DE TEXTIEL-DISTRIBUTIE Wat iedereen moet weten en onthouden ZATERDAG 3 AUGUSTUS 1940 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 6 Hieronder trachten wij zoo beknopt mo gelijk de hoofdpunten van de regeling der textieldistributie samen te vatten, In de eerste plaats is de indeeling der textielproducten van belang. Er is een groep artikelen, welke wor den vrijgesteld van afzonderlijke bepalin gen. De lijst van deze artikelen vindt men ook op deze pagina afgedrukt. Men zal er o.a. feestkleeding en gelegenheidskleeding in vinden en ook kleeding en benoodigd- heden voor kinderen, die op 5 Augustus nog niet drie jaar oud zijn, uitgezonderd weefsels en stoffen aan het stuk en de op de textielkaart verkrijgbare garens. Dan is er een tweede groep, waarvan de aflevering'gebonden zal zijn aan een pun- tenstelsel, dat vastgelego' is in de textiel kaart. Voor de punten waardeering zie men de afzonderlijke lijst. Tenslotte bestaat er een derde categorie van artikelen, slechts af te geven op spe ciale vergunningen. SOORTEN VAN KAARTEN. De navolgende textielkaarten zullen worden uitgereikt: a. een roode kaart voor mannen en jon gens van 15 jaar en ouder; b. een blauwe kaart voor vrouwen en meisjes van 15 jaar en ouder; c. een bruine kaart voor jongens van 315 jaar; d. een groene kaart voor meisjes van 315 jaar; e. een grijze kaart als toeslagkaart. De 4 eerste kaarten zijn bestemd voor strikt persoonlijk gebruik van de houders, voor zoover het betreft ce daarop verkrijg bare kleedingstukken en kleedingstoffen. De op de textielkaarten verkrijgbare huis houdelijke artikelen kunnen echter betrok ken worden op de punten van alle kaar ten, welke aan de leden van één en het zelfde gezin zijn uitgegeven. Hiermede is bedoeld tegemoet te komen aan het ge bruik van huishoudelijke artikelen, wel ke toch bestemd zijn voc»: het geheele gezin. Wenscht b.v. de huismoeder een beddelaken te koopen, zoo kan zij de hier voor benoodigde punten door den winke lier doen afsnijden in door haar zelf te be palen hoeveelheden van alle kaarten der gezinsleden. Deze kaarten tellen elk 100 punten. Zij zijn geldig van 3 Augustus 1940 tot 1 Fe bruari 1941. Deze geldigheidsperiode is wederom in gedeeld in 2 termijnen, n.l. een termijn van 5 Augustus 1940 tot 1 November 1940 en een termijn van 1 November 1940 tot 1 Februari 1941 In den eersten termijn worden op deze kaarten 40 punten ter be schikking gesteld, zoodat 60 punten over blijven voor den tweeden termijn. In den eersten termijn ongebruikt gebleven pun ten zijn eveneens geldig in den tweeden termijn. Deze indeeling in termijnen is geschied om te voorkomen, dat de bevolkingsgroep, die over contant geld beschikt, zich ineens van alle voorraden meester zal maken. De punten zijn alleen geldig, als zij op de textielkaart zitten, los zijn ze ongeldig. DE TOESLAGKAART. Deze wordt uitgereikt aan de hoofden der in gezinsverband samenwonende fami lies, waarvan het gezamenlijke jaarlijksch inkomen, berekend per lid van het gezin, beneden 350 blijft. Deze kaarten tel len een aantal punten, die afhankelijk is van het aantal gezinsleden van 15 jaar en ouder. Voor het gezinshoofd wörden 50 punten ter beschikking gesteld en voor elk verder gezinslid van 15 jaar en ouder 30 punten. Dienstboden worden niet tot het gezin gerekend. Wel worden tot het gezin gerekend inwonende familieleden, natuur lijke, wettige en schoonkinderen, stiefkin deren, pleegkinderen en kleinkinderen. De punten van deze toeslagkaarten zijn beschikbaar voor den aankoop van alle goederen, welke uitsluitend tegen inwis seling van