EZ
0
Qwate tuchfolag, (boven
Jlanaai
Negen-en-tachtig Britsche vliegtuigen
neergeschoten
Jnmaakwt
i groen,
ten
Is het oogenblik
gekomen?
De strijd in Afrika.
Uit het Verre Oosten
(Zcfttex de üaóócfim
MAANDAG 12 AUGUSTUS 1940
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD - PAG. 5
Havenwerken van Portland
gebombardeerd
HOE DE LUCHTSLAG ZICH
ONTWIKKELDE.
Een Duitsche luchtaanval, ondernomen
tegen de Britsche oorlogshaven Portland
(aan de Zuidkust van Engeland) heeft zich
in den loop van den Zondag tot een groe
ten luchtslag ontwikkeld, welke zich wel
dra tot het geheele Kanaal-gebied uit
breidde. Bij dezen slag en tijdens afzon
derlijke aanvallen op Britsche konvooien,
die ongeveer op hetzelfde tijdstip bestookt
werden, hebben de Duitsche vliegers in
totaal 89 Engelsche vliegtuigen neerge
schoten.
Het opperbevel van de Duitsche weer
macht vat de resultaten van deze gevech
ten als volgt samen:
„Bij den succesvollen aanval op Portland
zijn de tankinstallaties en de havenwerken
in brand gebombardeerd en zijn 57 vijan
delijke vliegtuigen neergeschoten.
Daarenboven hebben onze vliegtuigfor
maties nog successen behaald bij een
aanval op een konvooi ten Oosten van
Harwich. Drie koopvaardijschepen, in to
taal circa 17.000 -ton, werden tot zinken ge
bracht, een torpedojager en drie koop
vaardijschepen werden door voltreffers
zwaar beschadigd. Bij deze gelegenheid
schoten onze jacht- en torpedoformaties
17 vijandelijke vliegtuigen neer.
Op een ander punt werden acht vijan
delijke vliegtuigen neergehaald.
Bij Dover ondernamen onze jagers bo
vendien nog een aanval op versperrings
ballons. Van de achttien versperringsbal
lons werden er acht vernietigd. 'Hierbij
werden zeven Britsche jachtvliegtuigen
neergeschoten. De totale verliezen van den
tegenstander bedragen dientengevolge
vandaag 89 vliegtuigen, tegenover zeven
tien verliezen aan onze zijde".
DE AANVAL OP PORTLAND.
De aanval op Portland werd, naar het
D.N.B. meldt, ingezet door een aantal
Duitsche bommenwerpers en Stuka's, die
met succes de kaden en havenwerken van
deze Britsche oorlogshaven bombardeer
den. De aanvallen richtten zich o.m. op de
herstellingswerkplaatsen van de Britsche
staatswerf, op tankinstallaties, alsmede op
de kustbatterijen daar ter plaatse.
In de tankinstallaties en op den dam,
die de eenige verbinding vormt tusschen
het vasteland en het schiereiland, waarop
de tankinsallaties zich bevinden, werden
groote branden waargenomen. Voorts con
stateerde men hevige explosies in de ke
tel- en machineloodsen in de haven. De
in de haven liggende schepen werden bij
na alle totaal vernietigd.
Van de luchtdoelbatterijen, die probeer
den om de Duitsche vliegtuigen te ver
drijven, moesten weldra verscheidene het
vuren staken.
Een voorloopig communiqué van het
Duitsche opperbevel meldde in den loop
van den dag, dat de Britsche formaties van
jachtvliegtuigen tijdens de gevechten met
de begeleidende Duitsche jacht- en ge
vechtstoestellen numeriek verre in de
meerderheid waren.
Terwijl de luchtgevechten bij Portland
zich tot een slag ontwikkelden, die zich
over het geheele Kanaal-gebied tot aan
Dover uitstrekte, stegen, zoo meldt D.N.B.,
opnieuw Duitsche jachteskaders op ten
einde de verkregen superioriteit in de
lucht boven het Kanaal te behouden.
Van de door de Duitsche jacht- en ge
vechtstoestellen neergehaalde 75 Engel
sche vliegtuigen heeft een enkel Duitsch
jachteskader, bestaande uit Messerschmitt.-
jachttoestellen, er 22 neergeschoten en zelf
Slechts twee toestellen verloren. Een ander
Duitsche gevechtseskader heeft zestien
vliegtuigen neergeschoten.
