DE TEXTIEL-DISTRIBUTIE
Wat iedereen moet weten en onthouden
ZATERDAG 3 AUGUSTUS 1940
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD - PAG. 6
Hieronder trachten wij zoo beknopt mo
gelijk de hoofdpunten van de regeling der
textieldistributie samen te vatten,
In de eerste plaats is de indeeling der
textielproducten van belang.
Er is een groep artikelen, welke wor
den vrijgesteld van afzonderlijke bepalin
gen. De lijst van deze artikelen vindt men
ook op deze pagina afgedrukt. Men zal er
o.a. feestkleeding en gelegenheidskleeding
in vinden en ook kleeding en benoodigd-
heden voor kinderen, die op 5 Augustus
nog niet drie jaar oud zijn, uitgezonderd
weefsels en stoffen aan het stuk en de op
de textielkaart verkrijgbare garens.
Dan is er een tweede groep, waarvan de
aflevering'gebonden zal zijn aan een pun-
tenstelsel, dat vastgelego' is in de textiel
kaart. Voor de punten waardeering zie
men de afzonderlijke lijst.
Tenslotte bestaat er een derde categorie
van artikelen, slechts af te geven op spe
ciale vergunningen.
SOORTEN VAN KAARTEN.
De navolgende textielkaarten zullen
worden uitgereikt:
a. een roode kaart voor mannen en jon
gens van 15 jaar en ouder;
b. een blauwe kaart voor vrouwen en
meisjes van 15 jaar en ouder;
c. een bruine kaart voor jongens van
315 jaar;
d. een groene kaart voor meisjes van
315 jaar;
e. een grijze kaart als toeslagkaart.
De 4 eerste kaarten zijn bestemd voor
strikt persoonlijk gebruik van de houders,
voor zoover het betreft ce daarop verkrijg
bare kleedingstukken en kleedingstoffen.
De op de textielkaarten verkrijgbare huis
houdelijke artikelen kunnen echter betrok
ken worden op de punten van alle kaar
ten, welke aan de leden van één en het
zelfde gezin zijn uitgegeven. Hiermede is
bedoeld tegemoet te komen aan het ge
bruik van huishoudelijke artikelen, wel
ke toch bestemd zijn voc»: het geheele
gezin. Wenscht b.v. de huismoeder een
beddelaken te koopen, zoo kan zij de hier
voor benoodigde punten door den winke
lier doen afsnijden in door haar zelf te be
palen hoeveelheden van alle kaarten der
gezinsleden.
Deze kaarten tellen elk 100 punten. Zij
zijn geldig van 3 Augustus 1940 tot 1 Fe
bruari 1941.
Deze geldigheidsperiode is wederom in
gedeeld in 2 termijnen, n.l. een termijn
van 5 Augustus 1940 tot 1 November 1940
en een termijn van 1 November 1940 tot 1
Februari 1941 In den eersten termijn
worden op deze kaarten 40 punten ter be
schikking gesteld, zoodat 60 punten over
blijven voor den tweeden termijn. In den
eersten termijn ongebruikt gebleven pun
ten zijn eveneens geldig in den tweeden
termijn.
Deze indeeling in termijnen is geschied
om te voorkomen, dat de bevolkingsgroep,
die over contant geld beschikt, zich ineens
van alle voorraden meester zal maken.
De punten zijn alleen geldig, als zij op
de textielkaart zitten, los zijn ze ongeldig.
DE TOESLAGKAART.
Deze wordt uitgereikt aan de hoofden
der in gezinsverband samenwonende fami
lies, waarvan het gezamenlijke jaarlijksch
inkomen, berekend per lid van het gezin,
beneden 350 blijft. Deze kaarten tel
len een aantal punten, die afhankelijk is
van het aantal gezinsleden van 15 jaar en
ouder. Voor het gezinshoofd wörden 50
punten ter beschikking gesteld en voor elk
verder gezinslid van 15 jaar en ouder 30
punten. Dienstboden worden niet tot het
gezin gerekend. Wel worden tot het gezin
gerekend inwonende familieleden, natuur
lijke, wettige en schoonkinderen, stiefkin
deren, pleegkinderen en kleinkinderen.
