Duitsciie aanvallen op convooien £eti aacMeÜjJl zeeg-evecfit Met Jia£iacm&cHe offettaief, itt (Lptifia Vereend Somaliland hei doel De toestand in Slowakije Japans politiek Het Jodenvraag stuk In Roemenië Roemenië's nieuwe koers Uit Luxemburg De nieuwe Sovjet republieken De Amerikaansche nationale garde VRIJDAG 9 AUGUSTUS 1940 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 5 Vijftien schepen gingen den grond in OOK LUCHTBOMBARDEMENTEN. Duitsciie motor torpedobooten hebben in den nacht van 7 op 8 Augustus een sterk beveiligd vijandelijk konvooi aangevallen. In weerwil van het hevige afweervuur van de begeleidende vijandelijke torpedo- bootjagers, van andere bewakingsvaartui gen en van de zwaar gewapende stoom schepen zelf, werden een tankschip van 8000 ton, een stoomschip van 5000 ton en een van 4000 ton tot zinken gebracht. Een kleinere tankboot werd in brand gescho ten. De Duitsche motortorpedobooten keerden onbeschadigd terug. De luchtmacht heeft gisterochtend in het Kanaal een Britsch konvooi aangeval len. Daarbij zijn twaalf schepen met een gezamenlijken inhoud van 55.000 ton tot zinken gebracht en zeven schepen bescha digd. Bij de luchtgevechten, die zich hier bij ontwikkelden, werden vijf Britsche ja gers neergeschoteni. Een eigen vliegtuig wordt vermist. Bij andere luchtgevechten zijn gisterochtend nog 29 vijandelijke ja gers neergeschoten. Twee eigen vliegtui gen gingen hierbij verloren. DU1TSCH FRONTBERICHT. Het frontbericht van het D.N.B. luidt als volgt: De balans der successen, welke het Duit sche duikbootwapen gisteren heeft be haald, sluit met ruim 16.000 B.R.T. tot zinken gebrachte scheepsruimte der vijan delijke koopvaardij. Daar de Duitsche duikboot, die dit bericht kon doorgeven, de vernietiging van drie gewapende koop vaarders meldde, kan er hier slechts spra ke zijn van Engelsche schepen of koop vaardijschepen, welke door de Engelsche regeering in beslag zijn genomen. De Duitsche luchtaanvallen op Enge land concentreeren zich steeds duidelijker op bedrijven der bewapeningsindustrie en op verdedigingswerken op het Britsche eiland. De industrie-bedrijven, motoren en vliegtuigfabrieken,, die in het legerbe- richt van heden worden genoemd, liggen in Midden- en Zuid-Engeland. Zij kunnen als sleutelbedrijven voor de Britsche re geering beschouwd worden. De productie van deze bedrijven vormt een belangrijk deel van het Engelsche bewapeningspoten- tieel en wanneer die productie geheel of voor het grootste deel wegvalt, komt ook de materiaalvoorziening van het Britsche luchtwapen ernstig in gevaar. De Duitsche oorlogsvliegers bepaalden zich echter niet tot succesvolle aanvallen op bedrijven der bewapeningsindustrie, doch vielen, eveneens met succes, ook luchtdoelbatterijen en zoeklichten in Mid den-, Zuid- en West-Engeland aan. Juist dit feit verdient alleen daarom al bijzon dere vermelding, daar de Britsche bom menwerpers, die naar Duitschland vlie gen, alles doen om zorgvuldig het luchtaf weergeschut en den zoeklichten uit den Weg te gaan. De Duitsche vliegers zoeken hun tegenstander op, terwijl Churchill van de vliegtuigen der R. A. F. nog^ onlangs verklaarde, dat ze te kostbaar zijn om hen aan het goed gerichte vuur van het Duitsche luchtdoelgeschut bloot te stellen. De vluchten, welke de Engelschen in den nacht van 7 op 8 Augustus naar Duitsch land ondernamen, bleven opnieuw, uit mi litair oogpunt, zonder uitwerking. Daaren tegen werden op een woonwijk van Es sen en in de nabijheid van het plaatsje Dattein brand- en explosieve bommen, ge worpen, welke aan verschillende woonhui zen en boerenhoeves schade hebben toege bracht. De branden, die waren ontstaan, konden echter, dank zij de goede organisatie van de burgerlijke luchtbescherming, snel ge- bluscht worden. SCHEEPSTONNAGE-HOCUS POCUS. „Hocus