Weerbericht
Antirev. en Chr. Hist, te
samen bijeen
Ned. Unie wordt afgewezen
RECHTZAKEN
STADSNIEUWS
MAANDAG 12 AUGUSTUS 1940
DE LEIDSCHE COURANT
EERSTE BLAD - PAG. 2
Abonnenwntsprüs: toot Lelden II -
cent per week; t 2.59 per kwartaaL
By onxe afenten 20 cent per week;
fl.60 per kwartaaL Franco per po>1
t 2.95 per kwartaaL Geïllustreerd
Zondagsblad 0.50 per kwartaaL
Losse nummers 5 cent, met geïlL
Zondagsblad 9 cent.
Advertentiën: 80 cent per regel.
Ingezonden mededeelingen dubbel
tariel Telefoontjes hoogstep* 10
woorden, 50 cent per plaatsing, al
léén Woensdag en Zaterdag
ZONS OP- EN ONDERGANG
Zon onder 9.13 uur.
Zon op 6.18 uur.
Maan op 5.03 uur Maandagnamiddag.
Maan onder 1.56 uur Dinsdagnacht.
HOOG WATER.
Te Katwijk aan Zee op Dinsdag 13 Aug.
i.am. 12.30 uur.
WATERTEMPERATUUR.
Zweminrichting „De Zijl" 18 gr. C.
Zweminrichting „Poelmeer" 18 gr. C.
pilOIICDIIOIIOIIOIIOIIOIIOIICl
Verduisteringstijden i
0 Er is bepaald, dat er verduisterd
moet worden tusschen zonsonder- 0
0 gang en zonsopkomst.
n 0
U Deze tijden zijn voor hedenavond
-r en morgenochtend: 0
0 ZONSONDERGANG Z
Q 9.13 uur. y
Q ZONSOPKOMST 0
- 6.18 uur. Q
0 Tusschen deze beide tijden dient Q
Q er dus verduisterd te worden.
-311 Oil OII O I! Oil Oil Oil Oil Oil cP
NED. JOURNALISTENKRING.
De Nederlandsche Journalistenkring
heeft Zaterdag j.l, te Utrecht in het ge-
houw voor Kunsten en Wetenschappen een
algemeene vergadering gehouden, welke
zeer druk bezocht was.
Zij had te beslissen over een voorstel
'betreffende vereeniging met le Roomsch
Katholieke Journalisten vereeniging. Met
algemeene instemming werd diit voorstel
aanvaard.
De Roomsch-Katholieke Journal isten-
vereeniging, die te gelijker tijd in hetzelf
de gebouw was bijeengekomen, keurde
eveneens een voorstel van haar bestuur
goed, waarbij werd uitgesproken, dat de
R.K. J.V. zich vereenigt met den Ned.
Journalistenkring, zöodat dientengevolge
de leden van de R.K. J.V. en bloc tot den
N. J. K.toetreden. (De R.K. J.V. is echter
N. J. K. toetreden. (De R.K. J.V. is echter
door dit besluit niet ontbonden en blijft
onder haar eigen bestuur voortbestaan ter
'behartiging van de specifiek katholieke
Nadat deze besluiten waren gevallen,
kwamen de leden der genoemde veresni-
gingen samen in één vergadering. Als be
stuursleden van den N. J. K. hadden be
reids zitting genomen de heeren mr. H. F.
A. Geise, voorzitter van de R. K. J. V., en
de heer H. baron van Lamsweerde.
Na de opening der bijeenkomst wezen,
zoowel de voorzitter der R. K. J. V. als de
waarnemend "oorzitter van den N. J. K.,
de heer J. Schraver, op de groote bet eeke
nis van de tot stand gekomen vereeniging,
waardoor thans bijna 1000 Nederlandsche
journalisten in één organisatie zijn samen-
gébracht.
Vervolgens werd die gedachten wisseling
aan de orde gesteld over de actie van en
het voorstel door den raad van voorlich
ting der Nederlandsche pers aan den Ned.
