Correspondentie
Corrie v. Niekerk, Z'Woude.
Nou maar Corrie, jij hebt zeer goed je best
gedaan. Het verhaaltje „Loontje komt om
zijn boontje'' is lang niet slecht. Ik zal het
nog eens oewaren en zoodra we wat plaats
over hebben, kom jij aan de beurt. Let
maar eens op! De verjaardag is ingeboekt.
Den 6den October zal de vlag wapperen op
de Miening E 126 en zal in onze verjarings-
ljjst een naam tlezen zijn, die luistert naar
Wie zou ik hier moeten inlasschen,
Corrie? Dag Nichtje! Groeten aan Pa en
Moe, de broertjes en zusjes!
Marietje Vlasveld, Z'W oude.
Dat treft! Daar neb ik twee buurmeisjes, die
van mij een briefje verwachten. Juist!
De geschiedenis van Greetje dat luie
meisje was heel goed beschreven. Zoo
gaat het met die luie kinderen altijd. To
laat op; te laat aan tafel; te laat in school
en let eens op, later ook nog te laat in
den hemel. En dan! Dan vinden ze daar
ook nog de deur op slot en Petrus zal dan
niet open doen. Zoo gaat het, hè Marietje!
De verjaardag heb ik ingeboekt. 13 Nov.
ben ik in den geest bij je. Groet Pa en Moe
en de broertjes en zusjes! De hand voor jou
en je vriendinnetje Corrie!
Gerard Keizer, Zutphen.
Dank voor hartelijk schrijven en bijdragen.
Natuurlijk worden de versjes geplaatst en
ik vlei me reeds de copy te ontvangen van
„Het Mysterie var. de villa"! Dat belooft
heel wat! Gaat alles nog goed? Veel groe
ten ook aan Antje en Jopie. Ontvang zelf
de vyf en succes met het groote ver
haal!
Do ra Kniest, Oegstgeest.
Dank voor hartelijk briefje! Ik vind dit
episteltje zoo leuk, dat ik het als voor
beeld geef, voor de vele onzer lezeresjes
en lezers, die een brief schrijven een zoo'n
moeilijk werk vinden, dat ze er maar niet
aan beginnen. Maar ze vergeten, dat oefe
ning kunst baart en ze zoodoende later
geen behoorlijk briefje kunnen in elkaar
draaien. Wat had ik bij het Sinterklaas
feest eens van de partij willen zijn! En dan
die beteuterde gezichten van de juffrou
wen eens willen zien, toen de twee „ver
misten" terecht waren? Ik ben nog niet in
de Studio geweest, maar ik ga er heen, zoo
gauw er wat rust komt in het land. En nu
te', later maar weer! Groet alle huisgenoo-
ten van me en ik wensch jou nog veel pret
en genoegen in de vacantie. Daag! Dank
voor goede wenschen! Die foto heb ik niet
gevonden. Die verwacht ik nog!
Ad ri van Mil, Groenendijk. -
Ik feliciteer je wel met je overgang naar
de 2e klas. Dat dacht ik trouwens wel; een
jongetje, dat al zoo keurig en netjes schrij
ven kan en mij al -een brief kan sturen, kan
niet dom zijn en zal bij de juffrouw van de
klas of bij mijnheer waar hij bij zit, in een
goed blaadje staan. Als Leo nu ook zoo
goed leert, dan heeft vader dadelijk twee
geleerde jongens in huis. Dat was pech!
Dat nu ook juist zoo'n band moest knappen!
En nu moet je eens laten weten, wanneer
jullie schoolgaande jongens jarig
bent en ook de vriendjes van de klas. Dan
laat ik jullie allen in de lijst der jarigen
opnemen. Dag jongens! Veel groetjes thuis!
Hennie van Zijp, Leiden. Hen-
nie is zes jaar en schrijft me 't volgend
vriefje. Ik laat het hier volgen, omdat ik
het mooi vind. Dan kunnen de andere kin
deern van zes jaar eens kijken, wat Hennie
al kan. Daar is ze!
Lieve oom Wim,
Mag ik ook een brief aan u schrijven? Ik
ben zes jaar en ga naar de tweede klas.
Hoe maakt u het oom, hebt u ook wel
eens vrij-af, net als wij. (Ja Hennie, dik
wijls zelfs! Oom Wim).
