EZ 0 Qwate tuchfolag, (boven Jlanaai Negen-en-tachtig Britsche vliegtuigen neergeschoten Jnmaakwt i groen, ten Is het oogenblik gekomen? De strijd in Afrika. Uit het Verre Oosten (Zcfttex de üaóócfim MAANDAG 12 AUGUSTUS 1940 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 5 Havenwerken van Portland gebombardeerd HOE DE LUCHTSLAG ZICH ONTWIKKELDE. Een Duitsche luchtaanval, ondernomen tegen de Britsche oorlogshaven Portland (aan de Zuidkust van Engeland) heeft zich in den loop van den Zondag tot een groe ten luchtslag ontwikkeld, welke zich wel dra tot het geheele Kanaal-gebied uit breidde. Bij dezen slag en tijdens afzon derlijke aanvallen op Britsche konvooien, die ongeveer op hetzelfde tijdstip bestookt werden, hebben de Duitsche vliegers in totaal 89 Engelsche vliegtuigen neerge schoten. Het opperbevel van de Duitsche weer macht vat de resultaten van deze gevech ten als volgt samen: „Bij den succesvollen aanval op Portland zijn de tankinstallaties en de havenwerken in brand gebombardeerd en zijn 57 vijan delijke vliegtuigen neergeschoten. Daarenboven hebben onze vliegtuigfor maties nog successen behaald bij een aanval op een konvooi ten Oosten van Harwich. Drie koopvaardijschepen, in to taal circa 17.000 -ton, werden tot zinken ge bracht, een torpedojager en drie koop vaardijschepen werden door voltreffers zwaar beschadigd. Bij deze gelegenheid schoten onze jacht- en torpedoformaties 17 vijandelijke vliegtuigen neer. Op een ander punt werden acht vijan delijke vliegtuigen neergehaald. Bij Dover ondernamen onze jagers bo vendien nog een aanval op versperrings ballons. Van de achttien versperringsbal lons werden er acht vernietigd. 'Hierbij werden zeven Britsche jachtvliegtuigen neergeschoten. De totale verliezen van den tegenstander bedragen dientengevolge vandaag 89 vliegtuigen, tegenover zeven tien verliezen aan onze zijde". DE AANVAL OP PORTLAND. De aanval op Portland werd, naar het D.N.B. meldt, ingezet door een aantal Duitsche bommenwerpers en Stuka's, die met succes de kaden en havenwerken van deze Britsche oorlogshaven bombardeer den. De aanvallen richtten zich o.m. op de herstellingswerkplaatsen van de Britsche staatswerf, op tankinstallaties, alsmede op de kustbatterijen daar ter plaatse. In de tankinstallaties en op den dam, die de eenige verbinding vormt tusschen het vasteland en het schiereiland, waarop de tankinsallaties zich bevinden, werden groote branden waargenomen. Voorts con stateerde men hevige explosies in de ke tel- en machineloodsen in de haven. De in de haven liggende schepen werden bij na alle totaal vernietigd. Van de luchtdoelbatterijen, die probeer den om de Duitsche vliegtuigen te ver drijven, moesten weldra verscheidene het vuren staken. Een voorloopig communiqué van het Duitsche opperbevel meldde in den loop van den dag, dat de Britsche formaties van jachtvliegtuigen tijdens de gevechten met de begeleidende Duitsche jacht- en ge vechtstoestellen numeriek verre in de meerderheid waren. Terwijl de luchtgevechten bij Portland zich tot een slag ontwikkelden, die zich over het geheele Kanaal-gebied tot aan Dover uitstrekte, stegen, zoo meldt D.N.B., opnieuw Duitsche jachteskaders op ten einde de verkregen superioriteit in de lucht boven het Kanaal te behouden. Van de door de Duitsche jacht- en ge vechtstoestellen neergehaalde 75 Engel sche vliegtuigen heeft een enkel Duitsch jachteskader, bestaande uit Messerschmitt.