Journalistenkring gedaan. Dit voorstel om
vatte benoeming van twee leden van den
raad van voorlichting, resp. tot voorzitter
en vice-voorzitter van den N. J. K. en be
noeming van twee andere door dien raad
aan te wijzen journalisten tot bestuurslid,
terwijl de zittende bestuursleden van den
N. J. K. gehandhaafd zouden worden. Vol
gens dit voorstel zou voorts aan den nieu
wen voorzitter de bevoegdheid worden
verleend de statuten aan den nieuwen tijd
aan te passen, na overleg met het bestuur.
Over dit voorstel ontwikkelde zich een
uitvoerige discussie, welke in rustige sfeer
op waardige wijze werd gehouden en op
hoog peil stond. Twee leden van den raad
van voorlichting hebben aan het debat
deelgenomen.
Het beleid van het bestuur in de bespro
ken zaak werd verdedigd door mr. M.
Rooy jr., lid van de delegatie van den N.
J. K. in de contactcommissie, waarvan
de vereeniging de Nederlandsche Dagblad
pers eveneens deel uitmaakt.
De beraadslagingen werden afgesloten
met de aanneming van een motie, waarin
de N. J. K. zijn vertrouwen uitsprak in het
bestuur en het verzoekt voort te gaan in de
richting van een persraat1, waarvan de le
den worden benoemd door en uit de orga
nisaties van directeuren en journalisten in
Nederland, zijnde de vereeniging de Ne
derlandsche Dagbladpers en de Neder
landsche Journalistenkring, zulks in over
leg met de bevoegde autoriteiten.
De voorsteller van de motie had ver
klaard, dat dit laatste in ruimen zin be
doeld is. Den raad van voorlichting uit te
sluiten werd geenszins bedoeld.
Met overgroote meerderheid werd deze
motie aangenomen. Slechts enkelen meen
den, op onderscheiden gronden, er htm
instemming niet aan te kunnen geven.
Uit den aard der zaak kon het bestuur
niet deelnemen aan de stemming over de
motie. Zijn suggestie om in de motie nog
maals uitdrukkelijk den raad van voor
lichting te noemen, werd, na de verklaring
van den voorsteller, door de vergadering
niet noodig geacht.
De bijeenkomst werd bijgewoond door
ongeveer 325 journalisten uit alle deelen
van het land. Een aantal telegrammen en
betuiging van instemming met het ge
voerde beleid was bovendien ontvangen.
De vergadering, die om 3 uur was be
gonnen en zich van den ernst der bespre
kingen overtuigd toonde, eindigde tegen
7 uur.
LEVERANTIES TEN BEHOEVE VAN
MILITAIREN VAN DE DUITSCHE
WEERMACHT E.A. IN NEDERLAND.
De secretaris-generaal, wnd. hoofd van
het departement van handel, nijverheid en
scheepvaart deelt het volgende mede:
Ter uitvoering van de verordening no. 60
in het verordeningenblad voor het bezette
Nederlandsche gebied, stuk 14 d.d. 27 Juli
j.l. is de volgende regeling getroffen met
betrekking tot leveranties ten behoeve van
de individueele militairen van de Duitsche
weermacht in Nederland, leden van poli
tie of S.S., van den versterkten grens-
wachtdienst, van de Duitsche Rijkspost of
van de Duitsche Rijksspoorwegen van tex-
tielgoederen en schoenen, welke krachtens
de distributiebepalingen slechts tegen af
gifte van een bon of schriftelijke vergun
ning afgegeven mogen worden.
De aflevering van bovenbedoelde goede
ren aan Duitsche individueele militairen en
leden van de S.S. enz., mag uitsluitend ge
schieden tegen afgifte van een door de des
betreffende Duitsche militaire autoriteiten
onderteekende bon, waarop de soort en de
hoeveelheid der aan te schaffen goederen
staat vermeld.