Vele kleine schepen stelden pogingen in
het werk om de bemanningen van de
neergeschoten Britsche vliegtuigen te red
den.
KADEMUREN INGESTORT.
Omtrent de uitwerking van den bom
aanval op Portland deelen ooggetuigen
mede, dat de kademuren zijn ingestort.
Wrakstukken van schepen steken nog bo
ven water uit, terwijl er voorts nog enkele
brandende schepen, die reeds slag: '.e
vertoonen, gezien werden.
De landingssteigers bij Castletown ver
toonen enorme granaattrechters. Een ge
deelte van de opslagplaatsen is ingestort,
terwijl andere loodsen in brand staan.
84 SCHEPEN AANGEVALLEN.
Bij de afzonderlijke operaties boven het
Kanaal, die onafhankelijk van den groo-
ten luchtslag werden gevoerd, zijn bij Do
ver zeven versperringsballons en vijf
jachtvliegtuigen van het Spitfire-type
neetgeschoten.
Bij Bristol werden twee Bristol Blen
heim- en bij Canterbury twee Spitfire-
jachttocstellen door Duitsche jacht- en ge
vechtstoestellen neergeschoten.
Voorts werd een nieuwe aanval op een
groot konvooi in het Kanaal uitgevoerd.
Zeventig koopvaardijschepen, die door
veertien oorlogsschepen werden vergezeld,
werden door enkele formaties Stuka's en
bommenwerpers aangevallen. Deze Duit
sche aanval, aldus D.N.B., zou echter, in
vergelijking met dien op Portland, met
naar verhouding geringe strijdkrachten
zijn uitgevoerd, daar het hier slechts een
bijkomstige opdracht voor de Duitsche
luchtstrijdkrachten gold.
Het konvooi, dat in Zuidzuidwestelijke
richting voer, werd op 20 kilometer ten
Noordwesten van Margate, bezuiden Har
wich, aangevallen. Draadlooze berichten
van de gevechtsvliegtuigen deelden mede,
dat op verscheidene oorlogsschepen tref
fers werden waargenomen. Enkele sche
pen bleven met slagzijde liggen.
Een koopvaardijschip van 8000 ton werd
in brand gezet door een bom van het
zwaarste en twee bommen van middelma
tig kaliber. Het schip zonk terstond daar
na. Een ander schip van gelijke grootte
bleef brandende liggen en maakte slagzij.
Behalve de van de landzijde te hulp ko
mende Spitfire-jachttoestellen vlogen twee
af deelingen Hurricane-jagers ter bescher
ming van het konvooi mede. Voor zoover
tot nu toe kon worden vastgesteld, zijn bij
deze actie 17 Britsche vliegtuigen, o.a. vijf
Spitfire-toestellen, een Hurricane- en twee
Bristol-Blenheimgevechtstoestellen door de
Duitschers neergeschoten.
De bemanningen van de eerste afdeeling
Duitsche gevechtstoestellen, welke in den
loop van den avond op haar basis terug
keerde, rapporteerde, dat de afdeeling
geen verliezen had geleden.
MEDEDEEUNG VAN DE
ADMIRALITEIT.
De Britsche admiraliteit deelt mede, dat
het transportschip „Mohamed Ali Elkebir"
tot zinken is gebracht. Van de 860 leden
der bemanning zijn er 740 gered.
REDDINGSVLIEGTUIGEN.
Duitsche reddingsvliegtuigen, die duide
lijk gekenmerkt waren met het Roode
Kruis, zijn, naar het D.N.B. van bevoegde
zijde wordt medegedeeld, door twee Bris
tol-Blenheim-vliegtuigen aangevallen. Een
Duitsch reddingsvliegtuig werd hierbij
neergeschoten. Van Duitsche zijde wordt
opgemerkt, dat dit optreden van de Brit
sche vliegtuigen, dat geheel in strijd is
methet volkenrecht, des te verachtelijker
is, omdat de Duitsche toestellen niet alleen
eigen, maar ook Britsche vliegers redden,
die op zee in nood verkeeren.
BOMMEN BIJ EEN HOSPITAAL IN
THIENEN.