- jachttoestellen, er 22 neergeschoten en zelf Slechts twee toestellen verloren. Een ander Duitsche gevechtseskader heeft zestien vliegtuigen neergeschoten. Vele kleine schepen stelden pogingen in het werk om de bemanningen van de neergeschoten Britsche vliegtuigen te red den. KADEMUREN INGESTORT. Omtrent de uitwerking van den bom aanval op Portland deelen ooggetuigen mede, dat de kademuren zijn ingestort. Wrakstukken van schepen steken nog bo ven water uit, terwijl er voorts nog enkele brandende schepen, die reeds slag: '.e vertoonen, gezien werden. De landingssteigers bij Castletown ver toonen enorme granaattrechters. Een ge deelte van de opslagplaatsen is ingestort, terwijl andere loodsen in brand staan. 84 SCHEPEN AANGEVALLEN. Bij de afzonderlijke operaties boven het Kanaal, die onafhankelijk van den groo- ten luchtslag werden gevoerd, zijn bij Do ver zeven versperringsballons en vijf jachtvliegtuigen van het Spitfire-type neetgeschoten. Bij Bristol werden twee Bristol Blen heim- en bij Canterbury twee Spitfire- jachttocstellen door Duitsche jacht- en ge vechtstoestellen neergeschoten. Voorts werd een nieuwe aanval op een groot konvooi in het Kanaal uitgevoerd. Zeventig koopvaardijschepen, die door veertien oorlogsschepen werden vergezeld, werden door enkele formaties Stuka's en bommenwerpers aangevallen. Deze Duit sche aanval, aldus D.N.B., zou echter, in vergelijking met dien op Portland, met naar verhouding geringe strijdkrachten zijn uitgevoerd, daar het hier slechts een bijkomstige opdracht voor de Duitsche luchtstrijdkrachten gold. Het konvooi, dat in Zuidzuidwestelijke richting voer, werd op 20 kilometer ten Noordwesten van Margate, bezuiden Har wich, aangevallen. Draadlooze berichten van de gevechtsvliegtuigen deelden mede, dat op verscheidene oorlogsschepen tref fers werden waargenomen. Enkele sche pen bleven met slagzijde liggen. Een koopvaardijschip van 8000 ton werd in brand gezet door een bom van het zwaarste en twee bommen van middelma tig kaliber. Het schip zonk terstond daar na. Een ander schip van gelijke grootte bleef brandende liggen en maakte slagzij. Behalve de van de landzijde te hulp ko mende Spitfire-jachttoestellen vlogen twee af deelingen Hurricane-jagers ter bescher ming van het konvooi mede. Voor zoover tot nu toe kon worden vastgesteld, zijn bij deze actie 17 Britsche vliegtuigen, o.a. vijf Spitfire-toestellen, een Hurricane- en twee Bristol-Blenheimgevechtstoestellen door de Duitschers neergeschoten. De bemanningen van de eerste afdeeling Duitsche gevechtstoestellen, welke in den loop van den avond op haar basis terug keerde, rapporteerde, dat de afdeeling geen verliezen had geleden. MEDEDEEUNG VAN DE ADMIRALITEIT. De Britsche admiraliteit deelt mede, dat het transportschip „Mohamed Ali Elkebir" tot zinken is gebracht. Van de 860 leden der bemanning zijn er 740 gered. REDDINGSVLIEGTUIGEN. Duitsche reddingsvliegtuigen, die duide lijk gekenmerkt waren met het Roode Kruis, zijn, naar het D.N.B. van bevoegde zijde wordt medegedeeld, door twee Bris tol-Blenheim-vliegtuigen aangevallen. Een Duitsch reddingsvliegtuig werd hierbij neergeschoten. Van Duitsche zijde wordt opgemerkt, dat dit optreden van de Brit sche vliegtuigen, dat geheel in strijd is methet volkenrecht, des te verachtelijker is, omdat de Duitsche toestellen niet alleen eigen, maar ook Britsche vliegers redden, die op zee in nood verkeeren. BOMMEN BIJ EEN HOSPITAAL IN THIENEN. Op 10 Augustus des* avonds te half zes heeft een Engels"h vliegtuig bommen naar het hospitaal te Thienen geworpen, De bommen kwamen in den tuin terecht. Het hospitaal draagt de gebruikelijke kenmer ken van het Roode Kruis. Er worden Duit-, sche, Belgische en Engelsche gewonden verpleegd. In de omgeving bevinden zich nergens