Herhaalde luchtgevechten
96 Britsche vlieg
tuigen vernietigd
Uit Frankrijk
Albanië-Grieken-
land
Amerikaansch-
Russische
besprekingen
Wilt U Kip eten?
RECHTZAKEN
WUENSÜAG 14 AUGUSTUS 1940
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD - PAG. 5
£eti teawddag. uoax Quite,che Cucfitutapen
DE DAG VAN GISTEREN.
Nadat gisteren reeds den geheelen och
tend de strijd boven Engeland had ge
woed, zetten de Duitschers in de middag
uren hun aanvallen voort, waarbij zich
weer hevige luchtgevechten boven de
Zuidkust van Engeland ontwikkelden.
Volgens de jongste mededeelingen be
draagt het aantal der gisteren neergescho
ten of vernielde Engelsche vliegtuigen 96.
Van deze toestellen werden er
50 bij luchtgevechten boven het Britsche
eiland en boven het Kanaal neergehaald;
30 werden er op Engelsche vliegvelden
vernield, terwijl er
16 bij een aanval op de Deensche stad
Aalborg omlaag werden geschoten.
Dit is tot dusverre het grootste succes,
dat het Duitsche luchtwapen bij zijn op
treden tegen de Britsche vliegers op één
enkelen dag kon behalen.
De Duitsche verliezen bedragen 24 vlieg
tuigen. Hiervan werden reeds vijf leden
van bemanningen gered.
STRIJD BIJ DOVER EN BOVEN
KANAAL.
Het D.N.B. meldde, dat zich in de mid
daguren van '13 Augustus weer hevige
luchtgevechten boven de Zuidkust van
Engeland hebben ontwikkeld. In luchtge
vechten bij Dover en boven Het Kanaal
werden 19 Spitfire- en 8 Hurricane-vlieg-
tuigen neergeschoten. De Duitschers verlo
ren in deze gevechten 8 Messerschmitts.
Bij een aanval op het Britsche vliegveld
Eastchurch hebben Duitsche bommenwer
pers gisteren 6 hangars volkomen vernield,
verblijven in vlammen doen opgaan en
zware luchtdoel^atterij en buitengevecht
gesteld.
Zware bomtreffers op olietanks veroor
zaakten branden, die van verre zichtbaar
waren. Tien Spitfires werden op den be-
ganen grond vernield. Bovendien werden
12 versperringsballons neergeschoten. Zij
kwamen brandend neer.
Op twee groote bewapende koopvaardij
schepen werden zware bomtreffers waar
genomen. Boven de Theemsmonding heeft,
hetzelfde eskader nog een Spitfire neer
gehaald.
Intusschen duurden de luchtgevechten
boven de Zuidkust van Engeland voort.
Steeds maar weer vlogen nieuwe forma
ties Duitsche gevechtsvliegtuigen en duik
bommenwerpers op de Engelsche kust
aan.
De Duitsche eskaders bommenwerpers,
die in gesloten formaties op groote hoog
te naderen, worden bijna zonder uitzonde
ring door Messerschmitt-vliegtuigen, die
ze moeten beschermen, begeleid. In een
grooten boog zwermen ze rond de bom
menwerpers, maken het den vijand onmo
gelijk hen lastig te vallen en slaan bres
sen in den vijandelijken verdedigingsmuur.
Tot dusver is nog geen enkele maal ge
zien, dat een Duitsche formatie bommen
werpers voordat zij haar doel had bereikt
door de Engelschen tot omkeeren werd ge
dwongen. De aanvalslust der Engelsche
jachtvliegers. die op het Spitfire-type vlie
gen, is sinds gisteren sterk teruggeloopen.
DE AANVALLEN OP AALBORG.