We gaan morgen met ons elven naar de
Leidsche Hout; wij nemen onze boterham
men mee, ook een paar ballen en vliegers
voor de jongens. Het zal een fijne dag we
zen, als het nu maar mooi weer is. Komt u
ook met ons spelen oom?
Meer weet ik niet te schrijven.
De groeten van Vader, Moeder, Annie,
Jan, Piet, Frans, Corrie,- Wim, Tini, An-
toon, en uw nichtje Hennie. Dag Oom.
Zoo schrijft Hennie en ze schrijft goed.
Groeten aan alle huisgenooten! Ik geef jou
de hand.
Hierbij zullen we 't laten.
De volgende week gaan we met corres
pondentie door!
Wie een brief schrijft, krijgt een ant
woord terug.
Oom WIM.
De brief van Dora Kriest,
als voorbeeld
Beste Oom Wim,
Nu zal ik u dan maar eindelijk weer
eens iets van me laten hooren. Er is sinds
de laatste brief al zooveel gebeurd, en
toch is het nog niet lang geleden, dat ik u
geschreven heb. We hebben allen vreese-
üjke dagen meegemaakt, welke we nooit
zullen vergeten, doch laten we niet bij de
pakken blijven zitten, en maar flink aan
pakken, want één troost is het, dat O. L.
Heer ons bestuurt, en ons kracht naar
kruis geeft. Het zal heusch wel ergens goed
voor geweest zijn, al is er in die dagen
van ellende maar één zondaar, met de
dood voor oogen, tot inkeer gekomen. Dat
is in Gods oogen meer waard, als alle
rechtvaardige slachtoffers, welke in die
dagen gevallen zijn. Laten wij onze moe
dige jongens, welke hun leven hebben op
geofferd voor hun en ook voor ons va
derland, dagelijks in onze gebeden geden
ken.
Hoe gaat het met u, Oom? Nog goed ge
zond? U wordt ook namens al mijne huis
genooten nog van harte gefeliciteerd met
uw verjaardag, en hoop, dat u héél oud,
rijk en zalig mag worden. Ik ben wel wat
laat met mijn felicitatie Oom, maar het is
toch van harte gemeend. Ik hoop, dat u
het mij niet kwalijk zult nemen.
Heb ik u al eens verteld, hoe wy het
Sinterklaasfeest op school gevierd heb
ben? Het is al wel een poosje geleden,
maar" het was zoo leuk, daarom zal ik
maar denken dat u vol belangstelling naar
mijn „gebazel" wilt luisteren.
Nu dan, Oom, we hadden met elkaar af
gesproken, Sinterklaas moest een keer op
school komen, maar wie moest hem zijn?
Het lot viel op Gre v. Kempen en Jonas
(mijn persoontje). We vonden het wel een
erg eervolle baan, maar waren toch wel
een beetje angstig, hoe onze leeraressen
het op zouden nemen.
Zaterdags voor het feest hadden we al
onze spullen bij elkaar, zooals b.v. Moes
nachtjapon met onderaan kant gezet b.v.
Sinterklaas albe was, en mijn broertjes
voetbaltrui geel-zwart, zwarte Piet's buis
je was. Nee Oom, u had er bij moeten zijn,
toen we vpor het eerst ons pakje aantrok
ken, we hebben een half uur krom ge
staan van het lachen en we elkaar onze
mombakkestoeten toonden.
Eindelijk was dan de bewuste dag aan
gebroken. Met kloppend hart zaten we
's middags op school, want ongemerkt
moesten we de klas uitwippen, wat heusch
niet meeviel, daar de Juffrouw's oogen
overal tegelijk naar keken. Met een vuur-
roode kleur vroeg ik ten laatste of ik m'n
zakdoek mocht gaan halen. Ik verbeeldde
me natuurlijk, dat ze me vreemd aan
keek, maar wat de hoofdzaak was: ik
mocht. Vliegensvlug ging ik de klas uit,
trok m'n jas aan, en sloop naar buiten.
Gré, die ook een smoesje moest verzin
nen om weg te komen, stond al gauw
proestend van het lachen naast me, en
vertelde, dat ze in haar zenuwachtigheid
tweemaal een verkeerde mantel had aan
getrokken. Vlug spoedden we ons naar de
eerste de beste taxiverhuurder, waar we
vreeselyk gelachen hebben, daar we geen
van beiden uit onze woorden konden ko
men. Daarna naar Gré's huis om ons te
kleeden. Precies op den afgesproken tijd
stond de taxi voor, welke ons naar school
bracht. Hoe we daar verwelkomd werden
Oom, het was buitengewoon, maar wat er
intusschen niet afgespeeld was op school!