De punten van deze toeslagkaarten zijn
beschikbaar voor den aankoop van alle
goederen, welke uitsluitend tegen inwis
seling van punten afgeleverd mogen wor
den, met uitzondering van de naai-, maas-
en stopgarens, zoolang deze goederen be
stemd zijn voor het gezin als zoodanig of
voor één der leden van het gezin. De toe
slagkaart mag ook zoo worden gebruikt,
dat voor aanschaffing van een bepaald ar
tikel gedeeltelijk punten mogen worden
ingenomen van een persoonlijke kaart van
een der betreffende gezinsleden en gedeel
telijk van de aan dit gezin verstrekte toe-
De toeslagkaart is evenals de andere
kaarten geldig vanaf 5 Augustus 1940 tot
1 Februari 1941. Zij is echter niet inge
deeld in termijnen en is derhalve in haar
geheel beschikbaar vanaf 5 Augustus 1940.
Deze toeslagkaarten worden uitsluitend
uitgereikt op aanvrage van het betreffende
gezinshoofd.
EXTRA-BONS.
Op de persoonlijke textielkaart staan 20
bons. gemerkt met hoofdletters. Deze bons
hebben geen punten waarde Zij zijn be
stemd voor extra beschikbaarstelling van
gerantsoeneerde textielproducten, wan
neer hiertoe de mogelijkheid en de be
hoefte aanwezig is.
LEEFTIJ DSGRENZEN.
De leeftijdsgrens ligt op 5 Augustus
1940. Aldus zijn de vrije artikelen voor
kinderen, die na 5 Augustus 1940 den leef
tijd van 3 jaren bereiken, eveneens vrij.
Het is echter aan te raden de distributie
stamkaart voor deze kinderen steeds bij
zich te hebben, omdat winkeliers het recht
hebben deze kaart in geval van twijfel ter
inzage te vragen.
De leeftijdsgrenzen der persoonlijke
kaarten zijn derhalve ook de leeftijden,
welke op 5 Augustus 1940 zijn bereikt.
DE AANGIFTEFORMULIEREN.
Bij de afgifte van de kaarten zal reke
ning worden gehouden met de sedert 28
Mei 1940 ontvangen groote stukken. Ieder
heeft daarvoor aangifteformulieren moe
ten invullen, die bij het afhalen van de
textielkaart moeten worden meegebracht.
Indien de puntenwaarde van de ontvangen
groote stukken minder is dan 30, ontvangt
de verbruiker de geheele textielkaart. Is
deze puntenwaarde echter 30 of meer, dan
worden 30 punten (ook niet meer dan 30)
van de kaarten verwijderd. Dit laatste zal
menigeen meevallen.
GARENS.
Naaigarens en maas- en stopgarens zijn
uitsluitend verkrijgbaar tegen afgifte van
punten der textielkaart tegelijk met af
gifte van garenbons. Men kan dus slechts
een beperkt aantal punten aan den aan
koop van garens besteden. Als de garen
bons op zijn, moeten de resleerende pun
ten aan iets anders worden besteed.
Op de toeslagkaarten worden geen naai
garens, maas- of stopgarens verkocht.
AFZONDER1JKE PROBLEMEN.
Nu nog eenige afzonderlijke problemen:
Kunnen in den eersten tijd ook groote
stukken, van meer dan veertig punten,
worden gekocht? Ja, want men kan, alleen
voor een dergelijke groot stuk, boven de
40 punten van den eersten termijn een
voorschot nemen op de punten van den
volgenden termijn. Hoe zit het met de af
gifte van stoffen voor bovenkleeding? Voor
vrouwen en meisjes zijn,er op dit punt geen
voorschriften, hier geldt de distributie
kaart. Voor mannen en jongens mogen bo-
venkleedingstoffen slechts worden afge
geven aan een kleermaker, aan te wijzen
door den verbruiker. Voor details hierom
trent raadplege men den vakman zelf.