Na den eersten aanval op de stad Aal-
borg in Denemarken, waarbij, zooals reeds
gemeld, elf Britsche vliegtuigen door het
Duitsche luchtafweergeschut en jagers
werden neergeschoten, naderden de En
gelsche aanvallers korten tijd later voor
de tweede maal de stad. Deze tweede aan
val werd uitgevoerd door elf vliegtuigen,
waarvan er vijf werden neergeschoten.
Derhalve zijn van de 23 vliegtuigen, die
Aalborg hebben willen aanvallen, er zes
tien neergehaald.
Het blijkt verder, dat aan de luchtge
vechten boven Aalborg van Duitsche zijde
slechts achte Messerschmitt-jagers hebben
deelgenomen. Het feit, dat bij deze aan
vallen zestien Britsche toestellen konden
worden neergehaald, bewijst onweerleg
baar de superioriteit van de Duitsche Mes
serschmitts en de groote prestaties van de
Duitsche vliegers.
Er zijn, naar het Deensche Telegraaf-
agentschap mededeelt, eenige Denen ge
wond. Een der zwaargewonden is gister
middag bezweken. Verder zijn door een
paar bommen, die op een veld in de nabij
heid van de stad vielen, eenige paarden
en koeien gedood. Overigens is geen scha
de aangericht.
DUITSCHE AANVALLEN OP
BRITSCHE VLIEGVELDEN.
Het vliegveld van Detling is, naar het
D.N.B. verneemt, gisteren het doel geweest
van hevige Duitsche bomaanvallen. Twee
groote hangars werden vernield en een in
aanbouw zijnde hangar werd door vol
treffers verwoest. Werkplaatsen en schuil-
gelegenheden kregen tal van treffers, zoo
dat de muren op verscheidene plaatsen zijn
ingestort.
Een deel der vliegtuigen, die voor en
tusschen de hangars stonden, is vernield.
Het aantal jachtvliegtuigen, dat op dit
vliegveld vernield werd, bedraagt meer
dan twintig. Een deel der machines is ver
brand.
Er braken verscheidene branden uit en
tal van treffers kwamen neer op hangar en
gebouwen. De terreinen gelijken een
trechterveld. De werkplaatsen en schuil-
gelegenheden aan den rand van de vlieg
velden zijn gedeeltelijk ingestort.
Onder de vele vliegvelden in Engeland,
welke gisteren door de Duitsche lucht
macht zijn aangevallen, bevinden zich ook
de luchthavens van Odiham en Farns-
borough. Op deze vliegvelden hebben de
bommen bijzonder goed doel getroffen.
TWEE BRITSCHE MIJNENVEGERS
GEZONKEN.
De Britsche admiraliteit deelt mede, dat
de mijnenvegers „Tamarisk'' en „Pyrope"
bij een vijandelijken luchtaanval zoo groo
te beschadigingen hebben opgeloopen, dat
zij gezonken zijn.
HET OPPERSTE GERECHTSHOF
TE RIOM.
Naar uit Vichy wordt gemeld, is het op
perste staatsgerechtshof gistermiddag te
Riom bijeen gekomen voor een tweede zit
ting, waarin de aanklacht wegens het in
gevaar brengen van de veiligheid van den
staat is voorgelezen. De procureur-gene
raal heeft betoogd, dat uit documenten en
andere bewijsstukken onweerlegbaar is ge
bleken, 1. dat ministers, vroegere ministers
en hun onmiddellijke ondergeschikten van
hun functies misbruik hebben gemaakt in
verband met daden, die hebben geleid tot
de verandering van den vredestoestand in
den oorlogstoestand met alle gevolgens
daarvan; 2. dat aanslagen tegen de veilig
heid en daarmee in verband staande mis
daden en overtredingen zijn gepleegd door
personen, die betrokken zijn bij eerstge
noemde handelingen.
