INRICHTING EN SAMENSTELLING
OPBOUWDIENST
ZATERDAG 17 AUGUSTUS 1940
31ste Jaargang No. 9722
Bureaux Papengracht 32.
Telefoon: Redactie 20015, Administratie 20935. DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Giro 103003. Postbus 11.
van den
Wie van dezen dienst deel uitmaken
Dll ntimmer beslaat uil vljt
bladen, w.o. geïllustreerd
Zondagsblad.
Y De Nederlandsche Unie
In het jongste nummer van „Boeping"
wijdt de hoofdredacteur Gerax-d Knuvélder
een zeer waardeerende beschouwing aan de
Nederlandsche Unie. Wij ontleenen hieraan
het volgende:
„Het is volstrekt onjuist te beweren, dat
het driemanschap van de Nederlandsche
Unie wil handhaven wat gisteren was; veel
van wat gisteren was, verwerpt het zeer
nadrukkelijk, maar zeer veel van wat vóór
honderd jaar was, wil het handhaven, name
lijk al datgene wat aan werkelijk goeds
leeft in de traditie van het Nederlandsche
volk. Het behoort tot de kortzichtigheid van
sommige aspirant-dictatoren alles wat voor
10 Mei in Nederland bestond als verwerpe
lijk voor te stellen. Dit is kortzichtig, het
is dom. Het groote, het immense verschil
tusschen het Italië van voor Mussolini en
het Duitschland van voor Hitier eenerzijds
en het Nederland van voor 10 Mei ander
zijds is: dat in beide eerstgenoemde staten
de eer der natie te herstellen viel en ver
kommerde volken uit een noodtoestand
moesten worden opgeheven, terwijl Neder
land, verhoudingsgewijs, een rijk, welva
rend, goedgeordend en goedbestuurd land
was, welks nationale eer door het verdrag
van Versailles geenszins was gekrenkt.
Men behoeft het dan ook in Nederland niet
voor te stellen, alsof dit land uit een staat
van diep verval zou moeten worden opge
heven: in tal van opzichten, sociaal, econo
misch en cultureel kan ons land ten voor
beeld dienen aan andere, naar ook de Deut
sche Zeitung in den Niederlanden volmon
dig erkende. Uiteraard hebben degenen die
den toestand van Nedexdand als corrupt
voorstellen een gemakkelijker spel dan de
genen die de realiteit als uitgangspunt na
men: deze laatsten kunnen niet met vlam
mende leuzen en driftige proclamaties voor
den dag komen, zij willen reëel blijven. Het
is deze realiteitszin die klaarblijkelijk het
N.ederlandsche volk gepakt heeft, maar
meer nog. naar het mij voorkomt, het feit
dat hier drie mannen van erkende verdien
ste bereid blijken krachtens eigen gezag
niet ontleend aan een volksvertegenwoor
diging dus handelend op te treden. In
dien men instinctief één ding gevoeld heeft,
is het geweest, dat het volk geregeerd moet
worden, maar op Nederlandsche wijze. In
een volstrekte noodtoestand is zelfs in Ne
derland de dictatuur niet onbekend; zij is
bij tijd en wijle Willem den Zwijger opge
dragen geweest. Er is echter in dit opzicht
van een noodtoestand geexx sprake. Er is
een regeerder in den persoon van Dr. Seyss
In quart. Het is klaarblijkelijk de opinie van
het Nederlandsche volk, dat het beter bij
den rijkscommissaris gepresenteerd kan zijn
door drie bekwame mannen („drie weten
meer dan één") dan door één, opdat Ne
derland geregeerd kan worden door den be
zetter, dié overleg pleegt met het drieman
schap, aan hetwelk hij diverse taken zal
kunnen delegeeren. Geen mensch kaxi voor
zeggen, hoe de ontwikkeling der gebeurte
nissen zal zijn na den verhoopten vrede;
maar het zal in elk geval noodig zijn, dat
een instantie de taak van den bezetter vol
ledig kan overnemen, zoodra deze naar
suggestie van den rijkscommissaris in zijn
belangrijke rede van 26 Juli Nederland
uit eigen kracht zal laten medewex-ken aan
den opbouw van een nieuw Europa. Deze
instantie zal het driemanschap kunnen zijn.