SPECIALE VERGUNNINGEN.
Speciale vergunningen kunnen worden
aangevraagd voor de aflevering van:
a. uniforme kleeding, rouwkleeding;
b. goederen op het gebied van woning
inrichting en het beddenvak;
c. alle op punten gewaardeerde artike
len, voor de aanschaffing waarvan de ab
solute noodzaak is aangetoond, b.v. inge
val de betreffende goederen verloren zijn
geraakt door oorzaken buiten de macht
van den aanvrager, brand, diefstal, enz.
d. Op punten gewaardeerde artikelen,
welke door bijzondere omstandigheden be-
noodigd zijn in grootere hoeveelheden dan
uitsluitend voor vervanging van bestaan
de inventaris, b.v. voor:
e. alle op punten gewaardeerde artike
len ten behoeve van ziekenhuizen, gestich
ten, kloosters en andere inrichtingen met
vaste inwoners;
f. alle op punten gewaardeerde artike
len ten behoeve van hotels, kantoren en
ondernemingen, welke deze goederen noo-
dig hebben uit hoofde van hun bedrijf.
Ook tijdelijk in ons land verblijvende bui-
tenlandsche kerkers en toeristen, die niet
in het bezit zijn van een distributiestam
kaart, zullen zich voor de aanschaffing van
op punten gewaardeerde textielproducten
tot den plaatselijken distributiedienst moe
ten wenden voor een speciale vergunning.
Winterjassen, wintermantels of demi-
saisons zijn niet vermeld op de lijst van ar
tikelen, welke uitsluitend tegen inwisse
ling van punten verkrijgbaar zijn. Win
terjassen, wintermantels en demi-saisoi^s
zijn derhalve allen verkrijgbaar op spe
ciale vergunning, tenzij de resultaten van
de inventarisatie aanleiding zijn tot be
schikbaar stellen van één der extra bons op
de textielkaart voor de aanschaffing van
een winterjas, wintermantel of demi-saison.
ALGEMEENE INVENTARISATIE.
Teneinde een volledig overzicht te krij
gen van de in ons land aanwezige voorra
den van textielproducten, zal in de week
van 5 Augustus een algemeene inventari
satie plaats vinden. In deze week zal de
verkoop en aflevering van alle textielpro
ducten verboden zijn.
Ten slotte nog de mededeeling, dat alle
detailhandelaars in de textielbranche aan
de studie moeten: hun zijn mappen met in-
lichtingsmateriaal toegezonden, in totaal
ten getale van 21.000.
Puntenwaardeering van
Textielgoederen.
Hieronder laten we de puntenwaardee
ring voor de verschillende textielgoederen
volgen. Om de lijst te verstaan, dient men
te weten, dat het eerste cijfer de punten
waarde aangeeft voor mannen en jongens
van 15 jaar en ouder, het tweede dat voor
vrouwen en meisjes van 15 jaar en ouder,
het derde dat van jongens van 315 jaar
en het vierde dat voor meisjes van 315
jaar. Sommige getallen zijn weergegeven
met een breukstreep hetgeen wil zeg
gen, dat het links van de streep staande
cijfer de puntenwaardeering geeft van het
artikel, wanneer het uit kunstzijde vervaar
digd is en het rechts van de streep staan
de cijfer de puntenwaardeering van het
artikel, wanneer het uit andere grondstof
fen is vervaardigd. De volgorde is alfa
betisch..
ALGEMEENE KLEEDING.