Op 10 Augustus des* avonds te half zes
heeft een Engels"h vliegtuig bommen naar
het hospitaal te Thienen geworpen, De
bommen kwamen in den tuin terecht. Het
hospitaal draagt de gebruikelijke kenmer
ken van het Roode Kruis. Er worden Duit-,
sche, Belgische en Engelsche gewonden
verpleegd. In de omgeving bevinden zich
nergens militaire doelen.
zonder Hkfl
risico met
van Boekelo
Hei hygiënisch bereide
en ver/fakie keukenzout 1 3ct Pii i
4189
REDE VAN RIJKSMINISTER HESS
De plaatsvervanger van <jlen Fiihrer,
rijksminister Hess, heeft bij de plechtig
heid van Zaterdag te Weenen, ter gelegen
heid van de wisseling in de leiding van de
gouw Weenen, een opmerkelijke rede
voering uitgesproken. Hij verklaarde om.:
Met de leden van alle andere Duitsche
stammen staan thans ook weer Oost
markers bij alle deelen der weermacht ge
reed, om te zamen met de soldaten van het
fascistische Italië den laatsten tegenstan
der tot den vrede te dwingen. Zij zijn ge
reed; om met de wapens in de hand den
vrede te veroveren?* dien een misdadige
regeering in Engeland eenmaal - verbrak,
toen zij Duitschland den oorlog verklaarde.
Ieder van ons weet, hoe wijdverbreid in
ons volk de overtuiging is, dat er geen rust
in de wereld kan bestaan, vóór Engeland
definitief zal zijn neergeslagen. Thans, nu
alle machtsmiddelen van Duitschland en
het verbonden Italië op Engeland kunnen
worden geconcentreerd, is zoo zegt het
volk het oogenblik gekomen, om einde
lijk opruiming te houden, en Engelands
macht te breken tot het uiteenvallen van
het geheele wereldrijk.
De superioriteit van Duitschland en
Italië is zoo geweldig, dat aan het resul
taat van zoo'n strijd niét de geringste twij
fel kan bestaan. Een klein voorproefje van
wat het te wachten staat, heeft Engeland
reeds gekregen en krijgt het dagelijks. En
geland weet minstens even goed als wij,
zoo niet beter, welke slagen onze vlieg
tuigen, onze duikbooten en onze motor-
torpedobooten dagelijks toebrengen.
Engeland zal nog verbaasd staan, wat de
Duitsche natie vermag te presteeren, wan
neer alle krachten alleen op dezen oorlog
IN BRITSCH-SOMALILAND.
Het Italiaansche offensief in Britsch So-
maliland duurt voort. De Italiaansche troe
pen rukken voortdurend op en breken
overal den vijandelijken tegenstand, aldus
de speciale verslaggever van Stefani. Ster
ke formaties luchtstrijdkrachten nemen
aan de operaties deel en steunen de troe
pen.
Het luchtwapen heeft de afgeloopen da
gen de vliegvelden van Berbera, waar tal
van vijandelijke machines stonden, gebom
bardeerd en met succes het geheele Brit
sche systeem van vestingwerken aangeval
len. Hierbij moest het Italiaansche lucht
wapen moeilijkheden van atmosferischen
aard overwinnen.
IN KENYA.
Aan het front van Kenya zijn de belang
rijkste gevechten niet alleen bij Moyale,
maar ook bij Debel, Namarapput eri Loma-
iana geleverd. Zoo meldt de bijzondere cor
respondent van Stefani:
Te Debel gingen de Engelschen tot den
aanval over wellicht om den inboorlingen
het bewijs te leveren van hun vermeende
superioriteit. De aanval werd op 30 Juli bij
het aanbreken van den dag ingezet door
een Engelsche gemotoriseerde troepen
macht van 2000 man tegen slechts een ge
ring aantal Italiaansche troepen, voorna
melijk Askari's. De strijd was zeer hevig
en werd den volgenden dag met toenemen
de felheid gevoerd, te meer daar de Engel
schen versterkingen hadden ontvangen, o.a.
van vliegtuigen.
Ondanks de numerieke meerderheid van
den tegenstander vochten de Italiaansche
troepen met zulk een geestdrift, dat de En
gelschen genoodzaakt waren in wanorde
de vlucht te nemen. Verscheiden dooden en
tweehonderd gewonden werden per auto
weggevoerd. Op het terrein van den strijd
bleven 64 dooden, 'onder wie drie officie
ren, achter.
Een tweede colonne inboorlingen-troe
pen, onder commando van zeven officie
ren, deed een aanval op den Italiaanschen
post Namarapput, welke door Doebats is
bezet. De colonne was geheel gemotori
seerd. Na langen strijd moesten de Engel
schen zich langs de oevers van het Rudolf-
meer terugtrekken.
