BINNENLAND
Momentje
WOENSDAG 4 SEPTEMBER 1940
31ste Jaargang No. 9737
Bureaus Papengracht 32.
Telefoon: Redactie 20015, Administratie 20935. DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Giro 103003. Postbus 11.
Bodemproductie
en
volksgemeenschap
Rede van: Ir. Roebroek
Ter inleiding van de deelneming aan de
Jaarbeurs van de Voorlichtingsdiensten
voor Land-, Tuin- en Boschbouw, heeft de
directeur-generaal van den landbouw, ir. A.
Roebroek, la een persconferentie in de
conversatiezaal der Stichtsche Industrieele
Club een rede gehouden.
Op deze Jaarbeurs aldus spreker
komt de Directie van den Landbouw voor
de eerste maal als een eenheid met een in
zending. Toen wij deze voorbereidden, is
in de allereerste plaats er aan gedacht om
alle aandacht te concentreeren op één zaak,
n.l. het geven van een beeld van de bodem -
productie en de wijze, waarop deze wordt
gestimuleerd. De beteekenis van de bodem
productie immers is onder de nieuwe om
standigheden van groote waarde voor onze
geheele Nederlandsche volksgemeenschap.
De situatie, waarin we ons op het oogen-
blik bevinden, dwingt allen, die op de een
of andere wijze aan het economisch leven
meedoen, tot de uiterste krachtsinspanning.
Een goed geleide en krachtige handel en
een flinke industrie, zijn voor een land als
het onze van onschatbare waarde. Zij zijn
dit ook in het bijzonder voor den landbouw
zelf, niet alleen in hun beteekenis van hun
afzetgebied in eigen land van de land
bouwproducten, vanwege een doelmatige
afzetting door den handel van de produc
ten in het buitenland, maar ook omdat
een goed geleide handel en industrie moge
lijkheden biedt als afzetting van het teveel
van de bevolking op het platteland.
Dit moet de landbouw begrijpen en daar
van diep doordrongen blijven. Wij zullen
den boerenstand en den landbouw als vol
komen gelijkwaardig, niet alleen in woord,
maar ook met de daad in onze samenleving
hebben op te nemen. Het meedoen aan deze
Beurs zal daartoe ook een steentje bijdra
gen.
Vervolgens besprak ir. Roebroek de in
zending zelf. De hoofdaandacht is gevraagd
voor de landbouwproductie als zoodanig.
De inzending bewijst duidelijk de belang
rijke stijging van de landbouwproductie in
de laatste jaren.
Een tweede punt, waarop het bij de ver
hooging van onze landbouwproductie aan
komt is de kwestie van een rationeelen
landbouw; van een landbouw, die intensief
wordt uitgeoefend. Drie factoren spelen
hier een belangrijke rol, n.l. onderwijs,
voorlichting en voortdurend research. Het
landbouwonderwijs heeft zich rustig en
voortdurend ontwikkeld. Merkwaardig is
dat dit onderwijs niet bij de wet geregeld
is. Het kan zich vrij ontwikkelen en zich
aanpassen aan de wisselende behoeften van
het bedrijfsleven. De inzending ter Jaar
beurs geeft hier een beeld van. Het aantal
instellingen van landbouwonderwijs is be
langrijk gestegen en het aantal deelnemers
nam toe met duizenden, zoodat thans reeds
ongeveer 40.000 personen deelnemen aan
een of anderen vorm van landbouwonder
wijs. Het aantal instellingen van onderwijs
is van 1442 tot 2065 gestegen, mét 39.832
leerlingen. Merkwaardig is, dat ook onze
landbouw-arbeiders belangstelling gaan
toonen voor ons algemeen onderwijs en ook
voor onze cursussen op bepaald terrein, b.v.
vlas. Spreker ziet in deze daadwerkelijke
belangstelling de grootste kracht van onzen
Nederlandschen landbouw.
Ook buitenlanders worden herhaaldelijk
.In het veen kijkt men niet op een turfje*. De eerste Zeeuwsche mosselen, welke Dinsdag
morgen aan den gemeentelijken vischafslag in Amsterdam werden aangevoerd, worden rauw
genuttigd tfoto Pax-Holland)
De strijd in Afrika. Inheemsche cavalerie uit Cyrenaïtca bij het doorschrijden van een Wadi, een der kleine stroomen,
welke slechts na sterken reaenvaJ van eenige beteekenis zijn (Foto Weltbild)
overschreden en hen, die tusschen twee we- j
relden blijven staan, welke scheiding niet
door toespraken, doch alleen door bereid
heid tot zelfverbetering kan worden teniet
gedaan.
