De oorlog in de lucht Vexkentiitig, aan de ^Bütó£he-cUleóthuót Japansch-Britsche spanning Hamburg niet in puin Roemenië en zijn buren Litauen als Sovjet-republiek Incidenten in Kameroen RECHTZAKEN MAANDAG 5 AUGUSTUS 1940 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 5 Arrestaties van Japanners in Engeland Het uitbreken van den oorlog DÜITSCH LEGERBERICUT Het Duitsche legerbericht van Zaterdag luidt als volgt: Het luchtwapen heeft op 3 Augustus verkenningsvluchten gemaakt boven het zeegebied tusschen het Kanaal en de Hebriden. In den nacht van 3 op 4 Augustus be stookten onze gevechtsvliegtuigen de olie haven van Stanlow bij Liverpool met bommen. Talrijke branden werden hier door veroorzaakt. Verder werden lucht- afweerstellingen bij Canday Island en Swansea aangevallen. Britsche vliegtuigen vlogen in den nacht van 3 op 4 Augustus Noord- en West- Duitsohland binnen. Ondanks het feit, dat zij meer bommen wierpen, dan de laatste nachten, was de uitsluitend aan niet mili taire doelen aangerichte schade nog ge ringer dan tot dusverre. HET FRONTBERICHT Het Duitsche luchtwapen heeft, zooals uit het legerbericht blijkt, het zwaartepunt van zijn optreden gelegd op een nauw keurige verkenning van de Britsche West kust. Dit is van groot belang, daar de havens aan de Britsche westkust, aan de Iersche zee en ten Noorden daarvan tot dusver in het buitenland als betrekkelijk veilig werden beschouwd. Hierbij valt op te merken, dat reeds vóór de tegenactie in Noorwegen steden als Glasgow, Carlisle en Lancaster binnen het bereik van de Duitsche oorlogsvliegtuigen lagen en dat sindsdien het gevaar van de lucht uit voor de gewestelijke havens van Engeland nog belangrijk is toegenomen. Voor een vlucht naar Glasgow hebben de strijdeenheden van de Duitscche luchtmacht bijvoorbeeld op het oogenblik nauwelijks meer dan twee uur noodig. Liverpool is in ongeveer 100 minuten te bereiken. Bristol ligt op een uur vliegen van de basis der Duitsche luchteenheden. Bedenkt men tenslotte nog, dat het kor ten tijd geleden aan een Duitsche duik boot is gelukt om, de sterke afweer ten spijt, met buitengewoon succes in de Ier sche zee te opereeren, dan is het duidelijk, dat de steden en havens aan de Britsche Westkust evenzeer worden bedreigd als de havens aan de Zuid- en aan de Oostkust. ITALIAANSCHE LUCHTACTIE Communiqué no. 56 van het Italiaansche hoofdkwartier luidt als volgt: Onze escadrilles in Oost-Afrika hebben in den Soedan Erkowit en het vliegveld van Summit, waar een groote hangar in brand werd gestoken, gebombardeerd. Voorts is het kruispunt van spoorwegen te Haiya bestookt. In Kenya is ten Zuiden van Vaija een autopark gebombardeerd. Bij het gevecht bij Debel, waarvan mel ding is gemaakt in legerbericht no. 54, heeft de vijand voor onze stellingen 64 dooden achtergelaten, onder wie drie of- EEN VALSCH BERICHT. De Berlijnsche avondbladen van Zater dag brachten in zeer grooten opmaak het valsche bericht van New Yorksche bladen, volgens welke officieel uit Londen gemeld was, dat de Britsche luchtstrijdkrachten Hamburg „tot puin gemaakt zouden heb ben". De Berlijnsche bladen verklaren een stemmig, dat Churchill en Duff Cooper aan de domste leugen zijn begonnen, die zij tot dusver in dezen oorlog verspreid hebben. Het bericht over de z.g. vernietiging van Hamburg heeft in die stad verbazing en medelijden met een dergelijke domme En gelsche propaganda verwekt. Het leven gaat in Hamburg normaal zijn gang, en de tijd der vacanties is sterk te bespeuren. Op alle stations is het een groote drukte van naar buiten trekkende menschen en op de Alster is het vol van zeilbootjes en kano's. Reeds gistermiddag is een heele reeks Duitsche en buitenlandsche journalisten uit Berlijn naar Hamburg gevlogen om zich zelf te overtuigen van den omvang dezer „verwoesting". Het D.N.B. meldt vannacht