punten afgeleverd mogen wor den, met uitzondering van de naai-, maas- en stopgarens, zoolang deze goederen be stemd zijn voor het gezin als zoodanig of voor één der leden van het gezin. De toe slagkaart mag ook zoo worden gebruikt, dat voor aanschaffing van een bepaald ar tikel gedeeltelijk punten mogen worden ingenomen van een persoonlijke kaart van een der betreffende gezinsleden en gedeel telijk van de aan dit gezin verstrekte toe- De toeslagkaart is evenals de andere kaarten geldig vanaf 5 Augustus 1940 tot 1 Februari 1941. Zij is echter niet inge deeld in termijnen en is derhalve in haar geheel beschikbaar vanaf 5 Augustus 1940. Deze toeslagkaarten worden uitsluitend uitgereikt op aanvrage van het betreffende gezinshoofd. EXTRA-BONS. Op de persoonlijke textielkaart staan 20 bons. gemerkt met hoofdletters. Deze bons hebben geen punten waarde Zij zijn be stemd voor extra beschikbaarstelling van gerantsoeneerde textielproducten, wan neer hiertoe de mogelijkheid en de be hoefte aanwezig is. LEEFTIJ DSGRENZEN. De leeftijdsgrens ligt op 5 Augustus 1940. Aldus zijn de vrije artikelen voor kinderen, die na 5 Augustus 1940 den leef tijd van 3 jaren bereiken, eveneens vrij. Het is echter aan te raden de distributie stamkaart voor deze kinderen steeds bij zich te hebben, omdat winkeliers het recht hebben deze kaart in geval van twijfel ter inzage te vragen. De leeftijdsgrenzen der persoonlijke kaarten zijn derhalve ook de leeftijden, welke op 5 Augustus 1940 zijn bereikt. DE AANGIFTEFORMULIEREN. Bij de afgifte van de kaarten zal reke ning worden gehouden met de sedert 28 Mei 1940 ontvangen groote stukken. Ieder heeft daarvoor aangifteformulieren moe ten invullen, die bij het afhalen van de textielkaart moeten worden meegebracht. Indien de puntenwaarde van de ontvangen groote stukken minder is dan 30, ontvangt de verbruiker de geheele textielkaart. Is deze puntenwaarde echter 30 of meer, dan worden 30 punten (ook niet meer dan 30) van de kaarten verwijderd. Dit laatste zal menigeen meevallen. GARENS. Naaigarens en maas- en stopgarens zijn uitsluitend verkrijgbaar tegen afgifte van punten der textielkaart tegelijk met af gifte van garenbons. Men kan dus slechts een beperkt aantal punten aan den aan koop van garens besteden. Als de garen bons op zijn, moeten de resleerende pun ten aan iets anders worden besteed. Op de toeslagkaarten worden geen naai garens, maas- of stopgarens verkocht. AFZONDER1JKE PROBLEMEN. Nu nog eenige afzonderlijke problemen: Kunnen in den eersten tijd ook groote stukken, van meer dan veertig punten, worden gekocht? Ja, want men kan, alleen voor een dergelijke groot stuk, boven de 40 punten van den eersten termijn een voorschot nemen op de punten van den volgenden termijn. Hoe zit het met de af gifte van stoffen voor bovenkleeding? Voor vrouwen en meisjes zijn,er op dit punt geen voorschriften, hier geldt de distributie kaart. Voor mannen en jongens mogen bo- venkleedingstoffen slechts worden afge geven aan een kleermaker, aan te wijzen door den verbruiker. Voor details hierom trent raadplege men den vakman zelf. SPECIALE VERGUNNINGEN. Speciale vergunningen kunnen worden aangevraagd voor de aflevering van: a. uniforme kleeding, rouwkleeding; b. goederen op het gebied van woning inrichting en het beddenvak; c. alle op punten gewaardeerde artike len, voor de aanschaffing waarvan de ab solute noodzaak is aangetoond, b.v. inge val de betreffende goederen verloren zijn geraakt door oorzaken buiten de macht van den aanvrager, brand, diefstal, enz. d. Op punten gewaardeerde artikelen, welke