Deze bon, waarvan een afbeelding in de
dagbladen wordt afgedrukt, dient door den
leverancier te worden bewaard en kan met
de desbetreffende distributiebons of ver
gunningen mede worden opgezonden ter
verkrijging van een nieuwe toewijzing
voor de aanvullirg van zijn voorraad. De
kooper moet de bon (Bezugschein) aan de
achterzijde ingevuld en onderteekend heb
ben, daar zij anders niet geldig is.
Dr. N. P. VAN SPANJE, t
Vannacht is te Amsterdam in den ouder
dom van 81 jaar overleden dr. N. P. van
Spanje, oudgenessheer-directeur van het
Onze Lieve. Vrouwegasthuis te Amster
dam.
Dr. van Spanje werd in 1859 te Utrecht
geboren. Hij studeerde aan de universi
teit te Utrecht, alwaar hij in 1887 tot doc
tor in de geneeskunde promoveerde. De
overledene was vele jaren klinisch en poli
klinisch assistent van professor Talsma te
Utrecht. Daarna werd hij benoemd tot ge
neesheer-directeur van het Andreas-zie-
kenhuis aldaar. Van 1897 tot 1932 was hij
geneesheer-directeur van het Onze Lieve
Vrouwegasthuis te Amsterdam.
In 1918 werd dr. Van Spanje gekozen
tot lid van de Provinciale Staten van
Noord-Holland.
Hij was oprichter en voorzitter der Ver-
eenigde R.K. Herstellingsoorden voor
Longlijders en zwakke kinderen (Sana
torium Dekkerswald, Groesbeek en Wijk
aan Zee), medeoprichter der Vereeniging
tot bevordering der wetenschap onder de
Katholieken, enz.
Er zijn verschillende publicaties van zijn
hand verschenen.
Haagsche Politierechter
Geld voor tuin-gereedschap.
De koopman J. K. te L e i d e n, had eeni-
ge malen geld van een 67-jarige dame te
Oegstgeest los weten te krijgen, bij wijze
van leening, door allerlei medelij-wekkende
verhalen op te hangen. Het totaal bedrag
was aldus tot 8 opgeloopen. Terugbetaling
bleef evenwel voorloopig uit. Toen de dame
den koopman eens tegen kwam, had zij
hem aangehouden en om de acht gulden ge
vraagd. Hij zou ze des anderen daags ko
men brengen en inderdaad was hij geko
men met de acht gulden. Hij had ze op
tafel uitgeteld, maar tevens er een nieuw
medelijdend verhaal bij afgestoken, dat
hier op neer kwam, dat hij te Wassenaar
als tuinman aangesteld zou worden, mits
hij maar gereedschap bezat. Of de dame
hem daaraan misschien nog helpen kon. En
de dame had hem geholpen, zoodat K. de
acht gulden weer opstreek en er bovendien
nog acht bij kreeg. Het gereedschap kostte
immers zestien gulden. Het verhaal was
gelogen, zooals alles wat verdachte ver
teld had, steeds gelogen was geweest. Deze
fantasie, die men oplichting noemt, kwam
hem te staan op een eisch van twee maan
den gevangenisstraf, waarbij rekening ge
houden werd met het feit, dat hij reeds een
veroordeeling, wegens oplichting, achter
den rug heeft.
Het vonnis werd overeenkomstig dezen
eisch.
Veenhuizen in het vooruitzicht
De schipper M. B. te Leiden, maakte
er zijn gewoonte van, om eiken Donderdag
naar Noordwijkerhout te gaan en dan aan
diverse „vaste klanten" zijn omgekeerde
schipperspet onder de neus te houden. Dit
was al jaren zoo gebeurd, net zoolang tot
Zaterdag is in de Apollohal te Amster
dam een vergadering gehouden, welke door
het provinciale comité van de A.R. Kies-
vereenigingen in Noord-Holland, in overleg
met de betrokken instanties der Chr. Hist.
Unie was belegd en in welke vergadering
als sprekers het woord hebben gevoerd de
heeren dr. H. Coloijn en prof. dr. Slote-
maker de Bruïne.
