Weerbericht Antirev. en Chr. Hist, te samen bijeen Ned. Unie wordt afgewezen RECHTZAKEN STADSNIEUWS MAANDAG 12 AUGUSTUS 1940 DE LEIDSCHE COURANT EERSTE BLAD - PAG. 2 Abonnenwntsprüs: toot Lelden II - cent per week; t 2.59 per kwartaaL By onxe afenten 20 cent per week; fl.60 per kwartaaL Franco per po>1 t 2.95 per kwartaaL Geïllustreerd Zondagsblad 0.50 per kwartaaL Losse nummers 5 cent, met geïlL Zondagsblad 9 cent. Advertentiën: 80 cent per regel. Ingezonden mededeelingen dubbel tariel Telefoontjes hoogstep* 10 woorden, 50 cent per plaatsing, al léén Woensdag en Zaterdag ZONS OP- EN ONDERGANG Zon onder 9.13 uur. Zon op 6.18 uur. Maan op 5.03 uur Maandagnamiddag. Maan onder 1.56 uur Dinsdagnacht. HOOG WATER. Te Katwijk aan Zee op Dinsdag 13 Aug. i.am. 12.30 uur. WATERTEMPERATUUR. Zweminrichting „De Zijl" 18 gr. C. Zweminrichting „Poelmeer" 18 gr. C. pilOIICDIIOIIOIIOIIOIIOIIOIICl Verduisteringstijden i 0 Er is bepaald, dat er verduisterd moet worden tusschen zonsonder- 0 0 gang en zonsopkomst. n 0 U Deze tijden zijn voor hedenavond -r en morgenochtend: 0 0 ZONSONDERGANG Z Q 9.13 uur. y Q ZONSOPKOMST 0 - 6.18 uur. Q 0 Tusschen deze beide tijden dient Q Q er dus verduisterd te worden. -311 Oil OII O I! Oil Oil Oil Oil Oil cP NED. JOURNALISTENKRING. De Nederlandsche Journalistenkring heeft Zaterdag j.l, te Utrecht in het ge- houw voor Kunsten en Wetenschappen een algemeene vergadering gehouden, welke zeer druk bezocht was. Zij had te beslissen over een voorstel 'betreffende vereeniging met le Roomsch Katholieke Journalisten vereeniging. Met algemeene instemming werd diit voorstel aanvaard. De Roomsch-Katholieke Journal isten- vereeniging, die te gelijker tijd in hetzelf de gebouw was bijeengekomen, keurde eveneens een voorstel van haar bestuur goed, waarbij werd uitgesproken, dat de R.K. J.V. zich vereenigt met den Ned. Journalistenkring, zöodat dientengevolge de leden van de R.K. J.V. en bloc tot den N. J. K.toetreden. (De R.K. J.V. is echter N. J. K. toetreden. (De R.K. J.V. is echter door dit besluit niet ontbonden en blijft onder haar eigen bestuur voortbestaan ter 'behartiging van de specifiek katholieke Nadat deze besluiten waren gevallen, kwamen de leden der genoemde veresni- gingen samen in één vergadering. Als be stuursleden van den N. J. K. hadden be reids zitting genomen de heeren mr. H. F. A. Geise, voorzitter van de R. K. J. V., en de heer H. baron van Lamsweerde. Na de opening der bijeenkomst wezen, zoowel de voorzitter der R. K. J. V. als de waarnemend "oorzitter van den N. J. K., de heer J. Schraver, op de groote bet eeke nis van de tot stand gekomen vereeniging, waardoor thans bijna 1000 Nederlandsche journalisten in één organisatie zijn samen- gébracht. Vervolgens werd die gedachten wisseling aan de orde gesteld over de actie van en het voorstel door den raad van voorlich ting der Nederlandsche pers aan den Ned. Journalistenkring gedaan. Dit voorstel om vatte benoeming van twee leden van den raad van voorlichting, resp. tot voorzitter en vice-voorzitter van den N. J. K. en be noeming van twee andere door dien raad aan te wijzen journalisten tot bestuurslid, terwijl de zittende bestuursleden van den N. J. K. gehandhaafd zouden worden. Vol gens dit voorstel zou voorts aan den nieu wen voorzitter de bevoegdheid worden verleend de statuten aan den nieuwen tijd aan te passen, na overleg met het bestuur. Over dit voorstel ontwikkelde zich een uitvoerige discussie, welke in rustige sfeer op waardige wijze werd gehouden en op hoog peil stond. Twee leden van den raad van voorlichting hebben aan het debat deelgenomen. Het beleid van het bestuur in de bespro ken zaak werd verdedigd door mr. M. Rooy jr., lid van de delegatie van den N. J. K. in de contactcommissie, waarvan de vereeniging de Nederlandsche Dagblad pers eveneens deel uitmaakt. De beraadslagingen werden afgesloten met