door bijzondere omstandigheden be- noodigd zijn in grootere hoeveelheden dan uitsluitend voor vervanging van bestaan de inventaris, b.v. voor: e. alle op punten gewaardeerde artike len ten behoeve van ziekenhuizen, gestich ten, kloosters en andere inrichtingen met vaste inwoners; f. alle op punten gewaardeerde artike len ten behoeve van hotels, kantoren en ondernemingen, welke deze goederen noo- dig hebben uit hoofde van hun bedrijf. Ook tijdelijk in ons land verblijvende bui- tenlandsche kerkers en toeristen, die niet in het bezit zijn van een distributiestam kaart, zullen zich voor de aanschaffing van op punten gewaardeerde textielproducten tot den plaatselijken distributiedienst moe ten wenden voor een speciale vergunning. Winterjassen, wintermantels of demi- saisons zijn niet vermeld op de lijst van ar tikelen, welke uitsluitend tegen inwisse ling van punten verkrijgbaar zijn. Win terjassen, wintermantels en demi-saisoi^s zijn derhalve allen verkrijgbaar op spe ciale vergunning, tenzij de resultaten van de inventarisatie aanleiding zijn tot be schikbaar stellen van één der extra bons op de textielkaart voor de aanschaffing van een winterjas, wintermantel of demi-saison. ALGEMEENE INVENTARISATIE. Teneinde een volledig overzicht te krij gen van de in ons land aanwezige voorra den van textielproducten, zal in de week van 5 Augustus een algemeene inventari satie plaats vinden. In deze week zal de verkoop en aflevering van alle textielpro ducten verboden zijn. Ten slotte nog de mededeeling, dat alle detailhandelaars in de textielbranche aan de studie moeten: hun zijn mappen met in- lichtingsmateriaal toegezonden, in totaal ten getale van 21.000. Puntenwaardeering van Textielgoederen. Hieronder laten we de puntenwaardee ring voor de verschillende textielgoederen volgen. Om de lijst te verstaan, dient men te weten, dat het eerste cijfer de punten waarde aangeeft voor mannen en jongens van 15 jaar en ouder, het tweede dat voor vrouwen en meisjes van 15 jaar en ouder, het derde dat van jongens van 315 jaar en het vierde dat voor meisjes van 315 jaar. Sommige getallen zijn weergegeven met een breukstreep hetgeen wil zeg gen, dat het links van de streep staande cijfer de puntenwaardeering geeft van het artikel, wanneer het uit kunstzijde vervaar digd is en het rechts van de streep staan de cijfer de puntenwaardeering van het artikel, wanneer het uit andere grondstof fen is vervaardigd. De volgorde is alfa betisch.. ALGEMEENE KLEEDING. Badmantel 30, 30, 15, 15, blouse 8/18, 5/9, borstrok, singlet, hemd of onder- hemd 9/14, 4/6 bretelschort 12, 10, broek (lar.ge broek, rijbroek, sport- broek, plus-four) 23, 9/18, 20, 6/10, cami sole, hemd of onderhemd uit stof vervaar digd 6/12, 4/6, camisole, hemd of onderhemd: tricot of gebreid 5/10, 4/6, combination of hemdbroek uit stof vervaardigd (vrouwen en meisjes) 5/10 3/6, combination of hemdbroek tricot of gebreid (vrouwen en meisjes) 4/8, 3/6, combination of hemdbroek (man nen en jongens) 10/20, 7/9, com plet (japon of jurk en mantel) 30/65, 20/45, costuum of pak (jas, broek en vest) 70, 45, directoire of onder broekje uit stof vervaardigd 5/10, 3/6, directoire of onderbroekje van tri cot of gebreid 4/8 3/6, gebreid vest met mouwen 28, 14/24 14, 9/14, gebreid vest zonder mouwen, of slipover 21, 9/18, 10, 5/10, halfschort 10, 8, halsdoek uit wol of halfwol 4, 4, 4, 4, hansop 11/18, 11/18, huisjasje (coin de feu e.d.) 23/45, japon of jurk 20/36, 12/22, jas (sportjas, blazer, colbert, jacquetjas e.d.) 37, 25, jasje, sport jasje van stof (vrouwen en meisjes) 13/32 9/25, jasje, sportjasje van tricot of gebreid (vrouwen en meisjes) 13/36 9/25, jongens- en meisjesschort 3/5, 3/5, kleedingstoffen in het algemeen voor boven- en onderkleeding p. M2. 