pocus met bruto register ton nen" schrijft de .Boersen-Zeitung" boven een critiek op de jongste Engelsche offi- cieele mededeeling, dat de Britsche koop- vaardijtonnage na de Duitsche successen op het vasteland van Europa met ruim tien millioen bruto reg. ton is gestegen. Volgens dit Engelsche bericht zou hier van 5,5 millioen ton van Noorsche, onge veer 3 millioen van Nederlandsche en 1,5 millioen van Belgische en Poolsche her komst zijn. Slaat men de statistiek van de koopvaardijvloten in het Britsche Lloyds Register op, schrijft het blad, dan kan men constateeren, dat de geheele Noorsche koopvaardijvloot 700.000 B.R.T. minder omvatte dan Engeland beweert thans ter beschikking te hebben. Groote deelen van de Noorsche koopvaardijvloot zijn echter in het geheel niet onder Engelsche contro le gekomen. Slechts met de schepen, die reeds voor Engeland voeren, was dit het geval. Op dezelfde wijze wordt overdreven voor wat de Nederlandsche koopvaardij vloot betreft, waarvan Engeland voorgeeft ook 200.000 B.R.T. meer ter beschikking te hebben dan deze vloot ooit omvat heeft. Wat echter de Belgische én Poolsche tonnage aangaat, waarvan, naar beweerd wordt, 1,5 millioen B.R.T. onder Engelsche controle zou staan, kan gezegd worden, dat de geheele Belgische koopvaardijvloot niet veel meer dan 400.000 B.R.T. en de vroege re Poolsche slechts 100.000 B.R.T. omvatte. Van ieder Belgisch en Poolsch schip, schrijft het blad ten slotte, heeft Duff Cooper dus maar drie schepen gemaakt, waarbij de vele schepen, die niet aan de Britten in handen zijn gevallen en die toch meegeteld worden, nog niet eens zijn ge rekend. VERLOREN SCHEPEN. Eerst thans wordt door de Britsche ad miraliteit het verlies van de Britsche duik boot „Oswald" in de Middellandsche Zee bevestigd. De geheele bemanning bestond uit vijf officieren en vijftig matrozen. 52 man werden door de Italianen gered. Volgens een in Rangoon gepubliceerd communiqué is het Britsche schip „Kem- mendine" (7837 B.R.T.), dat zich op weg naar Rangoon bevond, sedert 21 dagen over tijd en moet het derhalve als verlo ren worden beschouwd. LLOYDS SLUIT NIET MEER AF VOOR DE OOSTKUST VAN ENGELAND. Naar „Aftonbladet" meldt heeft de En gelsche verzekeringsmaatschappij Lloyds besloten voor de scheepvaart op de Oost kust van Engeland geen verzekeringen meer af te sluiten. Deze maatregel en de verhooging van de premies voor de vaart op de Westkust van Engeland tot 15 pet. hebben, naar verder uit Londen wordt ge meld, in de Londensche City pessimisme verwekt, daar men hierin een aanduiding ziet hoe de toestand en de oorlogskansen worden gewaardeerd. Op 1 Mei was de premie in de vaért op de Oostkust nog 3,5 pet., op 1 Juni werden de verzekeringen voor korten tijd gestaakt en op 1 Juli be droeg de premie voor de geheele Engelsche kust nog 7 pet. ENGELAND WORDT ZUINIG. Een inzender in de „Daily Mirror" be pleit, dat, teneinde stoffen te besparen, nog niet volwassen jongen mannen zal worden aangeraden, korte broeken te dragen. Daardoor zullen belangrijke hoeveelheden kleedingstof worden bespaard. In de „Daily Express" heeft een lezer, in verband met het tekort aan hout, het voorstel gedaan om met lucifers zuiniger te zijn. De lucifers zoo stelt hij voor moeten worden vervaardigd, met een kop aan beide kanten, zoodat men hetzelfde stokje twee maal kan gebruiken. INTERVIEW MET SANO MACH. De ,,Mrvaltska Strascha", het orgaan van de Kroatische geestelijkheid publiceert een intervieyw met een Slwaakschen minister van binnenlandche zaken, Sano Mach over vraagstukken der binnen- en buitenland- sche politiek van Slowakije. Mach heeft o.a. het volgende verklaard: „Met de re sultaten van Salzburg is Slowakije uiterst tevrederf. De eischen en wenschen van Slowakije zijn in elk opzicht geheel bevre digd. De geheele