militaire doelen. zonder Hkfl risico met van Boekelo Hei hygiënisch bereide en ver/fakie keukenzout 1 3ct Pii i 4189 REDE VAN RIJKSMINISTER HESS De plaatsvervanger van <jlen Fiihrer, rijksminister Hess, heeft bij de plechtig heid van Zaterdag te Weenen, ter gelegen heid van de wisseling in de leiding van de gouw Weenen, een opmerkelijke rede voering uitgesproken. Hij verklaarde om.: Met de leden van alle andere Duitsche stammen staan thans ook weer Oost markers bij alle deelen der weermacht ge reed, om te zamen met de soldaten van het fascistische Italië den laatsten tegenstan der tot den vrede te dwingen. Zij zijn ge reed; om met de wapens in de hand den vrede te veroveren?* dien een misdadige regeering in Engeland eenmaal - verbrak, toen zij Duitschland den oorlog verklaarde. Ieder van ons weet, hoe wijdverbreid in ons volk de overtuiging is, dat er geen rust in de wereld kan bestaan, vóór Engeland definitief zal zijn neergeslagen. Thans, nu alle machtsmiddelen van Duitschland en het verbonden Italië op Engeland kunnen worden geconcentreerd, is zoo zegt het volk het oogenblik gekomen, om einde lijk opruiming te houden, en Engelands macht te breken tot het uiteenvallen van het geheele wereldrijk. De superioriteit van Duitschland en Italië is zoo geweldig, dat aan het resul taat van zoo'n strijd niét de geringste twij fel kan bestaan. Een klein voorproefje van wat het te wachten staat, heeft Engeland reeds gekregen en krijgt het dagelijks. En geland weet minstens even goed als wij, zoo niet beter, welke slagen onze vlieg tuigen, onze duikbooten en onze motor- torpedobooten dagelijks toebrengen. Engeland zal nog verbaasd staan, wat de Duitsche natie vermag te presteeren, wan neer alle krachten alleen op dezen oorlog IN BRITSCH-SOMALILAND. Het Italiaansche offensief in Britsch So- maliland duurt voort. De Italiaansche troe pen rukken voortdurend op en breken overal den vijandelijken tegenstand, aldus de speciale verslaggever van Stefani. Ster ke formaties luchtstrijdkrachten nemen aan de operaties deel en steunen de troe pen. Het luchtwapen heeft de afgeloopen da gen de vliegvelden van Berbera, waar tal van vijandelijke machines stonden, gebom bardeerd en met succes het geheele Brit sche systeem van vestingwerken aangeval len. Hierbij moest het Italiaansche lucht wapen moeilijkheden van atmosferischen aard overwinnen. IN KENYA. Aan het front van Kenya zijn de belang rijkste gevechten niet alleen bij Moyale, maar ook bij Debel, Namarapput eri Loma- iana geleverd. Zoo meldt de bijzondere cor respondent van Stefani: Te Debel gingen de Engelschen tot den aanval over wellicht om den inboorlingen het bewijs te leveren van hun vermeende superioriteit. De aanval werd op 30 Juli bij het aanbreken van den dag ingezet door een Engelsche gemotoriseerde troepen macht van 2000 man tegen slechts een ge ring aantal Italiaansche troepen, voorna melijk Askari's. De strijd was zeer hevig en werd den volgenden dag met toenemen de felheid gevoerd, te meer daar de Engel schen versterkingen hadden ontvangen, o.a. van vliegtuigen. Ondanks de numerieke meerderheid van den tegenstander vochten de Italiaansche troepen met zulk een geestdrift, dat de En gelschen genoodzaakt waren in wanorde de vlucht te nemen. Verscheiden dooden en tweehonderd gewonden werden per auto weggevoerd. Op het terrein van den strijd bleven 64 dooden, 'onder wie drie officie ren, achter. Een tweede colonne inboorlingen-troe pen, onder commando van zeven officie ren, deed een aanval op den Italiaanschen post Namarapput, welke door Doebats is bezet. De colonne was geheel gemotori