Den volgenden ochtend werd een aanval
ondernomen op Lomaiana. Ook hier wer
den de Britsche troepen op de vlucht gedre
ven en over een afstand van 50 K.M. van
het Laborgebergte achtervolgd.
ITALIë'S LEGERBERICHT.
Het 63ste legerbericht van het Italiaan
sche hoofdkwartier meldt:
„De Britsche duikboot „Odin", die in een
Britsch communiqué thans officieel als
verloren wordt gemeld, is tot zinken ge
bracht tijdens onze operaties, waarvan
reeds in vorige legerberichten melding
wérd gemaakt. De duikboot had een wa
terverplaatsing van 1500 ton en was gewa
pend met 8 torpedolanceerbuizen, een ka
non en twee mitrailleurs. De bemanning
telde 55 koppen.
In Britsch Somaliland hebben wij den
pas van Carrin en Godagera bezet. De op-
ïnarsch duurt voort. Onze luchtformaties
hebben het vliegveld van Erkovit in den
Soedan gebombardeerd. Zij plaatsten daar
bij voltreffers op 15 op liet veld staande
vliegtuigen en sloegen een aanval van
vijandelijke jagers af. Al onze vliegtuigen
zijn op hun bases teruggekeerd.
Een Engelsch piloot, een kapitein, is ge
vangen genomen.
worden geconcentreerd: bij de aanwezige
fabrieken der bewapeningsindustrie komen
nieuwe, in grooten getale.
Er zal een nieuw Europa opstaan. Daar
in zullen de volkeren in rust kunnen arbei
den voor hun welstand en hun oude cul
tuur.
ANTI-BRITSCHE BETOOGINGEN
IN JAPAN.
In heel Japan zijn Zondag anti-Britsche
betoogingen gehouden. De Japansche bla
den melden hierover, dat de pogingen der
Engelschen om met de Japanneezen op
goeden voet te geraken geen indruk ge
maakt hebben. In een vergadering, waar
vele duizenden personen bijeen waren,
werd een anti-Britsche motie aangenomen,
die door tien afgevaardigden aan de re
geering en aan de Engelsche ambassade
zal worden overhandigd. Ook elders wer
den d ':;ke betoogingen onder leiding
van de iciale overheid en nationale
vereeniginö. gehouden. Naar Tokio wer
den vele anti-Engelsche moties geseind.
Uit verscheidene plaatsen wordt verder ge
meld, dat de uit vrijmetselaars bestaande
Rotaryclub ontbonden is, omdat zij niet
overeenkomstig den nieuwen nationalen
geest is.
UIT DEN ZUIVELHOEK.
Een gezonde schotel voor dezen tijd.
Wat doen we in den tomatentijd met to
maten? Als sla klaarmaken, op de boter
ham eten, tot gevulde tomaten verwerken
en nog een heele massa meer.
Ook zullen we ze als groente gebruiken
en zelfs in een eenpansm aal tijd verwer
ken. Desgewenscht kunnen we er stamp
pot van maken, maar het gerecht komt
aantrekkelijker op tafel als de stukken to
maat er nog in te zien zijn.
En nu het recept:
Westlandsche schotel (maaltijd voor
45 personen):
2 1/2 kg. aardappelen, 1 kg. tomaten, 1/2
pond uien,' 3kopjes water, 100 gram (1
ons) boter, 200 gram (2 ons) belegen kaas,
1 eetlepel zout.
Snipper de uien fijn en laat een deel
ervan met 1 eetlepel boter 10 minuten
zachtjes smoren. Doe er dan het water, de
schoongeboende of geschilde, in vieren ge
sneden aardappelen en het zout bij. Laat
deze 20 minuten koken. Voeg de in vieren
gesneden tomaten toe en laat deze 510
minuten meekoken. Bak intusschen de rest
van de uien in de koekenpan met de boter
lichtbruin. Giet het vocht van de aard
appelen en de tomaten bij de gebakken
uien. Strooi van het vuur de geraspte kaas
over de tomaten en schep alles luchtig
door elkaar.
Geef de uiensaus by dezen stoofpot.
DE ROODE KRUISVLAG wordt
geheschen aan boord van de nieu
we reddingboot „Arthur" der
Noord-Zuid-Holl. Reddings-Mij.
Foto Pax Holland.
