Correspondentie Corrie v. Niekerk, Z'Woude. Nou maar Corrie, jij hebt zeer goed je best gedaan. Het verhaaltje „Loontje komt om zijn boontje'' is lang niet slecht. Ik zal het nog eens oewaren en zoodra we wat plaats over hebben, kom jij aan de beurt. Let maar eens op! De verjaardag is ingeboekt. Den 6den October zal de vlag wapperen op de Miening E 126 en zal in onze verjarings- ljjst een naam tlezen zijn, die luistert naar Wie zou ik hier moeten inlasschen, Corrie? Dag Nichtje! Groeten aan Pa en Moe, de broertjes en zusjes! Marietje Vlasveld, Z'W oude. Dat treft! Daar neb ik twee buurmeisjes, die van mij een briefje verwachten. Juist! De geschiedenis van Greetje dat luie meisje was heel goed beschreven. Zoo gaat het met die luie kinderen altijd. To laat op; te laat aan tafel; te laat in school en let eens op, later ook nog te laat in den hemel. En dan! Dan vinden ze daar ook nog de deur op slot en Petrus zal dan niet open doen. Zoo gaat het, hè Marietje! De verjaardag heb ik ingeboekt. 13 Nov. ben ik in den geest bij je. Groet Pa en Moe en de broertjes en zusjes! De hand voor jou en je vriendinnetje Corrie! Gerard Keizer, Zutphen. Dank voor hartelijk schrijven en bijdragen. Natuurlijk worden de versjes geplaatst en ik vlei me reeds de copy te ontvangen van „Het Mysterie var. de villa"! Dat belooft heel wat! Gaat alles nog goed? Veel groe ten ook aan Antje en Jopie. Ontvang zelf de vyf en succes met het groote ver haal! Do ra Kniest, Oegstgeest. Dank voor hartelijk briefje! Ik vind dit episteltje zoo leuk, dat ik het als voor beeld geef, voor de vele onzer lezeresjes en lezers, die een brief schrijven een zoo'n moeilijk werk vinden, dat ze er maar niet aan beginnen. Maar ze vergeten, dat oefe ning kunst baart en ze zoodoende later geen behoorlijk briefje kunnen in elkaar draaien. Wat had ik bij het Sinterklaas feest eens van de partij willen zijn! En dan die beteuterde gezichten van de juffrou wen eens willen zien, toen de twee „ver misten" terecht waren? Ik ben nog niet in de Studio geweest, maar ik ga er heen, zoo gauw er wat rust komt in het land. En nu te', later maar weer! Groet alle huisgenoo- ten van me en ik wensch jou nog veel pret en genoegen in de vacantie. Daag! Dank voor goede wenschen! Die foto heb ik niet gevonden. Die verwacht ik nog! Ad ri van Mil, Groenendijk. - Ik feliciteer je wel met je overgang naar de 2e klas. Dat dacht ik trouwens wel; een jongetje, dat al zoo keurig en netjes schrij ven kan en mij al -een brief kan sturen, kan niet dom zijn en zal bij de juffrouw van de klas of bij mijnheer waar hij bij zit, in een goed blaadje staan. Als Leo nu ook zoo goed leert, dan heeft vader dadelijk twee geleerde jongens in huis. Dat was pech! Dat nu ook juist zoo'n band moest knappen! En nu moet je eens laten weten, wanneer jullie schoolgaande jongens jarig bent en ook de vriendjes van de klas. Dan laat ik jullie allen in de lijst der jarigen opnemen. Dag jongens! Veel groetjes thuis! Hennie van Zijp, Leiden. Hen- nie is zes jaar en schrijft me 't volgend vriefje. Ik laat het hier volgen, omdat ik het mooi vind. Dan kunnen de andere kin deern van zes jaar eens kijken, wat Hennie al kan. Daar is ze! Lieve oom Wim, Mag ik ook een brief aan u schrijven? Ik ben zes jaar en ga naar de tweede klas. Hoe maakt