Slowaaksche natie is er van overtuigd, dat het woord van den Fueherer sterker is dan de Maginotlinie en Fransch-Engelsche Entente. Overgaande naar de binnenlandsche politiek verklaar de Mach, dat van een inmenging in de Slo waaksche verhoudingen altijd slechts ge sproken is door diegenen, die zulk een in menging zelf hadden willen bedrijven. In geen geval zal de staot ingrijpen in kerke lijke of geloofskwesties. Met groote vol doening zal hij een gezonde ontwikkeling van het geloofsleven gadeslaan. De Kerk, de geestelijke en de religieuze elementen zullen in het Slowaaksche volk vrije mo gelijkheden vinden voor het verrichten van nuttigen arbeid. VEREENIGING VOOR EEN NIEUWE POLITIEKE STRUCTUUR. 120 leden van alle vroegere partijen van den Japanschen Rijksdag hebben zich aan eengesloten in een „Vereeniging voor een nieuwe politieke structuur". In een resolutie hebben zij verklaard, dat de regeering, ondersteund door een sterke politieke corporatie, de leidende plaats in deze nieuwe structuur als uit drukking van een onscheidbare eenheid tus- schen de leiding en het volk moet innemen. Het gebod van het oogenblik is, dat de nieuwe structuur de natie tot een absolute macht van den staat leidt en den totalen oorlog voorbereidt. „Vanaf Maandag beginnen wij ons poli tiek leven opnieuw door de medewerking aan de groote historische taak voor een nieuwe staatsvorming" zoo wordt in de re solutie verder gezegd. In 'een andere reso lutie wordt Engeland als de vijand van Ja pan beschouwd en wordt de regeering ver zocht alle mogelijke maatregelen te ne men voor het verwijderen van Engeland uit Oost-Azië. Nieuwe strategische positie ONDERDEEL VAN GROOT OFFENSIEF De bezetting van Zeila vormt uiteraard nog het onderwerp van den dag in Italië. In verband hiermede wordt in welinge lichte Italiaansche kringen er op ge wezen, dat de bezetting slechts een onder deel vormt van het totale offensief, dat de Italiaansche en inheemsche troepen van Italiaansch Oost-Afrika uit ten uitvoer leg gen, aldus meldt D.N.B. Uit de bezetting van Zeila blijkt, dat ook in dezen sector het initiatief der krijgsoperaties van Italië uitgaat. Te Rome constateert men voorts, dat met de bezetting van deze belangrijke havenplaats het hoofdstuk van de in lijving van Britsch-Somaliland bij het Italiaansche keizerrijk is ingeluid. De actie heeft ten doel de eenheid van het kunstmatig verdeelde Somaliland met de wapens te herstellen en zoodoende uit Fransch-, Engelsch- en Italiaansch-Somali- land een gesloten eenheid te vormen. De verdeeling, die tot dusver bestond, vormde een der grootste hinderpalen voor TWEE WETTEN AFGEKONDIGD De Roemeensche koning heeft gisteren twee fundamenteele wetten tot regeling van het Jodenvraagstuk in Roemenië afge kondigd. De eene wet regelt de rechtspositie van de Joodsche bewoners van Roemenië. In de motiveering van deze wet wordt gezegd, dat het Jodenvraagstuk in Roemenië, een poli tiek, een juridisch en een economisch pro bleem vormt. Men kan zeggen, dat door de oplossing van deze problemen de rech ten van het Roemeensche volk worden vastgesteld. Het aantal Joden onder de be volking van het geheele land bedraagt tien procent. De wet verklaart tot Joden, die genen, die een Joodschen godsdienst heb ben, de kinderen van ouders, die den Jood schen godsdienst belijden, de buitenechte lijke kinderen van een Jodin, de echtelijke kinderen van een christenmoeder en een ongedoopten Joodschen vader, alsmede ten slotte de Joodsche vrouwen, die weliswaar met een Christen zijn gehuwd, doch eerst op zijn laatst één jaar voor de oprichting van de „partij der natie" toe het Christen dom zijn overgegaan. De tot geen confessie behoorende vol bloed Joden worden in den geest van deze wet eveneens als Jood beschouwd. Verder zegt de wet, dat in de toekomst wanneer