de aanneming van een motie, waarin de N. J. K. zijn vertrouwen uitsprak in het bestuur en het verzoekt voort te gaan in de richting van een persraat1, waarvan de le den worden benoemd door en uit de orga nisaties van directeuren en journalisten in Nederland, zijnde de vereeniging de Ne derlandsche Dagbladpers en de Neder landsche Journalistenkring, zulks in over leg met de bevoegde autoriteiten. De voorsteller van de motie had ver klaard, dat dit laatste in ruimen zin be doeld is. Den raad van voorlichting uit te sluiten werd geenszins bedoeld. Met overgroote meerderheid werd deze motie aangenomen. Slechts enkelen meen den, op onderscheiden gronden, er htm instemming niet aan te kunnen geven. Uit den aard der zaak kon het bestuur niet deelnemen aan de stemming over de motie. Zijn suggestie om in de motie nog maals uitdrukkelijk den raad van voor lichting te noemen, werd, na de verklaring van den voorsteller, door de vergadering niet noodig geacht. De bijeenkomst werd bijgewoond door ongeveer 325 journalisten uit alle deelen van het land. Een aantal telegrammen en betuiging van instemming met het ge voerde beleid was bovendien ontvangen. De vergadering, die om 3 uur was be gonnen en zich van den ernst der bespre kingen overtuigd toonde, eindigde tegen 7 uur. LEVERANTIES TEN BEHOEVE VAN MILITAIREN VAN DE DUITSCHE WEERMACHT E.A. IN NEDERLAND. De secretaris-generaal, wnd. hoofd van het departement van handel, nijverheid en scheepvaart deelt het volgende mede: Ter uitvoering van de verordening no. 60 in het verordeningenblad voor het bezette Nederlandsche gebied, stuk 14 d.d. 27 Juli j.l. is de volgende regeling getroffen met betrekking tot leveranties ten behoeve van de individueele militairen van de Duitsche weermacht in Nederland, leden van poli tie of S.S., van den versterkten grens- wachtdienst, van de Duitsche Rijkspost of van de Duitsche Rijksspoorwegen van tex- tielgoederen en schoenen, welke krachtens de distributiebepalingen slechts tegen af gifte van een bon of schriftelijke vergun ning afgegeven mogen worden. De aflevering van bovenbedoelde goede ren aan Duitsche individueele militairen en leden van de S.S. enz., mag uitsluitend ge schieden tegen afgifte van een door de des betreffende Duitsche militaire autoriteiten onderteekende bon, waarop de soort en de hoeveelheid der aan te schaffen goederen staat vermeld. Deze bon, waarvan een afbeelding in de dagbladen wordt afgedrukt, dient door den leverancier te worden bewaard en kan met de desbetreffende distributiebons of ver gunningen mede worden opgezonden ter verkrijging van een nieuwe toewijzing voor de aanvullirg van zijn voorraad. De kooper moet de bon (Bezugschein) aan de achterzijde ingevuld en onderteekend heb ben, daar zij anders niet geldig is. Dr. N. P. VAN SPANJE, t Vannacht is te Amsterdam in den ouder dom van 81 jaar overleden dr. N. P. van Spanje, oudgenessheer-directeur van het Onze Lieve. Vrouwegasthuis te Amster dam. Dr. van Spanje werd in 1859 te Utrecht geboren. Hij studeerde aan de universi teit te Utrecht, alwaar hij in 1887 tot doc tor in de geneeskunde promoveerde. De overledene was vele jaren klinisch en poli klinisch assistent van professor Talsma te Utrecht. Daarna werd hij benoemd tot ge neesheer-directeur van het Andreas-zie- kenhuis aldaar. Van 1897 tot 1932 was hij geneesheer-directeur van het Onze Lieve Vrouwegasthuis te Amsterdam. In 1918 werd dr. Van Spanje gekozen tot lid van de Provinciale Staten van Noord-Holland. Hij was oprichter en voorzitter der Ver- eenigde R.K. Herstellingsoorden voor Longlijders en zwakke kinderen (Sana torium Dekkerswald, Groesbeek en Wijk aan Zee), medeoprichter der Vereeniging tot bevordering der wetenschap onder de Katholieken, enz. Er zijn verschillende publicaties van zijn hand verschenen. Haagsche Politierechter Geld voor tuin-gereedschap. De koopman J. K. te L e