10 mr geopend
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
ffiuitidótaPfendiót'dfrutie laatdt
oaatfteteid
DONDERDAGMORGEN
15 AUGUSTUS 1
VROOM
DREESMANN
LEIDEN
Mementje
WOENSDAG 14 AUGUSTUS 1940
31ste Jaargang No. 9720
Bureaux PapengTacht 33.
Telefoon: Redactie 20015, Administratie 20935.
Giro 103003. Postbus II.
Wegens het feest van Maria
ten Kemelopneming zal „De
Leidsche Courant" morgen
NIET verschijnen
De Directie
MORGEN, ZONDAG
De Kerk houdt haar kinderen bij voort
during voor de ernst van het leven.
Maar de ernst sluit niet uit de blijd
schap.
In een ernstig leven kan de blijdschap
juist haar grootste expansie vinden.
Morgen vieren wij een „Zondag". Voor
de meeste dagen, die men hier vroeger als
„Zondag" vierde, heeft on2e Kerkelijke
Overheid, rekening houdend met de om
standigheden, waaronder wij leven, de ver
plichting van de Zondag-viering opgehe
ven. Maria-ten-hemel-opneming is voor
ons „Zondag" gebleven.
Zondag! En de Kerk begint morgen
de gebeden van de H. Mis met een opwek
king om blij te zijn. Gaudeamus! Laten
wij ons verheugen.
Verheugen wij ons allen in den Heer,
dezen feestdag vierend ter eere der
Maagd Maria, over wier opneming ten
hemel de engelen juichen en eenparig
den Zoon Gods loven.
Introïtus van de H. Mis.
In het vaak angstig-gejaagde leven kan
de blijdschap niet groeien, omdat zij geen
rustige plaats kan vinden in het hart van
den mensch. Daar, in het hart, waar de
mensch het meest verlaten en dus het
meest zichzelf is, daar moet het rustig zijn,
opdat de blijdschap er kan óp-bloeien.
Zoo ooit, dan is onder de omstandighe
den, waaronder wij leven, de rust een
goed, een kostbaar goed, dat verwor
ven moet worden.
De meesten onzer betrekkelijk weini
ge bevoorrechten uitgezonderd moeten
vechten met zichzelf om die rust te bezit
ten en te bewaren!
En: hoe wij die rust, op de meest vol
maakte wijze, kunnen bezitten?
Lees het in zijn eenvoud sublieme Evan
gelie van de Mis op morgen (Lucas X
38—42):
In dien tijd kwam_ Jezus in een ze
ker dorp en een vrouw, met name
Martha, ontving Hem in haar huis. En
zij had een zuster, met name Maria,
die, mede aan de voeten des Heeren
gezeten, Zijn woord aanhoorde. Mar
tha intusschen was druk bezig met het
bedienen. Doa^ zij bleef staan en
sprak: Heer, hindert het u niet, dat
mijn zuster mij alleen laat dienen?
Zeg haar dan, dat zij mij helpe. En de
Heer antwoordde en zeide haar: Mar
tha, Martha, gij zijt bezorgd en be
kommerd over vele zaken; doch één
ding is er maar noodig. Maria heeft
het beste deel verkoren, dat haar niet
zal ontnomen worden.
Morgen, Zondag.
Wij wenschen, hun, die, vrij van gewo
nen dagelijkschen arbeid of dagelijksche
bezigheden, daartoe in de gelegenheid zijn,
een aangename ontspanning, genietend
van, naar wij hopen, mooi en zonnig zo
merweer!
Maar vóór allesen wy bedoelen dit
niet als een „vermaning", tenzij aan ons
zelf! bidden wij morgen héél oprecht het
Gebed van de H. Mis:
Vergeef, bidden wij, Heer, de zonden
Uwer dienaren, opdat wij, die U door
onze eigen werken niet kunnen beha
gen, door de voorspraak van de Moe
der van Uw Zoon, onzen Heer, zalig
mogen worden.
Suikerdistributie
De secretaris-generaal, waarnemend
hoofd van het departement van Landbouw
en Visscherij maakt het navolgende be
kend.
Zooals reeds eerder werd gepubliceerd,
wordt ten behoeve van den inmaak een
extra rantsoen suiker beschikbaar gesteld.
Dit extra-rantsoen is verkrijgbaar tegen
inlevering van den met „74" genummerde
bon van het algemeen distributiebonboek
je, welke gedurende het tijdvak van 15
tot en met 30 Augustus a.s. repht geeft op
het koopen van 11/4 kilogram suiker.