De procureur-generaal heeft een vervol
ging ingesteld tegen de onder 1. en 2. ge
noemde personen en heeft de goedkeuring
van de volmachten tot een gerechtelijke
vervolging dezer personen aan de orde ge
steld. Na een kort beraad heeft het staats
gerechtshof aan het verzoek van den pro
cureur-generaal gevolg gegeven en heeft
zijn plaatsvervangende voorzitters, alsme
de twee raadsheeren van het Hof van cas
satie belast met het onderzoek van de in
aanklacht vervatte beschuldigingen.
EEN RADIOREDE VAN MAARSCHALK
PETAIN
Maarschalk Pétain heeft Dinsdagavond
voor de Fransche radio een rede gehouden,
waarin hij een uiteenzetting gaf van de
maatregelen, welke zijn regeering sinds
net aanvaarden van het bewind genomen
heeft. Hij verzocht de Franschen te beden
ken voor welke moeilijkheder de regee-
nng staat, welke voortvloeien uit den oor
log of aan de zelfde oorzaken te wijten
zijn. dia tot het ongeluk van Frankrijk
gel-'id Y ebben.
Pél am constateerde, dat „van boven tot
naar beneden" stap voor stap een revolutie
wordt doorgezet en dat de storende ele
menten zouden worden achterhaald en uit
geroeid. Aan het einde van zijn betoog
richtte Pétain zich tot de bevolking van
Parijs en van de bezette gebieden. Hij
noemde Parijs het hart en het brein van
Frankrijk en den natuurlijken zetel der
regeering. Inzake de kwestie van den te
rugkeer der Fransche regeering naar Pa
rijs deelde hy mede, dat de verhuizing der
Fransche regeering naar Parijs om techni
sche redenen en wegens gebrek aan be
paalde voorwaarden nog niet mogelijk is.
De toespraak van den maarschalk ein
digde met een algemeenen oproep tot de
Franschen, hun plicht te doen en vertrou
wen te hebben.
DE MOORD OP DEN ALBANEESCHEN
PATRIOT.
Onder het opschrift „Gerechtigheid voor
Albanië, vergeefsche poging van Grieken
land om den moord op den patriot Daut
Hoggia te rechtvaardigen" verklaart de
„Giornale d'Italia":
De regeering te Athene probeert zich
door een lange en kronkelige nota van
haar schuld schoon te wasschen. Daug.
Hoggia, zoo betoogt het semi-officieele or
gaan, is een ware patriot en werd door
alle fiere Albaneescbe stammen geëerd.
Jarenlang heeft hij met gevaar voor zijn
leven aan alle nationale vrijheids- en on-
afhankelijksheidsbewegingen deelgenomen.
De jeugdige sluipmoordenaars zijn twee
Grieksche en geen Albaneesche nomaden.
Sinds geruim en tijd is van hen bekend,
dat zij door de Grieksche politiek betaald
worden.
Het Atheensohe persbureau kan het zich
besparen er op te wijzen, dat de Grieksche
regeering de onafhankelijkheid van Alba
nië en zijn grenzen eerbiedigt. Italië heeft
tallooze bewijzen in handen, welke van het
tegendeel blijk geven. Sinds de eerste da
gen van de Italiaansche deelneming aan
den oorlog heeft Griekenland zijn ontbin
dende actie aan de grens van Albanië ver
scherpt. Van het 'begin af heeft het zich
door zijn gebied en zijn kust ter be
schikking van het Britsdie opperbevel
gesteld. De minister van buitenlandsche
zaken graaf Ciano heeft in een van
zijn redevoeringen 'helder en duidelijk
gezegd, dat de grenzen van Albanië
en de verdediging daarvan een heiligen
plicht vormen voor Italië. In dit beslissen
de uur van de Europeesche geschiedenis
kunnen dergelijke laakbare fouten, ais
Griekenland zich veroorlooft, niet geduld
worden.
HOGGIA VERGIFTIGD.
