Duitsciie aanvallen op
convooien
£eti aacMeÜjJl zeeg-evecfit
Met Jia£iacm&cHe offettaief,
itt (Lptifia
Vereend Somaliland hei doel
De toestand in
Slowakije
Japans politiek
Het Jodenvraag
stuk In Roemenië
Roemenië's nieuwe
koers
Uit Luxemburg
De nieuwe Sovjet
republieken
De Amerikaansche
nationale garde
VRIJDAG 9 AUGUSTUS 1940
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD - PAG. 5
Vijftien schepen gingen
den grond in
OOK LUCHTBOMBARDEMENTEN.
Duitsciie motor torpedobooten hebben in
den nacht van 7 op 8 Augustus een sterk
beveiligd vijandelijk konvooi aangevallen.
In weerwil van het hevige afweervuur
van de begeleidende vijandelijke torpedo-
bootjagers, van andere bewakingsvaartui
gen en van de zwaar gewapende stoom
schepen zelf, werden een tankschip van
8000 ton, een stoomschip van 5000 ton en
een van 4000 ton tot zinken gebracht. Een
kleinere tankboot werd in brand gescho
ten. De Duitsche motortorpedobooten
keerden onbeschadigd terug.
De luchtmacht heeft gisterochtend in
het Kanaal een Britsch konvooi aangeval
len. Daarbij zijn twaalf schepen met een
gezamenlijken inhoud van 55.000 ton tot
zinken gebracht en zeven schepen bescha
digd. Bij de luchtgevechten, die zich hier
bij ontwikkelden, werden vijf Britsche ja
gers neergeschoteni. Een eigen vliegtuig
wordt vermist. Bij andere luchtgevechten
zijn gisterochtend nog 29 vijandelijke ja
gers neergeschoten. Twee eigen vliegtui
gen gingen hierbij verloren.
DU1TSCH FRONTBERICHT.
Het frontbericht van het D.N.B. luidt als
volgt:
De balans der successen, welke het Duit
sche duikbootwapen gisteren heeft be
haald, sluit met ruim 16.000 B.R.T. tot
zinken gebrachte scheepsruimte der vijan
delijke koopvaardij. Daar de Duitsche
duikboot, die dit bericht kon doorgeven, de
vernietiging van drie gewapende koop
vaarders meldde, kan er hier slechts spra
ke zijn van Engelsche schepen of koop
vaardijschepen, welke door de Engelsche
regeering in beslag zijn genomen.
De Duitsche luchtaanvallen op Enge
land concentreeren zich steeds duidelijker
op bedrijven der bewapeningsindustrie en
op verdedigingswerken op het Britsche
eiland. De industrie-bedrijven, motoren
en vliegtuigfabrieken,, die in het legerbe-
richt van heden worden genoemd, liggen
in Midden- en Zuid-Engeland. Zij kunnen
als sleutelbedrijven voor de Britsche re
geering beschouwd worden. De productie
van deze bedrijven vormt een belangrijk
deel van het Engelsche bewapeningspoten-
tieel en wanneer die productie geheel of
voor het grootste deel wegvalt, komt ook
de materiaalvoorziening van het Britsche
luchtwapen ernstig in gevaar.
De Duitsche oorlogsvliegers bepaalden
zich echter niet tot succesvolle aanvallen
op bedrijven der bewapeningsindustrie,
doch vielen, eveneens met succes, ook
luchtdoelbatterijen en zoeklichten in Mid
den-, Zuid- en West-Engeland aan. Juist
dit feit verdient alleen daarom al bijzon
dere vermelding, daar de Britsche bom
menwerpers, die naar Duitschland vlie
gen, alles doen om zorgvuldig het luchtaf
weergeschut en den zoeklichten uit den
Weg te gaan. De Duitsche vliegers zoeken
hun tegenstander op, terwijl Churchill van
de vliegtuigen der R. A. F. nog^ onlangs
verklaarde, dat ze te kostbaar zijn om
hen aan het goed gerichte vuur van het
Duitsche luchtdoelgeschut bloot te stellen.