i d e n, had eeni- ge malen geld van een 67-jarige dame te Oegstgeest los weten te krijgen, bij wijze van leening, door allerlei medelij-wekkende verhalen op te hangen. Het totaal bedrag was aldus tot 8 opgeloopen. Terugbetaling bleef evenwel voorloopig uit. Toen de dame den koopman eens tegen kwam, had zij hem aangehouden en om de acht gulden ge vraagd. Hij zou ze des anderen daags ko men brengen en inderdaad was hij geko men met de acht gulden. Hij had ze op tafel uitgeteld, maar tevens er een nieuw medelijdend verhaal bij afgestoken, dat hier op neer kwam, dat hij te Wassenaar als tuinman aangesteld zou worden, mits hij maar gereedschap bezat. Of de dame hem daaraan misschien nog helpen kon. En de dame had hem geholpen, zoodat K. de acht gulden weer opstreek en er bovendien nog acht bij kreeg. Het gereedschap kostte immers zestien gulden. Het verhaal was gelogen, zooals alles wat verdachte ver teld had, steeds gelogen was geweest. Deze fantasie, die men oplichting noemt, kwam hem te staan op een eisch van twee maan den gevangenisstraf, waarbij rekening ge houden werd met het feit, dat hij reeds een veroordeeling, wegens oplichting, achter den rug heeft. Het vonnis werd overeenkomstig dezen eisch. Veenhuizen in het vooruitzicht De schipper M. B. te Leiden, maakte er zijn gewoonte van, om eiken Donderdag naar Noordwijkerhout te gaan en dan aan diverse „vaste klanten" zijn omgekeerde schipperspet onder de neus te houden. Dit was al jaren zoo gebeurd, net zoolang tot Zaterdag is in de Apollohal te Amster dam een vergadering gehouden, welke door het provinciale comité van de A.R. Kies- vereenigingen in Noord-Holland, in overleg met de betrokken instanties der Chr. Hist. Unie was belegd en in welke vergadering als sprekers het woord hebben gevoerd de heeren dr. H. Coloijn en prof. dr. Slote- maker de Bruïne. Voor deze vergadering bestond een zoo groote belangstelling, dat de groote zaal, die ruim 5000 personen kan bevatten, bij lange na geen plaats bood om allen, die de vergadering wilden bijwonen, plaats te bieden. Daarom werden drie vergaderingen achter elkaar belegd, n.l. des middags half twee en te vier uur en des avonds te half acht. De voorzitter van het provinciaal comi té van A.R. Kiesvereenigingen in Noord- Holland, prof. dr. V. H. Rutgers, ging hier na voor in gebed en sprak een openings woord, waarin hij alle aanwezigen, in het bijzonder de beide sprekers hartelijk wel kom heette. Vervolgens verkreeg dr. H. Colijn het woord. REDE DR. H. COLIJN Spr. begon met de herinnering aan den titel van zijn jongste geschrift. Hij heeft de critiek vernomen, dat men niet op de grens van twee werelden moest blijven staan, doch moedig de nieuwe wereld, die voor ons lag, moest binnentreden. Op zichzelf vereischt deze critiek geen weerlegging, om dat spreker het er mee eens is. Echter is het niet juist het nieuwe, dat nog grootendeels onbekendis, on gezien te aanvaarden en het oude als waardeloos weg te werpen. En toch zyn er velen, die dit laatste zonder eenige bedenking doen. Met name geldt de cri tiek dan ons staatsbestel en het partij- Wanneer spreker met die critiek gedeel telijk instemt, dan is dat geen novum. Twintig jaar lang heeft hij in woord en ge schrift op de fouten van de moderne de mocratie gewezen. Fouten, die tot gevolg hadden onzelfstandigheid \an de kabinet ten, afhankelijkheid van de politieke par tijen, verzwakking van het eigen recht der overheid. Ook de volksvertegenwoordiging zelf is in de vervulling van haai taak dik werf gehinderd door druk van buiten de Kamer. Maar omdat men op fouten uit het verleden wijst, behoeft men nog niet alles, wat als nieuw wordt aangepre zen, met gretigheid te aanvaarden. Van alle kanten klinkt het haastig ge roep: er moet wat gebeuren, er moet wat worden gedaan, en dan liefst in hetzelfde tempo, waarmede de Duitsche weermacht haar aanvallen