Badmantel 30, 30, 15, 15, blouse 8/18,
5/9, borstrok, singlet, hemd of onder-
hemd 9/14, 4/6 bretelschort 12,
10, broek (lar.ge broek, rijbroek, sport-
broek, plus-four) 23, 9/18, 20, 6/10, cami
sole, hemd of onderhemd uit stof vervaar
digd 6/12, 4/6, camisole, hemd of
onderhemd: tricot of gebreid 5/10,
4/6, combination of hemdbroek uit stof
vervaardigd (vrouwen en meisjes) 5/10
3/6, combination of hemdbroek tricot
of gebreid (vrouwen en meisjes) 4/8,
3/6, combination of hemdbroek (man
nen en jongens) 10/20, 7/9, com
plet (japon of jurk en mantel) 30/65,
20/45, costuum of pak (jas, broek en
vest) 70, 45, directoire of onder
broekje uit stof vervaardigd 5/10,
3/6, directoire of onderbroekje van tri
cot of gebreid 4/8 3/6, gebreid vest
met mouwen 28, 14/24 14, 9/14, gebreid vest
zonder mouwen, of slipover 21, 9/18, 10,
5/10, halfschort 10, 8, halsdoek uit
wol of halfwol 4, 4, 4, 4, hansop
11/18, 11/18, huisjasje (coin de feu e.d.)
23/45, japon of jurk 20/36,
12/22, jas (sportjas, blazer, colbert,
jacquetjas e.d.) 37, 25, jasje, sport
jasje van stof (vrouwen en meisjes)
13/32 9/25, jasje, sportjasje van tricot
of gebreid (vrouwen en meisjes) 13/36
9/25, jongens- en meisjesschort
3/5, 3/5, kleedingstoffen in het algemeen
voor boven- en onderkleeding p. M2. 5/10,
5/10, 5/10, 5/10, kousen (lang en 3/4 lang)
5/8, 5/8, 3/5, 3/5, mantelpak 22/50,
15/35, mouwschort, huishoudschort
15/30, 10/20, nachthemd 16/30, 14/22,
10/17, 10/17, net-combination of nethemd
broek 7/10, 4/6, nethemd 5/7,
3/4, net-onderbroek (lang) 7/10,
4/6, net-onderbroek (kort) 7/10,
4/6, onderjurk 9/17, 6/10, onder
rok 7/14, 6/10, overhemd of sport
hemd 13/20, 11/18, peignoir, och
tendjapon of kimono (gevoerd en/of ge
watteerd) 35/55, 25/40, peignoir,
ochtendjapon of kimono (niet gevoerd en/
of gewatteerd) 20/35, 15/24, pull
over of jumper met mouwen 21, 12/19,
14, 10/14, pullover of jumper zonder mou
wen of met 1/4-mouwen 16, 7/14, 10, 5/10,
pyama 24/25, 20/30, 13/20, 13/20, regen
jas, regenmantel of regencape (niet uit
gummi of gegummeerde stoffen) 56, 45 40,
36, regenjas, regenmantel of regencape
(transparant) 25, 25, 18, 18, regenpijpen 15.
10, 12, 8, rok, rokbroek of broek van stof
(vrouwen en meisjes) 9/18, 6/10,
rok, rokbroek of broek van tricot of ge
breid (vrouwen en meisjes) 12/24,
6/10, skibroek 25, 25, 13, 13, skijas 35, 35,
32, 32, skipak 60. 60, 45, 45, slobbroek
16, 16, slobbroek 40, 40, sokken,
sportsokken (z.g. skisokjes) 3/6, 2, 3/5, 2,
speelbroek (36 jaar) 5/8, 5/8,
speelpakje of aanknooppakje (36 jaar)
6/10, 6/10, trainingsbroek 20, 20,
11, 11, trainingsjas 18, 18, 9, 9, trainingspak
38, 38, 20, 20, turnbroek 5/8, 5/8, 5/8, 5/8,
turnhemd 4/6,. 4/6, 4/6, 4/6, turnpak
(vrouwen en meisjes) 9/14, 9/14,
trui 35, 35, 20,' 20, vest (niet gebreid en
zonder mouwen) 5/10, 5/10, 4/8, 4/8, wind-
jacke of windblouse 25, 25, 15, 15, winter-
jekker (geen 3/4 lange overpas) 60,
40, winterpakje (2-'deelig of garnituur
voor-36 jaar) 20, 20, zakdoek 1/1,
1/1, 1/1, 1/1.