De aandacht wordt er op gevestigd, dat
WAT ANDERE BLADEN
SCHRIJVEN
GETUIGENIS VAN EEN ORTHODOX
PRIESTER.
Onder den titel „Beschouwtogen over die
naaste toekomst; de eenheid der ohristen
kerken" heeft de orthodoxe (afgescheiden)
priester V. Popa-Nicoara een artikel ge
publiceerd, waaraan het Apostolaat
der Hereeniging deze passage
ontleent:
„De ontzaggelijke geestelijke spanning,
die heden ten dage over de geheele wereld
•heensch, doet ons geliooven, dat er op de
een of andere wijze nieuwe vormen voor
de toekomstige verhoudingen tte voor
schijn treden. Misschien zal de smart en
de droefheid het eenige middel zijn, om
ons van vele vooroordeelen te bevrijden.
De menschheid van morgen zal begrijpen,
dat zij een gemeenschappelijken oorsprong
•heeft. Zij zal ontdekken, dat de ir-enschen
broeders zijn, dat zij een enkelen Vader
hebben en een enkelen Verlosser en zij zal
terugkeeien tot vroomheid, tot liefde, tot
geloof. Dan zal er een nietuw gouden tijd>-
perk komen. Europa zal er toe komen, de
•beginselen van het christendom te aanvaar
den om de rust terug te vinden, diie het
meer dan 400 jaar geledien verloren heeft,
en dam zal zeer spoedig het probleem vam
de eenheid der Kerken gesteld worden.
Ja, broeders, dienaren aan het altaar
Gods: wij moeten ons vereenigen met de
katholieken, wij moeten ons vereenigen
met de broedens van Rome. Hoe moet dit
geschieden? Dat weten wij niet; maar wij
moeten ons vereenigen, dat zegt mij mijn
priesterschap, mijn hart, mijn geweten, dat
zegt mij de logica! Wij moeten ons dus
voorbereiden op dien grooten dag. Wij
moeten ons bevrijden van zekere vooroor
deel-en, wij moeten ons genezen van de
methode van een veroordeeling a priori,
wij moeten onze broeders van hét Westen
naderen, met liefde, met intellect en voor
al met geloof. Laten wij hun leven en hun
publicaties bestudeeren; laten wij hun boe
ken lezen hun ideeën volgen.
De hinderpaal voor geestelijke toenadie-
rtog is de veronderstelde trots der katho
lieken en vooral de veronderstelde hoog
moed en heenschzucht van den Paus.
Broeders, ik heb dezen hoogmoed nooit
bij de katholieken gevonden. Maar ook al
zou deze hoogmoed bestaan, laten wij ons
dan de woorden 'herinneren van La Roche
foucauld: Als wijzelf niet trotsch zouden
zijn, zouden wij ons niet over de trots van
anderen beklagen.
In nederigheid zullen wij dag en nacht
de scheiding der Keiken als een pijnlijke
wonde beschouwen. Alvorens die uiterlijke
wonde te genezen moeten /wij eerst een
innerlijke wonde in ons hart genezen.
Wanneer wij in een katholiek onzen broe
der zien, dan is het uur der eenheid
nabij."
BENAUWENISSEN, GEEN
ERGERNISSEN.
In de heden verschenen aflevering van
Studiën schrijft dr. J. Tesser S.J. een
artikel over: „Sint ILugustinus en de noo-
den van den oorlog."
De schrijver citeert uit verschillende
„oorlogs-pneeken" van den heilige.
Wij willen hier een enkele passage ci-
teeren.
„Laat ons nu" zoo zegt hij aan het einde
van sermo 81 (M. P. L. 38, 505), „iets zeg
gen over de ergernissen, waarvan de we
reld vol is en hoe de ergernissen toenemen
en er overal 'benauwenissen zijn. De we
reld wordt verwoest, de wijnpers wordt
getreden. Welaan Chrdstenmensch, die voor
den 'hemel zijt geboren en vreemdeling
zijt op aarde, die uw woonplaats zoekt in
den hemel en verlangt vereenigd te wor
den met de heilige engelen, besef dat gij
gekomen zijt op de wereld om er van heen
te gaan. Gij gaat door de tijdelijke wereld
heen, strevend naar Hem, die de wereld
heeft gemaakt Laat u niet van de wijs
brengen door de wereldsgezind^ die op
de wereld willen blijven en tooh, of zij
willen of niet, genoodzaakt zullen worden
heen te gaan; laat u niet bedriegen, niet
verleiden! Deze beproevingen zijn geer
ergernissen. Weest geloovige mensch en ei
het zullen louteringen zijn. De beproevto
is gekomen; zij zal zijn wat gij zelf will
loutering of veroordeeltog. Zij zal dat zijir
wat zij u vinidt te zijn. De beproeving k
een vuur; vindt zij u als goud? dan neemt
zij het vuil weg; vindt zij u als kaf? dan
maakt zij u tot asch. Bijgevolg zijn de zoo
talrijke benauwenissen geen ergernissen".