De vluchten, welke de Engelschen in den
nacht van 7 op 8 Augustus naar Duitsch
land ondernamen, bleven opnieuw, uit mi
litair oogpunt, zonder uitwerking. Daaren
tegen werden op een woonwijk van Es
sen en in de nabijheid van het plaatsje
Dattein brand- en explosieve bommen, ge
worpen, welke aan verschillende woonhui
zen en boerenhoeves schade hebben toege
bracht.
De branden, die waren ontstaan, konden
echter, dank zij de goede organisatie van
de burgerlijke luchtbescherming, snel ge-
bluscht worden.
SCHEEPSTONNAGE-HOCUS POCUS.
„Hocus pocus met bruto register ton
nen" schrijft de .Boersen-Zeitung" boven
een critiek op de jongste Engelsche offi-
cieele mededeeling, dat de Britsche koop-
vaardijtonnage na de Duitsche successen
op het vasteland van Europa met ruim tien
millioen bruto reg. ton is gestegen.
Volgens dit Engelsche bericht zou hier
van 5,5 millioen ton van Noorsche, onge
veer 3 millioen van Nederlandsche en 1,5
millioen van Belgische en Poolsche her
komst zijn. Slaat men de statistiek van de
koopvaardijvloten in het Britsche Lloyds
Register op, schrijft het blad, dan kan men
constateeren, dat de geheele Noorsche
koopvaardijvloot 700.000 B.R.T. minder
omvatte dan Engeland beweert thans ter
beschikking te hebben. Groote deelen van
de Noorsche koopvaardijvloot zijn echter
in het geheel niet onder Engelsche contro
le gekomen. Slechts met de schepen, die
reeds voor Engeland voeren, was dit het
geval.
Op dezelfde wijze wordt overdreven
voor wat de Nederlandsche koopvaardij
vloot betreft, waarvan Engeland voorgeeft
ook 200.000 B.R.T. meer ter beschikking
te hebben dan deze vloot ooit omvat heeft.
Wat echter de Belgische én Poolsche
tonnage aangaat, waarvan, naar beweerd
wordt, 1,5 millioen B.R.T. onder Engelsche
controle zou staan, kan gezegd worden, dat
de geheele Belgische koopvaardijvloot niet
veel meer dan 400.000 B.R.T. en de vroege
re Poolsche slechts 100.000 B.R.T. omvatte.
Van ieder Belgisch en Poolsch schip,
schrijft het blad ten slotte, heeft Duff
Cooper dus maar drie schepen gemaakt,
waarbij de vele schepen, die niet aan de
Britten in handen zijn gevallen en die toch
meegeteld worden, nog niet eens zijn ge
rekend.
VERLOREN SCHEPEN.
Eerst thans wordt door de Britsche ad
miraliteit het verlies van de Britsche duik
boot „Oswald" in de Middellandsche Zee
bevestigd. De geheele bemanning bestond
uit vijf officieren en vijftig matrozen. 52
man werden door de Italianen gered.
Volgens een in Rangoon gepubliceerd
communiqué is het Britsche schip „Kem-
mendine" (7837 B.R.T.), dat zich op weg
naar Rangoon bevond, sedert 21 dagen
over tijd en moet het derhalve als verlo
ren worden beschouwd.
LLOYDS SLUIT NIET MEER AF VOOR
DE OOSTKUST VAN ENGELAND.