WERKKLEEDING.
Buis, kiel of boezeroen 20, 15.fiets-
broek voor bezorgers 15, 12, mouw
vest 15, 12,
BEROEPSKLEEDING.
Korte stofjas 25, 16, laboratorium-
jassen 30, 30. lange stofjassen 35,
35, 26, 26, overall 40, 30, sloof 5/8,
5/8, 4/6, 4/6, werkbroek van keper of drill
20, 17, werkjas van keper of drill
20, 17, werkpak van keper of drill
40, 34,
GARENS.
Handbreigaren per 100 gram of deel
daarvan 5, 5, 5, 5, maas- en stopgaren per
20' meter (maximum 100 meter) 1, 1, 1, 1,
naaigaren per 100 yards (maximum 1000
yards) 1, 1, 1, 1,
HUISHOUDGOEDEREN.
Badhanddoek, baddoek, badmat of stof
daarvoor per M2. 10, 10, 10, 10, bad- of
waschhandje 1, 1, 1, 1, beddelakens, kus-
sensloopen, spreien, molton onderlakens of
andere bedbenoodigdheden (behalve ma
trastijken), of stof daarvoor per M2. 5/10,
5/10, 5/10, 5/10, dekens, reisdekens en
plaids per M2. 10. 10, 10, 10, dweüen of
stof daarvoor per M2. 10, 10, 10, 10, glad-
geweven handdoeken, toilet-, stof-, en an
dere huishoudelijke doeken of stof daar
voor per M2. 10, 10, 10, 10, tafellakens,
servetten, ontbijtlakens, vingerdoekjes of
stof daarvoor per M2. 5/10, 5/10, 5/10,
5/10.
Vrijgestelde textiel
producten
Naar wij vernemen, zijn de navolgende
producten vrijgesteld van de binnenkort in
te voeren textiel-industrie.
1. Geheel uit natuurzijde geweven, gebrei
de en tricot stoffen, en daaruit vervaardig
de artikelen, boven- en onderkleeding, in
ch sief kousen en sokken.
2. Crêpe georgette, crêpe mousseline, or-
gandi, opal, glasbatist, velours chiffon, bro-
caat- en lamestoffen, cisselé, en daaruit
vervaardigde bovenkleeding.
3. Sportsokjes (z.g. skisokjes) voor zoo
ver niet geheel of gedeeltelijk vervaardigd
uit wol, lange dameskousen, vervaardigd
uit kunstzijde (geen kinderkousen).
4. Kleeding en benoodigheden voor ba-
bies en kinderen, die op den 5den Augustus
1940 den leeftijd van 3 jaar nog niet bereikt
hebben, uitgezonderd op punten gewaar
deerde stoffen en weefsels aan het stuk en
garens.
5. Rok- en smoking-costuums, rokvesten,
rokhemden en fronts, voor zoover bestaan
de stoffenvoorraden een vervaardiging
daarvan toelaten.
6. Avondjaponnen en -mantels (z.g. gala-
DE TOTSTANDKOMING VAN DE
„NEDERLANDSCHE UNIE"
Aanteekeningen van dr. H. Colijn
Het „Nationale Dagblad" heeft den in
houd gepubliceerd van een gestencilde
mededeeling, welke de Centrale A.R.
Kiesvereeniging te Rotterdam op 22 Juli
aan de bestuursleden van de kiesvereeni-
gingen heeft toegezonden.
Volgens het „Nationale Dagblad" be
vatten deze mededeelingen uiteenzettingen
van dr. H. Colijn over de totstandkoming
van de „Nederlandsche Unie". Zij zijn ge
schreven in dagboekvorm en luiden als
volgt:
BESPREKINGEN INZAKE „DE
NEDERLANDSCHE UNIE"'
(1—18 JULI 1940)
Maandag, 1 Juli, 6 uur n.m. vergade
ring in gebouw „Excelsior" tusschen de
leiders van de Anti-Revolutionaire Partij,
de Christelijk-Historische Unie, de R.K.