Het is ook mogelijk de geschiedenis kent
meer voorbeelden dat uit het drieman
schap zich ten slotte een eenhoofdige lei
ding ontwikkelt; dit alles zijn bijzaken.
Hoofdzaak is dat het Nederlandsche volk op
waardige wijze bij den bezetter gepresen
teerd kan worden door bekwame mannen,
Deze hoofdzakelijke eisch schijnt door het
driemanschap vervuld te kunnen worden".
Wij hebben deze beschouwing gaarne ge
citeerd, omdat de gedachten, daarin uitge
drukt, weer 'ns op een andere manier zeg
gen, wat wij in ons blad reeds herhaal
delijk hebben gezegd.
De geestesgesteldheid, de ty-
peerende geestesgesteldheid, waardoor de
Nederlandsche Unie zich onderscheidt van
andere eenheidsbewegingen, is: dat zij het
goede oude wil handhaven.
„Dat het Nederlandsche volk op waardige
De staatscourant van gisteravond bevat
de volgende verordening van den waarne-
menden secretaris-generaal van het depar
tement van algemeene zaken, betreffende
de inrichting en samenstelling van den Ne-
derlandschen Opbouwdienst.
Hoofdstuk I. Leden van den Neder-
landschen Opbouwdienst
Artikel 1. Van den opbouwdienst maken
deel uit:
1. Het geheele x-eserve- en dienstplichtige
personeel van de voormalige Nederlandsche
land- en zeemacht, dat zich op den 14den
Juli 1940 in werkelijken dienst bevond, met
uitzondering van de reserve-officieren
2. de werklooze reserve- en dienstplichti
ge onderofficieren, korporaals en manschap
pen van d$ reserve van de Nederlandsche
land- en zeemacht, die sinds 15 Mei 1940
met groot verlof zijn gegaan, indien zij een
verzoek indienen om in den opbouwdienst
opgenomen te worden en op het oogenblik,
dat het verzoek wordt ingediend, nog zon
der werk zijn.
Artikel 2. (1). Op verzoek kunnen in
den opbouwdienst bij wijze van proef wor
den opgenomen:
1. beroepsofficieren en onderofficieren
alsmede reserve-officieren van de Neder
landsche land- en zeemacht;
2. beroeps-korporaals en -manschappen
van de Nederlandsche land- en zeemacht,
voorzoover zij den leeftijd van 35 jaar nog
niet overschreden hebben:
3. iedere andere mannelijke Nedefland-
sche onderdaan van onbesproken gedrag,
die het 19de levensjaar heeft volbracht en
tot lichamelijken arbeid in staat is.
2. De in de eerste alinea genoemde per
sonen kunnen drie maanden na hun opne
ming in den opbouwdienst daarin blijvend
worden opgenomen.
Artikel 3. Zij, die deel uitmaken van den
Opbouwdienst, kunnen daaruit ontslagen
worden;
1. indien zij voor den dienst niet meer
bruikbaar zijn.
2. op eigen verzoek, indien zij daarbij be
wijs kunnen overleggen, dat zij in het be
zette Nederlandsche gebied of in het Duit-
sche rijk werk hebben gevonden;
3. op voorstel van een arbeidsbeurs.
Hoofdstuk 2. Rechtspositie van hen, die
deel uitmaken van den Nederlandschen
Opbouwdienst
Artikel 4. (1) Wat betreft de aanspx*a-
ken van hen, die deel uitmaken van den
Opbouwdienst, op bezoldiging, voeding,
huisvesting, geneeskundige verzorging,
De Rijksmiddelen over Juli
OPBRENGST RUIM 4 A TON BOVEN DE
RAMING.