Voor deze vergadering bestond een zoo
groote belangstelling, dat de groote zaal,
die ruim 5000 personen kan bevatten, bij
lange na geen plaats bood om allen, die
de vergadering wilden bijwonen, plaats te
bieden. Daarom werden drie vergaderingen
achter elkaar belegd, n.l. des middags half
twee en te vier uur en des avonds te half
acht.
De voorzitter van het provinciaal comi
té van A.R. Kiesvereenigingen in Noord-
Holland, prof. dr. V. H. Rutgers, ging hier
na voor in gebed en sprak een openings
woord, waarin hij alle aanwezigen, in het
bijzonder de beide sprekers hartelijk wel
kom heette.
Vervolgens verkreeg dr. H. Colijn het
woord.
REDE DR. H. COLIJN
Spr. begon met de herinnering aan den
titel van zijn jongste geschrift. Hij heeft de
critiek vernomen, dat men niet op de grens
van twee werelden moest blijven staan,
doch moedig de nieuwe wereld, die voor
ons lag, moest binnentreden. Op zichzelf
vereischt deze critiek geen weerlegging, om
dat spreker het er mee eens is.
Echter is het niet juist het nieuwe,
dat nog grootendeels onbekendis, on
gezien te aanvaarden en het oude als
waardeloos weg te werpen. En toch zyn
er velen, die dit laatste zonder eenige
bedenking doen. Met name geldt de cri
tiek dan ons staatsbestel en het partij-
Wanneer spreker met die critiek gedeel
telijk instemt, dan is dat geen novum.
Twintig jaar lang heeft hij in woord en ge
schrift op de fouten van de moderne de
mocratie gewezen. Fouten, die tot gevolg
hadden onzelfstandigheid \an de kabinet
ten, afhankelijkheid van de politieke par
tijen, verzwakking van het eigen recht der
overheid. Ook de volksvertegenwoordiging
zelf is in de vervulling van haai taak dik
werf gehinderd door druk van buiten de
Kamer.
Maar omdat men op fouten uit het
verleden wijst, behoeft men nog niet
alles, wat als nieuw wordt aangepre
zen, met gretigheid te aanvaarden.
Van alle kanten klinkt het haastig ge
roep: er moet wat gebeuren, er moet wat
worden gedaan, en dan liefst in hetzelfde
tempo, waarmede de Duitsche weermacht
haar aanvallen verricht.
De Nederlandsche Unie.
In dit verband wilde spreker iets mede-
deelen over den gang van zaken met de
Nederlandsche Unie en van deze gelegen
heid gebruik maken, om zijn advies aan de
kiesvereenigingen in het openbaar toe te,
lichten.
Den eersten Juli van dit jaar zijn te
's Gravenhage bijeengekomen twaalf per-
soien, twee aan twee afkomstig uit de zes
groote politieke partijen. Voor de anti
revolutionairen waren dat de heer Schou
ten en spreker zelf. Deze twaalf personen,
overtuigd van de noodzakelijkheid van
grooter eensgezindheid, besloten er naar te
streven, dat de politieke pa,rtijen haar ver
schillen te laten rusten en dat zij zich zou
den vereenigen op een kort program van
actie, dat aller instemming zou moeten
hebben.
Die algemeene instemming werd gemak
kelijk verkregen en vijf dagen later (6 Ju
li) werd een tweede vergadering gehou
den, waarbij ook aanwezig waren drie hee
ren van de Nederlandsche Gemeenschap.
Weer twee dagen later, den 8sten Juli,
werd ook met deze heeren overeenstem
ming verkregen over een gemeenschappe
lijk door' de vijf heeren uit te vaardigen
manifest
Op 18 Juli was er dus een Nederlandsche
Unie, een gemeenschappelijk gekozen naam,
die geacht kon worden na verloop van tijd
waarschijnlijk 90 procent van het Neder
landsche volk te representeeren. Om rede
nen, die niet gelegen zijn in verschil tus
schen de vijftien heeren, heeft de uitvaar
diging van dit manifest geen voortgang
kunnen hebben.