verricht. De Nederlandsche Unie. In dit verband wilde spreker iets mede- deelen over den gang van zaken met de Nederlandsche Unie en van deze gelegen heid gebruik maken, om zijn advies aan de kiesvereenigingen in het openbaar toe te, lichten. Den eersten Juli van dit jaar zijn te 's Gravenhage bijeengekomen twaalf per- soien, twee aan twee afkomstig uit de zes groote politieke partijen. Voor de anti revolutionairen waren dat de heer Schou ten en spreker zelf. Deze twaalf personen, overtuigd van de noodzakelijkheid van grooter eensgezindheid, besloten er naar te streven, dat de politieke pa,rtijen haar ver schillen te laten rusten en dat zij zich zou den vereenigen op een kort program van actie, dat aller instemming zou moeten hebben. Die algemeene instemming werd gemak kelijk verkregen en vijf dagen later (6 Ju li) werd een tweede vergadering gehou den, waarbij ook aanwezig waren drie hee ren van de Nederlandsche Gemeenschap. Weer twee dagen later, den 8sten Juli, werd ook met deze heeren overeenstem ming verkregen over een gemeenschappe lijk door' de vijf heeren uit te vaardigen manifest Op 18 Juli was er dus een Nederlandsche Unie, een gemeenschappelijk gekozen naam, die geacht kon worden na verloop van tijd waarschijnlijk 90 procent van het Neder landsche volk te representeeren. Om rede nen, die niet gelegen zijn in verschil tus schen de vijftien heeren, heeft de uitvaar diging van dit manifest geen voortgang kunnen hebben. Een goede veertien dagen later duikt nu plotseling een nieuwe Nederlandsche Unie op, geleid door dezelfde personen (althans het spaak liep, en er een verbaal volgde. Hij ontkende eerst om geld gevraagd "te hebben, wel om lorren. Als men geen lorren had, gaf men hem enkele centen, volgens zijn zeggen. Het verbaal luidde evenwel anders en daarom werd de eisch een week hechtenis. De Politierechter veroordeelde hem tot deze week hechtenis, maar voegde er aan toe, dat, als hij nogmaals voor een derge lijk feit zou verschijnen, er eenige jaren Veenhuizen voor hem op zou zitten. twee personen van drie), die aan de vor ming der eerste Nederlandsche Unie had den deelgenomen; dit optreden ging ver gezeld van een geheel nieuw program, dat sterk afweek van het program, waarover overeenstemming was verkregen in de eer ste Nederlandsche Unie. Dit nieuwe program wekte al dadelijk het vermoeden, dat voor sommige volks groepen het moeilijk zou zijn met deze tweede Unie, waarover zij trouwens niet ge raadpleegd waren, mee te gaan. Vooral de toelichtingen, die van tijd tot tijd in inter views op het program werden gegeven, ver sterkten dien twijfel. En na den derden Augustus werd die twijfel zekerheid. Op allerlei detailbezwaren tegen het pro gram gaat spreker thans niet in. Want veel belangrijker blijft de vraag: als het dan niet zoo kan, wat kan er dan wel geschieden? Spreker begint op den voorgrond te stellen, dat hij voor zich nog altijd be reid is tot samenwerking op zoo breed mogelijke basis. Die samenwerking was verkregen in het program van de eer ste Nederlandsche Unie. Die samenwer king is nog mogelijk, indien men zich net verliest in fantasieën, maar de nuch tere, klare werkelijkheid tot uitgangs punt neemt. Die nuchtere, klare werkelijkheid betee- kent internationaal, dat men de gewijzig de toestanden op het continent van Euro pa als feit moet aanvaarden. Hoe de oorlog ook eindigt, naar den mensch gesproken kan men geen andere uitkomst zien dan dat het Duitsche overwicht op het vasteland van Europa moet worden aanvaard. Dat een nieuwe oriënteering op nationaal terrein noodzakelijk is, behoeft wel geen betoog. Maar even duidelijk is het, dat wij aan een vernieuwing van ons staatsbesteltij dens de bezetting niet kunnen bouwen en ook niet moeten willen bouwen, al zijn er tal van begeerten, die wij in ons hart koeste ren en al mogen wij de omtrekken van het' toekomstbeeld