seerd. Na langen strijd moesten de Engel schen zich langs de oevers van het Rudolf- meer terugtrekken. Den volgenden ochtend werd een aanval ondernomen op Lomaiana. Ook hier wer den de Britsche troepen op de vlucht gedre ven en over een afstand van 50 K.M. van het Laborgebergte achtervolgd. ITALIë'S LEGERBERICHT. Het 63ste legerbericht van het Italiaan sche hoofdkwartier meldt: „De Britsche duikboot „Odin", die in een Britsch communiqué thans officieel als verloren wordt gemeld, is tot zinken ge bracht tijdens onze operaties, waarvan reeds in vorige legerberichten melding wérd gemaakt. De duikboot had een wa terverplaatsing van 1500 ton en was gewa pend met 8 torpedolanceerbuizen, een ka non en twee mitrailleurs. De bemanning telde 55 koppen. In Britsch Somaliland hebben wij den pas van Carrin en Godagera bezet. De op- ïnarsch duurt voort. Onze luchtformaties hebben het vliegveld van Erkovit in den Soedan gebombardeerd. Zij plaatsten daar bij voltreffers op 15 op liet veld staande vliegtuigen en sloegen een aanval van vijandelijke jagers af. Al onze vliegtuigen zijn op hun bases teruggekeerd. Een Engelsch piloot, een kapitein, is ge vangen genomen. worden geconcentreerd: bij de aanwezige fabrieken der bewapeningsindustrie komen nieuwe, in grooten getale. Er zal een nieuw Europa opstaan. Daar in zullen de volkeren in rust kunnen arbei den voor hun welstand en hun oude cul tuur. ANTI-BRITSCHE BETOOGINGEN IN JAPAN. In heel Japan zijn Zondag anti-Britsche betoogingen gehouden. De Japansche bla den melden hierover, dat de pogingen der Engelschen om met de Japanneezen op goeden voet te geraken geen indruk ge maakt hebben. In een vergadering, waar vele duizenden personen bijeen waren, werd een anti-Britsche motie aangenomen, die door tien afgevaardigden aan de re geering en aan de Engelsche ambassade zal worden overhandigd. Ook elders wer den d ':;ke betoogingen onder leiding van de iciale overheid en nationale vereeniginö. gehouden. Naar Tokio wer den vele anti-Engelsche moties geseind. Uit verscheidene plaatsen wordt verder ge meld, dat de uit vrijmetselaars bestaande Rotaryclub ontbonden is, omdat zij niet overeenkomstig den nieuwen nationalen geest is. UIT DEN ZUIVELHOEK. Een gezonde schotel voor dezen tijd. Wat doen we in den tomatentijd met to maten? Als sla klaarmaken, op de boter ham eten, tot gevulde tomaten verwerken en nog een heele massa meer. Ook zullen we ze als groente gebruiken en zelfs in een eenpansm aal tijd verwer ken. Desgewenscht kunnen we er stamp pot van maken, maar het gerecht komt aantrekkelijker op tafel als de stukken to maat er nog in te zien zijn. En nu het recept: Westlandsche schotel (maaltijd voor 45 personen): 2 1/2 kg. aardappelen, 1 kg. tomaten, 1/2 pond uien,' 3kopjes water, 100 gram (1 ons) boter, 200 gram (2 ons) belegen kaas, 1 eetlepel zout. Snipper de uien fijn en laat een deel ervan met 1 eetlepel boter 10 minuten zachtjes smoren. Doe er dan het water, de schoongeboende of geschilde, in vieren ge sneden aardappelen en het zout bij. Laat deze 20 minuten koken. Voeg de in vieren gesneden tomaten toe en laat deze 510 minuten meekoken. Bak intusschen de rest van de uien in de koekenpan met de boter lichtbruin. Giet het vocht van de aard appelen en de tomaten bij de gebakken uien. Strooi van het vuur de geraspte kaas over de tomaten en schep alles luchtig door elkaar. Geef de uiensaus by dezen stoofpot. DE ROODE KRUISVLAG wordt geheschen aan boord van de nieu we reddingboot „Arthur" der Noord-Zuid-Holl. Reddings-Mij. Foto Pax Holland. FEU LLETON Een roman uit Siberië, door Fr. ENSKAT. 