5/10, 5/10, 5/10, 5/10, kousen (lang en 3/4 lang) 5/8, 5/8, 3/5, 3/5, mantelpak 22/50, 15/35, mouwschort, huishoudschort 15/30, 10/20, nachthemd 16/30, 14/22, 10/17, 10/17, net-combination of nethemd broek 7/10, 4/6, nethemd 5/7, 3/4, net-onderbroek (lang) 7/10, 4/6, net-onderbroek (kort) 7/10, 4/6, onderjurk 9/17, 6/10, onder rok 7/14, 6/10, overhemd of sport hemd 13/20, 11/18, peignoir, och tendjapon of kimono (gevoerd en/of ge watteerd) 35/55, 25/40, peignoir, ochtendjapon of kimono (niet gevoerd en/ of gewatteerd) 20/35, 15/24, pull over of jumper met mouwen 21, 12/19, 14, 10/14, pullover of jumper zonder mou wen of met 1/4-mouwen 16, 7/14, 10, 5/10, pyama 24/25, 20/30, 13/20, 13/20, regen jas, regenmantel of regencape (niet uit gummi of gegummeerde stoffen) 56, 45 40, 36, regenjas, regenmantel of regencape (transparant) 25, 25, 18, 18, regenpijpen 15. 10, 12, 8, rok, rokbroek of broek van stof (vrouwen en meisjes) 9/18, 6/10, rok, rokbroek of broek van tricot of ge breid (vrouwen en meisjes) 12/24, 6/10, skibroek 25, 25, 13, 13, skijas 35, 35, 32, 32, skipak 60. 60, 45, 45, slobbroek 16, 16, slobbroek 40, 40, sokken, sportsokken (z.g. skisokjes) 3/6, 2, 3/5, 2, speelbroek (36 jaar) 5/8, 5/8, speelpakje of aanknooppakje (36 jaar) 6/10, 6/10, trainingsbroek 20, 20, 11, 11, trainingsjas 18, 18, 9, 9, trainingspak 38, 38, 20, 20, turnbroek 5/8, 5/8, 5/8, 5/8, turnhemd 4/6,. 4/6, 4/6, 4/6, turnpak (vrouwen en meisjes) 9/14, 9/14, trui 35, 35, 20,' 20, vest (niet gebreid en zonder mouwen) 5/10, 5/10, 4/8, 4/8, wind- jacke of windblouse 25, 25, 15, 15, winter- jekker (geen 3/4 lange overpas) 60, 40, winterpakje (2-'deelig of garnituur voor-36 jaar) 20, 20, zakdoek 1/1, 1/1, 1/1, 1/1. WERKKLEEDING. Buis, kiel of boezeroen 20, 15.fiets- broek voor bezorgers 15, 12, mouw vest 15, 12, BEROEPSKLEEDING. Korte stofjas 25, 16, laboratorium- jassen 30, 30. lange stofjassen 35, 35, 26, 26, overall 40, 30, sloof 5/8, 5/8, 4/6, 4/6, werkbroek van keper of drill 20, 17, werkjas van keper of drill 20, 17, werkpak van keper of drill 40, 34, GARENS. Handbreigaren per 100 gram of deel daarvan 5, 5, 5, 5, maas- en stopgaren per 20' meter (maximum 100 meter) 1, 1, 1, 1, naaigaren per 100 yards (maximum 1000 yards) 1, 1, 1, 1, HUISHOUDGOEDEREN. Badhanddoek, baddoek, badmat of stof daarvoor per M2. 10, 10, 10, 10, bad- of waschhandje 1, 1, 1, 1, beddelakens, kus- sensloopen, spreien, molton onderlakens of andere bedbenoodigdheden (behalve ma trastijken), of stof daarvoor per M2. 5/10, 5/10, 5/10, 5/10, dekens, reisdekens en plaids per M2. 10. 10, 10, 10, dweüen of stof daarvoor per M2. 10, 10, 10, 10, glad- geweven handdoeken, toilet-, stof-, en an dere huishoudelijke doeken of stof daar voor per M2. 10, 10, 10, 10, tafellakens, servetten, ontbijtlakens, vingerdoekjes of stof daarvoor per M2. 5/10, 5/10, 5/10, 5/10. Vrijgestelde textiel producten Naar wij vernemen, zijn de navolgende producten vrijgesteld van de binnenkort in te voeren textiel-industrie. 1. Geheel uit natuurzijde geweven, gebrei de en tricot stoffen, en daaruit vervaardig de artikelen, boven- en onderkleeding, in ch sief kousen en sokken. 2. Crêpe georgette, crêpe mousseline, or- gandi, opal, glasbatist, velours chiffon, bro- caat- en lamestoffen, cisselé, en daaruit vervaardigde bovenkleeding. 3. Sportsokjes (z.g. skisokjes) voor zoo ver niet geheel of gedeeltelijk vervaardigd uit wol, lange dameskousen, vervaardigd uit kunstzijde (geen kinderkousen). 