Naar „Aftonbladet" meldt heeft de En
gelsche verzekeringsmaatschappij Lloyds
besloten voor de scheepvaart op de Oost
kust van Engeland geen verzekeringen
meer af te sluiten. Deze maatregel en de
verhooging van de premies voor de vaart
op de Westkust van Engeland tot 15 pet.
hebben, naar verder uit Londen wordt ge
meld, in de Londensche City pessimisme
verwekt, daar men hierin een aanduiding
ziet hoe de toestand en de oorlogskansen
worden gewaardeerd. Op 1 Mei was de
premie in de vaért op de Oostkust nog 3,5
pet., op 1 Juni werden de verzekeringen
voor korten tijd gestaakt en op 1 Juli be
droeg de premie voor de geheele Engelsche
kust nog 7 pet.
ENGELAND WORDT ZUINIG.
Een inzender in de „Daily Mirror" be
pleit, dat, teneinde stoffen te besparen, nog
niet volwassen jongen mannen zal worden
aangeraden, korte broeken te dragen.
Daardoor zullen belangrijke hoeveelheden
kleedingstof worden bespaard.
In de „Daily Express" heeft een lezer,
in verband met het tekort aan hout, het
voorstel gedaan om met lucifers zuiniger
te zijn. De lucifers zoo stelt hij voor
moeten worden vervaardigd, met een kop
aan beide kanten, zoodat men hetzelfde
stokje twee maal kan gebruiken.
INTERVIEW MET SANO MACH.
De ,,Mrvaltska Strascha", het orgaan van
de Kroatische geestelijkheid publiceert een
intervieyw met een Slwaakschen minister
van binnenlandche zaken, Sano Mach over
vraagstukken der binnen- en buitenland-
sche politiek van Slowakije. Mach heeft
o.a. het volgende verklaard: „Met de re
sultaten van Salzburg is Slowakije uiterst
tevrederf. De eischen en wenschen van
Slowakije zijn in elk opzicht geheel bevre
digd. De geheele Slowaaksche natie is er
van overtuigd, dat het woord van den
Fueherer sterker is dan de Maginotlinie en
Fransch-Engelsche Entente. Overgaande
naar de binnenlandsche politiek verklaar
de Mach, dat van een inmenging in de Slo
waaksche verhoudingen altijd slechts ge
sproken is door diegenen, die zulk een in
menging zelf hadden willen bedrijven. In
geen geval zal de staot ingrijpen in kerke
lijke of geloofskwesties. Met groote vol
doening zal hij een gezonde ontwikkeling
van het geloofsleven gadeslaan. De Kerk,
de geestelijke en de religieuze elementen
zullen in het Slowaaksche volk vrije mo
gelijkheden vinden voor het verrichten van
nuttigen arbeid.
VEREENIGING VOOR EEN NIEUWE
POLITIEKE STRUCTUUR.
120 leden van alle vroegere partijen van
den Japanschen Rijksdag hebben zich aan
eengesloten in een „Vereeniging voor een
nieuwe politieke structuur".
In een resolutie hebben zij verklaard,
dat de regeering, ondersteund door een
sterke politieke corporatie, de leidende
plaats in deze nieuwe structuur als uit
drukking van een onscheidbare eenheid tus-
schen de leiding en het volk moet innemen.
Het gebod van het oogenblik is, dat de
nieuwe structuur de natie tot een absolute
macht van den staat leidt en den totalen
oorlog voorbereidt.
„Vanaf Maandag beginnen wij ons poli
tiek leven opnieuw door de medewerking
aan de groote historische taak voor een
nieuwe staatsvorming" zoo wordt in de re
solutie verder gezegd. In 'een andere reso
lutie wordt Engeland als de vijand van Ja
pan beschouwd en wordt de regeering ver
zocht alle mogelijke maatregelen te ne
men voor het verwijderen van Engeland uit
Oost-Azië.
Nieuwe strategische positie
ONDERDEEL VAN GROOT OFFENSIEF
De bezetting van Zeila vormt uiteraard
nog het onderwerp van den dag in Italië.