Duidelijk stelde de Nederlandsche Unie
verdieping van den Christelijkën geest on
zer samenleving op den voorgrond. De on-
telbaren, die dagelijks de hiermede samen
hangende vraagstukken met haar komen
bespreken, zien dat dan ook beter in dan
zij, die zonder eenig contact te hebben ge
zocht, dit Christelijke karakter van de Unie
ontkennen. Het is zeer te betreuren, dat
deze critici nog niet inzien, dat ons volk
betere saamhoorigheid verlangt dan tot he
den in onderlinge vervreemding op menig
gebied heeft bestaan. Het ware beter daar
aan mede te werken dan van het oude niets
te willen offeren voor de volkseenheid.
Doch hoe ook uit verschillende hoeken te
gen de Unie wordt geageerd, zij gaat voort
met haar taak, volksvernieuwing te bren
gen in nationalen Nederlandschen zin en
volgens de Nederlandsche tradities.
ONDERSTEUNINGSFONDS VOOR
LAND- EN ZEEMACHT.
Initiatief van de „Nationale Unie".
Men deelt ons mede:
Gisteravond is in het gebouw Excelsior
te 's-Gravenhage een vergadering gehou
den van de „Nationale Unie", onder voor
zitterschap van jhr. R. Groeninx van Zoe-
len. Aan de bestuurstafel bevonden zich de
heeren dr. M. Brinkgreve, W. Lutkie, pries
ter, en R. Zuijderhoff, president der Alge-
meene Rekenkamer. Tevens had jhr. W.
Jtoëll, oud-commt. veldleger, hier plaats
genomen, namens het dezen avond op te
richten fonds „Land- en Zeemacht 1940".
Onder de aanwezigen waren o.m. de hee
ren jhr. mr. O. van Nispen tot Sevenaer,
oud-gezant bij het Vaticaan, de hoogleera
ren, prof. dr. H. Dooyeweerd en prof. L. v.
Vuuren; de generaals H. Hasselman en Ch.
Kiës, ridder W. Huyssen van Kattendyke
gezant te Rome, en ir. E. van KonynenbuTg,
hfd. ir. dir. van Waterstaat.
De voorzitter herinerde aan het werk
door de „Nationale Unie" in het verleden
verricht, haar langdurigen strijd tegen het
Nederl, Belgisch verdrag in zijn verschil
lende gedaanten, haar campagne tegen de
Mannheimer-Affaire en haar poging om het
fascisme hier te lande een verantwoord Ne-
derlandsch beginsel binnen het raam der
grondwet te bezorgen.
Deze studiekring heeft zich gedrongen
gevoeld onder de huidige omstandigheden
zijn werkzaamheden te hervatten. Even
als te voren zullen deze bestaan in het uit
werken van beginselen en het publiekelijk
stellen van staatkundige en sociaal-econo
mische adviezen.
Ten einde verwarring te voorkomen zal
de „Nationale Unie" voortaan naar buiten
de naam van haar orgaan „De Vuurslag"
dragen.
Voor eenige dagen, zoo verklaarde
spreker, heeft dr. Brinkgreve, in zyn
kwaliteit van algemeen secretaris van ons
genootschap, een uitnoodiging van „De Ne
derlandsche Unie" ontvangen om het voor
zitterschap eener commissie van advies in
zake corporatief besteld op zich te nemen
en weldra zal het werkplan dezer commis
sie zijn vastgelegd.
Ons genootschap aldus de voorzitter
zal dit aandeel in de adviseerende taak
met een bijzonder genoegen aanvaarden,
wijl zij het geweest is, die in haar eerste
Staatkundig Advies, in 1924 uitgebracht,
ditzelfde corporatief bestel, als boven-poli-
tiek bindmiddel tot het verkrijgen van na-
BLAUWE MELK
De bekendmaking, dat wij geen tap
temelk zullen drinken, heeft mijn hart
goed gedaan.
Ik herinner mij immers en hoe kan
het ook anders, nadat vele jaren lang
een groot deel van mijn journalistieken
arbeid heeft bestaan in het berechten
van menschen, die water bij de melk
hadden gedaan ik herinner my dus,
dat er altijd vet in de melk behoorde
te zijn en geen water en blauwe melk,
waarin, naar men zeide, de hemel zich
spiegelde, was bij ons altyd uit den
booze. Zelfs een beroep op den hemel
kon daaraan niets veranderen. Heel
wat argelooze melkboeren weten daar
van mee te praten.
Maar wie denkt, dat hiermee de kous
nu af is, en dat wij nu ongehinderd van
de volle melk zullen kunnen genieten,
heeft het mis. Want dezen keer hebben
niet de melkboeren, maar de koeien er
iets op gevonden. Wat natuurlijk vóór
de koeien of tegen de melkboeren pleit.
In Engeland immers zou een koe water
bij de melk hebben gedaan. Dat schreef
de „Daily Mail". Kort voordat de koeien
werden gemolken, aldus verklaarde de
boer, had een Duitsche luchtaanval
plaats gevonden en de koeien zouden
door dezen aanval vreesachtig en ner
veus zijn geweest, toen zij werden ge
molken.