FEU LLETON
Een roman uit Siberië,
door
Fr. ENSKAT.
43)
Hal nam een bokshouding aan.
Plotseling sprong Lansky op hem toe. Hal
zag nog juist kans hem te ontwijken, op
hetzelfde moment zijn linkervuist in het
gezicht van zyn tegenstander te plaatsgen.
De Rus brulde als een wild dier, maar hij
liet geen seconde verloren gaan. Wederom
stortte hy zich op Hal, die ditmaal zijn
evenwicht verloor, waardoor beiden op den
grond tuimelden. Lome lag onder en hij
had een serie vuistslagen in ontvangst te
nemen, welke hem het bloed uit den neus
deed stroomen.
Eindelijk slaagde hij er in zijn beenen vrij
te maken. Hij trok zijn knie op en stiet
Lansky met zijn voet weg. Direct daarop
stond hij weer overeind.
Ook Lansky stond weer op zijn beenen.
Hij kuchte en blies als een stoommachine.
Beiden zagen er ontoonbaar uit; hun ge
zicht was met bloed besmeurd en hun klee-
ren hingen vrijwel aan flarden.
Plotseling werd Lansky's aandacht ge
trokken door een blinkend voorwerp, dat in
het zand lag. Met een paar stappen had hij
het bereikt en haastig bukte hij zich en nu
had hij een groot mes in zijn hand.
Hal Lorne bemerkte het. Het was zijn
eigen mes, dat tijdens de worsteling op den
grond, waarschijnlijk uit de schacht van
zijn laars was gevallen. Nu werd het ernst.
De strijd moest snel. beslist worden.
Hal viel aan. Lansky hief zijn arm op om
te steken, maar reeds hield Hal zijn pols
met ijzeren greep omklemd. Met zijn vrije
hand, alsmede door het gewicht van zijn
lichaam trachtte hij den Rus opnieuw op
den grond te krijgen. Het leek, of hij suc
ces zou hebben, want meer en meer helde
Lansky achterover. Op dat oogenblik strui
kelde Lorne over een steen. Slechts even
werd de greep om den pols van den ander
wat losser, maar dit was voor Lansky vol
doende om zich los te wringen en het vol
gende oogenblik stiet hij Hal diens eigen
mes met kracht in de borst.
Lorne voelde een stekende pijn. Nog een
maal zette hij zijn tanden op elkaar; hij
greep Lansky beet en slingerde hem tegen
den muur van het huis. De Rus sloeg met
zijn hoofd tegen de balken Er scheen iets
te kraken.
Met gespierde beenen bleef Hal nog
eenige seconden staan. Toen begon hij te
waggelen. Op zijn borst werd een donker-
roode vlek zichtbaar welke zich geleidelijk
uitbreidde. Zijn hoofd werd steeds zwaarder
zijn beenen weigerden hun dienst, hij viel
en viel steeds dieper.... in een gapen
den, bodemloozen afgrond.
Michel Bessin, die den verwoeden strijd
van het begin tot het eind had meegemaakt.
Hij staarde onafgebroken naar Hal Lorne,
wiens vingers in het zand een steunpunt
schenen te zoeken.
Tot plotseling steeds luider wordend hoef
getrappel tot hem doordrong. Een vrij groo
te troep ruiters naderde het huis. Voorop
reden twee mannen van wie er een ge
kleed was in een officiersuniform. De an
dere van dit tweetal.Ja dat was toch
Gregorvroeger een der metgezellen
van Lansky?
Nog voor hij zijn paard tot staan had ge
bracht, riep Gregor tot den verbaasden Mi
chel Bessin:
,,Waar is wachtmeester Koljin? Laat hem
direct hier komen! Lansky moet gear
resteerd worden, verdacht van moord op
Frans Mertens en van ontvoering van een
meisje!"
Michel Bessin keek met een versluierden
blik naar Gregor op. Daarna wees hij zwij
gend naar de beide gestalten die roerloos
op den grond lagen.
XXXVI.
Weken waren voorbij gegaan.
Het was Hal Lorne temoede, alsof hy bij
de eerste schemering van den nieuwen dag
uit een diepen slaap ontwaakte. Hij ver
mocht niets duidelijk te onderscheiden en
meer dan hij het zag, voelde hij dan ook,
dat er menschen en voorwerpen om hem
heen waren. Voor het vage besef, dat deze
menschen zich op de een of andere ma
nier met hem bezig hielden, trachtte hij
tevergeefs een verklaring te vinden. Het
scheen hem belangrijker dan de vraag
waar hij zich bevond.