Een goede veertien dagen later duikt nu
plotseling een nieuwe Nederlandsche Unie
op, geleid door dezelfde personen (althans
het spaak liep, en er een verbaal volgde.
Hij ontkende eerst om geld gevraagd "te
hebben, wel om lorren. Als men geen lorren
had, gaf men hem enkele centen, volgens
zijn zeggen. Het verbaal luidde evenwel
anders en daarom werd de eisch een week
hechtenis.
De Politierechter veroordeelde hem tot
deze week hechtenis, maar voegde er aan
toe, dat, als hij nogmaals voor een derge
lijk feit zou verschijnen, er eenige jaren
Veenhuizen voor hem op zou zitten.
twee personen van drie), die aan de vor
ming der eerste Nederlandsche Unie had
den deelgenomen; dit optreden ging ver
gezeld van een geheel nieuw program, dat
sterk afweek van het program, waarover
overeenstemming was verkregen in de eer
ste Nederlandsche Unie.
Dit nieuwe program wekte al dadelijk
het vermoeden, dat voor sommige volks
groepen het moeilijk zou zijn met deze
tweede Unie, waarover zij trouwens niet ge
raadpleegd waren, mee te gaan. Vooral de
toelichtingen, die van tijd tot tijd in inter
views op het program werden gegeven, ver
sterkten dien twijfel. En na den derden
Augustus werd die twijfel zekerheid.
Op allerlei detailbezwaren tegen het pro
gram gaat spreker thans niet in. Want veel
belangrijker blijft de vraag: als het dan niet
zoo kan, wat kan er dan wel geschieden?
Spreker begint op den voorgrond te
stellen, dat hij voor zich nog altijd be
reid is tot samenwerking op zoo breed
mogelijke basis. Die samenwerking was
verkregen in het program van de eer
ste Nederlandsche Unie. Die samenwer
king is nog mogelijk, indien men zich
net verliest in fantasieën, maar de nuch
tere, klare werkelijkheid tot uitgangs
punt neemt.
Die nuchtere, klare werkelijkheid betee-
kent internationaal, dat men de gewijzig
de toestanden op het continent van Euro
pa als feit moet aanvaarden. Hoe de oorlog
ook eindigt, naar den mensch gesproken
kan men geen andere uitkomst zien dan dat
het Duitsche overwicht op het vasteland van
Europa moet worden aanvaard. Dat een
nieuwe oriënteering op nationaal terrein
noodzakelijk is, behoeft wel geen betoog.
Maar even duidelijk is het, dat wij aan
een vernieuwing van ons staatsbesteltij
dens de bezetting niet kunnen bouwen en
ook niet moeten willen bouwen, al zijn er
tal van begeerten, die wij in ons hart koeste
ren en al mogen wij de omtrekken van het'
toekomstbeeld voor ons zelf trachten in ge
reedheid te brengen. Heroriënteering is ook
op sociaal en economisch gebied noodzake
lijk, al was het alleen maar door de ver
anderde verhoudingen, die op het continent
van Europa geboren zijn. Maar hierbij zal
men er wel op hebben te rekenen, dat
sommige sociale of economische hervormin
gen zoodanig afhankelijk zijn van de toe
standen, zooals die na den oorlog zullen
zijn, dat het-daaasheid is er nu reeds be
spiegelingen over te houden.
Al zulk streven schaadt de eensgezind
heid, die thans bovenal noodig is. Dit betee-
kent niet, dat men op sociaal-economisch
gebied intusschen niets kan verrichten. Al
les kat kan strekken tot versterking van
het gemeenschapsbesef, tot hechte samen
binding van het Nederlandsche volk met
eerbiediging van de geestelijke verscheiden
heid, verdient met kracht te worden ge
steund.