een Jood tot het Christendom overgaat, dit geen wijziging van de rechtspositie van den betrokkene met zich medebrengt. De wet verdeelt de Jóden in Roemenië in drie categorieën. Tot de eerste categorie behooren de Joden, die na 30 December 1918 naar Roemenië zijn gekomen. Tot de tweede categorie behooren die Joden, die voor dezen datum door afzonderlijke natu ralisatie het Roemeensche staatsburger schap hebben verkregen, verder diegenen, die in de oorlogen van Roemenië in het Roemeensche leger in de vuurlinie hebben gestreden, alsmede "de invaliden en diege nen, die zich bijzonder onderscheiden heb ben en de nakomelingen van de in de oor logen van Roemenië gesneuvelde soldaten. Alle overige Joden behooren tot de derde categorie, dat zijn dus de van oudsher in Roemenië levende Joden, die zich echter niet door een of andere oorlogspraestatie hebben onderscheiden. Joden van de eerste en derde categorie kunnen geen ambtenaar zijn of beroepen uitoefenen, die iets te maken hebben met de openbare autoriteiten, zooals notarissen, ad vocaten, zaakwaarnemers en dergelijke. Ook is hun het lidmaatschap van raden van beheer, of particuliere ondernemingen verboden. Eveneens kunnen zij geen lid zijn van de weermacht. Zij mogen biosco pen, boek- en dagblad-uitgeverij noch lei den, noch bezitten. Tenslotte mogen zij ook geen lid zijn van de Roemeensche sportver- eenigingen. De Joden van de eerste en derr de categorie zullen, daar zij geen dienst plicht kennen, hiervoor in de plaats een bij zondere belasting moeten betalen of tot een arbeidsdienst kunnen worden opgeroepen. Geen enkele Jood mag onroerende eigen dom in de gemeenten van het land gezit- ten. Het ministerie van landbouw wordt gemachtigd, voor het onteigenen van der gelijk grondbezit maatregelen te nemen. De Joden .kunnen echter ook dergelijk grondbezit voor de onteigening aan Roeme nen van zuiver Roemeensch bloed verkoo- pen. Ook mogen de Joden voortaan in de landsgemeenten geen industrieele onderne mingen verwerven. Verder wordt het hun verboden hun namen in Roemeensche na men te veranderen. Het schoolonderwijs voor Joden zal speciaal geregeld worden. De tweede wet verbiedt het sluiten van huwelijken tusschen Joden in den zin van de eerste wet en Roemenen van zuiver Roe meensch bloed. Dergelijke huwelijken mo gen ook in het buitenland niet gesloten worden. de materieele en moreele verheffing van de inheemsche bevolking. In dezelfde krin gen wordt er op gewezen, dat Britsch- Somaliland en inzonderheid de havens van Zeila en Berbera, te zamen met Djiboeti, een der natuurlijke toegangswegen vormt van de Abessinisdhe hoogvlakte naar de zee. De havens van Zeila en Bei'bera zijn absoluut onvoldoende uitgerust. De Engel schen, zoo zegt men te Rome, hebben tij dens hun veertigjarige bezetting van Britsch-Somaliland geen enkel werk voor de civilisatie uitgevoerd. Thans zal evenwel de aanstaande be zetting van Britsch-Somaliland de werke lijke eenheid van het groote gebied aan de Golf van Aden verwezenlijken en tege lijkertijd het economische leven in het ver- groote Italiaansch Oost-Afrikaansche ge bied bevorderen. Bovendien zal Italië daar door een uitstekende strategische positie aan de Golf van Aden krijgen. SLECHTS CAPITULATIE MOGELIJK De Madrileensche pers wijdt veel aan dacht aan de Italiaansche successen in Britsch Somaliland. De „ABC" bespreekt den strategischen toestand en komt tot de slotsom dat Britsch-Somaliland volkomen door de Italiaansche troepen is ingesloten, zoodat slechts capitulatie mogelijk is. De hoop van den militairen medewerker van de „Times" dat de Engelsche oorlogsschepen de meer derheid der Italiaansche troepen zouden neutraliseeren is ij del gebleken. Over de mogelijkheid van een verder doordringen der Italianen ook in den Soe dan schrijft de „Times", waarbij