Staatspartij, de Liberale Partij, den Vrijz.
Dem. Bond en de Soc.-Dem. Arbeiders
Partij, ter bespreking van de mogelijkheid
eener concentratie der partijen gerjcht op
samenwerking in het belang van de hand
having van de volksrechten en van onze
vrijheid en onafhankelijkheid.
Deze eerste vergadering besloot aan het
einde een commissie van redactie te be
noemen, ten einde een ontwerp voor een
manifest op te- stellen. Deze redactie
commissie bestond uit de heeren Verschuur
Drees en Colijn.
Op deze vergadering werd tevens de
vraag geopperd, of het gewenscht was con
tact te zoeken met „De Nederlandsche Ge
meenschap", als wier voorzitter de heer
Linthorst Homan scheen te fungeeren, ten
einde gezamenlijk op te treden.
Woensdag, 3 Juli, te mijnen huize een
bespreking gehad met den heer Linthorst
Homan over eventueele samenwerking
tusschen de politieke partijen en de groep
die zich rond den heer Homan gevormd
had, d.w.z. „De Nederlandsche Gemeen
schap".
Donderdag, 4 Juli. Des avonds te mijnen
huize een bespreking gehad met de heeren
Verschuur en Drees over een ontwerp
manifest, dat ik opgesteld had.
Zaterdag, 6 Juli om 10 uur v.m. opnieuw
een vergadering gehad in geboiiw „Excel
sior" tusschen de politieke partijen, die
vanaf ongeveer 11.30 uur bijgewoond
werd door de heeren Homan, prof. De
Quay en dr. Reinink, als vertegenwoor
digers van „De Nederlandsche Gemeen
schap".
In den namiddag vergaderde de redactie
commissie in „Excelsior", bestaande uit de
drie reeds genoemde heeren, (Verschuur,
Drees en Colijn), die het oorspronkelijk
concept hadden gemaakt en de drie zoo
even genoemde vertegenwoordigers van de
groep Homan.
Maandag, 8 Juli, om 3 uur n.m. in
„Excelsior" behandeling van het nieuwe
concept-manifest, welke vergadering.
Dinsdag, 9 Juli, te 8.30 uur n.m. werd
voortgezet, o.a. ter bespreking van de
samenstelling van het Nationale Comité,
dat leiding zou geven aan de Nederland
sche Unie.
Vrijdag, 12 Juli, te 8 uur n.m. vergade
ring in „Excelsior". Aldaar werd door den
heer Homan mededeeling gedaan van het
feit, dat de Duitschers bezwaar maakten
om in het manifest, in welken vorm ook,
te gewagen van een streven naar vrijheid
en onafhankelijkheid in trouw aan Oranje.
Noch van die vrijheid en onafhankelijk
heid, noch van de trouw aan Oranje mocht
in het manifest worden gerept. Deze
mededeeling gaf aan de A.R. en C.H. en,
als mijn geheugen mij niet bedriegt, ook
aan de liberalen aanleiding te verklaren,
dat zij niet geïnteresseerd waren bij een.
Nedersche Unie, die zwijgen moet over
vrijheid en onafhankelijkheid en over
Oranje. En natuurlijk kwam daarna de
vraag op, of men in zee kon gaan zonder
een manifest door eenvoudig te publicee-
ren, dat de Nederlandsche Unie bestond
en dat door deze Unie een National Comité
in het leven was geroepen, waarvan de
samenstelling zou worden bekendgemaakt
en dat werkzaam zou zijn ter bevordering
van de handhaving der Nederlandsche op
vattingen en tradities.