Voorts meldt de „Giornale d'Italia" uit
Tirana, dat alles er op wijst, dat het hier
een complot betrof, dat tot in onderdee-
len methodisch was voorbereid. Hoggia is
in een huis van een zoogenaamden Alba
nees vastgehouden. Daar heeft men hem
spijzen aangeboden. Naar uit alles blijkt,
zijn deze spijzen vergiftigd geweest Toen
Hoggia het huis verliet werd hij overval
len door een plotselinge slaperigheid en
voelde hij zioh onwel, wat hem dwong on
der een boom aan de kant van dien weg
te rusten. Hier is hij door de beide Griek
sche sluipmoordenaars, die hem waren ge
volgd., overvallen. Met een enkelen bijl
slag werd hem dan het hoofd afgehouwen.
Het moet echter worden aangenomenn, dat
Hoggia op dat 'oogenJblik reeds aan het
hem toegediende vergif was overleden.
Hierop wijst ook het feit, dat de bijlslag
geen bloeidingien had veroorzaakt
OVER REGELING VAN PROBLEMEN
WELKE BEIDEN NATIES AANGAAN.
De Amerikaansche onderstaatssecretaris
van Buitenlandsche Zaken, Summer Wel
les, heeft medegedeeld, dat hij in de afge-
loopen dagen twee conferenties heeft ge
had met den gezant dier Sovjet Unie
Oumansky.
Hij zal deze besprekingen voortzetten in
de hoop op een bevredigende regeling dier
problemen, welke de beidie naties raken.
Ten aanzien van de Russische nota, welke
de ontbinding verlangt van de diplomatie
ke en consulaire vertegenwoordigingen in
de Oostaee-staten, verklaarde Welles, dat
een antwoord van de regeering der Ver
een igde Staten binnenkort zal volgen.
Buitenlandsche Berichten
SPOORWEGONGELUK TE BURMA.
Op ongeveer 120 mijl ten Noorden van
Rangoon is een expresstrein ontspoord.
Vier menschen kwamen om het leven, vier
werden ernstig en 17 lichtgewond.
BOTSING TUSSCHEN ZWITSERSCHE
VLIEGTUIGEN.
De staf van het Zwitsersche leger deelt
mede, dat Dinsdag in de nabijheid van
Emmenbruecke twee lesvliegtuigen met
elkander in botsing zijn gekomen. De toe
stellen stortten neer. Een der bestuurders
kwam om het leven, de andere is zwaar
gewond.
HET VLIEGTUIGONGELUK BIJ
CANBERRA.
De drie hooge Australische persoonlijk
heden, die bij het vliegongeluk nabij Can
berra om het leven zijn gekomen, bevon
den zich, naar te Londen verluidt, op weg
naar een kabinetszitting in Canberra. Het
vliegtuig is in de nabijheid van het vlieg
veld van Canberra neergestort. Het is vol
komen uitgebrand.
De verongelukten zijn de Australische
minister van luchtvaart, de minister van
landsverdediging, de president van den
uitvoerenden raad, de chef van den gene-
ralen staf, diens adjudant, een secretaris
en vier leden der bemanning.
In aansluiting op het bericht van de En
gelsche radio wijdde de Britsche minister
voor de Dominions persoonlijk eenige
woorden aan de nagedachtenis van de om
het leven gekomenen. Hij wees er daarbij
op, dat het verlies van deze leidende per
soonlijkheden voor de Britsche defensie
een zwaar verlies beteekent.
AARDSCHOK IN JAPAN.
Het centrale meteorologisch observato
rium te Tokio heeft medegedeeld, dat van
nacht om 00 37 uur in West-Japan, voor
namelijk in Noord-Sjimane en West-Tot
tori een hevige aardbeving is gevoeld. De
bevolking heeft de huizen verlaten. Tot-
dusverre is nog geen melding gemaakt van
materieele schade. Het epicentrum ligt op
60 kilometer ten Noordwesten van Himi-
saki.