De opbrengst der Rijksmiddelen over
Juli 1940 was 38.009.128.90; dit is ruim
4H tooi boven de raming, zijnidie
37.541.666.68.
De opbrengst der middelen bedroeg in
Juli 1939 50.026.196,93. De opbrengst
over de eerste zeven maanden van 1940
was 249.682.919.26 (v.j. 274.026.010.11),
zijnde 13.108.747.50 -beneden de ramiing,
welke 262.791.666.76 bedraagt.
De inkomsten ten bate van het Gemeen
tefonds waren tot en met Juli 1940 van de
gemeentefondsbelasting 69.8 millioen en
van de opoenten vermogensbelasting 5.9
anillioen voor den dienst 1939/40 (raming
resp. 63 millioen en 6 millioen) en
voor den dienst 1940/41 x^esp. 14.6 mil
lioen en 1.2 millioen (raming resp. 65
en ff 5.7 millioen).
De motoiTij tuigenbelasting bracht over
Jhili 1940 1.541.817 op (de raming voor
een maand is ruim 2 mi llcen) en de rij
wielbelasting 1.723.357, waarbij men
dient te bedenken, dat Juli de" maand van
de nieuwe rij wiielbelastingmertoen plegt te
zijn.
Over de eerste zeven maanden van 1940
bracht de motorrijtuigenbelasting 10.7
millioen, de rijwielbelasting 5.4 millioen
ten bate van het Veikeersfonds op.
wijze bij den bezetter gepx*esenteerd kan
worden door bekwame mannen" is een
feit, dat ook wij op bijzonder hooge waar
de schatten en als een „hoofdzaak" be
schouwen, indien wij de beteekenis van de
Nederlandsche Unie gaan waardeeren.
schadeloosstelling, arbeids ver zekering (in-
validiteits- en ongevallenwet)kostwinners
vergoeding, gelden de desbetreffende voor
schriften van de Nederlandsche land- en
zeemacht. Dit zelfde is van toepassing op
leveringen of andere prestaties van de bur
gerbevolking ten behoeve van den Opbouw
dienst en op hieruit voortspruitende vorde
ringen, een en ander als bedoeld in de In-
kwartieringswet.
2. Het bepaalde in den eersten zin van de
vorige alinea van dit artikel geldt ook voor
hen, die op grond van een privaatrechtelijke
overeenkomst (arbeidscontract) bij de ad
ministratie van den Opbouwdienst werk
zaam zijn, voor zoover bij deze overeen
komst niet anders is bepaald.
Hoofdstuk 3. Bevoegdheden van de leiding
Artikel 5. De commandant van den Ne
derlandschen Opbouwdienst:
1. is belast met de bevelvoering en de
handhaving der discipline ten aanzien van
allen die deel uitmaken van den Nederland
schen opbouwdienst en leidt de vorming en
opleiding van het personeel van den Op
bouwdienst; hij vaardigt een reglement uit
betreffende de organisatie en de discipline;
2. is verantwoordelijk voor de ox-ganisatie
van den arbeid en de goede uitvoering van
de door den Nederlandschen Opbouwdienst
uit te voeren werken;
3. beslist over plaatsing en indeeling in
den Opbouwdienst overeenkomstig art. 2;
4. beschikt over het ontslag uit den Op
bouwdienst overeenkomstig art. 3;
5. is belast met het toezicht op de medi
sche en hygiënische behandeling van hen,
die deel uitmaken van den Opbouwdienst;
6. voorziet in de huisvesting en verple
ging van de leden van den Opbouwdienst
alsmede in de verschaffing van inrichtin
gen, gereedschappen en materialen, die
noodig zijn voor de uitvoering der werken
en houdt toezicht op het onderhoud en de
verdeeling daarvan.