uit Ham burg: De correspondenten van de Amerikaan- sche bladen, die aan den tocht naar Ham burg hebben deelgenomen, om zich er van te overtuigen, dat de Engelsche berichten over vernietiging van de stad en haar ha ven onjuist waren, bevestigden eenstem mig, dat zij geen spoor van verwoesting ge zien hebben. De haven en de Elbe-tunnel zijn onbeschadigd, het stadsbeeld is in elk opzicht normaal. Bij de fabrieken van Blohm en Voss is niets beschadigd. De cor respondenten verklaren een uitstekend uit zicht te hebben gehad van den toren der Michaëlskerk, waarbij zij niets hebben ge merkt van een „in puin liggen" der stad. ficieren en een vaandel van het zesde ba- taillon K.A.A. werd buitgemaakt. In Britsch-Somaliland heeft men doel treffend de haven van Zeila gebombar deerd. Een van onze vliegtuigen is niet teruggekeerd. Een vijandelijke luchtaanval op de haven van Derna in Noord-Afrika, veroorzaakte zeer lichte schade. Een van onze buikbooten keerde niet op zijn basis terug. DUFF COOPER ALS MINISTER VAN VOORLICHTING De „Sunday Pictorial" stelt haar lezers de vraag, of zij de politiek van Duff Cooper goedkeuren. De vraag is als volgt ingekleed: „Duff Cooper ontvangt jaarlijks van de Britsche regeering 5000 pond sterling als minister van voorliohting. Gelooft ge, dat hij de geschikte man voor dezen post is? Gelieve te antwoorden met ja of neen". Vertegenwoordigers van het blad heb ben reeds mondeling dezelfde vraag aan het publiek in hun kring gesteld. Een en zestig procent antwoordde ontkennend. FRANKRIJK EN HET UITBREKEN VAN DEN OORLOG Het bewijs, dat de Fransche regeering den oorlog tegen Duitschland wilde ont ketenen en wel in Augustus 1939 is Don derdag geleverd door den directeur der Action Frangaise, Charles Maurras. Een hooggeplaatst Fransch ambtenaar van den Quay d'Orsay, die in April 1939 naar post in het buitenland wilde terugkeeren, vroeg toen, verontrust over den internationalen toestand, een lid der Fransche regeering, of hij kon vertrekken. Hem werd tijdens dit onderhoud geantwoord, dat hij dat wel kon doen, maar op zijn laatst in Augustus moest hij weer terug zijn, daar de oorlog zou uitbreken. Toen de ambtenaar ontsteld verder vroeg, hoe het mogelijk was, dat de oorlog in Augustus zou uitbreken, ver klaarde het betrokken lid der regeering hem: „De oorlog zal uitbreken, omdat wij het willen". Charles Maurras schrijft in dit verband, dat deze ambtenaar van den Quay d'Orsay een van zijn vrienden was, wiens naam hij eerst te zijner tijd bekend zou maken. Ten slotte merkt hij op, dat er dus ondubbel zinnige bewijzen bestaan, die niet geloo chend kunnen worden, en volgens welke bepaalde leden der Fransche regeering in volkomén overeenstemming met Londen besloten hadden, den oorlog in Augustus 1939 te ontketenen. Dit feit zal een be langrijke rol te vervullen krijgen bij het groote proces tegen hen, die verantwoor delijk zijn voor de Fransche catastrophe. DE VLUCHTELINGEN IN FRANKRIJK Op 7 Juli is, volgens een bericht van de „Memorial" uit St. Etienne, te Parijs en in het departement Seine een soort volks telling gehouden. Het aantal gevluchte be woners zou op dit tijdstip nog bijna 2 mil- lioen hebben bedragen, en wel 1056.536 voor Parijs en 887.326 voor het departe ment. In 1936 had Parijs 2.879.746 en de omgeving 2.133.221 inwoners. ONDERHANDELINGEN MET BULGARIJE EN HONGARIJE. Het D.N.B. meldt uit Rome: Het a.s. begin van de Roemeensch—Bul- gaarsche en de RoemeenschHongaarsche onderhandelingen wordt door de Romein- sche dagbladen aandachtig bezien als dienstig voor den wederopbouw van Zuid- Oost-Europa. De Popoio di Roma verklaart, dat de Bulgaarsche regeering reeds een memo randum zou hebben voorbereid, waarin het Bulgaarsohe standpunt gepreciseerd wordt ten aanzien van de Doöroedzja. In geval de Roemeensche regeering een toe stemmend antwoord