De juffrouwen waren overal op zoek ge
weest, boven in de kleedkamers, overal en
waren erg ongerust. Niemand wilde iets
zeggen, maar op het laatste begonnen ze
toch wat te begrijpen. Met plechtige hand
drukken en gezangen werden we binnen
gehaald. Terwyl Piet strooide en Sinter
klaas onderwijl informeerde naar de leer
lingen, ook naar de twee welke absent
waren, was het een herrie van jewelste.
Aan de leeraressen werden pakjes met bij
passende versjes overhandigd. Het was
een middag om nooit te vergeten. Ook zijn
we vereeuwigd op de foto, waarvan ik er
hierbij een instuur.
Het is nu vacantie, wat een zalige tijd
is. Ik ben vorige week per fiets naar Sche-
veningen, en deze week naar Hilversum,
nog eens onze mooie K.R.O.-Studie wezen
bezichtigen. Oom als u er nog niet ge
weest ben, moet u er vast eens heengaan,
het is heusch de moeite waard. Nu Oom,
Moe roept mij om te eten, ik hoop dat ik
u niet verveeld heb. Tot de volgende keer,
dan zal ik vertellen hoe ik verder de va
cantie heb doorgebracht. De h. groeten
van ons allen en van my
DORA.
U vraagt?
1. Is de Ooeral de berg tusschen Rus
land en Azië zoo ryk aan ertsen? Welke?
2. Wat is een brisant-granaat?
3. Hoe komt men aan 't woord „buffer"?
4. Wat is een sage?
5. Vader vraagt wat een „privaat-docent
is? Is dat ook een professor"?
Wij antwoorden
7. De ertsrijke Oeral is het middengedeel
te van den bergketen. De woeste Oeral ligt
in 't Noorden; de woudrijke in het Zuiden.
De Oeral vormt een natuurlijke grens met
Siberië, slechts ten deele een politieke, want
de Russische gouvernementen reiken over
den Oeral heen tot in Azië (zie de kaart).
De bodem is zeer rijk. In den Midden-'
Oeral en in de aan de Poolgebieden gren-
zenden Oeral, zijn granietmassa's en schat
ten aan wolfran, nikkel en kobalt; verder
in 't midden is er goudhoudend slib en an
dere voorraden van kostbare metalen en
mineralen, o.a. ijzerertsen, koper, arsenicum
en mangaanertsen, goud, platina, steenko
len, petroleum, asbest, nikkel en magnesit
en zink en nog andere metalen van hooge
waarde en edelgesteenten. Je ziet, de Oeral
bergt schatten in zijn schoot. Het ontginnen
gaat echter met veel moeilijkheden gepaard.
Begonnen werd pas seedrt de dagen van
Katharina H, waaraan de stad Jekaterinen-
burg herinnert. (Zoek die plaats op de
kaart! Deze plaats is 't middelpunt van den
ertsrijken Oeral).
2. Een bom, met hevig werkende spring
lading gevuld.
3. Dat is Engelsch, bet. een veerend stoot
kussen, aan spoorwagens en dergelijke.
4. Een volksoverlevering; een legende.
5. Eigenlijk geen professor, maar heeft
later kans om professor te worden. Hij is
een onbezoldigd leeraar aan een hooge-
school met vergunning om in een bijzonder
vak lessen te geven of voorlezingen te hou
den.
ATTENTIE
In deze rubriek „U vraagt wij ant
woorden" van een paar weken geleden werd
me de vraag gesteld, waar Emmeloord lag.
Hierop antwoordde ik: „ik weet het niet;
ik ken alleen Emmen, dat in Drente ligt
Hierop kreeg ik van de heeren Pommée
uit Haarlem, L. Lemmerman, van Hogen-
dorpsstraat 11, van Cor van Diest, Sassen-
heilm, het juiste antwoord, waarvoor mijn
hartelijken dank.
Nu dan: Emmeloord is de naam van 't
Noordelijk gedeelte van 't eiland Schok
land, zegt de heer Pommée en Cor van
Diest voegt hieraan nog een ander plaatsje
toe: „Ens", terwijl L. Lemmerman het vol-
ende ervan zegt:
„Emmeloord is een gewezen dorp op
Schokland, in de voormalige Zuiderzee.