43) Hal nam een bokshouding aan. Plotseling sprong Lansky op hem toe. Hal zag nog juist kans hem te ontwijken, op hetzelfde moment zijn linkervuist in het gezicht van zyn tegenstander te plaatsgen. De Rus brulde als een wild dier, maar hij liet geen seconde verloren gaan. Wederom stortte hy zich op Hal, die ditmaal zijn evenwicht verloor, waardoor beiden op den grond tuimelden. Lome lag onder en hij had een serie vuistslagen in ontvangst te nemen, welke hem het bloed uit den neus deed stroomen. Eindelijk slaagde hij er in zijn beenen vrij te maken. Hij trok zijn knie op en stiet Lansky met zijn voet weg. Direct daarop stond hij weer overeind. Ook Lansky stond weer op zijn beenen. Hij kuchte en blies als een stoommachine. Beiden zagen er ontoonbaar uit; hun ge zicht was met bloed besmeurd en hun klee- ren hingen vrijwel aan flarden. Plotseling werd Lansky's aandacht ge trokken door een blinkend voorwerp, dat in het zand lag. Met een paar stappen had hij het bereikt en haastig bukte hij zich en nu had hij een groot mes in zijn hand. Hal Lorne bemerkte het. Het was zijn eigen mes, dat tijdens de worsteling op den grond, waarschijnlijk uit de schacht van zijn laars was gevallen. Nu werd het ernst. De strijd moest snel. beslist worden. Hal viel aan. Lansky hief zijn arm op om te steken, maar reeds hield Hal zijn pols met ijzeren greep omklemd. Met zijn vrije hand, alsmede door het gewicht van zijn lichaam trachtte hij den Rus opnieuw op den grond te krijgen. Het leek, of hij suc ces zou hebben, want meer en meer helde Lansky achterover. Op dat oogenblik strui kelde Lorne over een steen. Slechts even werd de greep om den pols van den ander wat losser, maar dit was voor Lansky vol doende om zich los te wringen en het vol gende oogenblik stiet hij Hal diens eigen mes met kracht in de borst. Lorne voelde een stekende pijn. Nog een maal zette hij zijn tanden op elkaar; hij greep Lansky beet en slingerde hem tegen den muur van het huis. De Rus sloeg met zijn hoofd tegen de balken Er scheen iets te kraken. Met gespierde beenen bleef Hal nog eenige seconden staan. Toen begon hij te waggelen. Op zijn borst werd een donker- roode vlek zichtbaar welke zich geleidelijk uitbreidde. Zijn hoofd werd steeds zwaarder zijn beenen weigerden hun dienst, hij viel en viel steeds dieper.... in een gapen den, bodemloozen afgrond. Michel Bessin, die den verwoeden strijd van het begin tot het eind had meegemaakt. Hij staarde onafgebroken naar Hal Lorne, wiens vingers in het zand een steunpunt schenen te zoeken. Tot plotseling steeds luider wordend hoef getrappel tot hem doordrong. Een vrij groo te troep ruiters naderde het huis. Voorop reden twee mannen van wie er een ge kleed was in een officiersuniform. De an dere van dit tweetal.Ja dat was toch Gregorvroeger een der metgezellen van Lansky? Nog voor hij zijn paard tot staan had ge bracht, riep Gregor tot den verbaasden Mi chel Bessin: ,,Waar is wachtmeester Koljin? Laat hem direct hier komen! Lansky moet gear resteerd worden, verdacht van moord op Frans Mertens en van ontvoering van een meisje!" Michel Bessin keek met een versluierden blik naar Gregor op. Daarna wees hij zwij gend naar de beide gestalten die roerloos op den grond lagen. XXXVI. Weken waren voorbij gegaan. Het was Hal Lorne temoede, alsof hy bij de eerste schemering van den nieuwen dag uit een diepen slaap ontwaakte. Hij ver mocht niets duidelijk te onderscheiden en meer dan hij het zag, voelde hij dan ook, dat er menschen en voorwerpen om hem heen waren. Voor het vage besef, dat deze menschen zich op de een of andere ma nier met hem bezig