Spreker besloot met de betuiging van
zijn inzicht, dat de vormen waaronder een
groote nationale beweging zich moet open
baren bijzaak zijn, mits de leidende gedach
te van die vormgeving Nederlandsch is in
den historischen zin, dat volksinvloed niet
wordt buitengesloten. Ook de vraag, welke
personen leiding moeten geven geven is bij
zaak, mits deze leiders inderdaad berekend
zijn voor hun taak, zuiver Nederlandsch
denken en voelen en een goede dosis his
torisch besef bezitten, en tegelijk besef
fen, dat de Nederlandsche bevolking is sa
mengesteld uit 1/3 Roomsch-Katholieken,
1/3 orthodox-Protestanten en 1/3 op wie
het humanisme beslag heeft gelegd.
Wat tot nu toe door spreker gezegd is,
was bedoeld voor het Nederlandsche volk
in zijn geheel, voor zoover dit althans naar
hem luisteren wil.
Daarna richtte spreekr zich tot zijn en
gere geestverwanten met de vermaning ook
in eigen kring reformatie niet uit het oog te
verlizen.
REDE DR. SLOTEMAKER DE BRUÏNE
Na dr. H. Colijn betrad het podium prof.
dr. J. Slotemaker de Bruïne, die over het
Nederlandsche volkskarakter het woord
zou voeren.
Wij zijn samen aldus spr. om ons
bewust te worden van ons volkskarakter
en van onze eigen plaats in het volksge
heel. Een volk draagt een stempel.
Het is geen toeval, dat meer dan vroe
ger de menschheid zich daarvan bewust
wordt. Alom, waar Duitschers wonen,
breekt de ééne Duitsche ziel naar buiten.
Zoo willen wij een klaar naar buiten tre
den van de Nederlandsche ziel.
Wie die ziel doorschouwt, ontwaart er
elementen, die niet gelijksoortig zijn. Hier
bij denkt spr. niet aan verschil van inzicht
inzake financieele, organisatorische, oeco-
n'omische vragen; verschillen, die er zijn,
doch die niet al te tragisch behoeven geno
men te worden. Hij denkt aan wat hooger
reikt en dieper ligt; aan de onstoffelijke
wereld, waarin onze wortels liggen en zon
der welke wij veroordeeld zijn om in de
materie op te gaan èn onder te gaan. Als
daarover Nederlanders spreker, zeggen zij
niet allen hetzelfde; zij zijn niet gelijx reli
gieus noch gelijk als het den invloed geldt
van dit religieuze op heel het openbare
levensgebied. Dit is een feit; de kernvraag
is nu, hoe dit feit gehanteerd wordt.
Men kan het aldus hanteeren: dat de een
heid van het nationale, het „volksche" bo
venal is, zoodat de elementen, die verschei
denheid brengen, op den achtergrond moe
ten treden, al zijn zij op zichzelf nog zoo
waardevol. De diepste geestelijke overtui
gingen hebben dan slechts recht van be
staan, indien zij zich in de volksverbonden
heid laten invoegen en daaraan onderge
schikt willen zijn.
Men kan het bedoelde feit echter ook
aldus hanteeren, dat men de diepste begin-
seeln niet op den achtergrond kan laten
dringen, omdat een aldus gekochte eenheid
te duur gekocht zou zijn. Vraag niet zoo
klinkt het dan dat wij bij onzen harts
tochtelijken dienst aan ons ééne volk het
geestelijke beneden het nationale schat
ten; dit kunnen wij niet.
Wij hier heden in de Apollo-hal aldus
spreker zeggen onvoorwaardelijk het
tweede. Neem ons, zoo vragen wij, ten bate
van ons volk, zooals wij zijn, vraag ons niet
het heiligste, dat wij bezitten, buiten het
openbare leven te plaatsen. Vraag dat niet,
juist ter wille van ons volk!
Vooreerst zoudt gij door anders te doen,
onszelf verzwakken en daarmede dus het
volksgeheel. Met verzwakte stukken kan
men niet een krachtig geheel bouwen. Wat
wij zijn, zijn wij door Christus, niet enkel
voor de binnenkamer, doch ook voor het
openbare leven. Maak niet van ons halve
menschen of minder dan dat.