het blad zegt: „Men kan voorop stellen, dat de Engelschen niet zullen pogen om door een sterke verdediging aan de grens tegen stand te bieden aan den Italiaanschen op- marsch. Onze minderheid in getalsterkte en de meerderheid in strijdvaardigheid, even als de aard van 't land maken 't noodzake lijk, dat wij in hooge mate vertrouwen op de woestijn en de beslissing doen afhangen van beweeglijkheid en slagvaardigheid en niet van het bieden van verzet op een star front. Een Italiaansch offensief in dit ge bied mag echter niet al te lichtvaardig wor den opgenomen" RADIO-REDE VAN GIGURTU De Roemeensche minister-president Gi- gurtu heeft gisteravond voor de radio een toespraak gehouden voor het Roemeensche volk. Hij zeide o.a.: „De politiek aan de zijde van Duitsch land en Italië acht de regeering de gunstig ste voor de belangen va nhet Roemeensche volk. Deze politiek is in staat het volk een waardige groei te waarborgen en het tevens in zijn cultureel- en economisch leven van den invloed der Joden te bevrijden. Het groote gevaar van het Jodendom is in het jongste verleden van Roemenië niet vol doende erkend. Het richten van de politiek naar de beide spilmogendheden, welke po litiek voor Roemenië onontbeerlijk is ge worden, brengt echter bepaalde offers met zich mede. Hij, Gigurtu, moet echter uit drukkelijk vaststellen, üat ter gelegenheid van zijn bezoeken in Salzburg en Rome tegenover hem, Gigurtu, alleen is gesproken over den wensch tot een overeenkomst van Roemenië met zijn Hongaarsche en Bul- gaarsche buren en dat Roemenië hierbij meester over zijn besluiten is gebleven. Op deze opwekking heeft Roemenië ge antwoord, dat het, vanaf het oogenblik, waarop het zijn besluit kenbaar maakt zich aan te sluiten bij de politiek van de spil mogendheden, ook bereid is, deze wensch te vervullen. Echter heeft men van Roe meensche zijde op de moeilijkheden gewe zen, die een dergelijke overeenkomst in den weg zouden staan. Roemenië wenscht met zijn buren een overeenkomst op een grondslag, die voor de toekomst een vreedzame en werkelijk vriendschappelijke nabuurschap verwezen lijkt. Slechts op tweeërlei wijze kan men tot een dergelijke overeenkomst geraken: of de in dezen hoek van Europa geïsoleer de Hongaarsche en Roemeensche volken moeten krachtens hun historisch verleden samengaan, waarbij zij moeten afzien van territoriale aanspraken, teneinde reeds thans een definitieve overeenkomst te be reiken, of er zal een uitwisseling van be volking moeten plaats hebben, die noodza kelijkerwijze van Roemenië het afstaan van kleine gebieden eischt. De regeeringen van beide landen moeten thans trachten tus schen deze beide uiterste punten den besten weg voor het sluiten van een mogelijke overeenkomst te vinden, die zoowel door het Hongaarsche als door het Roemeensche volk oprecht en loyaal wordt gewenscht. Dezelfde toestand, hoewel niet zoo moei lijk, bestaat ten opzichte van Bulgarije. Met dit land hoopt Roemenië tot een over eenkomst te geraken, die een einde maakt aan den strijd tusschen twee volken, die in den loop van hun geschiedenis met elkan der verbonden waren. Roemenië hoopt verder, dat zijn betrekkingen met de Sovjet- Unie, nu Roemenië een groot offer heeft DE TERUGKEER DER GEëVACUEERDE LUXEMBURGERS. De terugkeer der onder dwang door de Franschen geëvacueerde Luxemburgers naar hun vaderland vordert. Ongeveer 80.000 van de 300.000 inwoners van Luxem burg waren geëvacueerd. Daarvan waren 35.000 in het Noorden des lands onderge bracht, terwijl 45.000 door de Franschen naar verschillende departementen in Frank rijk werden gebracht. Reeds op 20 Juni konden de in het Noorden van Luxem burg vertoevende vluchtelingen naar hun geboorteplaatsen terugkeeren. Na het slui ten van den wapenstilstand begon lang zaam de stroom terugkeerende