VERBRUIKERS IN VIJF GROEPEN
INGEDEELD
Teneinde een distributie van
vaste brandstoffen voor te be
reiden, is het noodzakelijk ge
bleken, de brandstoffenverbruikers
te registreeren en voor verschillen
de groepen van verbruikers het
brandstoffenverbruik vast te leg
gen.
Daartoe worden de verbruikers in de
volgende groepen onderscheiden:
Groep A: woningen van particuliere
personen.
Groep B: openbare gebouwen (niet voor
publieke vermakelijkheden) ziekenhuizen,
sanatoria, rijks-, gemeente- en provinciale
kantoren, gestichten, kerken, gevangenis
sen, kazernes, scholen, centrale keukens,
apotheken, wacht- en behandelingskamers
van artsen e.d.
Groep C: warenhuizen, winkels, hotels,
pensions (ook kamerverhuurders), restau
rants, café's, particuliere kantoren, les
ruimten in particuliere huizen.
Groep D: gebouwen voor publieke ver
makelijkheden, vereenigings- of vergader
lokalen en niet behoorende tot de groepen
A, B en C.
Groep E: kleinindustrie met een jaar
verbruik van vaste brandstoffen van min
der dan 240 ton en niet behoorende tot de
groepen A, B, C en D.
Voor iedere groep is een afzonderlijk
formulier vastgesteld.
Deze formulieren zullen door de distri
butiediensten verkrijgbaar worden gesteld.
Plaatselijk wordt bekend gemaakt, wan
neer en op welke wijze het publiek deze
formulieren zal ontvangen.
De aandacht wordt er op gevestigd,
dat de formulieren alleen betrekking
hebben op de volgende vaste brandstof
fen: steenkolen, steenkoolbriketten,
de geldigheidsduur der met „66" genum
merde bon van het algemeen distribulie-
bonboèkje welke reeds is aangewezen voor
het tijdvak van 26 Juli tot en met 23
Augustus a.s., is verlengd tot en met 30
Augustus.
De detaillisten dienen de met „74" ge
nummerde bonnen op afzonderlijke op-
plakvellen in te leveren bij de distributie
diensten. Ten einde hen in de gelegenheid
te stellen grootere hoeveelheden suiker te
verkoopen, ontvangen zij extra toewijzin
gen.
cokes, bruinkolen, bruinkoolbriketten,
turf en petroleumcokes.
Het verbruik van de overige soorten
vaste brandstoffen, zooals houtskool,
houtskoolbriketten, dient derhalve niet
te worden opgegeven.
Toelichting.
Er zal in enkele gevallen twijfel over
bestaan, welk formulier moet worden in
gevuld, in verband waarmede hier eenige
toelichting op de indeeling volgt.
Onder groep A worden begrepen wonin
gen van particuliere personen. Slechts de
bezitters van een distributiestamkaart,
voorzien van de gestempelde aanduiding
„Hoofd" dienen <ieze formulieren in te vul
len. Wanneer deze personen echter in een
hotel, een pension of op kamers wonen,
dan dient dit formulier niet te worden in
gevuld en zal de hotel-, pensionhouder of
kamerverhuurder voor de door hemzelf
bewoonde vertrekken, welke niet op for
mulier C mogen worden opgegeven, een
formulier A indienen.
Wat voor hotel-, pensionhouders of
kamerverhuurders geldt, is eveneens van
toepassing op al degenen, die voor hun be
drijf of beroep in hun particuliere woning
over een of meer vertrekken moeten be
schikken en voor deze vertrekken uitslui
tend vaste brandstoffen gebruiken ten be
hoeve van ruimte- of waterverwarming,
zooals b.v. artsen, leeraren enz. Het kan
toor aan huis behoort hier eveneens toe.
Uit de omschrijving van de groepen B
en C. blijkt voldoende, welke van de for
mulieren men benevens formulier A moet
inleveren.
Wat betreft de groepen B, C en D kan
worden verwezen naar de omschrijving
dezer groepen en naar hetgeen in de toe
lichting op groep A nader is vermeld.