In verband hiermede wordt in welinge
lichte Italiaansche kringen er op ge
wezen, dat de bezetting slechts een onder
deel vormt van het totale offensief, dat de
Italiaansche en inheemsche troepen van
Italiaansch Oost-Afrika uit ten uitvoer leg
gen, aldus meldt D.N.B. Uit de bezetting
van Zeila blijkt, dat ook in dezen sector
het initiatief der krijgsoperaties van Italië
uitgaat.
Te Rome constateert men voorts, dat
met de bezetting van deze belangrijke
havenplaats het hoofdstuk van de in
lijving van Britsch-Somaliland bij het
Italiaansche keizerrijk is ingeluid. De
actie heeft ten doel de eenheid van het
kunstmatig verdeelde Somaliland met de
wapens te herstellen en zoodoende uit
Fransch-, Engelsch- en Italiaansch-Somali-
land een gesloten eenheid te vormen.
De verdeeling, die tot dusver bestond,
vormde een der grootste hinderpalen voor
TWEE WETTEN AFGEKONDIGD
De Roemeensche koning heeft gisteren
twee fundamenteele wetten tot regeling
van het Jodenvraagstuk in Roemenië afge
kondigd.
De eene wet regelt de rechtspositie van
de Joodsche bewoners van Roemenië. In de
motiveering van deze wet wordt gezegd, dat
het Jodenvraagstuk in Roemenië, een poli
tiek, een juridisch en een economisch pro
bleem vormt. Men kan zeggen, dat door
de oplossing van deze problemen de rech
ten van het Roemeensche volk worden
vastgesteld. Het aantal Joden onder de be
volking van het geheele land bedraagt tien
procent. De wet verklaart tot Joden, die
genen, die een Joodschen godsdienst heb
ben, de kinderen van ouders, die den Jood
schen godsdienst belijden, de buitenechte
lijke kinderen van een Jodin, de echtelijke
kinderen van een christenmoeder en een
ongedoopten Joodschen vader, alsmede ten
slotte de Joodsche vrouwen, die weliswaar
met een Christen zijn gehuwd, doch eerst
op zijn laatst één jaar voor de oprichting
van de „partij der natie" toe het Christen
dom zijn overgegaan.
De tot geen confessie behoorende vol
bloed Joden worden in den geest van deze
wet eveneens als Jood beschouwd. Verder
zegt de wet, dat in de toekomst wanneer
een Jood tot het Christendom overgaat, dit
geen wijziging van de rechtspositie van den
betrokkene met zich medebrengt.
De wet verdeelt de Jóden in Roemenië
in drie categorieën. Tot de eerste categorie
behooren de Joden, die na 30 December
1918 naar Roemenië zijn gekomen. Tot de
tweede categorie behooren die Joden, die
voor dezen datum door afzonderlijke natu
ralisatie het Roemeensche staatsburger
schap hebben verkregen, verder diegenen,
die in de oorlogen van Roemenië in het
Roemeensche leger in de vuurlinie hebben
gestreden, alsmede "de invaliden en diege
nen, die zich bijzonder onderscheiden heb
ben en de nakomelingen van de in de oor
logen van Roemenië gesneuvelde soldaten.
Alle overige Joden behooren tot de derde
categorie, dat zijn dus de van oudsher in
Roemenië levende Joden, die zich echter
niet door een of andere oorlogspraestatie
hebben onderscheiden.
Joden van de eerste en derde categorie
kunnen geen ambtenaar zijn of beroepen
uitoefenen, die iets te maken hebben met de
openbare autoriteiten, zooals notarissen, ad
vocaten, zaakwaarnemers en dergelijke.
Ook is hun het lidmaatschap van raden
van beheer, of particuliere ondernemingen
verboden. Eveneens kunnen zij geen lid
zijn van de weermacht. Zij mogen biosco
pen, boek- en dagblad-uitgeverij noch lei
den, noch bezitten. Tenslotte mogen zij ook
geen lid zijn van de Roemeensche sportver-
eenigingen. De Joden van de eerste en derr
de categorie zullen, daar zij geen dienst
plicht kennen, hiervoor in de plaats een bij
zondere belasting moeten betalen of tot een
arbeidsdienst kunnen worden opgeroepen.