u het oom, hebt u ook wel eens vrij-af, net als wij. (Ja Hennie, dik wijls zelfs! Oom Wim). We gaan morgen met ons elven naar de Leidsche Hout; wij nemen onze boterham men mee, ook een paar ballen en vliegers voor de jongens. Het zal een fijne dag we zen, als het nu maar mooi weer is. Komt u ook met ons spelen oom? Meer weet ik niet te schrijven. De groeten van Vader, Moeder, Annie, Jan, Piet, Frans, Corrie,- Wim, Tini, An- toon, en uw nichtje Hennie. Dag Oom. Zoo schrijft Hennie en ze schrijft goed. Groeten aan alle huisgenooten! Ik geef jou de hand. Hierbij zullen we 't laten. De volgende week gaan we met corres pondentie door! Wie een brief schrijft, krijgt een ant woord terug. Oom WIM. De brief van Dora Kriest, als voorbeeld Beste Oom Wim, Nu zal ik u dan maar eindelijk weer eens iets van me laten hooren. Er is sinds de laatste brief al zooveel gebeurd, en toch is het nog niet lang geleden, dat ik u geschreven heb. We hebben allen vreese- üjke dagen meegemaakt, welke we nooit zullen vergeten, doch laten we niet bij de pakken blijven zitten, en maar flink aan pakken, want één troost is het, dat O. L. Heer ons bestuurt, en ons kracht naar kruis geeft. Het zal heusch wel ergens goed voor geweest zijn, al is er in die dagen van ellende maar één zondaar, met de dood voor oogen, tot inkeer gekomen. Dat is in Gods oogen meer waard, als alle rechtvaardige slachtoffers, welke in die dagen gevallen zijn. Laten wij onze moe dige jongens, welke hun leven hebben op geofferd voor hun en ook voor ons va derland, dagelijks in onze gebeden geden ken. Hoe gaat het met u, Oom? Nog goed ge zond? U wordt ook namens al mijne huis genooten nog van harte gefeliciteerd met uw verjaardag, en hoop, dat u héél oud, rijk en zalig mag worden. Ik ben wel wat laat met mijn felicitatie Oom, maar het is toch van harte gemeend. Ik hoop, dat u het mij niet kwalijk zult nemen. Heb ik u al eens verteld, hoe wy het Sinterklaasfeest op school gevierd heb ben? Het is al wel een poosje geleden, maar" het was zoo leuk, daarom zal ik maar denken dat u vol belangstelling naar mijn „gebazel" wilt luisteren. Nu dan, Oom, we hadden met elkaar af gesproken, Sinterklaas moest een keer op school komen, maar wie moest hem zijn? Het lot viel op Gre v. Kempen en Jonas (mijn persoontje). We vonden het wel een erg eervolle baan, maar waren toch wel een beetje angstig, hoe onze leeraressen het op zouden nemen. Zaterdags voor het feest hadden we al onze spullen bij elkaar, zooals b.v. Moes nachtjapon met onderaan kant gezet b.v. Sinterklaas albe was, en mijn broertjes voetbaltrui geel-zwart, zwarte Piet's buis je was. Nee Oom, u had er bij moeten zijn, toen we vpor het eerst ons pakje aantrok ken, we hebben een half uur krom ge staan van het lachen en we elkaar onze mombakkestoeten toonden. Eindelijk was dan de bewuste dag aan gebroken. Met kloppend hart zaten we 's middags op school, want ongemerkt moesten we de klas uitwippen, wat heusch niet meeviel, daar de Juffrouw's oogen overal tegelijk naar keken. Met een vuur- roode kleur vroeg ik ten laatste of ik m'n zakdoek mocht gaan halen. Ik verbeeldde me natuurlijk, dat ze me vreemd aan keek, maar wat de hoofdzaak was: ik mocht. Vliegensvlug ging ik de klas uit, trok m'n jas aan, en sloop naar buiten. Gré, die ook een