Hoewel het mooie van de zaak nu ver
loren was, heb ik tóch gemeend daaraan
mijn steun niet te mogen onthouden en mij
denhalve met de publicatie vereenigd. Ik
bleef er evenwel waarde aan hechten, dat
er een unie tot stand gekomen was op den
grondslag van vrijheid en onafhankelijk
heid in trouw aan Oranje, waaraan ook de
S.D.A.P. van harte meedeed. Bovendien
kon men niet weten, wat er in ons land nog
zou kunnen gebeuren, wanneer de Duit
schers eens weggingen. Men moest voor
komen, dat dan alleen maar de stem van
de N.S.B. zou worden gehoord.
Na de beëindiging van deze vergadering
heeft er tusschen de heeren van het Natio
naal Comité een bespreking plaats gehad,
waarbij weer van een meeningsverschil is
gebleken. (Niet bijgewoond, maar mede
deeling ontvangen.)
Maandag, 15 Juli. Wederom een verga
dering in „Excelsior" uitgeschreven voor
de 12 vertegenwoordigers van de politieke
partijen, de heeren van „De Nederlandsche
Gemeenschap", zoomede de niet tot een
van die beide behoorende leden van het
Nationaal Comité. Deze vergadering is
noch door mij, noch door Üen heer Schou
ten bijgewoond, terwijl ook de heeren
Homan en De Quay zich inmiddels had
den teruggetrokken. De heer Donner, hoe
wel bij die vergadering aanwezig, trok
zich mede uit het Nationale Comité terug.
Woensdag, 17 Juli, 4 uur n.m. wederom
een vergadering in „Excelsior", om te zien,
of er van de brokstukken nog iets te red
den is.
Men kwam thans voor den dag met een
nieuw denkbeeld, dat hoofzakelijk hierop
neer kwam, dat een heel kort manifest zou
worden uitgegeven, waarin werd medege
deeld, dat zich een Comité van Nationale
eensgezindheid gevormd had. In dit comité
zouden worden opgenomen de navolgende
personen: jhr. De Jonge, De Quay, Eint-
hoven, Fentener van Vlissingen, Homan,
v. d. Bom, In 't Veld, Van Lynden van
Sandenburg, waarvan de drie eersten het
uitvoerend comité zouden vormen, en jhr.
De Jonge het voorzitterschap zou waar
nemen.Gegege ven de omstandigheid, dat
van Duitsche zijde zeer duidelijk is gezegd,
dat men over den staatsvorm en over het
Huis van Oranje maar niet moest spreken,
bestond onzerzijds weinig animo om een
der onzen in dit comité te doen zitting
nemen, en heb ik alleen toegezegd, de zaak
nog eens te zullen overwegen.
Donderdag, 18 Juli. Hedenmorgen be
richt ontvangen, dat het comité, dat giste
ren gevormd was, weer uiteengevallen is,
omdat er toch meerderen waren, die op
het standpunt stonden, dat door ons was
ingenomen. Hierdoor zijn we van de hier
boven toegezegde overweging ontheven.
De oorzaak van deze mislukking moet
worden gezocht:
le. in de onklare doelstelling aan de
zijde van de heeren van „De Nederland
sche Gemeenschap";
2e. in de weigering der Duitschers, om
in het manifest te gewagen van vrijheid
ejn onafhankelijkheid, in trouw aan
Oranje;
3e. in de omstandigheid, een comité te
willen vormen, dat het volk moet mee-
sleepen, met gelijktijdige uitschakeling der
meest bekende (politieke) personen;
4e. in de omstandigheid, dat allerlei bij
oogmerken den zuiveren kijk op de op te
losen problemen vertroebelden.
kleeding), voor zoover bestaande stoffen
voorraden de vervaardiging daarvan toela
ten.
7. Regenjassen, regenmantels en -capes
uit gummi en gegummeerde stoffen ver
vaardigd'.
8. Strandpyama's voor vrouwen en meisjes
9. Lange kamerjassen voor mannen.
10. Corsetten, corseletten, bustehouders,
sousbras, lijfjes, gordels, maag- en buikban
den, jarretels, bretelles, sokophouders,
buik-, borst-, knie-, pols- en oorwarmers,
souspieds en handschoenen.
