefde vormen weliswaar een nieu we gedaante, doch naar den inhoud het oude regime te stellen. Het nationaal-socialisme nu streeft er naar met voorbijstreven van de ongebon denheid van het liberalisme een nieuwe staatkundige en sociale gedachtenwereld op te bouwen. Het stelt in de plaats van de niet meer houdbare bindingen van het ver leden een vaste sociale orde, en daarom draagt de overwinning op de vrijmetselarij een zeker vooruitstrevend karakter. Natuurlijk zal ook de ontwikkeling hier in Nederland na dezen maatregel met op- UITVINDERS. Er wordt ontzaggelijk veel uitge vonden lees ik in de krant. Vooral in Amerika blijken tal van ingenieuze lieden te huizen. Alleen al bij het octrooibureau te Washington worden wekelijks niet minder dan 770 patenten aangevraagd. Wat zijn dat al zoo voor uitvindin gen? Er worden er eenige opgenoemd. Damesschoenen met verstelbare hak ken; een apparaat, dat een indom- melenden automobilist wekt door hem ammoniakdampen in het gezicht te blazen, zoodra zijn greep aan het stuurrad losser wordt, een masker van gummi, dat van uitdrukking ver andert wanneer de drager door een mondstuk er lucht in blaast, alsmede een kam met tanden, die verwisseld of vervangen kunnen worden. Dat lijkt allemaal wel razend inte ressant en verbijsterend knap. Maar naar mijn primitief gevoel is daar toch wel het een en ander op aan te mer ken. Ik vind, dat de menschen door al die uitvindingen te gemakkelijk wor den. Als er een apparaat is, dat voor hen oplet en een ander, dat voor hen denkt, wat blijft er dan over van de menschelijke eigenwaarde. Bovendien betreffen deze uitvindingen hoofdza kelijk volmaakt overbodige dingen. Ik heb meer eerbied voor de keu kenkunstenaressen, die nu in verband met de tijdsomstandigheden en de voeding van het gezin tot de meest ingenieuze vindingen komen. Zij bakken visch zonder boter en panne koeken zonder meel. En het smaakt voortreffelijk. Goed: in tijd van nood snijdt men boterhammen met een ladder, maar al zijn deze vindingen dan ook uit nood geboren, zij zijn meer waard dan alle Amerikaansche patenten bij elkaar. Patent-olie inbegrepen. merkzaamheid worden gevolgd. Hoe ook de resultaten van dit verbod mogen zijn, de vorm van de vrijmetselaarsloges is, nu zoo- velen 'n blik hebben kunnen slaan in de lo ges zelf en in heel de valsche romantiek van haar instellingen, van alle illusies ont daan. In ieder geval kan men zeggen, dat het z.g. mysterie, dat vele kleinburgerlijke naturen heeft aangetrokken en anderen op zijn minst geinteresseerd heeft, thans niet meer bestaat. Wel heeft zich eens in deze loges de politieke macht geconcentreerd. Van hier uit zijn de groote transacties van de wereldpolitiek en van de wereldecono mie gesloten. De materieele symboliseering echtér van een vroeger dweepzuchtige idee was dermate primitief en armelijk aan vor men, dat ook dit feit slechts een uiting is van heel de innerlijke leegheid, welke in de steeds vérder vervlakkende geesteswe reld van de vrijmetselarij naar voren komt. Onder de slagen van de nieuwe revolu tie storten thans de steunpilaren van de kberale wanorde overal ineen, hetzij het gaat over de wereldbeschouwingen der vrijmetselarij, hetzij over haar complotten of over de door haar nagestreefde slechts door goud gedekte wereldvaluta en de heerschappij der geldtrusts. De thans nog steeds smeulende verlan gens om de leuzen van de Fransche revolu tie, van een wereldstatenbond of van eèn Volkenbond weder in oude glorie te her stellen, laat de natuurlijke revolutie van den nieuwen tijd zegepralend achter zich. NIET MET BRANDENDE ZAKLAN TAARNS OP STRAAT. Herhaalde waarschuwing. De Haarlemsche politie heeft gisteravond in samenwerking met de Duitsche Ord- nungspolizei twee personen bekeurd, die met brandende zaklantaarns op straat lie pen. Men vestigt hier speciaal de aandacht op, aangezien het verbod om zaklantaarns 's avonds op straat te gebruiken, niet al gemeen bekend schijnt te zijn. Een dergelijk verbod is overigens be grijpelijk, want het zou onlogisch zijn, al lerlei voorschriften te maken voor af scherming van auto- en fietslantaarns en daarnaast het gebruik van zaklantaarns tij dens de duisternis onbeperkt toe te laten. Zooals onlangs is gemeld, zullen er bin nenkort speciale zaklantaarns in den han del komen, welke officieel zijn goedge keurd voor het gebruik op straat. Alle an dere lantaarn* zijn verboden..

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1940 | | pagina 1