zou geven, zou de Bulgaarsche delegatie in het midden der week naar Craiova vertrekken. De Giornale d'Italia wijst er op, dat vol gens nog niet bevestigde berichten uit goede bron in de eerstvolgende dagen rechtstreeksche HongaarschRoemeensche onderhandelingen zouden beginnen. In de Popoio di Roma, evenals in de Giornale d'Italia wordt ten slotte gewezen op Engelsche storings-pogingen waarbij de vertegenwoordiger der Popoio di Roma in Belgrado wijst op de rol van den Times- correspondent en den als correspondent vermomden spion Parker, die reeds ten tijde van de missie van Runciman in Tsje- choslowakije spionnage heeft gepleegd en plotseling enkele weken geleden als En- gelsch consul in Skopije is opgedoken. Stefani meldt uit Boekarest, dat de Hon gaarsche pers verklaart, dat de volgen de week te Boedapest RoemeenschHon gaarsche onderhandelingen zullen begin nen. De bladen constateeren met voldoe ning, dat de toon van de Roemeensche pers veel verzoenender is geworden. VERONTWAARDIGING IN TOKIO. In verband met de arrestatie van tal van Japanneezen door de Britsche autoriteiten vindt heden, naar te Tokio gemeld wordt, een belangrijke conferentie plaats tusschen vertegenwoordigers van het Japansche de partement van buitenlandsche zaken, en het Japansche ministerie van oorlog en ma rine. Tevens verwacht men in Japansche politieke kringen, dat heden de minister van buitenlandsche zaken Matsoeoka den Britsche ambassadeur Craigie om een be paalde opheldering zal verzoeken. Speciaal de arrestatie van de heeren Ta- nabe en Makihara, de Londensche beheer ders van Japansche handelsondernemin gen, heeft bij de Japansche regeering en het Japansche volk verontwaardiging ge wekt en wordt beschouwd als een Britsche actie van vergelding tegen de arrestatie van Engelschen in Japan wegens spion nage. Het Japansche optreden tegen de Engelschen was een zuiver binnenlandsche aangelegenheid voor de handhaving van orde en veiligheid. De Britsche actie daar entegen werd beheerscht door een politie ke beweegreden. De Japansche ambassade te Londen zegt de Britsche maatregelen op geen enkele manier te begrijpen en in Japansche krin gen vreest men, dat deze arrestaties nog zeer onaangename gevolgen zullen hebben, vooral nu de Engelsch-Japansche betrek kingen op het oogenblik meer dan „deli caat" te noemen zijn. Domei meldt uit Tokio: Japan zal waarschijnlijk een krachtige houding aannemen tegenover Engeland en de onmiddellijke vrijlating eischen van de gearresteerde Japanners en tevens allen Japanners, die in Engeland verblijf hou den, bevel geven het land te verlaten, met uitzondering van degenen, die in betrek king staan tot regeeringsorganen. Naar de meening van de „Osi Sjimboen" moet de Japansche ambassadeur te Lon den onmiddellijk worden terug geroepen. Het Japansche volk zou het noch begrij pen, noch toelaten, indien de regeering in deze kwestie geen voet bij stuk houdt. „Wij zijn er van overtuigd zoo verklaart dit blad dat er geen andere weg is als den ambassadeur terug te roepen en de diplomatieke betrekkingen met Groot Brit- tannië af te brekén". Ook de Japansche avondbladen van gis teren, aldus het D.N.B., slaan een onge woon soherpen toon aan tegen Engeland, welks daden tegen Japansche onderdanen worden gebrandmerkt als „een gemeene wraak". De Tokio Asahi Sjimboen vermoedt, dat achter de arrestatie van de Londensche vertegenwoordigers van groote Japansche handelsconcerns bepaalde bedoelingen verborgen gaan, welke verband houden met de relaties, weike deze concerns in Engeland en Amerika bezi'ten. Het blad eischt, dat de Japansche regeering tegen over Fngelanó zal handelen naar het be ginsel „oog om oog, tand om tand". De Tokio Nisjt Nitsji bestempelt het En gelsche optreden als een provocatie en als een kenmerkende uiting van de geweldda den van de heerscheid3 klasse