voor ons zelf trachten in ge reedheid te brengen. Heroriënteering is ook op sociaal en economisch gebied noodzake lijk, al was het alleen maar door de ver anderde verhoudingen, die op het continent van Europa geboren zijn. Maar hierbij zal men er wel op hebben te rekenen, dat sommige sociale of economische hervormin gen zoodanig afhankelijk zijn van de toe standen, zooals die na den oorlog zullen zijn, dat het-daaasheid is er nu reeds be spiegelingen over te houden. Al zulk streven schaadt de eensgezind heid, die thans bovenal noodig is. Dit betee- kent niet, dat men op sociaal-economisch gebied intusschen niets kan verrichten. Al les kat kan strekken tot versterking van het gemeenschapsbesef, tot hechte samen binding van het Nederlandsche volk met eerbiediging van de geestelijke verscheiden heid, verdient met kracht te worden ge steund. Spreker besloot met de betuiging van zijn inzicht, dat de vormen waaronder een groote nationale beweging zich moet open baren bijzaak zijn, mits de leidende gedach te van die vormgeving Nederlandsch is in den historischen zin, dat volksinvloed niet wordt buitengesloten. Ook de vraag, welke personen leiding moeten geven geven is bij zaak, mits deze leiders inderdaad berekend zijn voor hun taak, zuiver Nederlandsch denken en voelen en een goede dosis his torisch besef bezitten, en tegelijk besef fen, dat de Nederlandsche bevolking is sa mengesteld uit 1/3 Roomsch-Katholieken, 1/3 orthodox-Protestanten en 1/3 op wie het humanisme beslag heeft gelegd. Wat tot nu toe door spreker gezegd is, was bedoeld voor het Nederlandsche volk in zijn geheel, voor zoover dit althans naar hem luisteren wil. Daarna richtte spreekr zich tot zijn en gere geestverwanten met de vermaning ook in eigen kring reformatie niet uit het oog te verlizen. REDE DR. SLOTEMAKER DE BRUÏNE Na dr. H. Colijn betrad het podium prof. dr. J. Slotemaker de Bruïne, die over het Nederlandsche volkskarakter het woord zou voeren. Wij zijn samen aldus spr. om ons bewust te worden van ons volkskarakter en van onze eigen plaats in het volksge heel. Een volk draagt een stempel. Het is geen toeval, dat meer dan vroe ger de menschheid zich daarvan bewust wordt. Alom, waar Duitschers wonen, breekt de ééne Duitsche ziel naar buiten. Zoo willen wij een klaar naar buiten tre den van de Nederlandsche ziel. Wie die ziel doorschouwt, ontwaart er elementen, die niet gelijksoortig zijn. Hier bij denkt spr. niet aan verschil van inzicht inzake financieele, organisatorische, oeco- n'omische vragen; verschillen, die er zijn, doch die niet al te tragisch behoeven geno men te worden. Hij denkt aan wat hooger reikt en dieper ligt; aan de onstoffelijke wereld, waarin onze wortels liggen en zon der welke wij veroordeeld zijn om in de materie op te gaan èn onder te gaan. Als daarover Nederlanders spreker, zeggen zij niet allen hetzelfde; zij zijn niet gelijx reli gieus noch gelijk als het den invloed geldt van dit religieuze op heel het openbare levensgebied. Dit is een feit; de kernvraag is nu, hoe dit feit gehanteerd wordt. Men kan het aldus hanteeren: dat de een heid van het nationale, het „volksche" bo venal is, zoodat de elementen, die verschei denheid brengen, op den achtergrond moe ten treden, al zijn zij op zichzelf nog zoo waardevol. De diepste geestelijke overtui gingen hebben dan slechts recht van be staan, indien zij zich in de volksverbonden heid laten invoegen en daaraan onderge schikt willen zijn. Men kan het bedoelde feit echter ook aldus hanteeren, dat men de diepste begin- seeln niet op den achtergrond kan laten dringen, omdat een aldus gekochte eenheid te duur gekocht zou zijn. Vraag niet zoo klinkt het dan dat wij bij onzen harts tochtelijken dienst aan ons ééne volk het geestelijke beneden het nationale schat ten; dit kunnen wij niet. Wij hier heden in de Apollo-hal aldus spreker zeggen onvoorwaardelijk