smoesje moest verzin nen om weg te komen, stond al gauw proestend van het lachen naast me, en vertelde, dat ze in haar zenuwachtigheid tweemaal een verkeerde mantel had aan getrokken. Vlug spoedden we ons naar de eerste de beste taxiverhuurder, waar we vreeselyk gelachen hebben, daar we geen van beiden uit onze woorden konden ko men. Daarna naar Gré's huis om ons te kleeden. Precies op den afgesproken tijd stond de taxi voor, welke ons naar school bracht. Hoe we daar verwelkomd werden Oom, het was buitengewoon, maar wat er intusschen niet afgespeeld was op school! De juffrouwen waren overal op zoek ge weest, boven in de kleedkamers, overal en waren erg ongerust. Niemand wilde iets zeggen, maar op het laatste begonnen ze toch wat te begrijpen. Met plechtige hand drukken en gezangen werden we binnen gehaald. Terwyl Piet strooide en Sinter klaas onderwijl informeerde naar de leer lingen, ook naar de twee welke absent waren, was het een herrie van jewelste. Aan de leeraressen werden pakjes met bij passende versjes overhandigd. Het was een middag om nooit te vergeten. Ook zijn we vereeuwigd op de foto, waarvan ik er hierbij een instuur. Het is nu vacantie, wat een zalige tijd is. Ik ben vorige week per fiets naar Sche- veningen, en deze week naar Hilversum, nog eens onze mooie K.R.O.-Studie wezen bezichtigen. Oom als u er nog niet ge weest ben, moet u er vast eens heengaan, het is heusch de moeite waard. Nu Oom, Moe roept mij om te eten, ik hoop dat ik u niet verveeld heb. Tot de volgende keer, dan zal ik vertellen hoe ik verder de va cantie heb doorgebracht. De h. groeten van ons allen en van my DORA. U vraagt? 1. Is de Ooeral de berg tusschen Rus land en Azië zoo ryk aan ertsen? Welke? 2. Wat is een brisant-granaat? 3. Hoe komt men aan 't woord „buffer"? 4. Wat is een sage? 5. Vader vraagt wat een „privaat-docent is? Is dat ook een professor"? Wij antwoorden 7. De ertsrijke Oeral is het middengedeel te van den bergketen. De woeste Oeral ligt in 't Noorden; de woudrijke in het Zuiden. De Oeral vormt een natuurlijke grens met Siberië, slechts ten deele een politieke, want de Russische gouvernementen reiken over den Oeral heen tot in Azië (zie de kaart). De bodem is zeer rijk. In den Midden-' Oeral en in de aan de Poolgebieden gren- zenden Oeral, zijn granietmassa's en schat ten aan wolfran, nikkel en kobalt; verder in 't midden is er goudhoudend slib en an dere voorraden van kostbare metalen en mineralen, o.a. ijzerertsen, koper, arsenicum en mangaanertsen, goud, platina, steenko len, petroleum, asbest, nikkel en magnesit en zink en nog andere metalen van hooge waarde en edelgesteenten. Je ziet, de Oeral bergt schatten in zijn schoot. Het ontginnen gaat echter met veel moeilijkheden gepaard. Begonnen werd pas seedrt de dagen van Katharina H, waaraan de stad Jekaterinen- burg herinnert. (Zoek die plaats op de kaart! Deze plaats is 't middelpunt van den ertsrijken Oeral). 2. Een bom, met hevig werkende spring lading gevuld. 3. Dat is Engelsch, bet. een veerend stoot kussen, aan spoorwagens en dergelijke. 4. Een volksoverlevering; een legende. 