in Enge land. Alleen reeds uit overwegingen van prestige dient Japan energiek terug te slaan, daar dit de eenige taal is, die En geland verstaat. BESLUIT VAN DEN OPPERSTEN SOVJET. De Opperste Sovjet is Zaterdag om 18.00 uur weer bijeengekomen om het derde punt op de agenda, de aansluiting van Litauen bij de Sovjet-Unie te behandelen. Allereerst las Palecki, de Litausche mi nister-president, leider van de Litausche de legatie, de verklaring voor van de Litau sche sejm, waarbij de aansluiting aan de Sovjet-Uniet wordt geproclameerd. De opperste Sovjet besloot: 1. Het verzoek van de Litausche sejm wordt door den oppersten Sovjet aangeno men en de Litausche radenrepubliek wordt als „rechtsgelijke radenrepubliek" in het verband der Sovjet-Unie opgenomen. 2. Enkele gebieden van de Wit-Russi- sche bondsrepubliek met overwegend Li tausche bevolking zullen bij de Litausche bondsrepubliek worden ingelijfd. 3. Tusschen de Wit-Russische en de I»i- tausche bondsrepubliek zal de nieuwe ad ministratieve grens worden vastgesteld. 4. In de Litausche bondsrepubliek zullen verkiezingen voor den Opperste Sovjet worden gehouden. 5. Het presidium van den oppersten Sov jet zal den datum voor de verkiezingen in de Litausche bondsrepubliek bepalen. Het vierde punt op de agenda, n.l. de aansluiting van Letland bij de Sovjet-Unie, zal vandaag worden behandeld. De Evening Standaard bericht, dat de Britsche regeering de inlijving van de Bal- tische staten- in de Sovjet-Unie nog niet heeft erkend. De gezanten dezer landen worden in Londen nog steeds als geaccre diteerde diplomaten behandeld. (D. N. B.) VERBAND MET BLOKKADE MAATREGELEN. Progres levert commentaar op een in het laatste communiqué eter regeering vervat te toespeling op incidenten in Kameroen en Marokko, en schrijft, dat daarover geen bijzonderheden zijn bekend gemaakt. Deze incidenten staan echter in duidelijk ver band met de nieuwe blokkade-maatrege len die door de regeering-Churchill zijn aangekondigd. De ministers hebben den toestand, die door deze incidenten is ont staan, onderzocht evenals het totaal der blokkademaatregelen, dat op Frankrijk worden toegepast. Aangenomen moet ech ter worden, de Fransche tegenmaatregelen noodzakelijker een vrij ernstig karakter hebben. (D.N.B.) Het D.N.B. meldt nader uit Bern, dat de mededeeling, gepubliceerd na de bijeen komst van den Franschen ministerraad, betrekking heeft op incidenten, die zich in Kameroen hebben voorgedaan. Volgens een bericht uit Vichy is hier sprake van een uitdagend optreden van de beman ning van den Britschen kruiser „Dragon". Gewapende patrouilles waren te Doeala aan land gegaan en door de straten der stad getrokken. De bevelhebber der Fran sche Atlantische vlootstrijdkrachten greep in, waarna de Engelschen zióh terugtrok ken. DUITSCHE KRIJGSRAAD. TEGEN DE DUITSCHE WEERMACHT GESTOOKT. Een employé van een groot bedrijf te 's-Gravenhage stond terecht voor den Duit- schen krijgsraad. De zitting werd Zondagochtend j.l. gehou den in het Palace-hotel te Scheveningen. Hem was ten laste gelegd: le. Na den wapenstilstand met Holland openlijk de Duitsche Weermacht beleedigd ts hebben door dagelijks in bijzijn van meerdere employé's tegen de Duitsche Weermacht te stoken en onder meer te zeg gen, dat Engeland er voor zorgen moest, dat de Hollanders wapens kregen, dan zou den zij spoedig dieDuitschers eruit- gooien. 