Geen enkele Jood mag onroerende eigen
dom in de gemeenten van het land gezit-
ten. Het ministerie van landbouw wordt
gemachtigd, voor het onteigenen van der
gelijk grondbezit maatregelen te nemen.
De Joden .kunnen echter ook dergelijk
grondbezit voor de onteigening aan Roeme
nen van zuiver Roemeensch bloed verkoo-
pen. Ook mogen de Joden voortaan in de
landsgemeenten geen industrieele onderne
mingen verwerven. Verder wordt het hun
verboden hun namen in Roemeensche na
men te veranderen. Het schoolonderwijs
voor Joden zal speciaal geregeld worden.
De tweede wet verbiedt het sluiten van
huwelijken tusschen Joden in den zin van
de eerste wet en Roemenen van zuiver Roe
meensch bloed. Dergelijke huwelijken mo
gen ook in het buitenland niet gesloten
worden.
de materieele en moreele verheffing van
de inheemsche bevolking. In dezelfde krin
gen wordt er op gewezen, dat Britsch-
Somaliland en inzonderheid de havens van
Zeila en Berbera, te zamen met Djiboeti,
een der natuurlijke toegangswegen vormt
van de Abessinisdhe hoogvlakte naar de
zee. De havens van Zeila en Bei'bera zijn
absoluut onvoldoende uitgerust. De Engel
schen, zoo zegt men te Rome, hebben tij
dens hun veertigjarige bezetting van
Britsch-Somaliland geen enkel werk voor
de civilisatie uitgevoerd.
Thans zal evenwel de aanstaande be
zetting van Britsch-Somaliland de werke
lijke eenheid van het groote gebied aan de
Golf van Aden verwezenlijken en tege
lijkertijd het economische leven in het ver-
groote Italiaansch Oost-Afrikaansche ge
bied bevorderen. Bovendien zal Italië daar
door een uitstekende strategische positie
aan de Golf van Aden krijgen.
SLECHTS CAPITULATIE MOGELIJK
De Madrileensche pers wijdt veel aan
dacht aan de Italiaansche successen in
Britsch Somaliland.
De „ABC" bespreekt den strategischen
toestand en komt tot de slotsom dat
Britsch-Somaliland volkomen door de
Italiaansche troepen is ingesloten, zoodat
slechts capitulatie mogelijk is. De hoop van
den militairen medewerker van de „Times"
dat de Engelsche oorlogsschepen de meer
derheid der Italiaansche troepen zouden
neutraliseeren is ij del gebleken.
Over de mogelijkheid van een verder
doordringen der Italianen ook in den Soe
dan schrijft de „Times", waarbij het blad
zegt: „Men kan voorop stellen, dat de
Engelschen niet zullen pogen om door een
sterke verdediging aan de grens tegen
stand te bieden aan den Italiaanschen op-
marsch. Onze minderheid in getalsterkte en
de meerderheid in strijdvaardigheid, even
als de aard van 't land maken 't noodzake
lijk, dat wij in hooge mate vertrouwen op
de woestijn en de beslissing doen afhangen
van beweeglijkheid en slagvaardigheid en
niet van het bieden van verzet op een star
front. Een Italiaansch offensief in dit ge
bied mag echter niet al te lichtvaardig wor
den opgenomen"
RADIO-REDE VAN GIGURTU
De Roemeensche minister-president Gi-
gurtu heeft gisteravond voor de radio een
toespraak gehouden voor het Roemeensche
volk. Hij zeide o.a.:
„De politiek aan de zijde van Duitsch
land en Italië acht de regeering de gunstig
ste voor de belangen va nhet Roemeensche
volk. Deze politiek is in staat het volk een
waardige groei te waarborgen en het tevens
in zijn cultureel- en economisch leven van
den invloed der Joden te bevrijden. Het
groote gevaar van het Jodendom is in het
jongste verleden van Roemenië niet vol
doende erkend. Het richten van de politiek
naar de beide spilmogendheden, welke po
litiek voor Roemenië onontbeerlijk is ge
worden, brengt echter bepaalde offers met
zich mede. Hij, Gigurtu, moet echter uit
drukkelijk vaststellen, üat ter gelegenheid
van zijn bezoeken in Salzburg en Rome
tegenover hem, Gigurtu, alleen is gesproken
over den wensch tot een overeenkomst van
Roemenië met zijn Hongaarsche en Bul-
gaarsche buren en dat Roemenië hierbij
meester over zijn besluiten is gebleven.