Schokland is ontvolkt, naar ik van mijn
moeder gehoor», heb, in 1859. Toen waren
op Schokland drie dorpen: op de Zuidpunt
Zindert, in 't midden Ens en aan 't Noor
delijkste punt: Emmeloord. In oude boeken
spreekt men cok nog van „Hemelwaarde".
Nu is er alleen een behoorlijke haven en
woont er een havenmeester (beambte van
het Rijk").
Hiermee zal ons Nichtje, dat die vraag
stelde, wel tevreden zijn, zooals ik dankbaar
ben voor de mü verstrekte inlichtingen.
Oom WIM.
NIEUWE RAADSELS
ingestuurd door NEL SWANEN
1. Hoe oud wordt de maan?
2. Wat kan men niet nat maken?
3. Er liepen drie meisjes op straat, en
de middelste had alleen een paraplu.
Wie werd er nu 't natste?
4. Hoe kan men vier soldaten in één
schoen zetten?
6. Welke munt is niet van metaal?
6. Welk schip vaart nooit?
7. Hoeveel kanten heeft een cirkel?
8. Met welke pen schrijft men nooit?
9. In welke bedden slaapt men niet?
10. Wat zien we overdag nooit?
11. Welke poes vangt geen muizen?
12. Waarom hipt een musch en loopt een
haan?
13; Onder welke regen kan men loopen,
zonder nat te worden?
14. Welke plaats in N. Holland doet
denken aan blazen?
15. Welke man gaat vooruit op zes
voeten?
16. Welke voet heeft geen teenen?
17. Welke vogel kan niet vliegen?
18. Welke katjes miauwen niet?
19. Waar steelt men nooit?
20. Welk deel bezit men niet graag?
De opl. niet opsturen. Deze geeft Nel
de volgende week zelf.
Oom WIM
DE OPLOSSINGEN VAN
VERLEDEN WEEK WAREN:
L Rood geel paars oranje
blauw groen bruin.
II. Cisca Rika Gerarda Olga
Cato Nelly Greta Marie,
in. Piet Freek Leo Wim
Rudolf Jan Dirk Reinier.
IV.' Ooft
last
1 inkt
Olifant fout
j Anna
I neen
thee
Wie zijn jarig
Van 31 Aug. tot en met 6 September
Op 31 Aug.:
Hendrik Harmsen, 2e Haverstraat 71.
Jacob Zandvliet, Duinstr. 36, Oegstgeest.
Frans Broekman, Meidoornstraat 42.
Bernard de Roo, Schoolstraat 6.
Wim van Mil, Garenmarkt 6.
Corrie v. d. Horst, Lokhorstl. 2B, Wmond.
Bep Hoogevrorst, Geerw. 432, Langeraar.
Theo Juffermans, Levendaal 29.
Op 1 Sept.:
Jan Bakker, Weip B 104, Z'woude.
Nellie Lubbe, Wijtenb.weg 20, Oegstgeest.
Jo v. d. Krogt Zuidslootk. 52, Sassenheim.
Rika Borst, Hoogmade B 270.
Jo van Dijk, O. F. weg 24, Bergschenhoek.
Marietje v. d. Burg, Veurscheweg 159,
Voorschoten.
Nelly Werkhoven, v. d. Berg v Heemst.weg
1, Voorhout.
Jeannette Frissen, Melchior TreubL 1.
Suze Koet, Joubertstr. 20a.
Casper Smidt, Munnikenstraat 75.
Piet v d. Plas, Pickéstraat 5, Noordwijk.
Greet v. Kempen, Garenmarkt 30
Cokkie Bos, Rijndijk 'A 396, Hazerswoude.
Agatha Boersma, Boommarkt 1.
Tonia Kortekaas, 's Grav.weg 40. N'hopt
Op 2 Sept:
Jac. Dévilé, Residastraat 16
Corrie Jansen, Pelstraat 11.
Anny Kok, Raadwijkstraat 4, Alphen.
Toos Mentink, Zoeterw,weg 2.
Lucie v. d. Peet, Schoolstr. 122, Voorschoten
Piet van Leeuwen, 3e Poell. 35, Lisse.
Jelly Bekkering, Anna Paulownastraat 34.