De groep E omvat de kleinindustrie,
waaronder worden begrepen alle bedrijven
met een brandstoffenverbruik van minder
dan 240 ton per jaar, welke niet behooren
tot de groepen B, C en D.
Voor zoover de door deze bedrijven be
nutte ruimte een geheel vormt met een
particuliere woning en daarvoor uitslui
tend vaste brandstoffen worden verbruikt
ten behoeve van ruimte- of waterverwar
ming, behooren zij tot groep C.
Industrieën met een jaarverbruik van
240 ton vaste brandstoffen of meer dienen
rechtstreeks bij het Rijkskolenbureau,
Carnegielaan 12 te 's Gravenhage, te wor
den ingeschreven.
De plaatselijke distributiediensten ver
strekken verder alle gewenschte inlichtin
gen.
worden onze magazijnen
om
RIJVERGUNNINGEN EN MOTOR-
BRAND STOFTOEWIJZINGEN.
AANVRAGE VAN VERLENGING.
De Secretarissen-generaal, wnd. hoofd
in die departementen van Handel, Nij-
.iiïheid en Scheepvaart en van Waterstaat
ïaken bet volgende bekend:
De derde distributieperiode voor motor
brandstof, als bedoeld in de motorbrand-
stofbeschikking 1940 no. 1. zal loopen van
1 September tot en met 30 September 1940.
Belanghebbenden wordt erop gewezen,
dat met ingang van 1 September 1940 de
voor die maand. Augustus 1940 afgegeven
'bestelbonnen en vergunningen met cou
pons niet meer geldig zijn voor het 'betrek
ken of verbruiken van motorbrandstof.
Evenmin zijn dan geldig de voor Augus
tus door de rijksinspecteurs van het ver
keer afgegeven vervoersvergunningen en
voor rui tdriehoeken.
Houders van een vergunning tto het ge
bruik van een motorrijtuig, die meenen na
31 Augustus a.s. voor een verlenging van
deze vergunning en toewijzing van motor
brandstof in aanmerking te komen, kun
nen deze aanvrage op een vereenvoudigde
wijze indienen. Bij de plaatselijke distri
butiekantoren zijn tot dat doel reeds van
Woensdag 14 Augustus a.s. af, 'briefkaart-
formulieren gratis verkrijgbaar, diie, vol
ledig ingevuld en onderteekeud, uiterlijk
17 Augustus a.s. in het bezit van den Rijks
inspecteur in het betreffende district moe
ten zijn om voor behandeling vóór 1 Sep
tember 1940 in aanmerking te komen.
Bedoelde kaart-formulieren zijn ver
krijgbaar in de vier verschillende catego
rieën, n.l.:
A (roode kleur) voor beroepsgoederen-
vervoer;
B. (blauwe kleur) voor vervoer van
eigen goederen;
C (giele kleur) voor personenvervoer
(uitgezonderd autobussen);
D (witte kleur) voor vervoer, niet ondier
A-C genoemd.
Voor ieder motorrijtuig, waarvoor men
verlenging van een vergunning of ver
nieuwde toewijzing van motorbrandstof
verzoekt, moet een afzonderlijke kaart
worden ingevuld van dezelfde kelur als de
thans to bezit zijnde vergunning.
De bovenomschreven regeling geldt uit
sluitend voor verlengingen'. Voor niei
aanvragen moeten nog de bestaande uit
voerige formulieren worden ingevuld', die
mede bij de plaatselijke distributiekanto
ren gratis verkrijgbaar zijn.
BESCHUIT- EN BANKETBLOEM.
Een dringend verzoek.
De samenwerkende organisaties van
werkgevers in het bakkersbedrijf hebben
zich telegrafisch gewend tot het hoofd van
het departement van handel, nijverheid
en scheepvaart, met het verzoek ten spoe
digste maatregelen te willen treffen, op
dat aan de broodbakkerijen, die tevens
banket en beschuit vervaardigen, beschuit-
bloem en banketbloem ter beschikking
wordt gesteld, niet alleen in het belang
van deze bedrijven, doch ook in het be
lang van het groote aantal arbeiders in
deze bedrijven werkzaam.
De organisaties wezen in het tele
gram tevens op de onbillijkheid die in
dezen bestaat, n.l. dat de beschuitfa
brieken en banketfabrieken voorzien
worden van beschuitbloem en banket-
bloem, doch de vele duizenden kleine
re bedrijven, die tevens beschuit en
banket maken, op het oogenblik daar
van uitgesloten zijn.
"N
SJONGE, SJONGE!