5. Eigenlijk geen professor, maar heeft later kans om professor te worden. Hij is een onbezoldigd leeraar aan een hooge- school met vergunning om in een bijzonder vak lessen te geven of voorlezingen te hou den. ATTENTIE In deze rubriek „U vraagt wij ant woorden" van een paar weken geleden werd me de vraag gesteld, waar Emmeloord lag. Hierop antwoordde ik: „ik weet het niet; ik ken alleen Emmen, dat in Drente ligt Hierop kreeg ik van de heeren Pommée uit Haarlem, L. Lemmerman, van Hogen- dorpsstraat 11, van Cor van Diest, Sassen- heilm, het juiste antwoord, waarvoor mijn hartelijken dank. Nu dan: Emmeloord is de naam van 't Noordelijk gedeelte van 't eiland Schok land, zegt de heer Pommée en Cor van Diest voegt hieraan nog een ander plaatsje toe: „Ens", terwijl L. Lemmerman het vol- ende ervan zegt: „Emmeloord is een gewezen dorp op Schokland, in de voormalige Zuiderzee. Schokland is ontvolkt, naar ik van mijn moeder gehoor», heb, in 1859. Toen waren op Schokland drie dorpen: op de Zuidpunt Zindert, in 't midden Ens en aan 't Noor delijkste punt: Emmeloord. In oude boeken spreekt men cok nog van „Hemelwaarde". Nu is er alleen een behoorlijke haven en woont er een havenmeester (beambte van het Rijk"). Hiermee zal ons Nichtje, dat die vraag stelde, wel tevreden zijn, zooals ik dankbaar ben voor de mü verstrekte inlichtingen. Oom WIM. NIEUWE RAADSELS ingestuurd door NEL SWANEN 1. Hoe oud wordt de maan? 2. Wat kan men niet nat maken? 3. Er liepen drie meisjes op straat, en de middelste had alleen een paraplu. Wie werd er nu 't natste? 4. Hoe kan men vier soldaten in één schoen zetten? 6. Welke munt is niet van metaal? 6. Welk schip vaart nooit? 7. Hoeveel kanten heeft een cirkel? 8. Met welke pen schrijft men nooit? 9. In welke bedden slaapt men niet? 10. Wat zien we overdag nooit? 11. Welke poes vangt geen muizen? 12. Waarom hipt een musch en loopt een haan? 13; Onder welke regen kan men loopen, zonder nat te worden? 14. Welke plaats in N. Holland doet denken aan blazen? 15. Welke man gaat vooruit op zes voeten? 16. Welke voet heeft geen teenen? 17. Welke vogel kan niet vliegen? 18. Welke katjes miauwen niet? 19. Waar steelt men nooit? 20. Welk deel bezit men niet graag? De opl. niet opsturen. Deze geeft Nel de volgende week zelf. Oom WIM DE OPLOSSINGEN VAN VERLEDEN WEEK WAREN: L Rood geel paars oranje blauw groen bruin. II. Cisca Rika Gerarda Olga Cato Nelly Greta Marie, in. Piet Freek Leo Wim Rudolf Jan Dirk Reinier. IV.' Ooft last 1 inkt Olifant fout j Anna I neen thee Wie zijn jarig Van 31 Aug. tot en met 6 September Op 31 Aug.: Hendrik Harmsen, 2e Haverstraat 71. Jacob Zandvliet, Duinstr. 36, Oegstgeest. Frans Broekman, Meidoornstraat 42. Bernard de Roo, Schoolstraat 6. Wim van Mil, Garenmarkt 6. Corrie v. d. Horst, Lokhorstl. 2B, Wmond. Bep Hoogevrorst, Geerw. 432, Langeraar. Theo Juffermans, Levendaal 29. Op 1 Sept.: Jan Bakker, Weip B 104, Z'woude. Nellie Lubbe, Wijtenb.weg 20, Oegstgeest. Jo v. d. Krogt Zuidslootk. 52, Sassenheim. Rika Borst, Hoogmade B 270. Jo van Dijk, O. F. weg 24, Bergschenhoek. Marietje v. d. Burg, Veurscheweg 159, Voorschoten. Nelly Werkhoven, v. d. Berg v Heemst.weg 1, Voorhout. Jeannette Frissen, Melchior TreubL 1. Suze Koet, Joubertstr. 20a. Casper Smidt, Munnikenstraat 75. Piet v d. Plas, Pickéstraat 5, Noordwijk. Greet v. Kempen, Garenmarkt 30 Cokkie Bos, Rijndijk 'A 396, Hazerswoude. Agatha Boersma, Boommarkt 1. Tonia Kortekaas, 's Grav.weg 40. N'hopt Op 2 Sept: Jac. Dévilé, Residastraat 16 Corrie Jansen, Pelstraat 11. Anny Kok, Raadwijkstraat 4, Alphen. Toos Mentink, Zoeterw,weg 2. Lucie v. d. Peet, Schoolstr. 