Alie Stolwijk, Rietv Hazersw. G 13.
Frans Zijl, Stationsw. 21.
Tine v. d. Ploeg, Rijnegommestr 2a, Zoe-
terwoude.
Op 3 Sept.:
Fransje Hosman, Breestraat 115-.
Catrientje v. d. Vooren, H. Rijndijk 106.
Nico v. d. Krogt, Miening E 132. Z'woude.
Jaap Pitlo, H. Rijndijk 4.
Nel Driessen, Atjehstraat 69.
Frans Langebroek, Aloëlaan 49.
Alida v. d. Slot, 's Grav.weg 63. N.'hout.
Op 4 Sept.:
Henny Meyer, Cobetstraat 9.
Dikkie v. Vegten, Alex.straat 66a.
Jeroen Need, Kooihof 5.
Annige Driessen, Atjehstraat 69.
Cor Kramer, Rijndijk A 78, IFwoude.
Helena v. Frankfoort, Leliestr. 11, Alphen.
Cornelis Nozeman, v. 't Hofstraat 9.
Martinus Bergers, P de la Courtstraat 24.
Op 5 Sept.:
Apolonia Verdegaal, Tespelduin 210, Noord
wij kerhout.
Josina Loomans, D 244, Hazerswoude.
Annie Broekhof, Pasteursstraat 142.
Toos van Kessel, Kerkpl. C 95, Ter Aar.
Henk v. Baarsen, St. Jacobsgr.
Jopie Lek, Groote Brug, Langeraar.
Joost Omtzigt, Wasstraat 21.
Gerrit v. Tol, Noordeinde B 359, Hoogmade.
Adriaan v. d. Meer, Kap.str. 21.
Tineke Winkelmolen, Stadh.laan 30.
Cor Tuynman, B. Schölvinckstr., Warmond.
Op 6 Sept.:
Jopie Vlasveld, Zoeterwoude.
Mien Hoogervorst Geerw. 432, Langeraar.
Corrie van Britsum, Zijlstraat 7.
Rietje Broers, Lege Werfstraat 9a,
Tinie Bos, Hazerswoude A 402.
Ik feliciteer de jarigen.
Wie zijn of haar naam in deze lijst wil
genomen zien, schrijve me minstens 14 da
gen vóór den verjaardag. Zoo* ook, wie bij
't verlaten der school van deze lijst wil af
gevoerd worden of wie verandert van
woonplaats, straat of huisnummer of wie in
de lijst een fout ontdekt.
OOM WIM.
(Voor de kleinen).
JANTJE EN ZIJN VLIEGER
door Tante Marie.
Jantje heeft zijn zin gekregen;
Hij kreeg een vlieger van zijn moe.
Nu zal hij eens laten kijken,
Of hij vlieg'ren kan en hoe!
Waar dat vliegen moet gebeuren,
Daar hééft ie nog niet aan gedacht.
Maar, dat is van later zorgen:
Want eerst 'n vlieger: Jantje lacht!
Pa zal wel 'n plekje weten,
Waar hij wel lekker op zal gaan.
Dan zal 't zoo gebeurd zyn,
En zal zijn moe verstomd gaan staan.
Paatje weet 'n keurig plekje:
Een grasveld achter vaders hof.
Daar zal 't wonder gaan gebeuren:
Ei, kijk eens, is dat nu geen bof?
ÏÏloedeïl maoUte cadeau
(Slot).
HL
Gelukkig had vadier hem het Zowdag-
sdhe stuivertje nog niet gegeven. 'Dat was
zoo de gewoonte van vader, waarop Jan
dan ook altijd rekende en meende hierop
recht te hébben. Jan liep naar die kanier
en daar zaten vader en moeder samen te
lezen.
„Dag, vader! Dag moeder", zei Jam.
„Dag jongen!"
„O, je komt zeker je centen halen, hé
Jan? Dat dacht ik wel, er heeft iemandi
weer zin in suikertjes en drop?"
Foei, wat schaamde Jan zich, het schaam
rood sloeg hem maar de ooren!
Hier kereltje, héb je vijf centen, en geef
de meisjes ook heur centen; „kom, roep ze
maar, even", zei moeder,dan gaan we
samen koffie drinken."
Moeder zag zijn verwarring!