Op deze opwekking heeft Roemenië ge
antwoord, dat het, vanaf het oogenblik,
waarop het zijn besluit kenbaar maakt zich
aan te sluiten bij de politiek van de spil
mogendheden, ook bereid is, deze wensch
te vervullen. Echter heeft men van Roe
meensche zijde op de moeilijkheden gewe
zen, die een dergelijke overeenkomst in den
weg zouden staan.
Roemenië wenscht met zijn buren een
overeenkomst op een grondslag, die voor
de toekomst een vreedzame en werkelijk
vriendschappelijke nabuurschap verwezen
lijkt. Slechts op tweeërlei wijze kan men
tot een dergelijke overeenkomst geraken:
of de in dezen hoek van Europa geïsoleer
de Hongaarsche en Roemeensche volken
moeten krachtens hun historisch verleden
samengaan, waarbij zij moeten afzien van
territoriale aanspraken, teneinde reeds
thans een definitieve overeenkomst te be
reiken, of er zal een uitwisseling van be
volking moeten plaats hebben, die noodza
kelijkerwijze van Roemenië het afstaan van
kleine gebieden eischt. De regeeringen van
beide landen moeten thans trachten tus
schen deze beide uiterste punten den besten
weg voor het sluiten van een mogelijke
overeenkomst te vinden, die zoowel door
het Hongaarsche als door het Roemeensche
volk oprecht en loyaal wordt gewenscht.
Dezelfde toestand, hoewel niet zoo moei
lijk, bestaat ten opzichte van Bulgarije.
Met dit land hoopt Roemenië tot een over
eenkomst te geraken, die een einde maakt
aan den strijd tusschen twee volken, die in
den loop van hun geschiedenis met elkan
der verbonden waren. Roemenië hoopt
verder, dat zijn betrekkingen met de Sovjet-
Unie, nu Roemenië een groot offer heeft
DE TERUGKEER DER GEëVACUEERDE
LUXEMBURGERS.
De terugkeer der onder dwang door de
Franschen geëvacueerde Luxemburgers
naar hun vaderland vordert. Ongeveer
80.000 van de 300.000 inwoners van Luxem
burg waren geëvacueerd. Daarvan waren
35.000 in het Noorden des lands onderge
bracht, terwijl 45.000 door de Franschen
naar verschillende departementen in Frank
rijk werden gebracht. Reeds op 20 Juni
konden de in het Noorden van Luxem
burg vertoevende vluchtelingen naar hun
geboorteplaatsen terugkeeren. Na het slui
ten van den wapenstilstand begon lang
zaam de stroom terugkeerende geëvacueer
de Luxemburgers en Belgen uit Frank
rijk te komen. Half Juli waren vele Luxem-
burgsche vluchtelingen uit het bezette
Fransche gebied teruggekeerd. Zeer moei
lijk was het terugbrengen van de door de
Franschen weggevoerde Luxemburgers uit
het onbezette deel van Frankrijk. Men
raamt het aantal vluchtelingen, dat zich
nog daar bevindt, op 15.000 ten Noorden
van Lyon en in de omgeving van Mont-
pellier. Om hun toestand te verlichten wor
den regelmatig transporten levensmidde
len naar deze evacuatiecentra gezonden.