geëvacueer de Luxemburgers en Belgen uit Frank rijk te komen. Half Juli waren vele Luxem- burgsche vluchtelingen uit het bezette Fransche gebied teruggekeerd. Zeer moei lijk was het terugbrengen van de door de Franschen weggevoerde Luxemburgers uit het onbezette deel van Frankrijk. Men raamt het aantal vluchtelingen, dat zich nog daar bevindt, op 15.000 ten Noorden van Lyon en in de omgeving van Mont- pellier. Om hun toestand te verlichten wor den regelmatig transporten levensmidde len naar deze evacuatiecentra gezonden. Uit het departement Herault in het Zui den van Frankrijk konden tot dusverre 2800 vluchtelingen teruggehaald worden. DE AANSLUITING VAN LETLAND BIJ DE SOVJET-UNIE Als gevolg van de aansluiting van Sovjet- Letland bij de Sovjet-Unie is gisternacht om 24 uur de Moskousche tijd ingevoerd. Evenals de vroegere nationale vlag en het staatswapen verdwijnen, zullen de tot dus verre gebruikte cocarden in het Letland- sche leger worden verwijderd. DE LITAUSCHE VLUCHTELINGEN De Litausche regeering heeft een wet af gekondigd, krachtens welke de Litauers, die na 15 Juni naar het buitenland ge vlucht zijn of die zich verborgen houden, als vijanden van het volk beschouwd wor den. Hun vermogen wordt in beslag geno men ten bate van den Staat. DE FINSCH—RUSSISCHE BETREKKINGEN Naar aanleiding van de demonstraties, die de laatste dagen in Finland zijn gehou den, verklaart de persafdeeling van de Finsche regeering o.a., dat de politiemaat regelen tegen de leden van den bond „Vrienden der Sovjet-Unie" in het geheel niet tegen de ontwikkeling van goede en vriendschappelijke betrekkingen van Fin land met de Sovjet-Unie zijn gericht. Veel eer moeten alle lagen der bevolking de re geering steunen bij haar pogingen om een dergelijke verhouding te verkrijgen. WETSONTWERP AANGENOMEN. De Amerikaansche Senaat heeft met 71 tegen 7 stemmen het wetsontwerp aange nomen, waarbij president Roosevelt ge machtigd wordt de nationale garde en de legerreserves voor den actieven militairen dienst op te roepen. Het ontwerp, dat thans naar het Huis van Afgevaardigden gaat, be perkt het gebruik van deze, troepen tot het Westelijke halfrond, de Amerikaansche bezittingen en de Philippijnen. De Senaat heeft voorts eenstemmig een wetsontwerp aangenomen, dat aan leden van de nationale garde en van de legerre serves het recht verleent om binnentwin- tig dagen uit het dienstverband te schei den, wanneer het Huis van Afgevaardig den het reeds door den Senaat aangeno men ontwerp goedkeurt, dat president Roo sevelt machtigt deze troepen tot den actie ven militairen dienst op te roepen. Het recht wordt echter alleen verleend aan de gehuwden, die kinderen hebben, en dan nog alleen, wanneer de vrouw en kinderen op de verdiensten van den man resp. vader voor hun levensonderhoud zijn aangewe zen. gebracht, zich voortaan op den grondslag van den besten nabuurschap zullen ontwik kelen. HONGARIJE EN ROEMENIë De Roemeenschen gezant te Rome, Bossy, die als bijzonder lasthebber van de Roe meensche regeering te Boedapest verblijft, heeft de Hongaarsche regeering er van in kennis gesteld, dat Roemenië bereid is tot het voeren van onderhandelingen en haar tevens een uitnoodiging voor die onder handelingen overgebracht. De onderhande lingen zelf zullen pas later worden gevoerd door delegaties der beide regeeringen. ROEMEENSCHE JOURNALISTEN GEARRESTEERD Twee-en-twintig, meest werklooze Roe meensche journalisten, die zich bezig hiel den met het verspreiden van berichten, die gericht waren tegen de belangen van den Staat, zijn gearresteerd en naar een concen tratiekamp overgebracht. Onder hen be vindt zich ook Socor, de vroegere directeur van het enkele jaren geleden opgeheven Joodsche dagblad „Adeverul".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1940 | | pagina 5