En Jan ging niet naar de snoepvrouw,
die Zondag, hij voelde zich rijk en geluk
kig! Toen hij die Donderdag daarop naar
school ging, vond hij een stelletje sleutels
op straat; een eindje verder zag hij een
heer loopen zoeken en 'hij er op af.
„Mijnheer zoekt u soms sleutels?"
„Ja, jongen, heb jij soms die gevon
den?!"
„Kij'k mijnheer," zei Jan' en haalde de
bos uit z'n zak. „Ja, dat zijn ze, ik dank je
wel hoor!" Nee wacht even jongen; hier
dit is voor jouw en daar 'kreeg hij een
kwartje. Hij had wel kunnen zingen van
plezier, en fluitende ging hij naar school
toe. Hé, hoe fijn dacht Jan! Nu kan ik todh
een cadeau voor moeder koopen. Toen de
school uit was, zag Jan z'n zusjes niet en
daarom liep hij maar alleen naar huis.
„Dag moe," riep hij al in de gang.
„Ben jij daar al jongen," sprak z'n moe
der?
„Ja moe, en is Anna en Leen al thuis?"
O ja, maar wat of die toch hebben ik weet
het niet; ze hebben tegenwoordig zoo'n
haast, en loopen bijna regelrecht door haar
'kamertje.
„O, dat weet ik wel moeder, maar dat
zeg ik niet, hoor. Niet boos zijn, later ziet
u het wel!"
Ja moeder vermoedde wel wat en dacht
wat een schatten toch!
Zoo was eindelijk de heerlijke dag ge
komen, en de kinderen lagen te lachen en
zingen in bed, en ze hoorden Jan in z'n
kleine kamer fluiten, dat 't 'n lust was.
Nou, zei Annie, straks zal hij wel anders
kijken, als moeder van ons wat krijgt en
van hem natuurlijk niets.
Zeg Leni, ik geloof warempel dat Jan al
weggaat, ik heb z'n deux hooren dicht
gaan.
Ja, dat is zoo! Nu hoor ik hem ook, erv
ja, dat was ook zoo op z'n teenen ging
Jan de gang door en liep heel zachtjes
naar de deur, ontsloot die en liep de
straat op.
Buiten gekomen zette hij de sport er in
en ging naar.... een bloemenwinkel en
kocht een prachtig bouquet bloemen voor
z'n moeder. Onder 't naar huis gaan, zei
hij bij z'n eigen: „voor die dertig cent had)
ik ook een heeleboel lekkere stukken
chocolade gehad." Zou moeder 'beneden
zijn, daoht hij. Maar ja, net als hij dacht.
Vader, moeder en de zusjes waren in de
kamer en hij hoorde hoe moeder de zusjes
prees voor die mooie dingetjes.
„Dag moe, hartelijk gefeliciteerd hoor en
kij'k eens hier!"
„Wat is dat, nau lieve jongen! Héb je
dat gekocht voor mij, hé en daar schoten
die verraderlijke tronen in haar oogen!
„O, jongen! wat doe je me hier een ple
zier mee!" „Hoe heb je dat gedaan, Jan?"
zei Leni. Ja Leni, dat verklap ik niet, maar
dit vergat ik moeder, kijk en een verfrom
meld papiertje kwam uit z'n zak te voor
schijn en moeder las: „Heusch, ik zal nooit
meer m'n geld versnoepen." En dat zijn
ouders blij waren, begrijpt jullie wel.
Toen de kinderen naar school waren,
zei moeder tegen haar man die even van
kantoor naar huis kwam om een kopje
koffie te drinken, ooh wat vind ik dat toch
een mooi kleedje en kussen die de kinde
ren gemaakt hébben, maar toch is dat
mooie bouquet bloemen, m'n mooiste ca
deau.
En Jan dacht hé wat is dat heerlijk! Dat
gezicht van moeder vergat hij nooit, nee,
dat wou ik niet graag ruilen voor een
pond bonbons.
Pa zal meegaan, moet ge weten,
Met deze hulp is Jan gered.
En daar staat ie in drie tellen
Parmantig, fier, nu opgelet!
Jan is danig in z'n nopjes,
En heeft 'n schik voor duizend man,
Neen, er is geen and're vlieger,
Die zóó kan staan, als die van Jan.
Als hy strakjes komt bij moeder,
Vertelt hy wis de honderd uit
Want, er is geen mooi're vlieger.
Dan die van Jan, de kleine guit!