Af en toe trok er een dichte sluier voor
zijn oogen, welke alles deed vervangen.
Wanneer het dan weer wat helderder
werd, was het, of hij vrij en licht in een
onmetelijke ruimte zweefde.
Een zeldzame loomheid, die hem ook be
lette te denken, maakte het hem onmoge
lijk zich zijn toestand te realiseeren. Noch-
thans was hij zich duidelijk bewust, dat
hij zich zeer-behaaglijk voelde. Alle on
aangename en bezwarende gedachten, waar
mee hij zich vroeger zoo vaak had bezig
gehouden, schenen van hem te zijn wegge
valier
Het was als 'n mooie droom, waarin zelfs
de engelenfiguur niet ontbrak. Hij althans
zag van tijd tot tijd een lieftallig vrouwen
gelaat over zich heen gebogen, dat hem
zoo zali0 vertrouwd voorkwam. Het was
alleen maar jammer, dat de schemer om
hem heen niet wilde optrekken, want dit
gelaat zou hij maar al te graag eens heel
duidelijk hebben gezien.
Zoo zweefde Hal Lorne in de ijle ruim
te voort, als op een wolk, die ondanks alle
duisternis en ondoorgrondelijkheden niet
schrikwekkende voor hem had.
Maar daarna werd het lichter. De wolk
scheen nu en dan uiteen te scheuren. Dan
hoorde hij fluisterende stemmen. Hij zag
menschen en gezichten, waarmee hij vroe
ger in lang vervlogen tijden eens te
zamen moest zijn geweest: een grijsaard;
een hoofd met zwart haar; dan dook een
•jong glad gezicht op; eenmaal ontwaarde
twee ronde, donkere oogen, die hem vra
gend en tevens dwingend aankeken en na
tuurlijk was ock het engelënkopje voort
durend in zijn afcijheid. Dat was heerlijk.
Toen de donkere wolk weer eens uiteen
ratelde, werd het plotseling zoo licht, dat
hij even als verblind zijn oogen moest slui
ten. Onm.iddi.ilijk daarop zag hij, dat het
nog steeds helder was. Zou de wolk voor
goed voorbij zijn?
Bij het raam zat Kare! Geheel van
zelf was deze n?am in zijn gedachte geko
men. Hal wilde zich bewegen, hy wilde
roepen: Kare!
Maar hij kon zich niet bewegen en over
zyn lippen- kwam slechts een zucht. Daarna
moest die zware wolk wel weer gekomen
zijn.
Eensklaps echter keerde het stralende
licht terug en hij bemerkte tot zijn verwon
dering, dat hij zijn handen kon opheffen.
En dan hoorde hij zichztif roepen: „Kare!"
Het meisje boog zich over hem heen. Hal
hoorde een fluisterend: „Eindelijk!" Het
volgende oogenblik lag hij weer alleen;
Kare was de kamer ui (.ge slopen.
Hal keek om zich heen. Er was geen twij
fel mogelyk: hij lag in de kamer van Bes-
sin's dochter, Bepaalde meubelstukken we
zen daarop. Maar hoe kwam hij eigenlijk
hier? En waai om?
Zijn blik dwaalde naar het raam. Daar
was het stralende licht weer, dat zooeven
Dog iets verblindend-: had gehad, doch dat
hem nu slechts even met zijn oogen deed
knipperen. Een schitterend blauwig-witte
streep lag daar binnen zijn gezichtskring.
Ach ja: het Elbirgebergte met 'sneeuw
bedekt. Het was dus winter. Was het ook
geen winter geweest, toen hij met Lansky's
troep door sneeuw en ijs
Met een slag keerde, nu bij Hal Lorne de
zoo lang geschokte herinnering terug: Hij
had immers gevochten met Lansky, tot hij
viel zijn eigen mes
Nu wist hij alles weer. Hij moest heel
lang bewusteloos zijn geweest. Nu keerde
hij dus weer langzaam tot het leven terug.
Wat zou het hem brengen?
De deur werd geopend. Michel Bessin
trad op zijn teenen de kamer binnen.
„Hal beste jongen!"
Lorne wilde zich oprichten; hy probeer
de te spreken iets te vragen.
Behoedzaam duwde Bessin hem in de
kussens terug.
(Slot volgt).