hielden, trachtte hij tevergeefs een verklaring te vinden. Het scheen hem belangrijker dan de vraag waar hij zich bevond. Af en toe trok er een dichte sluier voor zijn oogen, welke alles deed vervangen. Wanneer het dan weer wat helderder werd, was het, of hij vrij en licht in een onmetelijke ruimte zweefde. Een zeldzame loomheid, die hem ook be lette te denken, maakte het hem onmoge lijk zich zijn toestand te realiseeren. Noch- thans was hij zich duidelijk bewust, dat hij zich zeer-behaaglijk voelde. Alle on aangename en bezwarende gedachten, waar mee hij zich vroeger zoo vaak had bezig gehouden, schenen van hem te zijn wegge valier Het was als 'n mooie droom, waarin zelfs de engelenfiguur niet ontbrak. Hij althans zag van tijd tot tijd een lieftallig vrouwen gelaat over zich heen gebogen, dat hem zoo zali0 vertrouwd voorkwam. Het was alleen maar jammer, dat de schemer om hem heen niet wilde optrekken, want dit gelaat zou hij maar al te graag eens heel duidelijk hebben gezien. Zoo zweefde Hal Lorne in de ijle ruim te voort, als op een wolk, die ondanks alle duisternis en ondoorgrondelijkheden niet schrikwekkende voor hem had. Maar daarna werd het lichter. De wolk scheen nu en dan uiteen te scheuren. Dan hoorde hij fluisterende stemmen. Hij zag menschen en gezichten, waarmee hij vroe ger in lang vervlogen tijden eens te zamen moest zijn geweest: een grijsaard; een hoofd met zwart haar; dan dook een •jong glad gezicht op; eenmaal ontwaarde twee ronde, donkere oogen, die hem vra gend en tevens dwingend aankeken en na tuurlijk was ock het engelënkopje voort durend in zijn afcijheid. Dat was heerlijk. Toen de donkere wolk weer eens uiteen ratelde, werd het plotseling zoo licht, dat hij even als verblind zijn oogen moest slui ten. Onm.iddi.ilijk daarop zag hij, dat het nog steeds helder was. Zou de wolk voor goed voorbij zijn? Bij het raam zat Kare! Geheel van zelf was deze n?am in zijn gedachte geko men. Hal wilde zich bewegen, hy wilde roepen: Kare! Maar hij kon zich niet bewegen en over zyn lippen- kwam slechts een zucht. Daarna moest die zware wolk wel weer gekomen zijn. Eensklaps echter keerde het stralende licht terug en hij bemerkte tot zijn verwon dering, dat hij zijn handen kon opheffen. En dan hoorde hij zichztif roepen: „Kare!" Het meisje boog zich over hem heen. Hal hoorde een fluisterend: „Eindelijk!" Het volgende oogenblik lag hij weer alleen; Kare was de kamer ui (.ge slopen. Hal keek om zich heen. Er was geen twij fel mogelyk: hij lag in de kamer van Bes- sin's dochter, Bepaalde meubelstukken we zen daarop. Maar hoe kwam hij eigenlijk hier? En waai om? Zijn blik dwaalde naar het raam. Daar was het stralende licht weer, dat zooeven Dog iets verblindend-: had gehad, doch dat hem nu slechts even met zijn oogen deed knipperen. Een schitterend blauwig-witte streep lag daar binnen zijn gezichtskring. Ach ja: het Elbirgebergte met 'sneeuw bedekt. Het was dus winter. Was het ook geen winter geweest, toen hij met Lansky's troep door sneeuw en ijs Met een slag keerde, nu bij Hal Lorne de zoo lang geschokte herinnering terug: Hij had immers gevochten met Lansky, tot hij viel zijn eigen mes Nu wist hij alles weer. Hij moest heel lang bewusteloos zijn geweest. Nu keerde hij dus weer langzaam tot het leven terug. Wat zou het hem brengen? De deur werd geopend. Michel Bessin trad op zijn teenen de kamer binnen. „Hal beste jongen!" Lorne wilde zich oprichten; hy probeer de te spreken iets te vragen. Behoedzaam duwde Bessin hem in de kussens terug. (Slot volgt).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1940 | | pagina 5