Er zou nu in Engeland een nieuwe
proef genomen worden.
Maar als deze proef de vlekkelooze
onschuld der koeien aan het licht
brengt, moet u bij voorkomende gele
genheden niet meer maar direct den
melkboer de schuld geven, maar den
Engelschen minister van Luchtvaart.
Vy
tionale eendracht, aan de orde heeft gesteld
en nadien veel Nederlandsch materiaal
dienaangaande heeft verzameld. Wij zullen
zoo ging spreker voort zulks met te
meer genoegen doen omdat de mannen van
het Driemanschap hun gevestigde posities
en om naar den ouden trant te spreken
een verzekerd bestaan er aan gewaagd
hebben om ons volk een hart onder den
riem te steken en aan naamloos velen een
nieuw verzamelpunt en -een vaderlandsch
onderdak te bezorgen Wie zou hun hier
voor geen dank weten
Ten slotte had de voorzitter een goed be
richt mede te deelen, omtrent een daad,
die hy „de eerste vonk" van „De Vuur
slag" noemde. Onze kring, aldus spreker,
heeft het initiatief genomen tot stichting
van „Het Fonds voor Land- en Zeemacht
1940" voorloopig secretariaat: Zeestraat
57b, Den Haag.
Een woord van hulde moet hierbij ge
bracht worden aan generaal jhr. W. Roëll
en aan den heer Th. Neutelings, de geeste
lijke vaders en de gangmakers tevens van
dit plan. Het fonds zal de organisaties,
welke reeds werkzaam zijn ter ondersteu
ning van hen, die in het leger en op de
vloot him plicht deden, hierbij hun leven
lieten of ernstig in him bestsaan werden
geschaad, materieel en organisatorisch ten
dienste staan. De oud-Gouverneur-Gene
raal jhr. B. C. de Jonge, heeft zich bereid
verklaard, het eere-voorzitterschap te aan
vaarden.
getroffen door de ontwikkeling van onze
boeren. Wij mogen dan ook trotsch zyn op
onzen ontwikkelden boerenstand, waar
mee wij op het gebied van land- en tuin
bouw iets bereikt hebben. Toch mogen wij
niet stil blijven staan en ik heb aldus
spr. den indruk, dat bij het landbouw
onderwijs soms te veel wordt gelet op de
techniek van het bedrijf.
In de toekomst zullen wij mede het oog
er op moeten houden, dat het onderwijs
ook meer algemeen vormend moet zijn, op
dat de aanstaande boer dié ontwikkeling
krijgt, welke hy als lid van de geheele
volksgemeenschap noodig heeft. Een flinke
ruimdenkende boerenstand zal het beste
kunnen opkomen voor zijn eigen belangen
en bovendien is met een goed ontwikkel
den boerenstand het beste tot zaken te ko
men.
Het landbouwkundig onderzoek zal niet
mogen worden verwaarloosd, want juist
de landbouwkundige research is de voe
dingsbodem voor het landbouwonderwijs.
Talrijke instellingen zijn reeds jarenlang
op dit terrein werkzaam en tal van nieu
we instellingen zijn tot stand gekomen. Wij
denken aan het Centraal Instituut voor
Landbouwkundig Onderzoek te Wagenin-
gen, waarin is ondergebracht de dienst voor
onderzoek van grasland, vlas, veevoeder en
nieuwe gronden. Ook op het gebied van
tuinbouw zijn verschillende instellingen op
gericht om voor de verschillende problemen
een oplossing te vinden. Het is voor ons
land bijzonder gelukkig, dat dit landbouw
kundig onderzoek wordt gedaan in nauwe
samenwerking met de practijk zelf. De re
sultaten van het landbouwkundig onder
zoek en onze landbouw-wetenschap worden
door onze voorlichting, door onze land- en
tuinbouwconsulenten bij de practijk ge
bracht. Bovèndien is de outillage van
ieder consulentschap verbeterd.
Er is een proef genomen door de aan
stelling van een middelbaar technicus als
assistent, De proe* is nog niet ten einde,
doch bedriegen de verschijnrëlen niet, dan
hebben de ruim tweehonderd assistenten,
een belangrijke bijdrage geleverd tot de
verhooging van onze bodemproductie.
Moge deze jaarbeurs de belangstelling
voor ons werk verhoogen, want deze be
langstelling immers zal leiden tot waardee-
ring van onzen landbouw en den boeren
stand en deze waardeering ook tot nauwere
en betere samenwerking op allerlei gebied
in het economisch leven en tot behoud en
verhooging van de gemeenschappelijke
kracht, aldus besloot ir. Roebroek zijn rede.
DE GROENTENUITVOER NAAR
DUITSCHLAND
Niet meer voor rekening der Ned.