BOSCHBRANDEN IN CALIFORNIA
De wouden van Zuid-Californië, die ten
gevolge van de aanhoudende hitte geheel
zijn uitgedroogd, worden thans door om
vangrijke boschbranden geteisterd. Tever
geefs pogen 2500 mannen van den arbeids
dienst, boschwachters en burgers deze
branden te bestrijden. De grootste brand
woedt op 30 K.M. van Santa Barbara in
het nationale park, Los Padres, waar reeds
8000 morgen bosch alsmede talrijke zo
merhuizen zijn verwoest.
NOODWEER IN SPANJE
Boven verscheidene provincies van
Spanje heeft zich gisteren een hevig on
weer voorgedaan gepaard gaande met he
vige regens en hagel. Veel vee werd door
den bliksem gedood. De beken, die door
de langdurige droogte bijna geheel droog
waren, zwollen zoo sterk op, dat zij buiten
de oevers traden en voornamelijk in Jean
en Navarra aanzienlijke schade aanricht
ten. In het plaatsje Caparrose werd een
persoon door den bliksem getroffen en ge
dood.
INDIANEN VALLEN OLIEVELD AAN.
De boortorens te Catatumbo (Columbia)
van de Amerikaansche petroleummaat-
schappij „Columbian Petroleum" zijn door
Indianen overvallen. Het personeel moest
zich met bommen verdedigen. Een werk
baas werd door de Indianen gedood. Bij
dergelijke overvallen, die in de laatste
jaren herhaaldelijk zijn voorgekomen, zijn
tot dusver 10 blanken gedood en 40 ge
wond.
FIJNE BRAADKUIKENS 851.00
POELARDES mals en vet1.75
SOEP en BRAADKIPPEN ....■- 1.25
ZWARE KIPPEN1.50-2,00
DE BRUYN POELIER
HOOGEWOERD 72 TELEFOON 25031
HAAGSCHE RECHTBANK
De strijd om een kind
Vandaag heeft de president der Haag-
sche Rechtbank uitspraak gedaan in het
kort geding tusschen de families S. en van
der W., betreffende de baby, die op 10 Mei
na den bominslag in de Bethlehem-kliniek
te 'sGravenhage in ontvangst is genomen
door de familie van der W., doch waarom
trent de familie S. beweert, dat de baby
haar kind is. Zooals men weet, heeft de
president onlangs een tusschenvonnis ge
wezen en daarbij deskundig onderzoek
gelast ten aanzien van bloedgroepen en
vingerafdrukken, welk onderzoek geen po
sitief resultaat opleverde. Daarna werd
voor de tweede maal in deze zaak gepleit.
Het vonnis van den president was zeer
uitvoerig geargumenteerd en de voorle
zing daarvan duurde bijna een half uur.
De president heeft op grond van de tal
rijke getuigenverklaringen bevolen de af
gifte van het kind aan de familie S. en dit
vonnis uitvoerbaar verklaar bij voorraad.
Nadier meldt men ons:
In zijn vonnis heeft de president der
reohtbank o.m. overwogen, dat de eischenes
(fam. S.) in haar bewijs, dat 't haar eigen
kind is, dat ten huize van de fam. van der
W. vertoeft, geslaagd is. Twee verpleeg
sters van zaal 8, die het zoontje van mevr.
S. voortdurend hebben gebaad en vender
in handen gehad, hebben het kind daarna
herkend als dat van mevr. S. Alle jongens
van zaal 8, op het kind van mevr. S. na,
zjjn dadelijk door de respectievelijke moe
ders meegenomen of nog den zelfden dag
bij de moeders teruggekeerd. De president
heeft op grond van getuigenverklaringen
geen voldoende gewicht toegekend aan het
betoog van gedaagde's raadsman, omtrent
de door hem genoemde objectieve kenmer
ken. Weliswaar nu heeft eischeres betoogd,
dat mevr. S. haar kind uit de wieg ge
nomen heeft en heeft afgegeven aan getui
ge Woudstra, die het bracht naar den
schuilkelder van de eerste Nederlaradsche,
terwijl mevr. van der W. niet in deze kel
der is geweest. Dit is echter naar het oor
deel van den president niet genoegzaam
gebleken. Aangenomen moet worden, dat
haar eigen kind in andere handien geko
men is en gebracht is naar Prinsessegracht
6a en zoo in handen is gekomen van mevr.