Uit het departement Herault in het Zui
den van Frankrijk konden tot dusverre
2800 vluchtelingen teruggehaald worden.
DE AANSLUITING VAN LETLAND
BIJ DE SOVJET-UNIE
Als gevolg van de aansluiting van Sovjet-
Letland bij de Sovjet-Unie is gisternacht
om 24 uur de Moskousche tijd ingevoerd.
Evenals de vroegere nationale vlag en het
staatswapen verdwijnen, zullen de tot dus
verre gebruikte cocarden in het Letland-
sche leger worden verwijderd.
DE LITAUSCHE VLUCHTELINGEN
De Litausche regeering heeft een wet af
gekondigd, krachtens welke de Litauers,
die na 15 Juni naar het buitenland ge
vlucht zijn of die zich verborgen houden,
als vijanden van het volk beschouwd wor
den. Hun vermogen wordt in beslag geno
men ten bate van den Staat.
DE FINSCH—RUSSISCHE
BETREKKINGEN
Naar aanleiding van de demonstraties,
die de laatste dagen in Finland zijn gehou
den, verklaart de persafdeeling van de
Finsche regeering o.a., dat de politiemaat
regelen tegen de leden van den bond
„Vrienden der Sovjet-Unie" in het geheel
niet tegen de ontwikkeling van goede en
vriendschappelijke betrekkingen van Fin
land met de Sovjet-Unie zijn gericht. Veel
eer moeten alle lagen der bevolking de re
geering steunen bij haar pogingen om een
dergelijke verhouding te verkrijgen.
WETSONTWERP AANGENOMEN.
De Amerikaansche Senaat heeft met 71
tegen 7 stemmen het wetsontwerp aange
nomen, waarbij president Roosevelt ge
machtigd wordt de nationale garde en de
legerreserves voor den actieven militairen
dienst op te roepen. Het ontwerp, dat thans
naar het Huis van Afgevaardigden gaat, be
perkt het gebruik van deze, troepen tot
het Westelijke halfrond, de Amerikaansche
bezittingen en de Philippijnen.
De Senaat heeft voorts eenstemmig een
wetsontwerp aangenomen, dat aan leden
van de nationale garde en van de legerre
serves het recht verleent om binnentwin-
tig dagen uit het dienstverband te schei
den, wanneer het Huis van Afgevaardig
den het reeds door den Senaat aangeno
men ontwerp goedkeurt, dat president Roo
sevelt machtigt deze troepen tot den actie
ven militairen dienst op te roepen. Het
recht wordt echter alleen verleend aan de
gehuwden, die kinderen hebben, en dan
nog alleen, wanneer de vrouw en kinderen
op de verdiensten van den man resp. vader
voor hun levensonderhoud zijn aangewe
zen.
gebracht, zich voortaan op den grondslag
van den besten nabuurschap zullen ontwik
kelen.
HONGARIJE EN ROEMENIë
De Roemeenschen gezant te Rome, Bossy,
die als bijzonder lasthebber van de Roe
meensche regeering te Boedapest verblijft,
heeft de Hongaarsche regeering er van in
kennis gesteld, dat Roemenië bereid is tot
het voeren van onderhandelingen en haar
tevens een uitnoodiging voor die onder
handelingen overgebracht. De onderhande
lingen zelf zullen pas later worden gevoerd
door delegaties der beide regeeringen.
ROEMEENSCHE JOURNALISTEN
GEARRESTEERD
Twee-en-twintig, meest werklooze Roe
meensche journalisten, die zich bezig hiel
den met het verspreiden van berichten, die
gericht waren tegen de belangen van den
Staat, zijn gearresteerd en naar een concen
tratiekamp overgebracht. Onder hen be
vindt zich ook Socor, de vroegere directeur
van het enkele jaren geleden opgeheven
Joodsche dagblad „Adeverul".