Groenten- en Fruitcentrale
Met ingang van deze week zullen geen
groenten meer naar Duitschland worden
uitgevoerd voor rekening van de Ned.
Groenten- en Fruitcentrale, zoodat de vrije
handel allen export zal moeten verzorgen.
Tegelijkertijd zullen de exporteurs in de
gelegenheid worden gesteld, ook de finan
ciering zelf ter hand te nemen, doordat in
gevolge een besluit van het Ned. Clearing
Instituut geen wachttijden meer zullen voor
komen.
Hierdoor wordt de handel met Duitsch
land weer geheel in handen van de expor
teurs gelegd, hetgeen dus zijn verklaring
vindt in het feit, dat de exporteurs ten ge
volge van het vervallen van de wachttijden
de handen vrijer krijgen.
Inmiddels heeft gedurende het seizoen
de geldende regeling inzake het exportee
ren voor rekening van de Centrale goed
voldaan; groote hoeveelheden groente, met
name tomaten, die in het binnenland geen
afzet vonden, konden in Duitschland wor
den verkocht.
DE NEDERLANDSCHE UNIE.
Plannen voor vorming van een
arbeidsgemeenschap.
In De Unie, het orgaan van de Neder
landsche Unie, worden plannen geopen
baard voor de vorming van een soort on
der-organisatie, genaamd: De arbeidsge
meenschap der Nederlandsche Unie. Wat de
bedoeling hiervan betreft citeeren wij het
volgende:
Deze organisatie zal gekenmerkt worden
door de practische daad. Zij zal van den
grond af opgebouwd worden en beginnen
op de boerderij, in den winkel, op het kan
toor en in de onderneming, waar degenen,
die bij hun dagelijksch werk tezamen arbei
den en by dezen arbeid door plichten en
rechten, doch bovenal door onderlinge ver
antwoordelijkheid hecht verbonden zijn, el
kander iederen dag ontmoeten.
De organisatie begint derhalve by de
eenheid, waar de patroon en het personeel
tezamen arbeiden, in dienst van elkander
en in dienst van ons Volk. In verantwoor
delijkheid voor elkanders bestaan en voor
de vervulling van ieders taak kunnen zij
gezamenlijk toetreden tot de „Arbeidsge
meenschap der Nederlandsche Unie", die
als organisatie hen zal bijstaan om de moei
lijkheden, waarvoor zij gesteld worden, ge
zamenlijk te overwinnen.
De organisatie zal van hen drie dingen
vragen:
1. Zich onderling verbonden te weten in
de bereidheid om tezamen de moeilijkhe
den, welke zich zullen voordoen, tegemoet
te treden en in onderlinge samenwerking
en opoffering dat deel dezer moeilijkheden,
welke tezamen overwonnen kunnen wor
den, gezamenlijk te overwinnen.
2. Plaatselijk of gewestelijk bedrijfsge-
wijze samen te werken, om dat deel der
moeilijkheden, welke hierdoor overwonnen
kunnen worden, gezamenlijk ten overwin-
3. In iedere plaats of gewest een cen
trum te stichten, waar ieder die hulp be
hoeft met raad en daad bijgestaan wordt,
onder inschakeling van alle bestaande in
stanties en vereenigingen, die tot deze sa
menwerking bereid zijn.
Deze Arbeidsgemeenschap, over wier
vorming weldra uitgewerkte organisatori
sche richtlijnen zullen verschijnen, zal in
iedere onderneming en in iedere plaats
waar zy optreedt een levende werkge
meenschap vormen, die, thans in tyden van
nood onder gezamenlijke offers gevormd,
een hechten grondslag zal bieden om een
toekomst van grooter welvaart met eerlijke
arbeidsverhoudingen en een sterk onder
ling vertrouwen tegemoet te treden.
In een gisteravond gehouden bijeen
komst te Delfzijl heeft mr. J. Linthorst Ho-
man de totstandkoming der Nederland
sche Unie beschreven, waarbij hij er sterk
den nadruk op legde, dat de drie aanvoer
ders de Unie hebben opgericht, toen vast
stond, dat andere stappen tot het vormen
van een concentratie definitief waren ge
staakt. De enorme medewerking uit alle
gelederen wijst wel op de juistheid van dit
besluit en tevens op de juistheid van het
programa, dat inderdaad in menig opzicht
verder gaat dan by andere pogingen moge
lijk bleek.
Het beeld is nu zoo, dat zich reeds dui
delijk de wil van honderdduizenden aftee-
kent, op menig gebied tot groote verbete
ringen te komen, waarnaar zy reeds lang
verlangden, doch dat enkele politieke figu
ren daartegenover het waarschuwende ad
vies laten hooren, in deze tijden niets aan
te pakken. Zoo ontstaat scheiding tusschen
hen, die den drempel van den nieuwen tijd