122, Voorschoten Piet van Leeuwen, 3e Poell. 35, Lisse. Jelly Bekkering, Anna Paulownastraat 34. Alie Stolwijk, Rietv Hazersw. G 13. Frans Zijl, Stationsw. 21. Tine v. d. Ploeg, Rijnegommestr 2a, Zoe- terwoude. Op 3 Sept.: Fransje Hosman, Breestraat 115-. Catrientje v. d. Vooren, H. Rijndijk 106. Nico v. d. Krogt, Miening E 132. Z'woude. Jaap Pitlo, H. Rijndijk 4. Nel Driessen, Atjehstraat 69. Frans Langebroek, Aloëlaan 49. Alida v. d. Slot, 's Grav.weg 63. N.'hout. Op 4 Sept.: Henny Meyer, Cobetstraat 9. Dikkie v. Vegten, Alex.straat 66a. Jeroen Need, Kooihof 5. Annige Driessen, Atjehstraat 69. Cor Kramer, Rijndijk A 78, IFwoude. Helena v. Frankfoort, Leliestr. 11, Alphen. Cornelis Nozeman, v. 't Hofstraat 9. Martinus Bergers, P de la Courtstraat 24. Op 5 Sept.: Apolonia Verdegaal, Tespelduin 210, Noord wij kerhout. Josina Loomans, D 244, Hazerswoude. Annie Broekhof, Pasteursstraat 142. Toos van Kessel, Kerkpl. C 95, Ter Aar. Henk v. Baarsen, St. Jacobsgr. Jopie Lek, Groote Brug, Langeraar. Joost Omtzigt, Wasstraat 21. Gerrit v. Tol, Noordeinde B 359, Hoogmade. Adriaan v. d. Meer, Kap.str. 21. Tineke Winkelmolen, Stadh.laan 30. Cor Tuynman, B. Schölvinckstr., Warmond. Op 6 Sept.: Jopie Vlasveld, Zoeterwoude. Mien Hoogervorst Geerw. 432, Langeraar. Corrie van Britsum, Zijlstraat 7. Rietje Broers, Lege Werfstraat 9a, Tinie Bos, Hazerswoude A 402. Ik feliciteer de jarigen. Wie zijn of haar naam in deze lijst wil genomen zien, schrijve me minstens 14 da gen vóór den verjaardag. Zoo* ook, wie bij 't verlaten der school van deze lijst wil af gevoerd worden of wie verandert van woonplaats, straat of huisnummer of wie in de lijst een fout ontdekt. OOM WIM. (Voor de kleinen). JANTJE EN ZIJN VLIEGER door Tante Marie. Jantje heeft zijn zin gekregen; Hij kreeg een vlieger van zijn moe. Nu zal hij eens laten kijken, Of hij vlieg'ren kan en hoe! Waar dat vliegen moet gebeuren, Daar hééft ie nog niet aan gedacht. Maar, dat is van later zorgen: Want eerst 'n vlieger: Jantje lacht! Pa zal wel 'n plekje weten, Waar hij wel lekker op zal gaan. Dan zal 't zoo gebeurd zyn, En zal zijn moe verstomd gaan staan. Paatje weet 'n keurig plekje: Een grasveld achter vaders hof. Daar zal 't wonder gaan gebeuren: Ei, kijk eens, is dat nu geen bof? ÏÏloedeïl maoUte cadeau (Slot). HL Gelukkig had vadier hem het Zowdag- sdhe stuivertje nog niet gegeven. 'Dat was zoo de gewoonte van vader, waarop Jan dan ook altijd rekende en meende hierop recht te hébben. Jan liep naar die kanier en daar zaten vader en moeder samen te lezen. „Dag, vader! Dag moeder", zei Jam. „Dag jongen!" „O, je komt zeker je centen halen, hé Jan? Dat dacht ik wel, er heeft iemandi weer zin in suikertjes en drop?" Foei, wat schaamde Jan zich, het schaam rood sloeg hem maar de ooren! Hier kereltje, héb je vijf centen, en geef de meisjes ook heur centen; „kom, roep ze maar, even", zei moeder,dan gaan we samen koffie drinken." Moeder zag zijn verwarring! En Jan ging niet naar de snoepvrouw, die Zondag, hij voelde zich rijk en geluk kig! Toen hij die Donderdag daarop naar school ging, vond hij een stelletje sleutels op straat; een eindje verder