Ja, het is zoo. U hebt het in de
krant kunnen lezen. Alle trams moe
ten 's avonds om 11 uur op stal. En
ze beginnen niet voor 's morgens zes.
En u hebt dat natuurlijk in verband
gebracht met een van de zeven pla
gen van Egypte: de duisternis. En u
hebt waarschijnlijk uw wijze hoofd
geschud en gezegd: sjonge, sjonge, wat
moet dat toch worden van de winter!
En toen is u in die duisternis ver
dwaald geraakt op het terrein van de
levensmiddelendistributie en de kolen
en de winterjassen. En bij ieder van
die drie hebt u toen weer uw hoofd
geschud en gezegd: sjonge, sjonge,
wat moet dat toch worden van de win
ter!
En dit is het antwoord: Wel, wij
gaan lekker vroeg naar bed, goed uit
slapen en weer normaal leven. Dat
wil zeggen: gezellig samen thuis blij
ven in plaats van iederen avond de
deur uit hollen.
Wij gaan weer een beetje terug
naar den ouden tijd, misschien ook
naar den geest van den ouden tijd en
dat hadden wij al veel eerder moeten
doen.
En overigens moet u zich maar niet
te veel zorgen maken.
Het is nog geen winter. En toen
verleden jaar September bijna een
jaar geleden de oorlog uitbrak,
hebt u misschien ook gezegd: sjonge,
sjonge! En feitelijk heeft het ons toch
nog aan niets ontbroken.
En het lijkt mij nu juist eert goede
tijd om eens wat meer te denken aan
de wijze, oude spreuk:
De mensch lijdt het meest
Door 't lijden, dat hij vreest
En dat nooit op komt dagen;
Zoo heeft hij meer te dragen
Dan God te dragen geeft.
Of vrij vertaald:
In tijd van nood eet men korstjes
van pasteien.
HET ZUIVER HOUDEN VAN DE
NEDERLANDSCHE TAAL.
De secretaris-generaal, waarn. hoofd van
het departement van onderwijs, kunsten
en wetenschappen schrijft ons:
Het heeft mijn aandacht getrokken, dat
in verschillende dagbladen steeds meer
woorden en zinswendingen in zwang ko
men, welke niet tot het Nederlandsche
taaleigen behooren. Ik acht dit een ernstig
en betreurenswaardig verschijnsel. Nu ons
volk onder een vreemde bezetting leeft, is
het meer nog dan in andere tijden van het
grootste belang het geestelijk erfdeel, dat
onze schoone taal vormt, ongerept te hou
den.
De dagbladen,' die hier stellig veel in
vloed kunnen uitoefenen, behooren naar
mijn meening het voorbeeld ten goede te
eeven en met groote nauwlettendheid te
waken tegen een slordig of onjuist taalge
bruik. In het belang der zaak, die ons allen
lief is, meen ik op de leiders der pers en
haar medewerkers hiertoe een dringend
beroep te mogen doen.
VERGOEDINGEN VERRICHTINGEN
VOOR DUITSCHE WEERMACHT.
De aandacht wordt er op gevestigd, dat
krachtens de verordening no. 49 van den
Rijkscommissaris betreffende de vergoe
dingen voor verrichtingen ten behoeve
van de Duitsche weermacht van 16 Juli
1940 de verzoeken om vergoeding voor
deze zoogenaamde R.-verrichtingen moe
ten worden ingediend bij de Nederlandsche
gemeente binnen welker gebied degene,
die recht op vergoeding heeft, zijn woon
plaats heeft, of wanneer de gemeente zelf
iets verricht, door deze bij den commissa
ris van de provincie de indiening dezer
verzoeken moet geschieden.
a. Ten aanzien van de R.-verrichtingen,
welke tot en met 30 Juni 1940 zijn ge
schied, in het tijdvak van 1 Juli tot en
met 31 Augustus 1940;
b. ten aanzien van R.-verrichtingen, wel
ke na 30 Juni 1940 zijn geschied, uiterlijk
op den 15den van de maand volgende op
die,, waarin de verrichtingen, zijn ge
schied.
Op verzoeken na afloop van de hierbo
ven vermelde tijdstippen ingediend, wordt
geen acht geslagen.
Voor R.-verrichtingen, welke in de
maand Juli zijn geschied, moet derhalve
uiterlijk op den 15den Augustus 1940 een
verzoek tot vergoeding zijn ingediend.
PROMOTIE TE ROME
Aan het Angelicum te Rome behaalde
de weleerw. heer M. J. Wenners, priester
van het bisdom Haarlem, zijn doctoraat in
de Theologie magna cum laude.