Artikel 6. Het hoofd van de administratie
van den Nederlandschen Opbouwdienst:
1. staat aan het hoofd van allen, die bij
het administratieve bestuur van den Op
bouwdienst werkzaam zijn;
2. ontwerpt de door den wnd. secretaris
generaal van het ministerie van algemeene
zaken op grond van art. 4 van de verorde
ning no. 71/1940 van den Rijkscommissaris
voor het bezette Nederlandsche gebied uit
te vaardigen voorschriften
3. houdt toezicht op de uitvoering van de
op grond van art. 3 van de verordening no.
71/1940 van den Rijkscommissaris voor het
bezette Nederlandsche gebied vastgestelde
jaarlijksche begrooting;
4. heeft de leiding van het archief van
den Nedexdandschen Opbouwdienst.
Artikel 7. Deze verordening treedt op
den dag van haar afkondiging in werking,
met terugwerkende kracht tot 15 Juli 1940.
Verhooging post en
telefoon tarieven
VOOR BRIEFKAARTEN EN VOOR
BRIEVEN VAN LAAG GEWICHT.
Naar wij uit betrouwbare bron verne
men, wordt ingaandie Dinsdag 20 Augustus,
een verhooging van het briefport inge
voerd, zoowel voor het plaatselijk verkeer
als voor het geheele l-arnd.
Brieven met een gewicht tot en met 20
gram zullen dam moeten worden gefran
keerd met 5 cent in het locale verkeer, wat
dus beteekant een verhooging met twee
cent, terwijl overigens 'bij dit géwicht een
brief van een 7)4 cents-postzegel moet-
worden voorzien (tot nog toe 5 cent).
Voor zwaardere brieven wordt het
porto;
IA oent van 20 t/m 100 gram in locaal
verkeer;
10 cent van 20 t/m 200 gram in het in
ter locale verkeer (is tot op heden ook zoo).
Bij hooger gewicht blijft het porto zooals
het hans geld.
Briefkaarten': Locaal verkeer 4 oent
(was 2 cent); interlocaal verkeer 5 cent
(was 3 cent).
Dezer diagem meldden wij reeds, diat een
gesprek in het locale telefoonverkeer, in
gaande 1 September, kost 3 oent per drie
minuten.
Voor het interlocale verkeer worden de
tarieven voor een gesprek van drie minu
ten:
In de le zone van 010 K.M. 6 cent.
In de 2e zone van 1015 K.M. 15 cent.
In de 3e zone van 1525 K.M. 30 cent.
In de 4e zone van 2535 K.M. 45 cent.
In de 5e zone van. boven 35 K.M. 60 cent.
MINDER KOEIEN, MINDER
MELK
300.000 KOEIEN VERDWIJNEN.
Eenigen tijd geleden is medegedeeld,
dat o.a. de rundveestapel zal wordien
ingekrompen.
Volgens den Vee- en Vleeschhandel
houdt men er rekening mee, dat het
aantal koeien vóór den winter zal wor
den ingekrompen met 300.000 stuks, die
ten deele zullen worden geconsumeerd,
ten deele geëxporteerd.
Ter persconferentie werd onlangs
medegedeeld, dat de melkproductie met
ongeveer een milliard liter (20 pet) zal
wordien verxninderd'.
V
WAT ANDERE BLADEN
SCHRIJVEN
DE GEMEENTEN NIET VERGETEN!
In het maandblad De Gemeente
raad, uitgave van de Federatie van Bon
den en Centrales van R.K. Gemeente
raadsleden in Nederland, betoogt dr. C.
van H(aren), dat de Nederlandsche Unie
niet zal slagen, indien zij het eigen
staatkundig leven der plaatselijke ge
meenschappen niet in haar idee en stre
ven weet mede te sleepen.