4. Kleeding en benoodigheden voor ba- bies en kinderen, die op den 5den Augustus 1940 den leeftijd van 3 jaar nog niet bereikt hebben, uitgezonderd op punten gewaar deerde stoffen en weefsels aan het stuk en garens. 5. Rok- en smoking-costuums, rokvesten, rokhemden en fronts, voor zoover bestaan de stoffenvoorraden een vervaardiging daarvan toelaten. 6. Avondjaponnen en -mantels (z.g. gala- DE TOTSTANDKOMING VAN DE „NEDERLANDSCHE UNIE" Aanteekeningen van dr. H. Colijn Het „Nationale Dagblad" heeft den in houd gepubliceerd van een gestencilde mededeeling, welke de Centrale A.R. Kiesvereeniging te Rotterdam op 22 Juli aan de bestuursleden van de kiesvereeni- gingen heeft toegezonden. Volgens het „Nationale Dagblad" be vatten deze mededeelingen uiteenzettingen van dr. H. Colijn over de totstandkoming van de „Nederlandsche Unie". Zij zijn ge schreven in dagboekvorm en luiden als volgt: BESPREKINGEN INZAKE „DE NEDERLANDSCHE UNIE"' (1—18 JULI 1940) Maandag, 1 Juli, 6 uur n.m. vergade ring in gebouw „Excelsior" tusschen de leiders van de Anti-Revolutionaire Partij, de Christelijk-Historische Unie, de R.K. Staatspartij, de Liberale Partij, den Vrijz. Dem. Bond en de Soc.-Dem. Arbeiders Partij, ter bespreking van de mogelijkheid eener concentratie der partijen gerjcht op samenwerking in het belang van de hand having van de volksrechten en van onze vrijheid en onafhankelijkheid. Deze eerste vergadering besloot aan het einde een commissie van redactie te be noemen, ten einde een ontwerp voor een manifest op te- stellen. Deze redactie commissie bestond uit de heeren Verschuur Drees en Colijn. Op deze vergadering werd tevens de vraag geopperd, of het gewenscht was con tact te zoeken met „De Nederlandsche Ge meenschap", als wier voorzitter de heer Linthorst Homan scheen te fungeeren, ten einde gezamenlijk op te treden. Woensdag, 3 Juli, te mijnen huize een bespreking gehad met den heer Linthorst Homan over eventueele samenwerking tusschen de politieke partijen en de groep die zich rond den heer Homan gevormd had, d.w.z. „De Nederlandsche Gemeen schap". Donderdag, 4 Juli. Des avonds te mijnen huize een bespreking gehad met de heeren Verschuur en Drees over een ontwerp manifest, dat ik opgesteld had. Zaterdag, 6 Juli om 10 uur v.m. opnieuw een vergadering gehad in geboiiw „Excel sior" tusschen de politieke partijen, die vanaf ongeveer 11.30 uur bijgewoond werd door de heeren Homan, prof. De Quay en dr. Reinink, als vertegenwoor digers van „De Nederlandsche Gemeen schap". In den namiddag vergaderde de redactie commissie in „Excelsior", bestaande uit de drie reeds genoemde heeren, (Verschuur, Drees en Colijn), die het oorspronkelijk concept hadden gemaakt en de drie zoo even genoemde vertegenwoordigers van de groep Homan. Maandag, 8 Juli, om 3 uur n.m. in „Excelsior" behandeling van het nieuwe concept-manifest, welke vergadering. Dinsdag, 9 Juli, te 8.30 uur n.m. werd voortgezet, o.a. ter bespreking van de samenstelling van het Nationale Comité, dat leiding zou geven aan de Nederland sche Unie. Vrijdag, 12 Juli, te 8 uur n.m. vergade ring in „Excelsior". Aldaar werd door den heer Homan mededeeling gedaan van het feit, dat de Duitschers bezwaar maakten om in het manifest, in welken vorm ook, te gewagen van een streven naar vrijheid en onafhankelijkheid in trouw aan Oranje. Noch van die vrijheid en onafhankelijk heid, noch van de trouw aan Oranje mocht in het manifest worden gerept. Deze mededeeling gaf aan de A.R. en C.H. en, als mijn geheugen mij niet