zag hij een heer loopen zoeken en 'hij er op af. „Mijnheer zoekt u soms sleutels?" „Ja, jongen, heb jij soms die gevon den?!" „Kij'k mijnheer," zei Jan' en haalde de bos uit z'n zak. „Ja, dat zijn ze, ik dank je wel hoor!" Nee wacht even jongen; hier dit is voor jouw en daar 'kreeg hij een kwartje. Hij had wel kunnen zingen van plezier, en fluitende ging hij naar school toe. Hé, hoe fijn dacht Jan! Nu kan ik todh een cadeau voor moeder koopen. Toen de school uit was, zag Jan z'n zusjes niet en daarom liep hij maar alleen naar huis. „Dag moe," riep hij al in de gang. „Ben jij daar al jongen," sprak z'n moe der? „Ja moe, en is Anna en Leen al thuis?" O ja, maar wat of die toch hebben ik weet het niet; ze hebben tegenwoordig zoo'n haast, en loopen bijna regelrecht door haar 'kamertje. „O, dat weet ik wel moeder, maar dat zeg ik niet, hoor. Niet boos zijn, later ziet u het wel!" Ja moeder vermoedde wel wat en dacht wat een schatten toch! Zoo was eindelijk de heerlijke dag ge komen, en de kinderen lagen te lachen en zingen in bed, en ze hoorden Jan in z'n kleine kamer fluiten, dat 't 'n lust was. Nou, zei Annie, straks zal hij wel anders kijken, als moeder van ons wat krijgt en van hem natuurlijk niets. Zeg Leni, ik geloof warempel dat Jan al weggaat, ik heb z'n deux hooren dicht gaan. Ja, dat is zoo! Nu hoor ik hem ook, erv ja, dat was ook zoo op z'n teenen ging Jan de gang door en liep heel zachtjes naar de deur, ontsloot die en liep de straat op. Buiten gekomen zette hij de sport er in en ging naar.... een bloemenwinkel en kocht een prachtig bouquet bloemen voor z'n moeder. Onder 't naar huis gaan, zei hij bij z'n eigen: „voor die dertig cent had) ik ook een heeleboel lekkere stukken chocolade gehad." Zou moeder 'beneden zijn, daoht hij. Maar ja, net als hij dacht. Vader, moeder en de zusjes waren in de kamer en hij hoorde hoe moeder de zusjes prees voor die mooie dingetjes. „Dag moe, hartelijk gefeliciteerd hoor en kij'k eens hier!" „Wat is dat, nau lieve jongen! Héb je dat gekocht voor mij, hé en daar schoten die verraderlijke tronen in haar oogen! „O, jongen! wat doe je me hier een ple zier mee!" „Hoe heb je dat gedaan, Jan?" zei Leni. Ja Leni, dat verklap ik niet, maar dit vergat ik moeder, kijk en een verfrom meld papiertje kwam uit z'n zak te voor schijn en moeder las: „Heusch, ik zal nooit meer m'n geld versnoepen." En dat zijn ouders blij waren, begrijpt jullie wel. Toen de kinderen naar school waren, zei moeder tegen haar man die even van kantoor naar huis kwam om een kopje koffie te drinken, ooh wat vind ik dat toch een mooi kleedje en kussen die de kinde ren gemaakt hébben, maar toch is dat mooie bouquet bloemen, m'n mooiste ca deau. En Jan dacht hé wat is dat heerlijk! Dat gezicht van moeder vergat hij nooit, nee, dat wou ik niet graag ruilen voor een pond bonbons. Pa zal meegaan, moet ge weten, Met deze hulp is Jan gered. En daar staat ie in drie tellen Parmantig, fier, nu opgelet! Jan is danig in z'n nopjes, En heeft 'n schik voor duizend man, Neen, er is geen and're vlieger, Die zóó kan staan, als die van Jan. Als hy strakjes komt bij moeder, Vertelt hy wis de honderd uit Want, er is geen mooi're vlieger. Dan die van Jan, de kleine guit!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1940 | | pagina 10