van der W. De aanvankelijke overtuiging
van den president, dat de gang van zaken
aldus geweest is, werd door den twijfel
omtrent dit punt, niet aan 't wankelen ge
bracht.
De kleermaker en het costuum
voor den dokter.
W. uit Leiden, die verstek liet gaan,
was in de kost bij den 71-jarigen B. Op
zekeren dag was W. bij zijn kostbaas ge
komen en had hem verteld, dat hij een
colbertcostuum voor een dokter moest ma
ken, waaraan hij flink kon verdienen. Hij
vond het te gek om aan den dokter ƒ25
voorschot te vragen voor de lap stof en of
B. hem dat geld niet kon leenen. Dat hij
het geld zeker terug zou krijgen stond
vast, want hij zou desnoods over zijn sa
laris kunnen beschikken, door dan naar
zijn patroon te gaan. Om het nog echter
te doen gelijken, had hij een schuldbeken
tenis op zegel gegeven. Inderdaad had hij
toen de ƒ25 gekregen. Toen terugbetaling
uitbleef, had B. aangedrongen op terugbe
taling en zijn kostganger had toen een
chèque uitgeschreven voor het bedrag. De
chèque bleek evenwel onbetaalbaar, dus
was B. met de schuldbekentenis naar de
patroon van verdachte gegaan, maar moest
daar tot zijn verbazing vernemen, dat W.
daar al lang ontslagen was en dus geen
salaris meer tegoed had.
Zoo moest W. dus wegens oplichting te
recht staan en de Officier eischte tegen
hem een gevangenisstraf voor den tijd van
zes maanden.
Over veertien dagen zal de rechtbank
vonnis wijzen.
Haagsche Politierechter
De visscher met het kwade
humeur.
Op het eerste gezicht zou men gedacht
hebben, dat de binnenstappende meneer uit
Leiden een slager was. Bij nadere on
dervraging bleek deze gedachte geheel
ongegrond, aangezien de meneer een
werkloos kantoorbediende was. Hij was op
zekeren dag gaan visschen. Voorzien van
allerlei benoodigdheden, was hij ergens
aan den wallekant gaan zitten en had het
vischtuig in het water geworpen. Wat er
al gebeurde, aan het aas kwamen de wa
terbewoners niet. „Geen tuk hebben",
noemt de Leidsche jeugd zulks in een
vischterm. Dit gebrek aan „tuk" werkte
op des visschers humeur en dit werd nog
erger, toen er een oud heertje naar zijn
vischkunde kwam kijken.
„Bijten ze nog al vandaag?", vroeg het
oude heertje beleefd.
Geen antwoord.
„Het weer is anders prachtig", ging hij
vriendelijk verder.
Wederom geen antwoord, en een poosje
tuurden beiden naar het naargeestig dob-
berende dobbertje.
Het oude heertje gaf het nog niet op en
zei wederom heel minzaam:
„Ja, ja, als ze niet willen bijten, dan
bijten ze niet".
Toen kwam er antwoord van de zwijgen
de visscher, al was dat antwoord heel on
vriendelijk.
„Kras op, oude zeur, je verveelt me met
je geklets", klonk het plotseling zeer luid
en nijdig haalde de visscher zijn snoer uit
GLASGOW
lANQiBSfl
BIRMINGHAM
CARDIFF
f QMtfNititFXmfikm
GescHur
ömCHTSSTOFFEN:
- J>ANTS6RWA6£NS:,
;oPns&ip$$jM
_i £m, 4