bedriegt, ook aan de liberalen aanleiding te verklaren, dat zij niet geïnteresseerd waren bij een. Nedersche Unie, die zwijgen moet over vrijheid en onafhankelijkheid en over Oranje. En natuurlijk kwam daarna de vraag op, of men in zee kon gaan zonder een manifest door eenvoudig te publicee- ren, dat de Nederlandsche Unie bestond en dat door deze Unie een National Comité in het leven was geroepen, waarvan de samenstelling zou worden bekendgemaakt en dat werkzaam zou zijn ter bevordering van de handhaving der Nederlandsche op vattingen en tradities. Hoewel het mooie van de zaak nu ver loren was, heb ik tóch gemeend daaraan mijn steun niet te mogen onthouden en mij denhalve met de publicatie vereenigd. Ik bleef er evenwel waarde aan hechten, dat er een unie tot stand gekomen was op den grondslag van vrijheid en onafhankelijk heid in trouw aan Oranje, waaraan ook de S.D.A.P. van harte meedeed. Bovendien kon men niet weten, wat er in ons land nog zou kunnen gebeuren, wanneer de Duit schers eens weggingen. Men moest voor komen, dat dan alleen maar de stem van de N.S.B. zou worden gehoord. Na de beëindiging van deze vergadering heeft er tusschen de heeren van het Natio naal Comité een bespreking plaats gehad, waarbij weer van een meeningsverschil is gebleken. (Niet bijgewoond, maar mede deeling ontvangen.) Maandag, 15 Juli. Wederom een verga dering in „Excelsior" uitgeschreven voor de 12 vertegenwoordigers van de politieke partijen, de heeren van „De Nederlandsche Gemeenschap", zoomede de niet tot een van die beide behoorende leden van het Nationaal Comité. Deze vergadering is noch door mij, noch door Üen heer Schou ten bijgewoond, terwijl ook de heeren Homan en De Quay zich inmiddels had den teruggetrokken. De heer Donner, hoe wel bij die vergadering aanwezig, trok zich mede uit het Nationale Comité terug. Woensdag, 17 Juli, 4 uur n.m. wederom een vergadering in „Excelsior", om te zien, of er van de brokstukken nog iets te red den is. Men kwam thans voor den dag met een nieuw denkbeeld, dat hoofzakelijk hierop neer kwam, dat een heel kort manifest zou worden uitgegeven, waarin werd medege deeld, dat zich een Comité van Nationale eensgezindheid gevormd had. In dit comité zouden worden opgenomen de navolgende personen: jhr. De Jonge, De Quay, Eint- hoven, Fentener van Vlissingen, Homan, v. d. Bom, In 't Veld, Van Lynden van Sandenburg, waarvan de drie eersten het uitvoerend comité zouden vormen, en jhr. De Jonge het voorzitterschap zou waar nemen.Gegege ven de omstandigheid, dat van Duitsche zijde zeer duidelijk is gezegd, dat men over den staatsvorm en over het Huis van Oranje maar niet moest spreken, bestond onzerzijds weinig animo om een der onzen in dit comité te doen zitting nemen, en heb ik alleen toegezegd, de zaak nog eens te zullen overwegen. Donderdag, 18 Juli. Hedenmorgen be richt ontvangen, dat het comité, dat giste ren gevormd was, weer uiteengevallen is, omdat er toch meerderen waren, die op het standpunt stonden, dat door ons was ingenomen. Hierdoor zijn we van de hier boven toegezegde overweging ontheven. De oorzaak van deze mislukking moet worden gezocht: le. in de onklare doelstelling aan de zijde van de heeren van „De Nederland sche Gemeenschap"; 2e. in de weigering der Duitschers, om in het manifest te gewagen van vrijheid ejn onafhankelijkheid, in trouw aan Oranje; 3e. in de omstandigheid, een comité te willen vormen, dat het volk moet mee- sleepen, met gelijktijdige uitschakeling der meest bekende (politieke) personen; 4e. in de omstandigheid, dat allerlei bij oogmerken den zuiveren kijk op de op te losen problemen vertroebelden. kleeding), voor zoover bestaande stoffen voorraden de vervaardiging daarvan toela ten. 7. Regenjassen, regenmantels en -capes uit gummi en gegummeerde stoffen ver vaardigd'. 