Wij in Nederland vragen, dat hetgeen
God ons geschonken heeft, doordringe niet
alleen in de kerk, doch ook in de opvoeding,
de school, de jeugdbeweging, den barmhar-
tigheidsdienst. Onze christelijke instituten
willen wij met man en macht bewaren; wie
daarvan afdoet, verarmt het Nederlandsche
nationale karakter.
Spr. eindigt met een beroep om een
heid van allen, die bouwen op hetzelfde
fundament met de waarschuwing, dat men
in dezen kring alle pharizeïsme moet be
strijden; met den drang, dat dit geestelijk
bezit de zware verantwoordelijkheid doe
beseffen jegens heel ojjs volk. Want chris
telijk is nationaal.
Als derde spreker trad op mr. A. B.
Roos jen. Na diens korte toespraak werd de
vergadering gesloten.
DE NEDERLANDSCHE UNIE
Wij verwijzen naar een advertentie,
waarin wordt medegedeeld, dat in een
drietal gebouwen lokalen op verzoek be
schikbaar zijn gesteld voor inteelcening als
lid van de Nederlandsche Unie.
40-JARIG JUBILEUM
Zaterdag 17 Augustus, hoopt de heer
P. Eduard den dag te herdenken, waarop
hij vóór 40 jaar in dienst trad bij de Comm.
Venn. Tieleman en Dros, alhier.
TEGEN EEN MUUR GEREDEN
Aan de gevolgen overleden
Zaterdagmiddag om 5 uur is de 45-jarige
R. wonende in de Prinsenstraat te Leiden
op de hoek Garenmarkt-Levendaal met
zijn fiets tegen een muur gereden. Hij
kreeg een zware hersenschudding en werd
door den E.H.D. naar het Academisch
ziekenhuis overgebracht. Aldaar is hij
denzelfden avond om 11 uur overleden.
Muziek- en Cabaretavond
Buurtvereeniging „D. V. V."
Zaterdagavond gaf de Buurtvereeniging
„D.V.V." in de groote zaal „Oud Hortus-
zicht" voor haar leden een muziek- en
cabaretavond.
Toen de voorzitter, de heer H. Lina, de
aanwezigen hartelijk welkom heette was
de zaal tot in de uiterste hoeken gevuld.
Spreker herinnerde aan het doel der ver
eeniging en betreurde het, dat de heer
Riethoven (mede-oprichter der vereeni
ging) door vertrek naar elders, niet aan
wezig kon zijn. Spr. hoopte, dat allen een
gezellige avond mochten hebben, waarna
een aanvang gemaakt werd met het zeer
omvangrijke programma.
De Höhner-Band onder leiding van den
heer H. v. d. Velden, accordeon-vitrioos
bracht enkele welgeslaagde muzieknum
mers ten gehoore, waarna het 'bekende ca
baretgezelschap „Kokkie" de kinderen be
zig hield met een sprekende pop.
Hierna gaf de heer B. Devilé een poppen
kastvoorstelling tot groot genoegen niet al
leen van de kinderen maar ook van de
ouders.
In de pauze werden de kinderen en le
den onthaald op diverse tractaties, waarna
de Höhner-Band nogmaals voor het voet
licht trad.
Hierna gaf het gezelschap „Kokkie" en
kele komische schetsen o.a. „op bezoek
bij den fotograaf", waarna zij de aanwe
zigen verbaasden met him goochelkunsten
en zangnummers.
Aan het slot van dezen bonte avond
bracht de voorzitter dank aan alle mede
werkenden, waarna allen huistoe keerden.
In den ouderdom van bijna 98 jaar is al
hier overleden mejuffrouw Francina Eli
sabeth Cornelissen, de oudste inwoonster
van Leiden.
Ruim 20 jaar is zij alhier in het oude-
liedenhuis verpleegd geweest, zij was dé
oudste verpleegde van dit gesticht.
De vervoersopbrengst bij de Noord-
Zuid-Hollandsche Tramweg Maatschappij
N.V., gedurende Juli 1940 (ongecontro
leerd) bedroeg totaal opbrengst f 319.077,
vorig jaar 310.128.