2e. Opzettelijke onware en verdraaide feiten verbreid te hebben, die het welzijn van het Duitsche rijk nadeel kunnen berok kenen, namelijk het verspreiden van een brief van beleedigende aard voor het Duit sche rijk. Uit het verhoor bleek, dat de beschuldig de in tegenwoordigheid van twee andere employé's beleedigingen tegen de Duitsche Weermacht en den .rijkscommissaris geuit had. Tevens was het dézen beiden mede werkers bekend, dat hij een brief, welke het Duitsche rijk nadeel kon berokkenen, had laten overschrijven in drie exempla ren. Tengevolge van hun aanklacht bij de Duitsche autoriteit werd beklaagde gear resteerd, evenals eenige anderen van dit zelfde groot bedrijf, welke laatsten echter na eenige dagen arrest in vrijheid werden gesteld. De beschuldigde gaf grootendeels de fei ten toe en deze bekentenis, aangevuld door de beëedigde verklaringen van den bewus- ten medewerker (een was er niet) gaf het wettig en overtuigend bewijs. De vervolgende autoriteit eischte twee jaar en zes maanden gevangenisstraf. De verdediger, mr. R. Paehlig, voerde ten aanzien van het geincrimineerde geschrift aan, dat dit reeds in duizenden exempla ren voor het begin van den oorlog in Ne derland was verspreid en dat derhalve wat reeds verbreid was en bekend in grooten kring het strafbare element van de tenlas- tegelegde handeling deed vervallen. Ten aanzien van de beleedigingen der Duitsche Weermacht en den rijkscommissa ris voerde pleiter aan, dat deze slechts wa ren geuit tegenover twee medewerkers in zeer beperkten kring zonder dat beschuldig de het opzet had dit in grooten kring te doen. De krijgsraad ging direct in raadkamer en na een kwartier beraadslaging werd het vonnis uitgesproken. De beklaagde werd schuldig bevonden aan het hem ten laste gelegde en hij werd voor beide feiten veroordeeld tot een jaar en zes maanden gevangenisstraf. Haagsche Politierechter Het partijtje voetbal De verdachte R. uit Leiden had mis handeling gepleegd en wel aan de diverse ledematen van den chauffeur V. Dat kwam zoo. Een stelletje jongens, waaronder R., waren tegen een voetballetje gaan trappen. Nu moet men niet denken, dat het jongens van een jaar of twaalf waren, want dan heeft men het mis. Zij waren gemiddeld 'n twintjes jaartjes oud. En omdat zij zoo oud waren, trapten zij nogal hard tegen het voorwerp, hetwelk eens de trots van een koe uitmaakte. „Men" hield in de buurt het herte vast van angst en vreeze van wege de ruiten. Beleefde verzoeken om den wedstrijd te staken vermochten geen indruk te maken evenmin als meer brutere opmerkingen, bedreigingen en scheldwoorden. Dus had V. de stoute schoenen aangetrokken en was op de fiets gestapt om een politieagent te gaan halen. Nu gebeurde het, dat de voet bal juist in zijn nabijheid kwam, reden voor V. om af te stappen en het bruine ding op te rapen en het als stille getuige mede te nemen naar den politieagent, die nog op gesnord moest worden. Mogelijk had hij succes gehad als de knapen twaalf jaar ge weest waren, maar aangezien ze twintig waren, was het buit-maken van het ronde, opgepompte stukje koevel, op verzet hun nerzijds gestuit. R. had doodgewoon meneer V. aan zijn jasje getrokken en niet verzocht om den bal, maar dezen rustig uit zijn handen ge nomen. Toen meneer V. vervolgens daar over een aanmerking maakte, had hij een dusdanigen stomp op zijn kakement gekre gen, dat zijn kunstmatig bovengebit krak deed en zich splitste in twee gedeeltelijke bovengebitten. Schade 1.75 voor operatie kosten, hetgeen stukken meeviel. Meneer V. deed nog mededeeling, dat hjj den bal niet had kunnen redden door de overmacht, aangezien „de heele horde" op hem af was gekomen, waardoor hij „de kuiten had moeten nemen". De „voetbalvlegel" moet voor zijn optre den thans 15 boete betalen en bovendien de 1.75 voor het aaneensmeden van het kapotte bovengebit. Zondagmorgen heeft de Reichsarbeitsdienst een marsch door Rotterdam gemaakt, waarbij de Generalarbeitsführer Zur Loye een défilé afnam. Tijdens het voorbijtrekken van den troep. In Amsterdam inspecteerde de Duitsche Rijkscommissaris dr. Seyss-Inquart persoonlijk den Reichsarbeitsdienst, die Zondag een marsch door de stad maakte. Tijdens de inspectie door dr. Seyss-Inquart.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1940 | | pagina 5