8. Strandpyama's voor vrouwen en meisjes 9. Lange kamerjassen voor mannen. 10. Corsetten, corseletten, bustehouders, sousbras, lijfjes, gordels, maag- en buikban den, jarretels, bretelles, sokophouders, buik-, borst-, knie-, pols- en oorwarmers, souspieds en handschoenen. 11. Kant, kantwerk en uit kant vervaar digde artikelen en kleeding. 12. Shawls, hoofddoeken en omslagdoe ken, voor zoover niet uit wol en/of halfwol vervaardigd. Zwemkleeding en uniforme sportklee- ding, bestaande uit shorts en shirts, voor voetbalclubs en dergelijke sportverenigin gen. 14. Mannen- en vrouwenhoeden, petten, baretten, mutsen, kappen, dassen (zelfbin ders, butterflies enz.), boorden, manchet ten, dameskraagjes, jabots en dergelijke, lint, bant (ook elastiek), strikken, corsages, kunstbloemen, garneering, passement, tres sen, brandebourgs, haarbandeaux, haarnet ten, rouwartikelen (geen "bovenkleeding), slaapsokken en veters. 15. Ambskleeding voor geestelijken, advo caten, leden van de rechterlijke macht, pro fessoren, kleeding voor koorknapen, misge waden, kerkelijke paramenten, bruidsklee- ding, kap- en bedmanteltjes, en lijkwaden. 16. Echt bont en daaruit vervaardigde bovenkleeding voor zoover het bont daarin niet gebruikt is als voering. 7. Sanitaire textielproducten (b.v. wat ten, verbandgaas, bandages, sluitlakens, ehstieken knie- en enkelkousen enz.) 18. Natuurzijden en kunstzijden garen. 19. Lampenkappen en glascreton en daar uit vervaardigde artikelen, pitten en petro- leumbranders. 20. Parapluies, parasols, tuinparasols, pa- rapluie-foudralen, tasschen, beurzen, doo- zen, etui's, koffers, stofzuigerzakken, vlag gen, vlaggetjes, vaandels, hangmatten, sier- kussens, theemutsen, visscherij-artikelen (geen z.g. visschersgaren), poppenkleeding en speelgoederen, kleerhangers, motzakken en waschzakken. 21. Handwerkgarnituren, -kleeden en kleedjes met of zonder materiaal (met uit zondering van voorgeteekende kleeding stukken voor personen van 3 jaar en ouder en handbreigarens); handgeweven tafel-en sierkleeden; handwerkgarens (b.v. borduur- en haakgarens, kelimwol, smyrnawol, ze- phirwol en dergelijke). 22. Afgepaste tapijten, karpetten en mat ten, linoleum, balatum, stragula en artike len, vervaardigd uit jute, cocos, sisal, ma- nila, hennep en ramé; kunstleer, leerdoek en waschdoek, benevens daaruit vervaar digde artikelen. 23. Artikelen, vervaardigd uit geperst vilt. 24. Poetsdoeken, vaatkwasten, panschuur- ders, zwabbers en dergelijke, en poetska toen. 25. Schilderslinnen, calqueerlinnen, boek binderlinnen en gaas. 26. Speciale beschermende beroepsklee- ding voor zandstraalblazers, lasschers, ar beiders in gieterijbedrijven, machine-arbei ders, schoorsteenvegers; verder asbestklee- ding, zuurvaste kleeding, mijnwerkersklee- ding, waterdichte beroepskleeding, bescher mende kleeding tegen teer en mest, opera- tiepassen, (uitsluitend tegen overlegging van een bewijs van werkzaamheid in het betreffende beroep). 27. Verduisteringsstof en daarvan voor verduisteringsdoeleinden vervaardigde ar tikelen. 28. Divankleeden, schoorsteenkleeden, ta- felkleeden en loopers, sierkleeden en kleed jes, kapstokkleeden, afgepaste gobelins en dergelijke wandkleeden en antimacassers. 29. Stoffen en weefsels in coupons, welke ten hoogste 90 con. lang zijn.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1940 | | pagina 6