„De Unie mag niet alleen uit nood
geboren' worden. En ook een Manifest
kan haar niet tot stand brengen. Zij
kan er alleen zijn, indien het volk het
wil en zich naar haar grondregelen ge
draagt. Zij moet worden geschraagd en
over talrijke kernen moet zij kunnen
beschikken. In eiken gemeenteraad zien
wij zulk een kern. Niet alleen door het
wex'k, dat het raadslid in de raadsver
gadering verricht. 'Maar door zijn ge-
heelen persoon, door zijn activiteit in
de gemeente zijner inwoning toone hij
zich een echten vertegenwoordiger van
de ingezetenen, waard om vertrouwens
man te zijn. In het verleden wist men
soms niet waar de grens liep tusschen
gedragsdrager en onderdanen. Daar
door werd het al moeilijker om ook dan
aan het gezag te gehoorzamen, wan
neer men het er niet mede eens was.
Het was alsof de grenzen van het ge
zag overeenkomstig de leer der volks-
souvex-einiteit, bij stemming door de
gezagsonderdanen moesten worden af
gebakend. Vanzelf vervaagde daardoor
de grens en werd het: „alle-gezag-komt-
van-God" tot een onbegrijpelijke for
mule.
Hoeveel gemakkelijker zal het zijn, in
dien de volksvertegenwoordiger weer
het aanzien herwint, dat hem toekomen
moet, wil hij mede tot het uitoefenen
van gezag, geroepen zijn. Het moeten
de eersten, de waardigsten, niet de
rijksten, niet de geleerdsten zijn. De
eersten, bereid om te dienen, de waar
digsten, niet te herkennen zooals Ho-
man schrijft aan hun hoogen hoed
of plechtige kleedij, maar aan hun hart
en hun verbondenheid met het volk".
VOLKSHOOGESCHOOL
In verband met reeds eer verschenen be
richten omtrent plannen tot oprichting van
een volkshoogeschool in Nederland kan
thans worden medegedeeld, dat inderdaad
het plan bestaat om nog dit jaar een aan
vang te maken met het volkshoogeschool-
werk in Noord- en Zuid-Holland.
Om dezen opzet te verwezenlijken is een
voorloopig bestuur gevormd, dat bestaat uit
den heer H. G. W. van der Wielen, mej.
C. C. Wilbrenninck, de heeren A. Visser
en ir. Linesch, een vertegenwoordiger der
Nederlandsche studentenfederatie en mr. M.
M. van Poll, secretaris. Voorts is een voor-
loopige raad van toezicht en advies samen
gesteld, waarin vooraanstaande pex-sonen
uit verschillende kringen zitting hebben
genomen.
Hieraan kan nog worden toegevoegd, dat
de gemeenteraad van Reeuwijk aan ge
noemd bestuur een terrein van 0.75 H.A.
heeft aangeboden. Omtrent de keuze van
het terrein is nog geen besluit genomen.
KRO-REPORTAGES
In afwijking van het gepubliceerde pro
gramma zal de KRO Maandagavond 19 Aug.
om kwart vóór negen, een reportage ver
zorgen van den liefdadigheidssportdag en
den nood-viex-daagsche, welke te Nijmegen
gehouden worden.
Beide evenementen staan in verband met
de tentoonstelling, welke op de Heilige
Landstichting gehouden wordt en die ge
wijd is aan de katholieke cultureele en so
ciale arbeid.
fJianientjc
HET KALE COLLEGIUM
Het Leidsoh Studentencorps noemt
zich: Collegium Civitatis Academicae
Lugcluno-Batavae Supremum. Dat
zou men niet zeggen, als men de
heertjes op zomersche dagen op het
houten plankier voor hun Soos biertjes
ziet hijschen. Maar misschien doen zij
dit niet meer, als zij over eenigen tijd
hier zullen terugkeeren om van de
vacantie uit te rusten. Dat zou een
goede noot zijn voor de studeerende
jeugd. Dat Collegium Civitatis Acade
micae Lugduno-Batavae Supremum
doet officeel in een advertentie kond,
dat men zich als lid kan aanmelden.
Maar indien U daar lust toe gevoelt,
zult U moeten bewijzen, dat U het
collegegeld heeft voldaan. Dat is dus
in orde. Zooals het nette burgers be
taamt.