het tweede. Neem ons, zoo vragen wij, ten bate van ons volk, zooals wij zijn, vraag ons niet het heiligste, dat wij bezitten, buiten het openbare leven te plaatsen. Vraag dat niet, juist ter wille van ons volk! Vooreerst zoudt gij door anders te doen, onszelf verzwakken en daarmede dus het volksgeheel. Met verzwakte stukken kan men niet een krachtig geheel bouwen. Wat wij zijn, zijn wij door Christus, niet enkel voor de binnenkamer, doch ook voor het openbare leven. Maak niet van ons halve menschen of minder dan dat. Wij in Nederland vragen, dat hetgeen God ons geschonken heeft, doordringe niet alleen in de kerk, doch ook in de opvoeding, de school, de jeugdbeweging, den barmhar- tigheidsdienst. Onze christelijke instituten willen wij met man en macht bewaren; wie daarvan afdoet, verarmt het Nederlandsche nationale karakter. Spr. eindigt met een beroep om een heid van allen, die bouwen op hetzelfde fundament met de waarschuwing, dat men in dezen kring alle pharizeïsme moet be strijden; met den drang, dat dit geestelijk bezit de zware verantwoordelijkheid doe beseffen jegens heel ojjs volk. Want chris telijk is nationaal. Als derde spreker trad op mr. A. B. Roos jen. Na diens korte toespraak werd de vergadering gesloten. DE NEDERLANDSCHE UNIE Wij verwijzen naar een advertentie, waarin wordt medegedeeld, dat in een drietal gebouwen lokalen op verzoek be schikbaar zijn gesteld voor inteelcening als lid van de Nederlandsche Unie. 40-JARIG JUBILEUM Zaterdag 17 Augustus, hoopt de heer P. Eduard den dag te herdenken, waarop hij vóór 40 jaar in dienst trad bij de Comm. Venn. Tieleman en Dros, alhier. TEGEN EEN MUUR GEREDEN Aan de gevolgen overleden Zaterdagmiddag om 5 uur is de 45-jarige R. wonende in de Prinsenstraat te Leiden op de hoek Garenmarkt-Levendaal met zijn fiets tegen een muur gereden. Hij kreeg een zware hersenschudding en werd door den E.H.D. naar het Academisch ziekenhuis overgebracht. Aldaar is hij denzelfden avond om 11 uur overleden. Muziek- en Cabaretavond Buurtvereeniging „D. V. V." Zaterdagavond gaf de Buurtvereeniging „D.V.V." in de groote zaal „Oud Hortus- zicht" voor haar leden een muziek- en cabaretavond. Toen de voorzitter, de heer H. Lina, de aanwezigen hartelijk welkom heette was de zaal tot in de uiterste hoeken gevuld. Spreker herinnerde aan het doel der ver eeniging en betreurde het, dat de heer Riethoven (mede-oprichter der vereeni ging) door vertrek naar elders, niet aan wezig kon zijn. Spr. hoopte, dat allen een gezellige avond mochten hebben, waarna een aanvang gemaakt werd met het zeer omvangrijke programma. De Höhner-Band onder leiding van den heer H. v. d. Velden, accordeon-vitrioos bracht enkele welgeslaagde muzieknum mers ten gehoore, waarna het 'bekende ca baretgezelschap „Kokkie" de kinderen be zig hield met een sprekende pop. Hierna gaf de heer B. Devilé een poppen kastvoorstelling tot groot genoegen niet al leen van de kinderen maar ook van de ouders. In de pauze werden de kinderen en le den onthaald op diverse tractaties, waarna de Höhner-Band nogmaals voor het voet licht trad. Hierna gaf het gezelschap „Kokkie" en kele komische schetsen o.a. „op bezoek bij den fotograaf", waarna zij de aanwe zigen verbaasden met him goochelkunsten en zangnummers. Aan het slot van dezen bonte avond bracht de voorzitter dank aan alle mede werkenden, waarna allen huistoe keerden. In den ouderdom van bijna 98 jaar is al hier overleden mejuffrouw Francina Eli sabeth Cornelissen, de oudste inwoonster van Leiden. Ruim 20 jaar is zij alhier in het oude- liedenhuis verpleegd geweest, zij was dé oudste verpleegde van dit gesticht. De vervoersopbrengst bij de Noord- Zuid-Hollandsche Tramweg Maatschappij N.V., gedurende Juli 1940 (ongecontro leerd) bedroeg totaal opbrengst f 319.077, vorig jaar 310.128.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1940 | | pagina 2