11. Kant, kantwerk en uit kant vervaar
digde artikelen en kleeding.
12. Shawls, hoofddoeken en omslagdoe
ken, voor zoover niet uit wol en/of halfwol
vervaardigd.
Zwemkleeding en uniforme sportklee-
ding, bestaande uit shorts en shirts, voor
voetbalclubs en dergelijke sportverenigin
gen.
14. Mannen- en vrouwenhoeden, petten,
baretten, mutsen, kappen, dassen (zelfbin
ders, butterflies enz.), boorden, manchet
ten, dameskraagjes, jabots en dergelijke,
lint, bant (ook elastiek), strikken, corsages,
kunstbloemen, garneering, passement, tres
sen, brandebourgs, haarbandeaux, haarnet
ten, rouwartikelen (geen "bovenkleeding),
slaapsokken en veters.
15. Ambskleeding voor geestelijken, advo
caten, leden van de rechterlijke macht, pro
fessoren, kleeding voor koorknapen, misge
waden, kerkelijke paramenten, bruidsklee-
ding, kap- en bedmanteltjes, en lijkwaden.
16. Echt bont en daaruit vervaardigde
bovenkleeding voor zoover het bont daarin
niet gebruikt is als voering.
7. Sanitaire textielproducten (b.v. wat
ten, verbandgaas, bandages, sluitlakens,
ehstieken knie- en enkelkousen enz.)
18. Natuurzijden en kunstzijden garen.
19. Lampenkappen en glascreton en daar
uit vervaardigde artikelen, pitten en petro-
leumbranders.
20. Parapluies, parasols, tuinparasols, pa-
rapluie-foudralen, tasschen, beurzen, doo-
zen, etui's, koffers, stofzuigerzakken, vlag
gen, vlaggetjes, vaandels, hangmatten, sier-
kussens, theemutsen, visscherij-artikelen
(geen z.g. visschersgaren), poppenkleeding
en speelgoederen, kleerhangers, motzakken
en waschzakken.
21. Handwerkgarnituren, -kleeden en
kleedjes met of zonder materiaal (met uit
zondering van voorgeteekende kleeding
stukken voor personen van 3 jaar en ouder
en handbreigarens); handgeweven tafel-en
sierkleeden; handwerkgarens (b.v. borduur-
en haakgarens, kelimwol, smyrnawol, ze-
phirwol en dergelijke).
22. Afgepaste tapijten, karpetten en mat
ten, linoleum, balatum, stragula en artike
len, vervaardigd uit jute, cocos, sisal, ma-
nila, hennep en ramé; kunstleer, leerdoek
en waschdoek, benevens daaruit vervaar
digde artikelen.
23. Artikelen, vervaardigd uit geperst vilt.
24. Poetsdoeken, vaatkwasten, panschuur-
ders, zwabbers en dergelijke, en poetska
toen.
25. Schilderslinnen, calqueerlinnen, boek
binderlinnen en gaas.
26. Speciale beschermende beroepsklee-
ding voor zandstraalblazers, lasschers, ar
beiders in gieterijbedrijven, machine-arbei
ders, schoorsteenvegers; verder asbestklee-
ding, zuurvaste kleeding, mijnwerkersklee-
ding, waterdichte beroepskleeding, bescher
mende kleeding tegen teer en mest, opera-
tiepassen, (uitsluitend tegen overlegging
van een bewijs van werkzaamheid in het
betreffende beroep).
27. Verduisteringsstof en daarvan voor
verduisteringsdoeleinden vervaardigde ar
tikelen.
28. Divankleeden, schoorsteenkleeden, ta-
felkleeden en loopers, sierkleeden en kleed
jes, kapstokkleeden, afgepaste gobelins en
dergelijke wandkleeden en antimacassers.
29. Stoffen en weefsels in coupons, welke
ten hoogste 90 con. lang zijn.