Maar verderop staat, dat het Colle
gium Civitatis Academicae Lugduno-
Batavae Supremujn heeft afgezien van
het kaalknippen.
Ik kan mij zoo voorstellen, dat het
afzien van deze oude en oneérbied-
waardige traditie het oude en
eerbiedwaardige collegium niet licht
zal zijn gevallen.
Ik wil trachten haar de smart hier
over te verlichten.
Het hoogwaardig Collegium weet
wellicht niet, dat wij leven in geheel
nieuwe tijden. En het is wel schoon
vast te houden aan oude tradities,
maar het is nog schooner volkomen
verouderde dingen moedig aan den
nieuwen tijd aan te passen.
Dit laatste zou zelfs voor het Colle
gium Civitatis Academicae Lugduno-
Batavae Supremum nog zoo gek niet
zijn.
Maar het is op den goeden weg. De
nieuwe leden worden alvast niet kaal
geknipt.
V
HET LUISTERVERBOD NAAR
BUITENLANDSCHE ZENDERS.
Zware straffen in Duitschland.
Niettegenstaande herhaaldelijk er op ge
wezen is, dat men niet naar buitenland-
sche zendex*s mag luisteren, zijn er toch
nog tal van lieden die zich aan dit nadruk
kelijke verbod niet storen. Zij stellen zich
daarbij bloot aan zeer zware straffen. Men
schijnt dit gevaar te onderschatten en
daarom werd van Duitsche zijde medege
deeld, welke straffen onlangs in Duitsch
land zijn opgelegd aan menschen die tegen
dit verbod hebben gezondigd.
Zoo heeft het Sondergericht te Klagen-
furt aan een schuldige 3 jaar tuchthuisstraf
opgelegd en aan zijn vrouw 15 maanden
tuchthuis. Nog twee andere beklaagden
werden eveneens tot 2 jaar tuchthuis ver
oordeeld. In een ander geval werd 3 jaar
tuchthuis opgelegd met 3 jaar eerverlies.
Te Essen werd een gelijke straf, dus ook
met 3 jaren eerverlies, opgelegd aan
iemand, die in de. eetzaal van het vrijge-
zellenhuis de radio op Londen had aange
zet en zelfs waarschuwingen van zijn ka-
me: aden in den wind had geslagen. In een
ander geval werd een gelijke straf opge
legd aan iemand die een eigen ontvangtoe
stel had gebouwd speciaal met de bedoeling
naar buitenlandsche zenders te luisteren.
Ter verdediging had hij aangewend, dat hij
meende heer en rpeester in eigen huis te
zijn. De oorlogstijd, zoo werd hem tegen
geworpen, heeft dat geheel veranderd. Men
mag in oorlogstijd zich niet verzetten te
gen de wetten en maatregelen die noodig
zijii voor de nationale solidariteit en daar
mee houdt het heer en meester zijn in
eigen huis eveneens op.
Het zal zeer nuttig zijn, indien men hier
te lande bedenkt dat geconstateerde over
tredingen zeker niet zachtzinniger behan
deld zullen worden. „Hbld."
CENTRAAL BUREAU VAN GROENTEN-
EN FRUITVERWEKENDE
INDUSTRIEëN.
Naar wij vernemen is de'zer dagen opge
richt een Centraal Bureau van Groenten-
en Fruitverwerkende Industrieën.
Deze organisatie stelt zich ten doel het
'bevorderen van contact tusschen alle tak
ken van industrie, welke groenten of fruit
verduurzamen of daaruit voediings- en ge
notmiddelen vervaardigen, 'het behartigen
van de gemeenschappelijke belangen van
deze takken van industrie en het vertegen
woordigen van deze industrieën bij de be
spreking van gemeenschappelijke belangen
met de autoriteiten.
Tot voorzitter is benoemd de heer R. A.
M. J. J. Jansen te Breda, terwijl als secre
taris-penningmeester optreedt mr. F. J. J.
Trapman, Breestraat 81 te Leiden.